Buitenlandse regelgeving beperkt Nederlandse dienstverleners

De export van diensten is goed voor 13 procent van het Nederlandse bbp en zorgt voor 13 procent van de totale werkgelegenheid. De omvang van de dienstenexport kan echter beperkt worden door natuurlijke belemmeringen (geografisch of cultureel) en niet natuurlijke belemmeringen zoals kwalificatievereisten, technische normen en vergunningsprocedures voor dienstverleners. Deze belemmeringen worden door de OESO gemeten aan de hand van de Services Trade Restrictiveness Index (STRI). Deze index weerspiegelt de handelsopenheid van dienstensectoren van landen. Uit de Internationaliseringsmonitor blijkt dat Nederlandse bedrijven handelsbelemmeringen ervaren: ze verhandelen minder diensten naar verder weg gelegen economieën en de dienstenexport neemt af naarmate een land meer belemmerende regels heeft voor het aanbieden van een dienst.
Nederland relatief open voor handel in diensten
Volgens de STRI van de OESO behoren Tsjechië, Japan, Chili en Nederland tot de meest open landen voor de handel in diensten. Indonesië, Thailand, India en IJsland hebben de hoogste waarden van de STRI-index. Deze landen hebben dus de meeste belemmeringen voor dienstenhandel. Een simpel voorbeeld betreft de regel dat architecten die in IJsland reclame willen maken voor hun diensten, dat daar in het IJslands moeten doen. In Nederland is het adverteren door architecten niet gereguleerd.