Consumptie huishoudens groeit met bijna 14 procent in februari

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© CBS / Alrik Swagerman
In februari 2022 hebben consumenten 13,8 procent meer besteed dan in februari 2021, meldt het CBS. Ze gaven vooral meer uit aan duurzame goederen en diensten. In vergelijking met februari 2020 besteedden consumenten 0,4 procent meer in februari 2022.

De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen. Volgens de CBS Consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in april minder gunstig dan in februari.

Binnenlandse consumptie door huishoudens (volume, koopdaggecorrigeerd)
jaarmaand%-verandering (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
2018maart3
2018april3,2
2018mei2,2
2018juni2,5
2018juli2,7
2018augustus2,6
2018september2
2018oktober2,1
2018november2,2
2018december1,7
2019januari0,8
2019februari0,5
2019maart1
2019april1
2019mei1,8
2019juni1
2019juli0,5
2019augustus0,5
2019september1,3
2019oktober1,4
2019november1,2
2019december2,4
2020januari0,8
2020februari1,9
2020maart-7,5
2020april-17,4
2020mei-12,3
2020juni-7,3
2020juli-2,6
2020augustus-2,2
2020september-3,9
2020oktober-6,1
2020november-6,5
2020december-11,7
2021januari-12,6
2021februari-11,7
2021maart-0,3
2021april12
2021mei11,2
2021juni6,8
2021juli2,6
2021augustus3,5
2021september4,7
2021oktober9
2021november9,1
2021december4,8
2022januari11,1
2022februari13,8

Consument besteedt meer aan duurzame goederen en diensten

In februari hebben consumenten 32,0 procent meer besteed aan duurzame goederen dan in februari 2021. Vooral aan kleding, schoenen, woninginrichtingsartikelen en elektrische apparatuur hebben ze meer uitgegeven. In de loop van februari vervielen bijna alle coronamaatregelen, terwijl een jaar eerder vooral niet-essentiële winkels nog veel hinder ondervonden van een harde lockdown.

Gecorrigeerd voor prijsveranderingen hebben consumenten 1,4 procent meer gespendeerd aan overige goederen, zoals gas, elektriciteit, motorbrandstoffen en persoonlijke verzorgingsproducten dan in februari 2021. Consumenten verbruikten minder energie, maar hebben aan persoonlijke verzorgingsproducten meer besteed dan een jaar eerder. Ten slotte hebben consumenten 4,4 procent minder besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in februari 2021.

Drie weken geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in februari 12 procent groter was dan in februari 2021. Het volume van de non-foodsector groeide met bijna 51 procent en dat van de foodsector kromp met ruim 7 procent. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Consumenten hebben in februari, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 16,8 procent meer uitgegeven aan diensten, zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, een bezoek aan de kapper, een restaurant of een voetbalwedstrijd, dan in februari 2021. Toen waren restaurants, cafés, pretparken, theaters, bioscopen, dierentuinen, zwembaden en musea nog de hele maand gesloten. De consumptie van diensten was in februari 2022 nog wel 3,3 procent lager dan in februari 2020. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.

Binnenlandse consumptie door huishoudens naar categorie (volume, koopdaggecorrigeerd), februari 2022
 %-verandering (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
Duurzame goederen32
Diensten16,8
Overige goederen1,4
Voedings- en genotmiddelen-4,4
Totaal13,8

Omstandigheden consumptie in april minder gunstig

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in april minder gunstig dan in februari. Dit komt vooral doordat consumenten pessimistischer waren over hun financiële toekomst en minder positief over de toekomstige ontwikkeling van de werkloosheid. Ook was de stijging jaar op jaar van de beurskoersen minder groot.