Huishoudens gebruikten in 2020 meer water, bedrijven minder
Leidingwater bestaat uit drinkwater en industriewater. Huishoudens gebruikten 855 miljoen kubieke meter drinkwater, 37 miljoen kubieke meter meer dan in 2019. Bedrijven gebruikten 380 miljoen kubieke meter leidingwater in 2020, ruim 5 miljoen kubieke meter minder dan in 2019. Industriewater maakte een vijfde deel uit van het totale leidingwatergebruik door bedrijven in 2020.
Jaar | Huishoudens (drinkwater) (mln m3) | Bedrijven (drinkwater) (mln m3) | Bedrijven (industriewater) (mln m3) |
---|---|---|---|
2003 | 815,4 | 316,8 | 69,8 |
2004 | 796,2 | 302,8 | 69,6 |
2005 | 790,5 | 295,5 | 70,8 |
2006 | 800,7 | 297,3 | 70,7 |
2007 | 789,4 | 298,8 | 71,0 |
2008 | 788,4 | 304,8 | 69,5 |
2009 | 788,1 | 304,6 | 74,2 |
2010 | 786,2 | 303,4 | 80,4 |
2011 | 781,8 | 298,6 | 81,3 |
2012 | 783,0 | 287,4 | 78,0 |
2013 | 785,3 | 290,7 | 84,2 |
2014 | 783,3 | 284,6 | 83,5 |
2015 | 793,7 | 287,0 | 79,2 |
2016 | 805,3 | 290,0 | 83,9 |
2017 | 808,3 | 293,1 | 79,7 |
2018 | 837,2 | 302,8 | 80,6 |
2019 | 818,4 | 309,2 | 76,5 |
2020 | 855,3 | 303,3 | 77,0 |
1)Leidingwater bestaat uit drinkwater en industriewater |
Drinkwatergebruik huishoudens in 2020 ruim 4 procent hoger
Op basis van het geleverde drinkwater werd per hoofd van de bevolking ruim 134 liter drinkwater per dag gebruikt. In 2019 was dit bijna 130 liter per persoon per dag. De toename van het leidingwatergebruik in 2020 ging samen met het eerste coronajaar, waarin mensen meer thuis waren. Zij spoelden thuis bijvoorbeeld vaker het toilet door dan op het werk of op school. Ook waren het voorjaar en de zomer relatief warm en droog, waardoor mensen meer drinkwater gebruikten voor het sproeien van de tuin of het vullen van een zwembadje.
In de periode 2003-2014 daalde het huishoudelijk drinkwatergebruik per inwoner nog met bijna 8 procent van 138 naar 127 liter per persoon per dag. Dit geringere watergebruik hangt vooral samen met het zuiniger worden van huishoudelijke apparaten.
Jaar | Drinkwatergebruik, gemiddelde per dag (liter per persoon) |
---|---|
2003 | 138,0 |
2004 | 133,8 |
2005 | 132,8 |
2006 | 134,3 |
2007 | 132,2 |
2008 | 131,3 |
2009 | 131,0 |
2010 | 130,0 |
2011 | 128,6 |
2012 | 127,9 |
2013 | 128,2 |
2014 | 127,5 |
2015 | 128,7 |
2016 | 129,6 |
2017 | 129,6 |
2018 | 133,5 |
2019 | 129,7 |
2020 | 134,3 |
Bron: CBS, VEWIN |
Meer grondwater voor de landbouw door droogte in voorjaar
In de landbouw is het watergebruik sterk afhankelijk van het weer. In 2020 viel er gemiddeld weliswaar 860 millimeter neerslag, maar in de belangrijke periode april – september viel minder regen dan gemiddeld. Vooral april en mei waren zeer droog: 29 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 105 mm. Door het neerslagtekort moesten akkers en graslanden in 2020 meer geïrrigeerd worden. Daarvoor wordt vooral grondwater gebruikt. Het gebruik van grondwater in de landbouw steeg in 2020 met 8 procent ten opzichte van 2019 tot 214 miljoen kubieke meter, het oppervlaktewatergebruik steeg met ruim 70 procent tot 93 miljoen kubieke meter. In totaal gebruikte de landbouw in 2020 349 miljoen kubieke meter water. In 2018, 2019 en 2020 werd meer grondwater en oppervlaktewater gebruikt voor irrigatie dan in eerdere jaren, vanwege droogte in het groeiseizoen. Drinkwater wordt in de landbouwsector vooral gebruikt voor drenking van dieren en voor schoonmaak van de stallen en melkinstallaties. Dit watergebruik was in 2020 2 procent lager dan in 2019. Binnen de veehouderij is het watergebruik het sterkste toegenomen.
Jaar | Drinkwater (mln m3) | Grondwater (mln m3) | Zoet oppervlaktewater (mln m3) |
---|---|---|---|
2003 | 57,6 | 141,7 | 57,3 |
2004 | 49,9 | 55,3 | 32,2 |
2005 | 47,6 | 54,8 | 20,0 |
2006 | 46,5 | 92,0 | 29,9 |
2007 | 46,0 | 49,3 | 22,6 |
2008 | 44,3 | 51,6 | 20,1 |
2009 | 47,2 | 73,4 | 19,5 |
2010 | 43,8 | 93,2 | 28,7 |
2011 | 42,7 | 88,6 | 30,9 |
2012 | 39,3 | 46,7 | 13,5 |
2013 | 41,0 | 83,0 | 23,9 |
2014 | 41,9 | 60,8 | 21,9 |
2015 | 42,7 | 77,0 | 28,9 |
2016 | 43,6 | 56,4 | 20,1 |
2017 | 48,4 | 97,0 | 22,7 |
2018 | 48,9 | 225,3 | 76,8 |
2019 | 43,8 | 198,8 | 54,6 |
2020 | 41,9 | 214,2 | 93,0 |
Minder water voor energievoorziening
Terwijl het watergebruik door huishoudens en de landbouw toenam, daalde het watergebruik voor de energievoorziening voor koeling van 9,4 miljard kubieke meter in 2019 naar 8,8 miljard kubieke meter in 2020, een daling van bijna 7 procent. Dat wordt veroorzaakt door minder centrale energie-opwekking, waar koeling voor nodig is. De onttrekking van oppervlakte- en grondwater door drinkwaterbedrijven vormde met 1,6 miljard kubieke meter een relatief klein deel van het totale watergebruik. In totaal werd in 2020 14,2 miljard kubieke meter onttrokken aan oppervlaktewater en grondwater, 0,5 miljard kubieke meter minder dan in 2019.
Het stroomdiagram hieronder geeft de stromen van leiding-, oppervlakte- en grondwater in Nederland weer in 2020. De breedte van de pijlen in het diagram is proportioneel met de grootte van de stroom. In het diagram is het onderscheid te zien tussen zoet- en zout oppervlaktewater. Waterschaarste is uitsluitend van belang bij zoet water. Koelwater stroomt na gebruik terug naar het oppervlaktewater en is opnieuw beschikbaar voor gebruik, in tegenstelling tot irrigatiewater dat verdampt, in het gewas wordt opgenomen of in de bodem trekt.
De onttrekking van oppervlaktewater is vanaf 2003 gedaald met 7 procent tot 13,1 miljard kubieke meter in 2020. De daling komt volledig op conto van zoet oppervlaktewater, waarvan het gebruik met 30 procent is afgenomen. Er wordt steeds meer zout water onttrokken voor koelwater. Vanaf 2003 nam het gebruik hiervan toe met 53 procent (met name voor de energievoorziening). In 2020 is de onttrekking van zout water door de energievoorziening echter met 5 procent gedaald ten opzichte van 2019.
Bronnen
- StatLine - Watergebruik bedrijven en particuliere huishoudens
- Vewin - Vewin Kerngegevens drinkwater 2021
Relevante links
- Compendium voor de Leefomgeving - Waterwinning en watergebruik in Nederland