Gevoelens van eenzaamheid en neerslachtigheid
Om gevoelens van eenzaamheid in kaart te brengen zijn respondenten de volgende zes stellingen voorgelegd: 1) Ik ervaar een leegte om me heen, 2) Er zijn genoeg mensen waarop ik in geval van narigheid kan terugvallen, 3) Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen, 4) Er zijn voldoende mensen met wie ik mij nauw verbonden voel, 5) Ik mis mensen om me heen, 6) Vaak voel ik me in de steek gelaten. Respondenten konden aangeven in hoeverre deze uitspraken van toepassing waren op hoe zij zich de laatste tijd voelden (ja, min of meer of nee). Alle items zijn gehercodeerd zodat een hoge score staat voor (meer) gevoelens van eenzaamheid. De antwoorden zijn vervolgens samengevoegd in één schaal om gevoelens van eenzaamheid te meten. Op de uiteindelijke schaal (1 = ‘niet eenzaam’ en 3 =’ heel eenzaam’) scoorden geadopteerde volwassenen gemiddeld een 1,48 en niet-geadopteerde volwassenen gemiddeld een 1,35. Met andere woorden: geadopteerde volwassenen zijn gemiddeld genomen niet heel eenzaam. Wel geven zij vaker aan gevoelens van eenzaamheid te hebben dan niet-geadopteerde volwassenen.
Om neerslachtigheid te meten zijn respondenten de volgende vragen voorgelegd over de laatste weken: 1) Voelde u zich erg zenuwachtig?, 2) Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?, 3) Voelde u zich kalm en rustig?, 4) Voelde u zich neerslachtig en somber?, 5) Voelde u zich gelukkig? en 6) Had u veel energie? Voor de analyses zijn de items zo gehercodeerd dat een hoge score staat voor meer sombere gevoelens van neerslachtigheid (1 = ‘geen neerslachtige gevoelens’ en 6 = ‘heel veel neerslachtige gevoelens’). Gemiddeld genomen blijken geadopteerde personen geen hele sterke gevoelens van neerslachtigheid te hebben (gemiddelde is 2,50). Wel blijken geadopteerde volwassenen vaker sombere gevoelens van neerslachtigheid te hebben dan niet-geadopteerde volwassenen (gemiddelde is 2,38).