Economie in merendeel EU-landen harder geraakt dan hier

De indirecte gevolgen van de eerste golf van de corona-pandemie in Nederland waren deze zomer op een aantal terreinen al uitgewerkt. Zo was het aantal misdrijven teruggeveerd naar het oude niveau, evenals het totaal aantal afgesloten huwelijken plus partnerschappen. Zaken als de consumptie of het aantal vervoerde passagiers zijn echter nog ver van het oude niveau verwijderd. De economie is in het eerste halfjaar van 2020 buitengewoon hard geraakt. Niet eerder is zo’n sterke krimp van de Nederlandse economie waargenomen als over het tweede kwartaal. Toch viel deze krimp nog mee in vergelijking met veel andere Europese landen. Dit meldt het CBS.

Vandaag, 20 oktober, is het World Statistics Day. Deze dag is door de Verenigde Naties uitgeroepen om het gebruik van statistieken onder de aandacht te brengen. De dag, die eens in de vijf jaar wordt gehouden, valt deze keer midden in een pandemie. Het nut van statistieken hoeft dan ook amper te worden bepleit: zowel beleidsmakers als burgers volgen de statistieken nauwgezet. Hoeveel mensen zijn er besmet geraakt? Hoeveel zijn er aan het virus gestorven? Het zijn vragen geworden die een groot deel van de wereld vrijwel dagelijks bezighoudt.

Nationale Statistische Instituten (NSI’s) zoals het CBS verzamelen niet alleen cijfers over hun eigen land, ze staan ook internationaal met elkaar in contact. Hierbij stellen ze onder meer met elkaar vast welke statistieken door landen minimaal moeten worden gemaakt en welke methodologie daarbij het beste gehanteerd kan worden. Dit garandeert dat je de statistieken van verschillende landen goed met elkaar kunt vergelijken. De coördinatie verloopt via overkoepelende organisaties zoals Eurostat, de Verenigde Naties en de OESO.  Door dit alles kunnen op velerlei terreinen statistieken over verschillende landen naast elkaar worden gepresenteerd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan cijfers over de pandemie die onder meer door de WHO en de Johns Hopkins University op het internet worden gezet. 

De internationale statistische gemeenschap is in deze pandemie niet alleen leverancier van cijfers maar voelt zich ook nauw betrokken bij de bestrijding van het coronavirus en de negatieve gevolgen die het direct en indirect heeft. Zij probeert dan ook snel relevante en nauwkeurige cijfers te publiceren. Hierbij wordt zij goed geholpen door nieuwe databronnen die door vele partijen (tijdelijk) beschikbaar worden gesteld. De nieuwe bronnen zijn nodig omdat de traditionele dataverzameling soms door lockdowns is bemoeilijkt of omdat er nieuwe of snellere informatie nodig is. Hierbij gaat het naast medische ook om niet-medische gegevens. Want het virus en de hiertegen genomen maatregelen hebben grote gevolgen voor de economie en de samenleving. Voor Nederland probeert het CBS probeert deze zo goed mogelijk in beeld te brengen, onder andere via het dashboard Welvaart in coronatijd. Ook statistiekbureaus in andere landen maken dit soort dashboards. Het CBS is met hen en met internationale organisaties zoals Eurostat en de VN/ECE (de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties) in gesprek om betere internationale overzichten te maken.

Momenteel zitten we in een periode van verhoogde wekelijkse sterfte, die samenvalt met de opkomende tweede golf van de corona-epidemie in Nederland. Wel bleef in week 41, nu twee weken geleden, een verdere stijging uit. Dezelfde conclusies gelden ook voor een groep die extra aandacht behoeft, de Wlz-zorggebruikers waaronder bewoners van verpleeghuizen. De gevolgen van de eerste golf van de corona-pandemie in Nederland waren in sommige opzichten al uitgewerkt. Zo was het sterk teruggelopen aantal afgesloten huwelijken en partnerschappen in augustus tezamen weer terug op het niveau van eerdere jaren. Wel ligt het aandeel partnerschappen nu hoger. Ook het aantal geregistreerde misdrijven is na een daling in het voorjaar vanaf de zomer weer terug op het oude niveau. Het aantal overnachtingen door Nederlanders in Nederlandse logiesaccommodaties lag in juli zelfs boven het normale niveau, al had dat natuurlijk alles te maken met al dan niet zelfopgelegde beperkingen ten aanzien van buitenlandse reizen. 

Zaken als luchtvaart, consumptie en werkloosheid zijn echter nog verre van teruggeveerd. Nu we een tweede, gedeeltelijke lockdown zijn ingegaan, nemen de zorgen over de economie verder toe. Nadat de economie in het eerste kwartaal al was gekrompen, kromp de Nederlandse economie in het tweede kwartaal met 8,5 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Dit was de sterkste krimp ooit gemeten.

Vergeleken met andere Europese landen kwam de Nederlandse economie er echter nog genadig vanaf. De Duitse economie kromp in het tweede kwartaal met 9,7 procent, de Belgische met 12,1 en de Franse met 13,8 procent. Binnen de Europese Unie is de Spaanse economie met een krimp van 17,8 procent in het tweede kwartaal het hardst getroffen. Het minst getroffen werd Finland. Maar ook de Finse economie kromp, met 4,4 procent. De grafiek van de bbp-ontwikkeling vanaf 2017 maakt duidelijk hoe uniek de situatie is. De fluctuaties in de kwartaalontwikkeling en de verschillen tussen landen vóór 2020 vallen in het niet bij wat daarna kwam. De eerste twee kwartalen van 2020 kenden een buitengewone krimp, die sterk verschilde per land.

Bruto binnenlands product
   Finland (2019 - Q4 = 100)Nederland (2019 - Q4 = 100)Duitsland (2019 - Q4 = 100)België (2019 - Q4 = 100)Frankrijk (2019 - Q4 = 100)Spanje (2019 - Q4 = 100)
2017I97,094,497,096,195,894,0
2017II97,495,297,696,496,595,0
2017III97,895,998,596,597,195,6
2017IV99,096,799,397,297,996,2
2018I99,197,199,197,498,096,7
2018II99,097,799,697,798,297,1
2018III99,297,999,397,998,697,7
2018IV99,698,399,698,799,398,3
2019I99,998,8100,298,899,898,8
2019II100,899,299,799,1100,099,2
2019III100,699,5100,099,5100,299,6
2019IV100,0100,0100,0100,0100,0100,0
2020I98,698,598,096,594,194,8
2020II94,390,188,584,881,177,9
Bron: Eurostat. Gecorrigeerd voor seizoen- en eventuele werkdageffecten.

Een belangrijke factor bij de krimp van de economie is de sterk teruggelopen consumptie door huishoudens. In Nederland kromp het consumptievolume in het tweede kwartaal met 10,8 procent ten opzichte van het voorafgaande kwartaal. In Duitsland was de krimp met 9,5 procent iets minder, in België en Frankrijk met 11,5 en 12,0 procent iets groter. In Spanje was de krimp met 23,7 procent vrijwel het grootst, op Malta na. Finland kwam samen met Litouwen uit op de laagste krimp, 6,4 procent. 

Consumptie door huishoudens
   Finland (2019 - Q4 = 100)Nederland (2019 - Q4 = 100)Duitsland (2019 - Q4 = 100)België (2019 - Q4 = 100)Frankrijk (2019 - Q4 = 100)Spanje (2019 - Q4 = 100)
2017I97,696,393,996,696,896,3
2017II97,496,695,197,297,297,2
2017III97,897,295,897,297,998,0
2017IV98,397,995,597,298,098,2
2018I99,398,197,198,098,498,6
2018II100,698,397,398,398,199,0
2018III99,398,197,698,298,398,8
2018IV99,598,797,698,298,599,3
2019I99,4100,098,298,299,099,7
2019II101,899,899,098,699,299,2
2019III101,9100,199,199,499,699,9
2019IV100,0100,0100,0100,0100,0100,0
2020I98,197,897,193,993,892,1
2020II91,888,586,683,182,570,3
Bron: Eurostat. Gecorrigeerd voor seizoen- en eventuele werkdageffecten.

Ondanks dat ook in Nederland de werkloosheid opliep, is deze naar Europese maatstaven nog altijd laag. In augustus bedroeg de werkloosheid in Nederland 4,6 procent van de beroepsbevolking (in september daalde deze iets). Maar een handvol EU-lidstaten, waaronder Duitsland, had in augustus een lagere werkloosheid. Het laagst was de werkloosheid in Tsjechië, met 2,7 procent. In Spanje was de werkloosheid met 16,2 procent verreweg het hoogst. De werkloosheid was in Spanje al relatief hoog en liep na het uitbreken van de pandemie ook nog eens pijlsnel op. Overigens is de werkloosheid in Griekenland waarschijnlijk nog iets hoger, maar cijfers over augustus zijn voor dit land nog niet beschikbaar.

Een bron van (internationale) zorg is de oplopende jeugdwerkloosheid. In augustus was deze in Nederland opgelopen tot 11,3 procent. In Spanje bedroeg deze maar liefst 43,9 procent. 

Werkloosheid
   Tsjechië (% van de beroepsbevolking)Duitsland (% van de beroepsbevolking)Nederland (% van de beroepsbevolking)België (% van de beroepsbevolking)Frankrijk (% van de beroepsbevolking)Spanje (% van de beroepsbevolking)
2017januari3,53,95,37,69,718,3
2017februari3,43,95,37,89,618,2
2017maart3,23,95,17,79,518,0
2017april3,33,85,17,49,517,6
2017mei3,03,85,17,29,517,4
2017juni2,93,84,97,19,517,1
2017juli2,83,74,87,29,616,9
2017augustus2,73,74,77,29,616,8
2017september2,63,74,76,99,416,7
2017oktober2,53,74,56,79,216,7
2017november2,53,64,46,49,016,6
2017december2,43,64,46,29,016,5
2018januari2,33,64,26,19,216,4
2018februari2,53,54,16,19,216,2
2018maart2,33,53,96,19,215,9
2018april2,23,43,96,39,115,7
2018mei2,33,43,96,39,115,4
2018juni2,33,43,96,19,015,2
2018juli2,33,43,85,99,015,0
2018augustus2,43,43,95,79,014,9
2018september2,13,43,75,69,014,8
2018oktober2,03,33,75,88,914,6
2018november1,93,33,55,88,814,5
2018december2,13,33,65,78,814,4
2019januari2,13,33,65,68,714,3
2019februari2,03,33,45,58,714,2
2019maart2,23,23,35,58,614,2
2019april2,03,13,35,58,514,2
2019mei2,13,13,35,58,514,2
2019juni1,83,03,45,48,514,2
2019juli2,03,03,45,38,514,3
2019augustus1,93,03,55,28,514,3
2019september2,13,13,55,28,414,1
2019oktober2,03,13,55,28,314,0
2019november2,13,23,55,28,213,8
2019december2,03,33,25,28,213,7
2020januari2,03,43,05,18,113,8
2020februari2,03,62,95,07,713,6
2020maart2,13,82,95,07,514,5
2020april2,24,03,45,17,815,3
2020mei2,44,23,65,06,915,4
2020juni2,74,34,35,06,615,8
2020juli2,64,44,55,07,115,9
2020augustus2,74,44,65,17,516,2
Bron: Eurostat. Gecorrigeerd voor seizoeneffecten.