Stijging consumentenprijzen daalt van 2,7 naar 1,8 procent

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP
Consumentengoederen en -diensten waren in januari 1,8 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. In december betaalde de consument 2,7 procent meer dan een jaar eerder. Na juli 2009 is het niet voorgekomen dat de prijsstijging zo sterk afnam. Het effect van het verhogen van de energiebelasting en de btw per 1 januari 2019 is uitgewerkt.

De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.

De CPI is één van de inflatie-indicatoren die is opgenomen in het prijzendashboard. Hierin staan ook andere inflatie-indicatoren zoals de prijsindex bestaande koopwoningen en de in- en uitvoerprijzen van de industrie.

Consumentenprijzenindex (CPI)
jaarmaandmutatie (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2015januari0
2015februari0,2
2015maart0,4
2015april0,6
2015mei1,1
2015juni1
2015juli1
2015augustus0,8
2015september0,6
2015oktober0,6
2015november0,7
2015december0,7
2016januari0,6
2016februari0,6
2016maart0,6
2016april0
2016mei0
2016juni0
2016juli-0,2
2016augustus0,2
2016september0,1
2016oktober0,4
2016november0,6
2016december1
2017januari1,7
2017februari1,8
2017maart1,1
2017april1,6
2017mei1,1
2017juni1,1
2017juli1,3
2017augustus1,4
2017september1,5
2017oktober1,3
2017november1,5
2017december1,3
2018januari1,5
2018februari1,2
2018maart1
2018april1,1
2018mei1,7
2018juni1,7
2018juli2,1
2018augustus2,1
2018september1,9
2018oktober2,1
2018november2
2018december2
2019januari2,2
2019februari2,6
2019maart2,8
2019april2,9
2019mei2,4
2019juni2,7
2019juli2,5
2019augustus2,8
2019september2,6
2019oktober2,7
2019november2,6
2019december2,7
2020januari1,8
2020
2020

Elektriciteit in prijs omlaag

De stijging van de consumentenprijzen was in januari op jaarbasis veel kleiner dan in december. Dat kwam vooral door de prijsontwikkeling van elektriciteit. Elektriciteit was in januari 38,2 procent goedkoper dan een jaar eerder. In december 2019 was de prijs op jaarbasis nog 9,1 procent hoger.

Per elektriciteitsaansluiting geldt een belastingvermindering. Deze belastingvermindering is per 2020 verhoogd naar 527,17 euro. In 2019 was het bedrag daarentegen verlaagd naar 311,62 euro. Begin maart publiceert het CBS meer informatie over de energierekening.

Btw-verhoging januari 2019 uitgewerkt

In januari 2019 werd het lage btw-tarief verhoogd van 6 naar 9 procent. Dit heeft een jaar lang een verhogend effect gehad op de prijsstijging, maar dat is nu uitgewerkt. Mede daardoor nam de prijsstijging van voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken af van 3,7 procent in december, naar 1,8 procent in januari.

Motorrijtuigenbelasting omhoog

Het tarief voor de motorrijtuigenbelasting steeg in januari gemiddeld met 3,7 procent. Dat is de sterkste stijging na 2014. De tarieven stegen onder meer doordat een fijnstoftoeslag is ingevoerd voor bepaalde dieselauto’s. In december publiceerde het CBS al dat de begrote opbrengsten voor de motorrijtuigenbelasting voor 2020 hoger zijn.

Premies voor aanvullende ziektekostenverzekeringen zijn in januari gemiddeld 4,7 procent verhoogd. Deze premies worden jaarlijks in januari aangepast. Vorig jaar stegen de premies met 4,2 procent.

CPI; belangrijkste bijdragen aan de jaarmutatie
 Januari (%-punt)December (%-punt)
Totaal1,82,7
Vervoer0,500,49
Diverse goederen en diensten0,370,27
Recreatie en cultuur0,220,28
Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken0,210,43
Restaurants en hotels0,160,26
Huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen0,150,83

Prijsstijging Nederland hoger dan eurozone

Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP).

Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in januari 1,7 procent duurder dan een jaar eerder, in december was dat nog 2,8 procent. De prijsstijging in de eurozone nam toe van 1,3 procent in december naar 1,4 procent in januari. Het verschil tussen de prijsstijging in Nederland en in de eurozone is sterk afgenomen, maar de prijsstijging in Nederland is nog wel hoger.

Geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP)
jaarmaandNederland (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Eurozone (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2015januari-0,7-0,6
2015februari-0,5-0,3
2015maart-0,3-0,1
2015april00,2
2015mei0,70,6
2015juni0,50,5
2015juli0,80,5
2015augustus0,40,4
2015september0,30,2
2015oktober0,40,4
2015november0,40,1
2015december0,50,3
2016januari0,20,3
2016februari0,3-0,1
2016maart0,50
2016april-0,2-0,3
2016mei-0,2-0,1
2016juni-0,20
2016juli-0,60,2
2016augustus0,10,2
2016september-0,10,4
2016oktober0,30,5
2016november0,40,6
2016december0,71,1
2017januari1,61,7
2017februari1,72
2017maart0,61,5
2017april1,41,9
2017mei0,71,4
2017juni11,3
2017juli1,51,3
2017augustus1,51,5
2017september1,41,6
2017oktober1,31,4
2017november1,51,5
2017december1,21,3
2018januari1,51,3
2018februari1,31,1
2018maart11,4
2018april11,2
2018mei1,92
2018juni1,72
2018juli1,92,2
2018augustus1,92,1
2018september1,62,1
2018oktober1,92,3
2018november1,81,9
2018december1,81,5
2019januari21,4
2019februari2,61,5
2019maart2,91,4
2019april31,7
2019mei2,31,2
2019juni2,71,3
2019juli2,61
2019augustus3,11
2019september2,70,8
2019oktober2,80,7
2019november2,61
2019december2,81,3
2020januari1,71,4

De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.

De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren.