Verbeterd zicht op warmtenetten

3. Warmteleveringen bij woningen

3.1 Verdeling van stadswarmtewoningen

Voorheen maakte het CBS op indirecte wijze een afbakening van stadwarmtewoningen, op basis van onder andere de (ontbrekende) gaslevering op individueel of pandniveau, energielabelregistraties, en het ontbreken van een indicatie voor een alternatieve hoofdverwarmingsbron, zoals een warmtepomp. Deze bepaling wordt jaarlijks als onderdeel van de statistiek Hoofdverwarmingsinstallaties woningen gepubliceerd (CBS 2025a, CBS StatLine 2024).

Met de nieuwe gegevens van warmteleveringen op aansluitingsniveau kan in veel gevallen op basis van een individuele levering worden bepaald of een woning stadswarmte als hoofdverwarmingsbron heeft. Daarnaast zijn er veel woningen die via een collectieve aansluiting een warmtelevering krijgen. Omdat collectieve aansluitingen slechts op één adres zijn geregistreerd, moet op basis van de totale warmtelevering aannemelijk worden gemaakt welke woningen warmte afnemen. Vaak, maar niet altijd, zijn dit alle woningen in één of meerdere naastgelegen panden binnen een bouwvlak van aaneengesloten bebouwing.

Op basis van enkele simpele beslisregels is een voorlopige indeling gemaakt van woningen met stadsverwarming. Voor 64 procent van de stadswarmtewoningen is er op adresniveau een warmtelevering van minimaal 5 GJ (gigajoule), die daarnaast hoger is dan een eventueel aardgasverbruik op dat adres. Daarbij wordt rekening gehouden met het rendement van aardgasketels in gasgestookte woningen. In 12 procent van de gevallen is er geen warmtelevering op adresniveau, maar is er waarschijnlijk een collectieve levering op pand- of bouwvlakniveau van gemiddeld minimaal 10 GJ per woning, en is er daarnaast géén aardgaslevering op datzelfde niveau. In de overige gevallen berust de afbakening van stadswarmtewoningen op de oude methode. Dat wil zeggen dat de woning in een postcodegebied met warmteleveringen ligt of dat er vanuit een energielabel een indicatie is voor stadswarmte, dat er geen aardgaslevering kan worden toegewezen (individueel of collectief), en dat er ook geen indicatie is voor een elektrische verwarmingsbron. Mogelijk is in deze gevallen sprake van een collectieve warmtelevering vanuit een ander pand- of bouwvlak, wordt de warmte geleverd door een leverancier die niet bij de vijf grootste leveranciers hoort, of wordt de woning tóch op een andere manier verwarmd maar beschikt het CBS niet over de juiste gegevens. Gezien de bekende complexiteit van collectieve aansluitingen zal de voorlopige indeling in de toekomst worden bijgesteld. In paragraaf 3.3 wordt uiteengezet hoe deze simpele afbakening verbeterd kan worden.

3.1.1 Aandeel woningen met stadsverwarming, 2023*
GemeentenaamAandeel stadswarmte (%)
Groningen4
Almere59
Stadskanaal0
Veendam0
Zeewolde21
Achtkarspelen0
Ameland0
Harlingen0
Heerenveen0
Leeuwarden4
Ooststellingwerf0
Opsterland0
Schiermonnikoog0
Smallingerland0
Terschelling0
Vlieland5
Weststellingwerf0
Assen0
Coevorden0
Emmen0
Hoogeveen0
Meppel2
Almelo2
Borne0
Dalfsen0
Deventer7
Enschede16
Haaksbergen0
Hardenberg0
Hellendoorn0
Hengelo3
Kampen0
Losser0
Noordoostpolder0
Oldenzaal0
Ommen0
Raalte0
Staphorst0
Tubbergen0
Urk0
Wierden0
Zwolle3
Aalten0
Apeldoorn4
Arnhem12
Barneveld0
Beuningen0
Brummen0
Buren0
Culemborg10
Doesburg4
Doetinchem1
Druten0
Duiven59
Ede14
Elburg0
Epe0
Ermelo0
Harderwijk1
Hattem0
Heerde0
Heumen0
Lochem0
Maasdriel0
Nijkerk0
Nijmegen10
Oldebroek0
Putten1
Renkum0
Rheden1
Rozendaal0
Scherpenzeel4
Tiel1
Voorst0
Wageningen5
Westervoort44
Winterswijk0
Wijchen1
Zaltbommel1
Zevenaar4
Zutphen0
Nunspeet0
Dronten0
Amersfoort6
Baarn0
De Bilt0
Bunnik0
Bunschoten0
Eemnes0
Houten18
Leusden0
Lopik0
Montfoort0
Renswoude0
Rhenen0
Soest0
Utrecht35
Veenendaal8
Woudenberg1
Wijk bij Duurstede0
IJsselstein0
Zeist0
Nieuwegein53
Aalsmeer0
Alkmaar9
Amstelveen6
Amsterdam18
Bergen (NH.)0
Beverwijk0
Blaricum1
Bloemendaal0
Castricum0
Diemen28
Edam-Volendam0
Enkhuizen0
Haarlem1
Haarlemmermeer0
Heemskerk0
Heemstede0
Heiloo0
Den Helder0
Hilversum1
Hoorn0
Huizen0
Landsmeer0
Laren0
Medemblik0
Oostzaan0
Opmeer0
Ouder-Amstel9
Purmerend66
Schagen1
Texel0
Uitgeest0
Uithoorn0
Velsen2
Zandvoort6
Zaanstad4
Alblasserdam2
Alphen aan den Rijn0
Barendrecht4
Drechterland0
Capelle aan den IJssel29
Delft10
Dordrecht9
Gorinchem1
Gouda0
's-Gravenhage11
Hardinxveld-Giessendam0
Hendrik-Ido-Ambacht3
Stede Broec0
Hillegom0
Katwijk0
Krimpen aan den IJssel1
Leiden22
Leiderdorp11
Lisse0
Maassluis1
Nieuwkoop1
Noordwijk0
Oegstgeest10
Oudewater0
Papendrecht10
Ridderkerk0
Rotterdam23
Rijswijk0
Schiedam0
Sliedrecht11
Albrandswaard1
Vlaardingen0
Voorschoten1
Waddinxveen0
Wassenaar1
Woerden1
Zoetermeer5
Zoeterwoude0
Zwijndrecht1
Borsele0
Goes0
West Maas en Waal0
Hulst1
Kapelle0
Middelburg0
Reimerswaal0
Terneuzen1
Tholen0
Veere0
Vlissingen2
De Ronde Venen0
Tytsjerksteradiel0
Asten0
Baarle-Nassau0
Bergen op Zoom4
Best0
Boekel1
Boxtel0
Breda24
Deurne0
Pekela0
Dongen1
Eersel0
Eindhoven9
Etten-Leur0
Geertruidenberg8
Gilze en Rijen0
Goirle0
Helmond15
's-Hertogenbosch3
Heusden0
Hilvarenbeek0
Loon op Zand0
Nuenen, Gerwen en Nederwetten0
Oirschot0
Oisterwijk0
Oosterhout4
Oss1
Rucphen0
Sint-Michielsgestel0
Someren0
Son en Breugel0
Steenbergen0
Waterland0
Tilburg28
Valkenswaard0
Veldhoven1
Vught0
Waalre0
Waalwijk0
Woensdrecht0
Zundert0
Wormerland1
Landgraaf0
Beek0
Beesel2
Bergen (L.)0
Brunssum1
Gennep0
Heerlen4
Kerkrade0
Maastricht4
Meerssen0
Mook en Middelaar0
Nederweert0
Roermond0
Simpelveld0
Stein0
Vaals0
Venlo1
Venray0
Voerendaal0
Weert0
Valkenburg aan de Geul0
Lelystad17
Horst aan de Maas0
Oude IJsselstreek0
Teylingen0
Utrechtse Heuvelrug0
Oost Gelre0
Koggenland0
Lansingerland4
Leudal0
Maasgouw0
Gemert-Bakel0
Halderberge0
Heeze-Leende0
Laarbeek1
Reusel-De Mierden0
Roerdalen0
Roosendaal1
Schouwen-Duiveland0
Aa en Hunze0
Borger-Odoorn0
De Wolden0
Noord-Beveland0
Wijdemeren1
Noordenveld0
Twenterand0
Westerveld0
Lingewaard0
Cranendonck0
Steenwijkerland0
Moerdijk0
Echt-Susteren0
Sluis0
Drimmelen0
Bernheze0
Alphen-Chaam0
Bergeijk0
Bladel0
Gulpen-Wittem0
Tynaarlo0
Midden-Drenthe0
Overbetuwe0
Hof van Twente0
Neder-Betuwe0
Rijssen-Holten1
Geldrop-Mierlo0
Olst-Wijhe1
Dinkelland1
Westland1
Midden-Delfland5
Berkelland0
Bronckhorst0
Sittard-Geleen6
Kaag en Braassem0
Dantumadiel1
Zuidplas0
Peel en Maas0
Oldambt0
Zwartewaterland0
Súdwest-Fryslân0
Bodegraven-Reeuwijk1
Eijsden-Margraten0
Stichtse Vecht0
Hollands Kroon0
Leidschendam-Voorburg1
Goeree-Overflakkee0
Pijnacker-Nootdorp13
Nissewaard1
Krimpenerwaard0
De Fryske Marren0
Gooise Meren0
Berg en Dal1
Meierijstad0
Waadhoeke0
Westerwolde0
Midden-Groningen0
Beekdaelen0
Montferland0
Altena0
West Betuwe0
Vijfheerenlanden0
Hoeksche Waard1
Het Hogeland0
Westerkwartier1
Noardeast-Fryslân0
Molenlanden0
Eemsdelta0
Dijk en Waard13
Land van Cuijk1
Maashorst0
Voorne aan Zee0
* Voorlopige cijfers

Vooral in stedelijke gebieden zijn veel woningen aangesloten op een warmtenet (Figuur 3.1.1). Gemeentes waarin veel woningen stadswarmte als hoofdverwarmingsbron hebben zijn bijvoorbeeld Purmerend, Almere, Nieuwegein, en Utrecht, met een aandeel van 66, 59, 53 en 35 procent in 2023. Omdat de infrastructuur voor een warmtenet in niet-stedelijke gebieden lastiger is te realiseren, is een elektrische hoofdverwarmingsbron vaak een logischer alternatief voor het stoken van aardgas (CBS 2025b).

Het aandeel woningen met stadswarmte is niet alleen regioafhankelijk, maar hangt ook samen met woningeigenschappen zoals het woningtype of bouwjaar (Figuur 3.1.2). Terwijl landelijk gemiddeld 7,3 procent van de woningen wordt verwarmd met stadswarmte, ligt dat aandeel aanzienlijk hoger bij appartementen (12,4 procent) en bij nieuwbouwwoningen van 2015 of later (20,2 procent). Daarentegen zijn vrijstaande woningen en woningen van vóór 1965 slechts zelden aangesloten op een warmtenet (respectievelijk 1,0 en 1,4 procent).

3.1.2 Aandeel stadswarmtewoningen per groep, 2023*
 Aandeel woningen met stadswarmte (%)
Nederland7,3
Woningtype
Appartement12,4
Tussen of geschakelde woning6,5
Hoekwoning4,5
2/1 Kapwoning1,7
Vrijstaande woning1,0
Bouwjaarklasse
Voor 19651,4
1965 tot 19926,5
1992 tot 201511,7
2006 tot 201516,9
2015 en later20,2
* Voorlopige cijfers

3.2 Het warmteverbruik van woningen

Anders dan de al bestaande statistieken over de afbakening van stadswarmtewoningen heeft het CBS niet eerder gepubliceerd over hun verbruik. Voor verschillende analyses was het wél wenselijk om op het niveau van individuele woningen een indicatie te hebben van de warmtelevering aan stadswarmtewoningen. Daarvoor maakte het CBS per woning een inschatting op basis van het energieverbruik van aardgaswoningen met vergelijkbare kenmerken (CBS 2025c). Met de nieuwe gegevens op aansluitingsniveau kan worden gerekend met daadwerkelijke verbruiken en vervalt grotendeels de noodzaak van deze schattingen. Met de nu beschikbare gegevens kan in de toekomst op hoog detailniveau onderzoek worden gedaan naar (de ontwikkeling van) het energieverbruik van verschillende groepen stadswarmtewoningen.

De meeste stadswarmtewoningen hebben een individuele aansluiting (zie paragraaf 3.1), maar er bestaat ook een groep woningen met een collectieve warmteaansluiting. Om deze groep te onderscheiden, is voor deze publicatie uitgegaan van een voorlopige classificatie van individuele en collectieve aansluitingen op basis van ruimtelijke analyses en historische informatie over de indeling van stadswarmtewoningen (zie paragraaf 3.3). Door gegevens over verslagjaar 2022 en 2023 te gebruiken, aangevuld met voorlopige gegevens over 2024, kan een beeld worden geschetst van de ontwikkeling van het warmteverbruik.

In Figuur 3.2.1 wordt de gemiddelde warmtelevering per woningtype getoond voor verslagenjaren 2022-2024. Daarbij is alleen de subpopulatie van woningen met een individuele warmteaansluiting meegenomen en is gecorrigeerd voor het weer volgens de methode van de Klimaat- en Energieverkenning (PBL 2022). Door de weerscorrectie uit te voeren is het mogelijk om de warmteleveringen over de jaren heen te vergelijken zonder dat de trend beïnvloed wordt door koudere of juist zachtere weersomstandigheden. Het weergecorrigeerd warmteverbruik van stadswarmtewoningen daalde van gemiddeld 21,7 GJ in 2022 naar 20,4 GJ in 2023. Deze daling van ruim 6 procent is minder sterk dan de daling van het aardgasverbruik bij aardgaswoningen in dezelfde periode (bijna 15 procent, CBS 2025d). De eerste indicatie van de warmteleveranciers over verslagjaar 2024 wijst erop dat het verbruik daarna weer is teruggeveerd.

3.2.1 Weergecorrigeerde warmtelevering, gemiddelde per woningtype, 2022-2024*
Woningtype2022* (GJ)2023* (GJ)2024* (GJ)
Appartement18,216,918,5
Tussen of geschakelde woning25,224,025,4
Hoekwoning29,328,029,7
2/1 Kapwoning33,732,634,4
Vrijstaande woning43,440,142,4
* Voorlopige cijfers

3.3 Collectieve aansluitingen

Het identificeren van een collectieve aansluiting geeft nog geen volledig beeld van het aantal of de aard van de woningen, die via die aansluiting warmte ontvangen. De levering kan worden doorgezet naar meerdere panden of appartementen, maar niet alle woningen binnen zo’n pand hoeven daadwerkelijk stadswarmte te gebruiken. Sommige huishoudens kiezen bijvoorbeeld voor elektrische verwarming of, indien mogelijk, voor een individuele cv-installatie met een eigen aardgasaansluiting.

Zelfs wanneer collectieve aansluitingen én de bijbehorende woningen goed in kaart zijn gebracht, blijft onduidelijk hoeveel warmte elk huishouden afzonderlijk verbruikt. Het totale verbruik is wel bekend, maar de verdeling ervan binnen de aansluiting niet. Het inzicht wordt verder bemoeilijkt doordat collectieve aansluitingen soms zowel woningen als bedrijven van warmte voorzien.

Om nauwkeurig te kunnen vaststellen hoeveel warmte individuele huishoudens via collectieve systemen ontvangen, is aanvullende data van warmtekostenverdeelfirma’s wenselijk. Deze bedrijven beschikken over gedetailleerde meetgegevens van warmteverbruik achter collectieve aansluitingen en leveren zo het meest betrouwbare beeld van de daadwerkelijke levering per woning.