Stagediscriminatie onder mbo-studenten

4. Conclusie

In dit onderzoek werd onderzocht in hoeverre mbo-bol-gediplomeerden stagediscriminatie hebben ervaren tijdens hun opleiding en of er verschillen zijn op basis van opleidings- en persoonskenmerken. Daarbij stonden twee vragen centraal, namelijk: in hoeverre hebben recent gediplomeerden tijdens hun mbo-bol-opleiding stagediscriminatie ervaren? En, in hoeverre verschilt de ervaren discriminatie van recent gediplomeerde mbo-bol-studenten naar opleidings- en persoonskenmerken?

Ten aanzien van de eerste onderzoeksvraag blijkt dat 1 op de 10 mbo-bol-afgestudeerden tijdens het zoeken naar een stageplek of tijdens de stage discriminatie heeft ervaren. Deze discriminatie kan zich op verschillende manieren uiten. Studenten ervaren het vaakst discriminatie wanneer er geen reactie komt op een sollicitatie. Andere situaties waarin studenten zich gediscrimineerd voelen, zijn wanneer zij ander werk moeten uitvoeren dan vooraf afgesproken, bepaalde taken niet mogen doen die andere stagiairs wel mogen doen, of wanneer zij na een gesprek worden afgewezen. De meest genoemde redenen voor de ervaren discriminatie zijn huidskleur, herkomst en religie. Leeftijd, geslacht en specifieke leerbehoeften worden in mindere mate genoemd. Een meerderheid van de studenten praat met iemand over hun ervaringen, maar slechts een klein deel doet daadwerkelijk een officiële melding. 

Wat betreft de tweede onderzoeksvraag kan geconcludeerd worden dat er verschillen bestaan tussen mbo-niveaus en sectorkamers, evenals naar leeftijd en herkomst. De meeste discriminatie wordt ervaren bij entreeopleidingen. Bij de persoonskenmerken zijn de verschillen in ervaren stagediscriminatie het grootst tussen de herkomstgroepen: personen met een herkomst buiten Nederland ervaren vaker stagediscriminatie ten opzichte van personen met een Nederlandse herkomst. Deze verschillen blijven significant wanneer gecorrigeerd wordt voor de opleidings- en overige persoonskenmerken. De verschillen tussen de groepen met verschillende opleidingskenmerken hangen samen met de persoonskenmerken van de gediplomeerden. Deze verschillen worden dan ook kleiner als er rekening wordt gehouden met de persoonskenmerken. Naast de onderzochte opleidings- en persoonskenmerken kunnen ook andere factoren samenhangen met ervaren stagediscriminatie onder mbo-bol-gediplomeerden. Dit is echter niet verder onderzocht in dit artikel. 

Deze publicatie biedt inzichten in de aard en omvang van stagediscriminatie in het mbo, maar vervolgonderzoek is nodig om andere aspecten binnen dit thema te onderzoeken. Zo verdient stagediscriminatie onder bbl’ers ook aandacht, omdat hun situatie op diverse punten verschilt van die van bol-studenten. Daarnaast kan verdiepend onderzoek worden gedaan naar de motieven achter meldgedrag bij studenten. Ook kan onderzocht worden hoe stagediscriminatie verschilt tussen sectoren, en welke rol onderwijsinstellingen en stagebedrijven hierin spelen. Verder onderzoek kan helpen om mbo-studenten beter te beschermen tegen discriminatie tijdens hun stage.