1. Inleiding
Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen voor de Nederlandse samenleving op dit moment. Niet alleen is het zaak de broeikasgasuitstoot, en daarmee klimaatverandering, te verminderen (mitigatie), maar er moet ook ingespeeld worden op de effecten van klimaatverandering (adaptatie). Volgens de klimaatscenario’s van het KNMI komt klimaatverandering in Nederland tot uitdrukking in vier zogenaamde klimaatdrukfactoren:
- Het wordt warmer: de gemiddelde temperatuur zal stijgen. Ook de extremen zullen toenemen. Hittegolven zullen frequenter, langduriger en intenser worden.
- Het wordt droger: door afnemende neerslagfrequentie en toenemende verdamping zullen droge periodes intenser worden.
- Het wordt natter: wanneer neerslag wel valt, zal dit door verhoogde luchtvochtigheid van de warmere atmosfeer veel heviger zijn.
- De zeespiegel stijgt: door stijgende temperaturen van het zeewater en smeltende poolkappen zal de zeespiegel stijgen. Dit leidt onder meer tot verzilting van de grond in kustgebieden.
Met behulp van de adaptatietool van de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) kan voor verschillende economische sectoren een bollenschema geproduceerd worden waarin de relevante gevolgen van deze klimaatdrukfactoren worden weergegeven. Gebruik makend van het kader voor de definities van klimaatimpact en -risico’s van het IPCC, bestaat de impact van de klimaatdrukfactoren uit de componenten klimaatdreiging, blootstelling en kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid is daarbij een combinatie van gevoeligheid en adaptatiecapaciteit. Om goed mitigatie- en adaptatiebeleid vorm te geven, is het belangrijk al deze componenten te monitoren. Wereldwijd is daarin ook een rol voor statistische bureaus weggelegd.
Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het deelonderzoek ‘Impact van afwijkend weer op economische sectoren’ worden door middel van tijdreeksanalyse weersvariabelen gerelateerd aan de ontwikkeling van toegevoegde waarde van de economische sectoren bouw, industrie, horeca, delfstoffen, en energie. Op deze manier kan de impact van het afwijkend weer, en daarmee de impact van klimaat op deze sectoren worden bepaald. Indirect kan hiermee ook nader worden bepaald welke drukfactoren en klimaatvariabelen een significante economische invloed hebben. De resultaten van dit deelonderzoek betreffen een actualisatie van eerder uitgevoerd onderzoek. Ook lichten wij lopend verder onderzoek en plannen voor verfijning en uitbreiding van dit eerdere onderzoek toe.
In het deelonderzoek ‘Omvang economie in overstromingsrisicogebieden’ worden door middel van geografische informatiesystemen (GIS) kaarten van overstromingsrisico gecombineerd met economische informatie uit de regionale rekeningen, een module van de nationale rekeningen, van het CBS. Deze informatie bestaat uit toegevoegde waarde, productie en werkgelegenheid. Hiermee is inzichtelijk gemaakt wat de omvang is van deze variabelen in gebieden die blootgesteld zijn aan een bepaald risico op overstroming.
Samenvatting
Deelonderzoek ‘Impact van afwijkend weer op economische sectoren’
- Met behulp van economische data (CBS) en weerdata (KNMI) van de afgelopen 30 jaar, kwantificeren we de impact van afwijkend weer op de economie.
- De invloed van afwijkend weer op de economie, zoals bijvoorbeeld het aantal warme dagen of het aantal vorstdagen, is instrumenteel om de invloed van klimaatverandering op de economie in kaart te brengen. Door klimaatverandering zullen deze weersextremen immers vaker of juist minder vaak voorkomen.
- Eerste resultaten laten zien dat met name de bouw en industrie gevoelig zijn voor het aantal vorstdagen, en horeca voor de maximumtemperatuur.
- Het onderzoek wordt in 2025 verfijnd en uitgebreid, onder meer door een grotere selectie aan weersvariabelen mee te nemen.
Deelonderzoek ‘Omvang economie in overstromingsrisicogebieden’
- Door het koppelen van regionale economische data (CBS) met een klimaatrisicokaart, kan in kaart worden gebracht hoe de economie van risicogebieden eruit ziet.
- In dit onderzoek is ter illustratie voor verschillende overstromingsrisicokaarten (LIWO) de economie van het risicogebied getoond. Dit kan worden uitgesplitst per economische sector en per regio (52 COROP-plus gebieden).
- In het overstromingsscenario met een herhalingsperiode van eens in de 10 jaar (grote kans), waarbij buitendijkse gebieden overstromen, lopen met name Limburg en het rivierengebied risico. Het overstromingsrisicogebied omvat hier ongeveer 1% van het bruto binnenlands product (bbp).
- In het overstromingsscenario met een herhalingsperiode van eens in de 100.000 jaar (extreem kleine kans), waarbij primaire waterkeringen doorbreken, lopen met name laaggelegen delen van Nederland risico. Het overstromingsrisicogebied omvat hier ongeveer 53% van het bbp.
- Verder zien we dat er verschillen tussen sectoren zijn; van alle sectoren is het deel dat gevestigd is in overstromingsrisicogebied het grootst voor de energiesector en het kleinst voor de industrie.