Jeugdhulp 2024

Inleiding

Rijk en gemeenten hebben ieder een verantwoordelijkheid voor hulp aan jongeren; gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg en het rijk is verantwoordelijk voor het functioneren van het systeem als zodanig, de stelselverantwoordelijkheid. Om gemeenten en rijk daarbij te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen over het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie gaat over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens te verstrekken aan het CBS.

In deze rapportage staan de voorlopige resultaten over jeugdhulp in 2024. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.

Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt bij jeugdhulpverleners alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden aan het CBS verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particulier gefinancierde jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.

0.0.1 Jongeren met jeugdhulp naar financieringsvorm 1)
 Jongeren met alleen zorg in naturaJongeren met zorg in natura en PGBJongeren met alleen PGB
2021440860123455940
2022450395114755110
2023465470109404845
2024*45970589054075
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar.

Uit figuur 0.0.1 blijkt dat in 2024 bijna 473 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 97 procent van de gevallen wordt alle zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, 1 procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Bijna 2 procent had zowel een PGB als zorg in natura. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt al jaren af.

De in dit rapport gepubliceerde aantallen over 2024 zijn voorlopige resultaten, weergegeven met een asterisk (*). Elk jaar blijkt dat het definitieve resultaat meer jongeren met jeugdhulp in natura laat zien dan de voorlopige cijfers. In 2023 waren er in de definitieve versie 2,6 procent meer jongeren met jeugdhulp in natura dan in de voorlopige versie. Op grond hiervan verwachten we dat het totaal aantal jongeren met jeugdhulp in 2024 nog met een kleine 12 duizend zal toenemen tot 481 duizend jongeren. Dat zou een stijging zijn van 1 procent ten opzichte van 2023 en dat zou betekenen dat 1 op de 9,2 jongeren tot en met 22 jaar en 1 op de 7,1 jongeren tot en met 17 jaar jeugdhulp krijgt.

De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevatten geen zorginhoudelijke informatie. Overal waar in het vervolg van deze rapportage jeugdhulp staat, bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe; dit is dus exclusief PGB-gefinancierde jeugdhulp.

De afgelopen jaren heeft het CBS enkele methodologische wijzigingen doorgevoerd bij het samenstellen van de cijfers. In de bijlage staat een toelichting hoe deze wijzigingen van invloed zijn geweest op de uitkomsten.