6. Conclusies en toekomstperspectieven
Deze rapportage biedt een overzicht van de huidige stand van zaken van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling door databronnen van diverse betrokken partijen met elkaar te combineren. Dit betreft partijen zoals Veilig Thuis, Jeugdbescherming, hulpverlening, politie, de RvdK, het OM en andere betrokken organisaties. Het is een stap in de richting van een meer gedetailleerde en brede monitoring van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Deze monitoring heeft als doel bij te dragen aan het zichtbaar maken van landelijke ontwikkelingen. Hierbij gaat het zowel om de uitvoering als het beleid. Naast deze jaarlijkse rapportage actualiseert het CBS ook elk halfjaar het interactieve dashboard, met figuren en kaarten van de meest recente cijfers en ontwikkelingen over de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Naast de landelijke stand van zaken zijn ook de regionale uitkomsten te vinden op het dashboard.
Deze rapportage en het bijbehorende dashboard bevatten soms slechts een selectie van de beschikbare informatie van een bronhouder. Hierbij is een afweging gemaakt om de hoeveelheid informatie overzichtelijk te houden. Dit geldt ook voor de cijfers uit de Beleidsinformaties Jeugd en Veilig Thuis. Meer cijfers over de Beleidsinformatie Veilig Thuis zijn te vinden op het dashboard Veilig Thuis en op StatLine. Meer cijfers over de Beleidsinformatie Jeugd zijn te vinden op het dashboard Jeugdzorg en op StatLine.
In de toekomst zal voor deze Impactmonitor steeds worden ingezet op het verbeteren en uitbreiden van de beschikbaarheid van informatie. Momenteel zijn er bijvoorbeeld geen actuele cijfers over de prevalentie van kindermishandeling; de meest recente cijfers zijn op basis van het scholierenonderzoek van de Radboud Universiteit uit 2016. Deze zijn opgenomen in de rapportage van de Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling van vorig jaar.
Daarnaast ontbreken in deze rapportage de outcome-indicatoren van het Verwey-Jonker Instituut. Outcome-indicatoren geven aan of het beoogde resultaat is bereikt, bijvoorbeeld of het geweld is gestopt en of het welzijn is verbeterd. In de vorige rapportage van de Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling zijn cijfers opgenomen over het 2e cohortonderzoek, het 3e cohortonderzoek en een longitudinaal onderzoek naar de meerwaarde van de jeugdbescherming in gezinnen waar sprake is van kindermishandeling. In deze onderzoeken is het effect onderzocht van de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld onder gezinnen/huishoudens die in aanraking zijn gekomen met Veilig Thuis. Op het moment van publiceren van deze rapportage zijn de nieuwste resultaten van het Verwey-Jonker Instituut nog niet beschikbaar. Begin 2026 zullen op het dashboard nieuwe cijfers worden opgenomen. In de rapportage van 2026 zullen deze worden beschreven.
Bij de moord en doodslag cijfers zal in de toekomst meer informatie worden opgenomen over femicide. Met de nieuwe EU-wetgeving die geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld bestrijdt hebben alle lidstaten tot mei 2027 de tijd om de richtlijnen om te zetten in nationale wetgeving, en daarmee femicide beter inzichtelijk te krijgen. Verder moeten een aantal maatregelen worden ingevoerd om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld te voorkomen en slachtoffers van deze misdrijven te beschermen. Wanneer in de toekomst nieuwe cijfers beschikbaar komen, dan zullen deze worden opgenomen in de Impactmonitor aanpak huiselijk geweld in kindermishandeling.
Ook wordt gedacht aan een uitbreiding van de cijfers over de Machtigingen Uithuisplaatsing (MUHP). Momenteel worden alleen het volume, de instroom en de uitstroom van MUHP gepresenteerd in een tabel in de rapportage Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Deze aantallen zullen in de toekomst mogelijk worden uitgebreid met achtergrondkenmerken van jongeren met een MUHP, en verwerkt worden tot een StatLine-tabel.
In de afsluitende paragraaf hieronder staat meer informatie over de geraadpleegde bronnen voor de Impactmonitor aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling 2025.