Auteur: Mirjam Braamse, Joy Sie Cheung, Paul Couzy, Mark Ramaekers, Eelco Tammens
De regionale economie 2021

4. Regionale arbeidsmarkt

In dit hoofdstuk wordt de arbeidsmarkt van de provincies en de grote steden besproken. Er wordt ingegaan op de werkgelegenheidsontwikkeling, de ontwikkeling van de werkloosheid en de spanning op de arbeidsmarkt. Ook wordt de arbeidsparticipatie per gemeente behandeld.

Sterke groei werkgelegenheid 

De werkgelegenheid steeg in 2021 sterk, met 2,3 procent. Dit is een toename van 177 duizend arbeidsjaar. In 2020 zorgde de coronacrisis nog voor een rem op de werkgelegenheidsgroei, die toen uitkwam op een groei van bijna 23 duizend arbeidsjaar. Het economisch herstel zorgde ervoor dat de werkgelegenheid in 2021 veel sterker toenam. 

De werkgelegenheid groeide in alle provincies met 2 procent of meer ten opzichte van 2020. Utrecht had met 2,5 procent de grootste relatieve toename. Noord-Holland en Limburg hadden de kleinste groei met 2,0 procent. In die twee provincies kromp de werkgelegenheid in 2020, dat gold toen ook voor Overijssel.

4.1 Arbeidsjaren
 2020* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)2021* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Nederland0,32,3
Groningen 0,92,3
Fryslân 1,22,2
Drenthe 0,82,2
Overijssel-0,72,2
Flevoland 1,32,4
Gelderland 0,92,3
Utrecht 1,32,5
Noord-Holland -0,92
Zuid-Holland 0,92,4
Zeeland 0,52,1
Noord-Brabant 0,32,4
Limburg -0,82
* voorlopige cijfers

Behalve in arbeidsjaren kan de werkgelegenheid ook worden weergegeven in het aantal werkzame personen. In totaal waren in 2021 ruim 9,7 miljoen mensen werkzaam in Nederland. Dat zijn er ruim 188 duizend meer dan een jaar eerder, een toename van 2 procent. In 2020 kromp het aantal werkzame personen nog met 52 duizend. 

De grootste stijging in absolute aantallen was in de provincie Zuid-Holland met ruim 41 duizend. In zowel Noord-Brabant als Noord-Holland groeide het aantal werkzame personen met ruim 29 duizend. Deze drie provincies nemen meer dan de helft van de stijging voor hun rekening. Relatief gezien steeg het aantal werkzame personen het sterkst in Utrecht, met 2,2 procent. In 2020 was in alle provincies nog sprake van krimp van het aantal werkzame personen.

4.2 Werkzame personen
 2020* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)2021* (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
Nederland-0,52,0
Groningen -0,42,1
Fryslân -0,31,9
Drenthe -0,62,0
Overijssel-0,72,0
Flevoland -0,72,0
Gelderland -0,32,0
Utrecht 0,02,2
Noord-Holland -0,61,7
Zuid-Holland -0,42,1
Zeeland -0,41,7
Noord-Brabant -0,92,0
Limburg -1,11,9
* voorlopige cijfers

Meer zelfstandigen

Bijna 83 procent van de werkzame personen in Nederland werkte in 2021 in loondienst. De overige zijn zelfstandigen. Met ruim 21 procent zijn er Fryslân en Zeeland relatief veel zelfstandigen. In Utrecht werken relatief veel mensen in loondienst. De groei van het aantal zelfstandigen was in 2021 met 1,8 procent iets lager dan de groei van het totaal aantal werkzame personen, dat met 2,0 procent steeg. In Zuid-Holland was de groei van het aantal zelfstandigen het grootst met 6 duizend.

4.3 Werkzame personen, 2021*
 Zelfstandigen (% )Werknemers (% )
Nederland17,382,7
Fryslân 21,478,6
Zeeland21,178,9
Flevoland 20,679,4
Drenthe19,880,2
Gelderland 18,281,8
Noord-Holland17,482,6
Groningen17,282,8
Zuid-Holland 16,983,1
Limburg 16,583,5
Noord-Brabant 16,483,6
Overijssel 16,283,8
Utrecht 15,784,3
* voorlopige cijfers

De stijging van het aantal zelfstandigen is ook goed te zien over een langere termijn. In de periode 1995-2021 is het aantal zelfstandigen met bijna 24 procent toegenomen. Utrecht kent relatief de grootste stijging met bijna 65 procent en Overijssel de kleinste met slechts 6,4 procent. Groningen is de enige provincie waar het aantal zelfstandigen in 2021 kleiner was dan in 1995. 

De ontwikkeling van het aantal zelfstandigen hangt samen met de economische structuren in de verschillende provincies. In Fryslân werken relatief veel zelfstandigen, met name in de bedrijfstakken landbouw en handel. In deze bedrijfstakken is het aantal zelfstandigen sinds 1995 afgenomen. Daardoor is de groei van het aantal zelfstandigen in Fryslân relatief laag. In de provincie Utrecht is het aandeel van zelfstandigen het laagst, maar is wel de grootste stijging zichtbaar. In Utrecht werken relatief veel zelfstandigen in de zakelijke dienstverlening, een bedrijfstak waar het aantal zelfstandigen sinds 1995 sterk is toegenomen.

4.4 Zelfstandigen
 2021 (Groei 2021* t.o.v. 1995 (%))
Nederland27,8
Groningen-9
Fryslân 7,4
Drenthe11,3
Overijssel 6,4
Flevoland 53,7
Gelderland 32,4
Utrecht 64,6
Noord-Holland35,3
Zuid-Holland 36,2
Zeeland17,8
Noord-Brabant 30
Limburg 6,7
* voorlopige cijfers

Werkloosheid

Het werkloosheidspercentage daalde in 2021 in alle Nederlandse provincies, het meest in Drenthe en Limburg. In Flevoland daalde de werkloosheid het minst. Groningen en Zuid-Holland kenden met 4,9 procent de hoogste werkloosheid. Het werkloosheidspercentage daalde in 2021 ook in de gemeenten Den Haag en Utrecht maar nam toe in Amsterdam en Rotterdam. Van de vier grootste gemeenten kent Rotterdam al jaren de hoogste werkloosheid (7,3 procent in 2021).  

De werkloosheid in Nederland en de afzonderlijke provincies was in 2021 lager dan in de Europese Unie gemiddeld (7,0 procent). In een viertal landen was de werkloosheid lager dan 4 procent: Tsjechië, Polen, Malta en Duitsland. Nederland stond met 4,2 procent op plaats 6 van de ranglijst van laagste werkloosheid in de EU, vlak achter Hongarije. 

De provincie Groningen (met de hoogste werkloosheid in Nederland) zou op de ranglijst van EU-lidstaten plek acht innemen, voor bijvoorbeeld Denemarken en Bulgarije. Met een werkloosheid van 3,5 procent zou Noord-Brabant op plek drie staan. 

4.5 Werkloosheid
JaarNederland (% beroepsbevolking)Groningen (% beroepsbevolking)Fryslân (% beroepsbevolking)Drenthe (% beroepsbevolking)Overijssel (% beroepsbevolking)Flevoland (% beroepsbevolking)Gelderland (% beroepsbevolking)Utrecht (% beroepsbevolking)Noord-Holland (% beroepsbevolking)Zuid-Holland (% beroepsbevolking)Zeeland (% beroepsbevolking)Noord-Brabant (% beroepsbevolking)Limburg (% beroepsbevolking)
20138,29,08,98,18,110,07,77,48,39,06,97,68,1
20148,39,38,88,28,010,47,97,58,29,26,57,98,2
20157,99,58,48,07,78,67,47,37,68,86,67,57,6
20167,08,47,37,07,28,26,66,26,78,05,56,56,6
20175,97,26,26,05,96,65,55,35,86,54,85,45,7
20184,96,35,24,94,75,24,64,55,05,34,14,54,7
20194,45,64,44,04,24,64,14,04,55,03,94,24,3
20204,95,64,84,74,65,04,54,45,25,34,24,54,9
20214,24,94,13,63,74,83,83,94,84,93,63,53,8

In het derde kwartaal van 2022 was 3,7 procent van de beroepsbevolking werkloos. In het tweede en derde kwartaal van 2020 – aan het begin van de coronacrisis – nam het aantal werklozen in Nederland sterk toe. Gecorrigeerd voor seizoensinvloeden ging het om een toename van 141 duizend, naar 528 duizend. Daarna is het aantal werklozen zeven kwartalen op rij gedaald, naar 327 duizend in het tweede kwartaal van 2022. In het derde kwartaal nam de werkloosheid voor het eerst weer toe, naar 372 duizend. Niet gecorrigeerd voor seizoensinvloeden noteerde Zuid-Holland met 4,1 procent de hoogste werkloosheid in het derde kwartaal van 2022, gevolgd door Flevoland (4,0 procent). Met 3,2 procent was de werkloosheid het laagst in Zeeland. 

4.6 Werkloosheid, 3e kwartaal 2022
Perioden2022 3e kwartaal (% beroepsbevolking)
Nederland3,7
Zuid-Holland4,1
Flevoland4,0
Groningen3,9
Noord-Holland3,8
Limburg 3,6
Fryslân3,5
Gelderland3,5
Utrecht3,5
Noord-Brabant3,4
Drenthe3,3
Overijssel3,3
Zeeland 3,2
Rotterdam5,7
Amsterdam4,7
Den Haag4,6
Utrecht (gemeente)4,1

In 2021 nam de spanning op de arbeidsmarkt (het aantal openstaande vacatures per honderd werklozen) in alle twaalf provincies toe. Net als in 2020 was de spanning in 2021 het hoogst in de provincie Utrecht met in 2021 gemiddeld 98 vacatures per honderd werklozen. De spanning was het laagst in de provincies Flevoland en Groningen met gemiddeld 54 openstaande vacatures per honderd werklozen. 

4.7 Spanning op de arbeidsmarkt
 Nederland (vacatures per 100 werklozen)Groningen (vacatures per 100 werklozen)Fryslân (vacatures per 100 werklozen)Drenthe (vacatures per 100 werklozen)Overijssel (vacatures per 100 werklozen)Flevoland (vacatures per 100 werklozen)Gelderland (vacatures per 100 werklozen)Utrecht (vacatures per 100 werklozen)Noord-Holland (vacatures per 100 werklozen)Zuid-Holland (vacatures per 100 werklozen)Zeeland (vacatures per 100 werklozen)Noord-Brabant (vacatures per 100 werklozen)Limburg (vacatures per 100 werklozen)
201313981011912181512121312
201414121215141214191612221414
201518121214171417242316181917
201624161619221623333121262625
201737252628352836494533424036
201854354044534253696149646053
201966425060675267877659747265
202048333643493748635044545245
202177546279855479987765889581

De spanning op de arbeidsmarkt was in het derde kwartaal van 2022 in alle provincies hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. In het derde kwartaal van 2022 was het aantal vacatures hoger en het aantal werklozen lager dan in hetzelfde kwartaal van 2021. De spanning was het hoogst in de provincie Utrecht met 149 openstaande vacatures per 100 werklozen. Daarna volgden Noord-Brabant en Zeeland met respectievelijk 141 en 134 vacatures per 100 werklozen. Het laagst was de spanning in Flevoland met 93 vacatures per 100 werklozen.

4.8 Spanning op de arbeidsmarkt (niet seizoengecorrigeerd)
Vacatures per 100 werklozen2022 3e kwartaal (vacatures per 100 werklozen)2021 3e kwartaal (vacatures per 100 werklozen)
Nederland12397
Utrecht149107
Noord-Brabant141132
Zeeland134132
Noord-Holland13293
Overijssel129115
Gelderland119106
Drenthe11899
Limburg117116
Zuid-Holland11177
Fryslân9877
Groningen9664
Flevoland9376

Arbeidsdeelname

In 2021 hadden ruim 7 op de 10 Nederlanders van 15 tot 75 jaar betaald werk. De zogenoemde nettoarbeidsparticipatie2) was het hoogst in de provincie Utrecht (73,0 procent) en het laagst in Limburg (67,3 procent). De arbeidsparticipatie steeg in 2021 in alle provincies.

In 2021 was de arbeidsparticipatie in bijna 90 procent van de ruim driehonderdvijftig Nederlandse gemeenten hoger dan in 2020. De arbeidsparticipatie was in 2021 het laagst in gemeenten in het uiterste zuiden en noordoosten van Nederland. Hierbij speelt mee dat dit zijn gemeenten zijn met relatief veel ouderen die gemiddeld minder vaak betaald werk hebben. Zes gemeenten hadden een arbeidsdeelname lager dan 65,0 procent. Het betrof Doesburg, Westerwolde, Maastricht, Heerlen, Kerkrade en Vaals. De hoogste arbeidsparticipatie kenden de gemeenten Zwartewaterland en Staphorst (beide 76,1 procent), Renswoude (76,9 procent) en Urk (79,0 procent).

4.9 Nettoarbeidsparticipatie per gemeente, 2021
GemeentenaamNettoarbeidsparticipatie (%)
Aa en Hunze68,6
Aalsmeer75,1
Aalten71,7
Achtkarspelen69,8
Alblasserdam72,9
Albrandswaard73,6
Alkmaar70,0
Almelo67,3
Almere70,8
Alphen aan den Rijn72,6
Alphen-Chaam71,4
Altena74,4
Ameland71,4
Amersfoort73,3
Amstelveen69,9
Amsterdam68,8
Apeldoorn69,8
Arnhem68,3
Assen70,3
Asten71,8
Baarle-Nassau67,5
Baarn70,3
Barendrecht73,3
Barneveld74,9
Beek (L.)68,9
Beekdaelen67,9
Beemster72,9
Beesel70,0
Berg en Dal68,8
Bergeijk72,7
Bergen (L.)70,0
Bergen (NH.)65,9
Bergen op Zoom67,6
Berkelland70,4
Bernheze73,9
Best72,7
Beuningen72,7
Beverwijk71,1
De Bilt71,0
Bladel74,1
Blaricum68,6
Bloemendaal68,8
Bodegraven-Reeuwijk74,0
Boekel75,0
Borger-Odoorn67,7
Borne72,9
Borsele73,6
Boxmeer72,1
Boxtel71,7
Breda72,0
Brielle72,4
Bronckhorst70,3
Brummen70,3
Brunssum65,8
Bunnik73,5
Bunschoten75,6
Buren72,0
Capelle aan den IJssel68,5
Castricum71,7
Coevorden67,6
Cranendonck69,7
Cuijk71,7
Culemborg71,5
Dalfsen74,3
Dantumadiel69,8
Delft66,9
Deurne72,8
Deventer70,6
Diemen70,9
Dinkelland74,1
Doesburg64,7
Doetinchem70,2
Dongen73,1
Dordrecht69,1
Drechterland72,7
Drimmelen72,6
Dronten73,0
Druten72,6
Duiven72,6
Echt-Susteren67,3
Edam-Volendam72,5
Ede72,1
Eemnes71,8
Eemsdelta66,7
Eersel73,5
Eijsden-Margraten70,5
Eindhoven71,6
Elburg73,7
Emmen66,2
Enkhuizen69,4
Enschede66,3
Epe70,2
Ermelo71,4
Etten-Leur72,2
De Fryske Marren70,9
Geertruidenberg73,7
Geldrop-Mierlo71,2
Gemert-Bakel72,8
Gennep70,0
Gilze en Rijen72,5
Goeree-Overflakkee73,6
Goes72,2
Goirle71,4
Gooise Meren71,7
Gorinchem70,6
Gouda70,6
Grave71,7
's-Gravenhage (gemeente)65,1
Groningen (gemeente)69,0
Gulpen-Wittem66,4
Haaksbergen71,1
Haarlem72,7
Haarlemmermeer72,3
Halderberge70,5
Hardenberg73,8
Harderwijk72,1
Hardinxveld-Giessendam75,0
Harlingen67,7
Hattem72,7
Heemskerk70,5
Heemstede69,9
Heerde72,3
Heerenveen71,3
Heerhugowaard73,5
Heerlen62,8
Heeze-Leende72,1
Heiloo70,3
Den Helder68,5
Hellendoorn73,1
Hellevoetsluis69,9
Helmond71,0
Hendrik-Ido-Ambacht75,4
Hengelo (O.)70,0
's-Hertogenbosch73,7
Heumen71,3
Heusden73,3
Hillegom73,1
Hilvarenbeek73,7
Hilversum70,5
Hoeksche Waard72,1
Hof van Twente72,5
Het Hogeland68,7
Hollands Kroon71,7
Hoogeveen70,0
Hoorn69,0
Horst aan de Maas74,7
Houten74,4
Huizen68,7
Hulst66,9
IJsselstein73,6
Kaag en Braassem73,3
Kampen74,1
Kapelle74,5
Katwijk74,2
Kerkrade62,6
Koggenland74,0
Krimpen aan den IJssel71,1
Krimpenerwaard72,4
Laarbeek72,5
Landerd72,7
Landgraaf65,2
Landsmeer70,4
Langedijk72,1
Lansingerland75,6
Laren (NH.)66,2
Leeuwarden67,9
Leiden70,8
Leiderdorp71,3
Leidschendam-Voorburg68,4
Lelystad68,8
Leudal71,1
Leusden72,1
Lingewaard72,2
Lisse73,2
Lochem68,7
Loon op Zand73,4
Lopik74,6
Losser69,6
Maasdriel73,0
Maasgouw68,8
Maassluis69,0
Maastricht64,1
Medemblik71,0
Meerssen69,3
Meierijstad74,1
Meppel71,1
Middelburg (Z.)70,8
Midden-Delfland75,0
Midden-Drenthe70,7
Midden-Groningen67,2
Mill en Sint Hubert73,4
Moerdijk71,7
Molenlanden73,7
Montferland70,4
Montfoort74,8
Mook en Middelaar70,0
Neder-Betuwe74,6
Nederweert72,7
Nieuwegein70,3
Nieuwkoop74,2
Nijkerk73,9
Nijmegen70,2
Nissewaard68,8
Noardeast-Frysl�n70,4
Noord-Beveland67,6
Noordenveld68,8
Noordoostpolder72,2
Noordwijk72,0
Nuenen, Gerwen en Nederwetten70,6
Nunspeet73,0
Oegstgeest72,5
Oirschot73,6
Oisterwijk71,9
Oldambt65,9
Oldebroek73,0
Oldenzaal71,4
Olst-Wijhe71,9
Ommen71,4
Oost Gelre74,2
Oosterhout70,8
Ooststellingwerf68,9
Oostzaan72,7
Opmeer73,9
Opsterland71,2
Oss70,6
Oude IJsselstreek69,8
Ouder-Amstel71,4
Oudewater73,4
Overbetuwe72,9
Papendrecht71,6
Peel en Maas73,7
Pekela67,0
Pijnacker-Nootdorp75,7
Purmerend70,2
Putten73,0
Raalte73,7
Reimerswaal74,6
Renkum67,8
Renswoude76,9
Reusel-De Mierden73,2
Rheden67,4
Rhenen72,4
Ridderkerk69,7
Rijssen-Holten75,2
Rijswijk (ZH.)68,4
Roerdalen67,7
Roermond66,5
De Ronde Venen71,9
Roosendaal68,9
Rotterdam65,9
Rozendaal73,4
Rucphen69,4
Schagen70,4
Scherpenzeel75,0
Schiedam68,8
Schiermonnikoog67,5
Schouwen-Duiveland69,8
Simpelveld67,6
Sint Anthonis72,5
Sint-Michielsgestel73,2
Sittard-Geleen65,5
Sliedrecht72,8
Sluis66,2
Smallingerland70,0
Soest70,0
Someren73,5
Son en Breugel74,5
Stadskanaal67,0
Staphorst76,1
Stede Broec71,7
Steenbergen71,7
Steenwijkerland69,9
Stein (L.)67,5
Stichtse Vecht72,1
S�dwest-Frysl�n70,1
Terneuzen68,5
Terschelling70,4
Texel67,9
Teylingen74,3
Tholen72,2
Tiel70,3
Tilburg71,4
Tubbergen74,7
Twenterand72,4
Tynaarlo70,1
Tytsjerksteradiel70,9
Uden70,9
Uitgeest74,6
Uithoorn73,6
Urk79,0
Utrecht (gemeente)74,8
Utrechtse Heuvelrug70,6
Vaals55,9
Valkenburg aan de Geul66,6
Valkenswaard70,7
Veendam67,3
Veenendaal72,5
Veere69,9
Veldhoven72,6
Velsen72,0
Venlo67,7
Venray71,2
Vijfheerenlanden72,8
Vlaardingen68,1
Vlieland73,0
Vlissingen69,0
Voerendaal68,4
Voorschoten71,5
Voorst71,8
Vught73,1
Waadhoeke70,5
Waalre72,0
Waalwijk72,4
Waddinxveen74,2
Wageningen69,3
Wassenaar66,3
Waterland69,6
Weert68,7
Weesp71,7
West Betuwe73,3
West Maas en Waal72,3
Westerkwartier71,8
Westerveld66,6
Westervoort69,0
Westerwolde64,3
Westland74,7
Weststellingwerf69,6
Westvoorne69,7
Wierden73,7
Wijchen71,3
Wijdemeren70,1
Wijk bij Duurstede71,7
Winterswijk70,0
Woensdrecht67,9
Woerden73,4
De Wolden71,0
Wormerland71,8
Woudenberg75,6
Zaanstad69,3
Zaltbommel73,6
Zandvoort67,1
Zeewolde75,5
Zeist70,0
Zevenaar69,7
Zoetermeer69,1
Zoeterwoude74,5
Zuidplas73,8
Zundert71,7
Zutphen67,6
Zwartewaterland76,1
Zwijndrecht69,6
Zwolle73,7

2) Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking). Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.