Auteur(s): Martijn de Boer en Noud Schartman
Besparingen huishoudens alleen groter tijdens corona

5. Niet-financiële vennootschappen

De brutowinst voor belastingen van niet-financiële vennootschappen kwam in 2024 uit op 373 miljard euro. Dat is ruim 14 miljard euro meer dan in 2023. De toename komt vooral door een stijging van de operationele winst met bijna 11 miljard euro. Deze operationele winst bestaat uit het exploitatieoverschot minus de niet-productgebonden subsidies. Het exploitatieoverschot is de toegevoegde waarde minus de beloning van werknemers en het saldo van belastingen en subsidies op productie en invoer.

Figuur 5.1 Brutowinst voor belasting niet-financiële vennootschappen (geconsolideerd)
JaarOperationele winst (mld euro)Winst van buitenlandse dochters (mld euro)Niet-productgebonden subsidies (mld euro)Overige winst (mld euro)
2015156,060,36,3-4,3
2016159,354,76,8-2,5
2017169,064,37,1-3,8
2018173,984,07,4-1,3
2019184,181,57,9-1,0
2020161,954,326,0-0,7
2021199,493,124,2-1,0
2022238,8126,217,4-7,5
2023264,383,712,0-1,6
2024275,084,813,1-0,1

In 2024 was de winst van buitenlandse dochters goed voor 22,7 procent van de brutowinst voor belasting. Dit is bijna het laagste percentage na 2010, alleen in coronajaar 2020 was het aandeel net iets kleiner. De winst van buitenlandse dochters nam in 2024 met 1,0 miljard euro toe. In 2023 daalde de winst van buitenlandse dochters met ruim 42 miljard euro. Deze afname had echter te maken met het vertrek van enkele grote ondernemingen naar het buitenland. Dit had gevolgen voor de brutowinst voor belasting, die in 2023 afnam met 4,4 procent. In 2024 steeg de brutowinst met 4 procent en lag weer bijna op het niveau van 2022. De afname van de winst van buitenlandse dochters in 2023 is dus gecompenseerd door een hogere in Nederland gemaakte winst (operationele winst) over de afgelopen twee jaar.

Figuur 5.2 Winst buitenlandse dochters
JaarWinst buitenlandse dochters (% van brutowinst voor belasting)
200920,5
201022,5
201130,3
201231,6
201328,1
201425,7
201527,6
201625,1
201727,2
201831,8
201929,9
202022,5
202129,5
202233,7
202323,4
202422,7

De winstquote daalde in 2024 met een 0,5 procentpunt naar 43,5 procent. Dit komt vooral door de hogere lonen voor werknemers, waardoor het exploitatieoverschot minder hard is gestegen dan de toegevoegde waarde. De winstquote voor niet-financiële vennootschappen bleef echter relatief hoog. In de afgelopen drie jaar was de winstquote hoger dan in de jaren daarvoor. De winstquote is het bruto exploitatieoverschot als percentage van de toegevoegde waarde van de niet-financiële vennootschappen.

Figuur 5.3 Winstquote niet-financiële vennootschappen
JaarWinstquote (% van toegevoegde waarde)
'9536,7
'9637,2
'9738,6
'9838,9
'9937,7
'0037,4
'0138,9
'0238,9
'0338,0
'0439,4
'0540,7
'0642,2
'0742,7
'0841,8
'0939,0
'1040,0
'1139,3
'1238,7
'1339,0
'1438,5
'1540,7
'1640,3
'1740,8
'1840,1
'1940,1
'2040,4
'2143,4
'2244,3
'2344,0
'2443,5

Het hogere exploitatieoverschot zorgde ook voor een stijging van het beschikbaar inkomen van niet-financiële vennootschappen. Het beschikbaar inkomen nam in 2024 met 13,4 miljard euro toe. Dit beschikbaar inkomen bestaat uit het exploitatieoverschot minus de belasting op inkomens en vermogens en de saldi van de inkomens uit vermogen en inkomensoverdrachten. In 2024 hadden niet-financiële vennootschappen ruim 176 miljard euro te besteden.

Het saldo van de inkomens uit vermogen, wat onderdeel is van het beschikbaar inkomen, is in 2024 redelijk stabiel gebleven ten opzichte van 2023 (respectievelijk 71,5 en 69,6 miljard euro meer uitgaven dan inkomsten). Het saldo blijft erg negatief vergeleken met de afgelopen tien jaar. In 2022 werd het saldo flink negatiever omdat de ontvangen dividenden afnamen met 7 miljard euro en de betaalde dividenden toenamen met 15 miljard euro. Ook stegen de betaalde rentes harder dan de ontvangen rentes. 

In 2024 was dit deels ook het geval, de betaalde dividenden stegen namelijk harder dan de ontvangen dividenden. Hierbij worden winstuitkeringen van coöperaties meegerekend. De ontvangen rente steeg echter wel harder dan de betaalde rente. Het saldo van inkomens uit vermogen is voornamelijk negatief door het verschil tussen de ontvangen en betaalde ingehouden winsten op directe buitenlandse investeringen. Niet-financiële vennootschappen ontvingen in 2024 namelijk 3 miljard euro aan ingehouden winsten, maar betaalden ruim 50 miljard euro. 

 
Figuur 5.4 Bruto beschikbaar inkomen niet-financiële vennootschappen
JaarExploitatieoverschot (mld euro)Saldo van ontvangen minus betaalde inkomens uit vermogen (voornamelijk rente en dividend) (mld euro)Belasting op inkomens en vermogens (mld euro)Saldo van ontvangen minus betaalde inkomensoverdrachten (mld euro)Bruto beschikbaar inkomen (mld euro)
2015162,3-41,2-13,4-2,2105,5
2016166,1-49,8-18,3-2,495,6
2017176,1-41,4-17,7-2,4114,6
2018181,3-44,1-19,6-2,3115,4
2019192,0-53,2-22,6-2,7113,4
2020187,9-52,8-19,4-1,7113,9
2021223,6-40,3-25,8-2,1155,4
2022256,2-78,7-36,1-2,3139,1
2023276,3-69,6-41,5-2,1163,1
2024288,1-71,5-38,7-1,5176,4
 

Omdat bedrijven per definitie geen consumptieve bestedingen doen, zijn de bruto besparingen gelijk aan het bruto beschikbaar inkomen. Met de besparingen kunnen niet-financiële vennootschappen investeren in vaste activa. De besparingen waren 13 miljard euro hoger dan in 2023. De investeringen namen echter maar met 2 miljard euro toe. Bedrijven hebben dus niet alle extra besparingen aangewend voor meer investeringen. Dit zorgt ook voor een daling in de investeringsquote, het percentage van de toegevoegde waarde van de gehele economie dat bedrijven aanwenden voor investeringen in vaste activa. De investeringsquote daalde naar 16,1 procent.

Figuur 5.5 Besparingen en investeringen in vaste activa
JaarBruto besparingen (mld euro)Investeringen in vaste activa (mld euro)
2015105,589,1
201695,671,5
2017114,673,9
2018115,476,6
2019113,485,0
2020113,981,3
2021155,487,9
2022139,198,4
2023163,1104,9
2024176,4106,9

In 2024 is bijna 113 miljard euro aan dividend uitgekeerd door niet-financiële vennootschappen. Dit is 1,3 miljard euro meer dan in 2023. Het grootste deel van de dividenden, ruim 50 miljard euro, stroomt naar het buitenland. Dit is wel 1,6 miljard euro minder dan in 2023. De dividenduitkeringen aan andere niet-financiële vennootschappen en huishoudens namen toe in 2024, met respectievelijk 2,1 miljard euro en 0,8 miljard euro. 

Figuur 5.6 Dividenduitkeringen niet-financiële vennootschappen
JaarBuitenland (mld euro)Financiële instellingen (mld euro)Niet-financiële vennootschappen (mld euro)Huishoudens + IZWh's (mld euro)Overheid (mld euro)
202045,323,417,111,21,2
202148,025,117,010,21,2
202259,228,818,911,81,1
202351,726,318,513,81,2
202450,126,220,614,61,4