SRG-I Cohortonderzoek personen met loonkostensubsidie

Over deze publicatie

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil graag inzicht in de ontwikkeling van het aantal loonkostensubsidies en de situatie van personen met een loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet (LKSP) of forfaitaire loonkostensubsidie (LKSF) qua uitkerings- en werksituatie over de tijd. In dit onderzoek worden personen gevolgd die 2022 of 2023 een startende, lopende of beëindigde loonkostensubsidie hebben. Er is gekeken naar veranderingen in type loonkostensubsidie, loonwaarde, uitkeringspositie en baankenmerken (soort contract, uurloon en gemiddeld gewerkte uren). Voor beide jaren is een profiel van de gebruikers van loonskostensubsidie gemaakt op basis van achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, hoogst behaalde opleiding en herkomst).

Samenvatting en conclusie

Centraal in dit onderzoek staan twee cohorten. Het eerste cohort is een groep personen die een gestarte, beëindigde of lopende LKSP of LKSF heeft in 2022. Voor het andere cohort geldt hetzelfde, maar is het cohortjaar 2023. Voor cohort 2022 is gekeken naar de situatie in de twaalf maanden voor en 24 maanden na een peilmoment (startdatum, einddatum of 30 september). In elke maand wordt een uitsplitsing gemaakt naar het ontvangen van LKSP of LKSF, loonwaarde, uitkeringssituatie, en indien de persoon werkend is, het soort contract, aantal gewerkte uren en het uurloon. Voor cohort 2023 is gekeken naar dezelfde kenmerken in de twaalf maanden voor en na het peilmoment. Voor beide cohorten is een profiel gemaakt op basis van achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd, hoogst behaalde opleiding en herkomst).

Achtergrondkenmerken van personen met LKS(P/F)  

Personen die het gehele jaar LKSP ontvangen, zijn gemiddeld genomen ouder dan personen die starten of stoppen met LKS(P/F). Meer dan de helft van de personen die starten of stoppen met LKS(P/F) zijn namelijk jonger dan 27 jaar. Iets meer dan de helft van de personen met LKS(P/F) heeft geen startkwalificatie.  Vooral mannen met LKS(P/F) hebben minder vaak een startkwalificatie dan vrouwen met LKS(P/F). Van de personen die LKS(P/F) ontvangen is 50 procent of meer geboren in Nederland, net als hun ouders. Vooral onder personen jonger dan 27 jaar, en met name onder de mannen, is het aandeel met een Nederlandse herkomst hoog. In 2023 lijkt de groep die gebruik maakt van LKS(P/F), en met name groep die start met LKSP, iets diverser te worden. 

Lopende LKSP, cohort 2022 en 2023

Het merendeel van de personen met lopende LKSP is en blijft werkzaam in loondienst zonder bijstand. Wel zijn in 2023 personen vaker werkend met bijstand dan in 2022. Het aandeel werkzame personen met een contract voor onbepaalde tijd stijgt, vooral onder personen met hbo- of wo masterdiploma. Ook stijgt het aantal contracturen dat mensen werkzaam zijn. Mannen hebben vaker een contract voor meer uren dan vrouwen. Verder stijgt het uurloon, wat vermoedelijk samenhangt met inflatie en wijzigingen in het minimumloon per 1 januari 2024. De loonwaarde blijft over het algemeen vrij stabiel over tijd. De loonwaarde verschilt tussen leeftijdsgroepen, waarbij jongeren onder de 27 jaar vaker banen hebben met lage loonwaardes en personen van 27 tot 35 jaar vaker banen hebben met hoge loonwaardes.

Beëindigde LKSP, cohort 2022

Na beëindiging van de LKSP verschuiven personen vooral van werkend zonder bijstand naar niet werkend zonder bijstand. Er vindt na de beëindiging van de LKSP een daling plaats van contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd, en een stijging van personen zonder contract. Na beëindiging van de LKSP hebben jongere leeftijdscategorieën vaker een contract voor bepaalde tijd dan oudere leeftijdscategorieën. 

Gestarte LKSP, cohort 2022 en 2023

In 2023 stromen relatief meer werkzame personen zonder LKS(P/F) in een LKSP dan in 2022. Na de start van LKSP werkt ruim twee derde van de personen. Over tijd neemt het aantal werkenden af en onder vrouwen is deze afname iets sterker dan onder mannen. 

Het merendeel van de personen is werkzaam in loondienst zonder bijstand bij de start van hun LKSP. Vooral jongeren maken minder gebruik van bijstand voorafgaand aan LKSP. Onder personen tussen de 35 en 55 jaar is het gebruik van bijstand voorafgaand en na de start van hun LKSP juist relatief hoog. 

Voorafgaand aan de start van de LKSP heeft een belangrijk deel een LKSF. Bij de jongere leeftijdsgroepen is dit vaker het geval dan bij de oudere leeftijdsgroepen.  

1. Inleiding

1.1 Achtergrond

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wil graag inzicht in de ontwikkeling van het aantal personen met een loonkostensubsidie en de werk- en uitkeringssituatie van deze personen. In de Participatiewet is de mogelijkheid opgenomen om werkgevers een loonkostensubsidie te verstrekken voor personen met een arbeidsbeperking: de loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet (LKSP). Werkgevers worden zo gestimuleerd werknemers in dienst te nemen met een arbeidsbeperking. De werkgever ontvangt loonkostensubsidie voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon. De forfaitaire loonkostensubsidie (LKSF) is een tijdelijke subsidie en bedraagt 50 procent van het wettelijk minimumloon voor de eerste zes maanden van een dienstverband. Dit is een overbruggingsperiode waarin de werkelijke loonwaarde wordt vastgesteld.

Door de koppeling van de Statistiek Re-integratie door Gemeenten (SRG) met de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) en de polisadministratie, waarin informatie over inkomstenverhoudingen van werkgevers en andere inhoudingsplichtigen staat, kan de situatie van personen met een loonkostensubsidie gemonitord worden. 

1.2 Onderzoeksvragen

Vragen die SZW graag beantwoord zou willen zien, betreffen de achtergrondkenmerken van de personen met een loonkostensubsidie. In dit onderzoek wordt gekeken naar geslacht, leeftijd, hoogst behaalde opleiding en herkomst van personen in de twee cohorten. 

Daarnaast is SZW geïnteresseerd in de lopende LKSP. Wat is het verloop van de loonkostensubsidies over de tijd? Hoe ontwikkelt de loonwaarde, het aantal contracturen, het contracttype, de arbeidssituatie van personen met een lopende LKSP? De focus ligt op cohort 2022, maar waar nodig wordt ook cohort 2023 betrokken.  

Aanvullend zijn voor cohort 2022 enkele analyses verricht naar de beëindigde en gestarte LKSP en beëindigde LKSF. 

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de methode beschreven. Hoofdstuk 3 geeft achtergrondkenmerken van de personen met een lopende, gestarte en beëindigde LKSP/LKSF in 2022. Waar relevant wordt cohort 2022 vergeleken met cohort 2023. Hoofdstuk 4 beschrijft resultaten over lopende LKSP voor cohorten 2022 en 2023. In hoofdstuk 5 ligt de focus op beëindigde LKSP van cohort 2022. Hoofdstuk 6 gaat in op beëindigde LKSF en gestarte LKSP. 

2. Onderzoeksmethode

2.1 Inleiding

In dit onderzoek worden twee cohorten gevolgd, die aangeduid worden als cohort 2022 en cohort 2023. Voor beide cohorten loopt het cohortjaar van 1 januari tot en met 31 december van het desbetreffende jaar, dus respectievelijk 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 en 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. In het onderzoek worden alle personen meegenomen die in het cohortjaar een gestarte, lopende of beëindigde LKSP of beëindigde LKSF hadden. De analyses in dit rapport zijn op persoonsniveau1). Daarmee wordt bedoeld dat gekeken wordt of een persoon in het cohortjaar een LKSP startte, een LKS(P/F) beëindigde of dat de LKSP-voorziening gedurende het gehele cohortjaar liep. 

Het is mogelijk dat een persoon meerdere voorzieningen LKSP start in het cohortjaar. In dat geval wordt de eerst gestarte voorziening gevolgd. Als een persoon meerdere voorzieningen LKSP beëindigde in het cohortjaar, dan wordt de laatst beëindigde voorziening gevolgd. Een persoon die zowel een LKSP startte en beëindigde gedurende het cohortjaar telt mee bij zowel de gestarte als de beëindigde LKSP.  Een persoon die een LKSP startte of beëindigde naast een LKSP die het gehele cohortjaar liep, telt mee bij de lopende LKSP, maar niet bij de gestarte of beëindigde LKSP. Indien een persoon een beëindigde LKSF heeft naast een lopende, gestarte of beëindigde LKSP, dan telt de persoon mee bij de beëindigde LKSF en bij de lopende, gestarte of beëindigde LKSP.

2.2 Verslagperiode

In het rapport wordt gesproken over peilmomenten. Peilmoment 0 is de startdatum voor startende voorziening, de einddatum voor beëindigde voorzieningen en 30 september voor lopende voorzieningen. Bij de gestarte en beëindigde LKS(P/F) verschilt de precieze datum die als peilmoment 0 wordt gekozen dus tussen personen; maar de datum ligt wel altijd tussen 1 januari en 31 december van het cohortjaar. Voor de lopende LKSP ligt de peildatum 0 vast op 30 september. Cohort 2022 wordt gevolgd tot en met 24 maanden na peilmoment 0 en cohort 2023 tot en met twaalf maanden na het peilmoment 0. Daarnaast worden allebei de cohorten gevolgd tot en met twaalf maanden vóór peilmoment 0. 

Voor de personen in cohort 2022 wordt voor de twaalf maanden vóór en 24 maanden ná peilmoment 0 gekeken welke kenmerken van toepassing zijn. Het gaat daarbij om de volgende kenmerken: wel/geen LKSP en/of LKSF, uitkeringssituatie (kruising van wel/geen baan in loondienst en wel/geen bijstand2)), contractsoort, het aantal contracturen, uurloon en loonwaarde. Het aantal contracturen zijn het aantal verloonde uren volgens de inkomstenverhouding uit de polisadministratie minus overwerkuren in de maand waarin het peilmoment valt. Deze uren zijn omgerekend naar uren op weekbasis en onderverdeeld in duurklassen. Voor de personen in cohort 2023 wordt voor de twaalf maanden vóór en twaalf maanden ná het peilmoment gekeken welke kenmerken van toepassing zijn.

Alle informatie die vertraagd is aangeleverd in de verslagperiode, is meegenomen. Gemeenten kunnen informatie over voorzieningen later aanleveren dan de maand waarover de voorziening gaat. Als een voorziening bijvoorbeeld in oktober voor het eerst wordt aangeleverd, maar met een startdatum in februari, dan wordt deze voorziening in dit onderzoek opgenomen in het bestand als gestarte voorziening per februari. Alle vertraagde informatie over verslagjaren 2022 en 2023 aangeleverd tot en met december 2024 is verwerkt. Dit betekent dat er voor januari 2022 bijna drie jaar aan nagekomen informatie is meegenomen. Voor voorzieningen die in januari 2023 zijn gestart wordt een jaar minder nagekomen informatie verwerkt.

2.3 Sequentieanalyse

Voor dit onderzoek naar personen met een LKS(P/F) wordt onder andere gebruik gemaakt van sequentieanalyses. Bij een sequentieanalyse kunnen alle gebeurtenissen gedurende de geobserveerde periode op persoonsniveau meegenomen worden. In het huidige onderzoek betreft dit ontwikkelingspatronen in het hebben van een voorziening, het hebben van bijstand, arbeidskenmerken (soort contract, contracturen, uurloon) en de loonwaarde. Dit is een voordeel ten opzichte van het maken van tabellen, waarin enkel geaggregeerde aantallen op een bepaald tijdsmoment zichtbaar zijn en niet duidelijk is hoe individuele patronen verlopen. In dit onderzoek worden wel ook tabellen gemaakt. Deze worden apart gepubliceerd. 

Uit de sequentieanalyses volgen per situatie figuren met daarin de feitelijke patronen van elk kenmerk voor elk persoon met een loonkostensubsidie. In de figuren stelt elke lijn een persoon voor. Het figuur geeft direct een overzicht van de verscheidenheid aan verschillende patronen die er binnen de hele populatie voorkomen en welke patronen vaker voorkomen dan andere. In het figuur wordt de situatie van de persoon maandelijks, per relatief peilmoment, vastgesteld. Deze relatieve peilmomenten zijn afgebeeld op de horizontale as. In het rapport zijn alle sequentieplots gesorteerd van relatief peilmoment 0 tot en met relatief peilmoment 12 of 24, behalve de plots die ook relatief peilmoment -1 en -2 hebben. In dat geval is er eerst gesorteerd op relatief peilmoment -1, daarna op -2, daarna op 0 tot en met 24. De sortering maakt uit voor hoe de figuren er uitzien. Een goede sortering maakt interpretatie van het figuur makkelijker en hangt af van waar de focus bij het bekijken van het figuur op ligt. Bij de startende LKSP is dat op de maanden voor de start, bij de andere figuren voornamelijk op de maanden na het peilmoment.

Bij de interpretatie van de sequentieplots over lopende LKSP is het belangrijk te beseffen dat op peilmoment 1 tot en met 3 de LKSP altijd lopend is, omdat de persoon anders niet tot de situatie ‘Lopende LKSP’ behoort. Dit betekent dat voor iedereen in cohort 2022 peilmoment 4 gelijk is aan januari 2023 en voor cohort 2023 aan januari 2024. Vanaf peilmoment 4 is de voorziening voor elke persoon met een lopende voorziening minstens een heel jaar lopend geweest. Bovendien is het vanaf dat moment mogelijk om de LKSP te beëindigen. 

1) Dit is wijkt af van eerdere publicaties op dit onderwerp, waar de analyse op persoons-situatieniveau uitgevoerd zijn. Hierdoor ontstaan kleine verschillen voor cohort 2022. Zie: SRG-I Cohortonderzoek personen met loonkostensubsidie | CBS.
2) De volgende voorzieningen worden gerekend onder bijstand in dit onderzoek: algemene bijstandsuitkeringen aan thuiswonende personen en uitkeringen in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) of Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ). 

3. Achtergrondkenmerken van personen met een loonkostensubsidie

3.1 Inleiding 

Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van personen met loonkostensubsidie op de achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd, hoogst behaalde opleiding en herkomst. De focus ligt daarbij op cohort 2022.

Het cohort 2022 bestaat uit 38 930 unieke personen die ergens in het jaar 2022 LKS(P/F) ontvingen, zie tabel 3.1.1. Van deze personen is 31 procent vrouw. Het overgrote deel van de personen is jonger dan 27 jaar (46 procent). Het aandeel personen tussen de 27 en 35 jaar, de 35 en 45 jaar, de 45 en 55 jaar, en 55 jaar tot de AOW-leeftijd ligt rond de 13 tot 14 procent voor elk van deze leeftijdsgroepen. Personen boven de AOW-leeftijd komen bijna niet voor (0,2 procent), en worden in de rest van dit hoofdstuk buiten beschouwing gelaten. Ruim de helft van cohort 2022 heeft geen startkwalificatie (afgeronde havo, vwo, mbo 2 of hoger). Zo heeft 29 procent een mbo 1, vmbo, of onderbouw havo/vwo afgerond en 26 procent heeft alleen het basisonderwijs afgerond. Ongeveer 39 procent heeft wel een startkwalificatie. Zo heeft 34 procent havo, vwo, mbo 2 of hoger afgerond en 5 procent heeft een hbo- of wo opleiding afgerond. Voor iets meer dan 5 procent van de personen is het hoogst behaalde opleidingsniveau onbekend. Het grootste deel van de personen is zelf, net als diens ouders, in Nederland geboren (66 procent). 

Het cohort 2023 bestaat uit 43 080 personen die ergens in het jaar 2023 LKS(P/F) ontvingen, zie tabel 3.1.1. Dat is een stijging van 11 procent ten opzichte van cohort 2022. Naast deze stijging is er een kleine verschuiving zichtbaar in de leeftijd en herkomst van de personen in cohort 2023 ten opzichte van cohort 2022. Paragraaf 3.5 gaat in op deze verschillen. Omdat de verschillen verder klein zijn, wordt in de eerstvolgende paragrafen alleen cohort 2022 uitgelicht. 

Tabel 3.1.1 geeft een samenvatting van de aantallen personen per cohort naar situatie (gestarte, beëindigde, lopende LKSP en beëindigde LKSF). Bij het interpreteren van de cijfers in onderstaande paragrafen is het is belangrijk te bedenken dat personen die tot de groep startende LKSP gerekend worden, ook tot de groep beëindigde LKSP kunnen behoren. Daarentegen kunnen personen die tot de groep lopende LKSP behoren, niet ook tot de startende en/of beëindigde LKSP van dat cohort behoren. 

3.1.1 Aantallen personen met LKS(P/F) naar situatie
Cohort 2022Cohort 2023
Gestarte LKSP10 98011 710
Beëindigde LKSP 7 6108 050
Lopende LKSP21 20024 330
Beëindigde LKSF 6 1606 480
Unieke personen met LKS38 93043 080

3.2 Geslacht en leeftijd cohort 2022

De situatie lopende LKSP is veruit het grootst en telt ook het grootste aantal mannen: 14 840 van de 21 200 personen is man. Dat komt overeen met 70 procent. Hoewel de andere situaties (beëindigde LKSP, startende LKSP, beëindigde LKSF) kleiner zijn qua aantallen personen, is het aandeel mannen vergelijkbaar (67 tot 69 procent). 

Van de personen die tot cohort 2022 behoren, is bijna de helft jonger dan 27 jaar. Het aandeel jongeren is het hoogst onder beëindigde LKSF (55 procent, 3 420 van de 6 160 personen), gevolgd door 51 procent onder startende LKSP (5 550 van de 10 980 personen), 50 procent onder beëindigde LKSP (3 770 van de 7 610 personen) en 43 procent onder lopende LKSP (9 220 van de 21 200 personen). De leeftijdsverdeling van de mannen is goed vergelijkbaar met die van de vrouwen voor alle situaties, zij het dat onder mannen het aandeel jonger dan 27 jaar enkele procentpunten3) groter is dan onder de vrouwen (zie figuur 3.2.1).  

Bij lopende LKSP is het aandeel personen tussen 35 jaar en de AOW-leeftijd bijna gelijk (44 procent) is aan het aandeel jonger dan 27 jaar (43 procent). Bij de andere situaties is de groep personen jonger dan 27 jaar relatief groter. Als de groep vanaf 35 jaar nader wordt bekeken, valt op dat van de personen met lopende LKSP 16 procent tussen de 55 jaar en AOW-leeftijd is. In de andere situaties zijn de personen tussen de 55 jaar en AOW-leeftijd juist de kleinste groep: 8 procent van de personen met beëindigde LKSF, en 10 procent van de personen met beëindigde LKSP en gestarte LKSP. 

3.2.1 Leeftijd en geslacht
Situatie Geslacht Leeftijd Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP Man Jonger dan 27 jaar 52
Startende LKSP Man 27 tot 35 jaar 13
Startende LKSP Man 35 tot AOW-leeftijd 35
Startende LKSP Man AOW-leeftijd en ouder 0
Startende LKSP Vrouw Jonger dan 27 jaar 46
Startende LKSP Vrouw 27 tot 35 jaar 13
Startende LKSP Vrouw 35 tot AOW-leeftijd 41
Beëindigde LKSP Man Jonger dan 27 jaar 51
Beëindigde LKSP Man 27 tot 35 jaar 14
Beëindigde LKSP Man 35 tot AOW-leeftijd 34
Beëindigde LKSP Man AOW-leeftijd en ouder 1
Beëindigde LKSP Vrouw Jonger dan 27 jaar 46
Beëindigde LKSP Vrouw 27 tot 35 jaar 15
Beëindigde LKSP Vrouw 35 tot AOW-leeftijd 38
Beëindigde LKSP Vrouw AOW-leeftijd en ouder 1
Beëindigde LKSF Man Jonger dan 27 jaar 58
Beëindigde LKSF Man 27 tot 35 jaar 13
Beëindigde LKSF Man 35 tot AOW-leeftijd 29
Beëindigde LKSF Vrouw Jonger dan 27 jaar 51
Beëindigde LKSF Vrouw 27 tot 35 jaar 14
Beëindigde LKSF Vrouw 35 tot AOW-leeftijd 35
Lopende LKSP Man Jonger dan 27 jaar 45
Lopende LKSP Man 27 tot 35 jaar 12
Lopende LKSP Man 35 tot AOW-leeftijd 43
Lopende LKSP Man AOW-leeftijd en ouder 0
Lopende LKSP Vrouw Jonger dan 27 jaar 39
Lopende LKSP Vrouw 27 tot 35 jaar 13
Lopende LKSP Vrouw 35 tot AOW-leeftijd 48

3.3 Opleiding cohort 2022

Zoals vermeld in paragraaf 3.1, heeft ongeveer 39 procent van alle personen die ergens in 2022 LKS(P/F) ontvingen een startkwalificatie (een diploma voor havo, vwo, mbo 2 of hoger, hbo of wo). Onder de vrouwen is dit aandeel personen enkele procentpunten hoger dan onder de mannen. Vooral vrouwen bij wie LKS(P/F) eindigt, hebben vaker een startkwalificatie dan mannen bij wie LKS(P/F) eindigt (46 procent versus 39 procent), zie figuur 3.3.1. 

Het aandeel personen dat alleen het basisonderwijs heeft afgerond is het hoogst onder de personen met lopende LKSP (28 procent; 5 850 van de 21 200 personen). In de andere situaties is dit aandeel vergelijkbaar, zij het iets lager: 25 procent onder startende LKSP (2 760 van de 10 980 personen), 24 procent onder beëindigde LKSF (1 450 van de 6 160 personen); 23 procent onder beëindigde LKSP (1 760 van de 7 610 personen). 

Bij de kruising tussen leeftijd, opleidingsniveau en geslacht valt op dat voor jongeren de grootste groep basisonderwijs als hoogst behaalde opleiding heeft (37 procent onder mannen; 34 procent onder vrouwen). Dit aandeel was het laagst onder de leeftijdsgroep 27 tot 35 jaar (10 procent onder mannen; 7 procent onder vrouwen), zie figuur 3.3.2. Het aandeel personen met havo/vwo/mbo2 (minimale startkwalificatie) is het grootst bij de groep van 27 jaar tot 35 jaar (59 procent onder mannen en vrouwen). 

3.3.1 Opleidingsniveau en geslacht
Situatie Geslacht Opleidingsniveau Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP Man Basisonderwijs 28
Startende LKSP Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 33
Startende LKSP Man Havo, vwo, mbo 34
Startende LKSP Man Hbo-, wo-bachelor 4
Startende LKSP Man Hbo-, wo-master, doctor 1
Startende LKSP Vrouw Basisonderwijs 25
Startende LKSP Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 31
Startende LKSP Vrouw Havo, vwo, mbo 38
Startende LKSP Vrouw Hbo-, wo-bachelor 5
Startende LKSP Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 2
Beëindigde LKSP Man Basisonderwijs 26
Beëindigde LKSP Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 33
Beëindigde LKSP Man Havo, vwo, mbo 36
Beëindigde LKSP Man Hbo-, wo-bachelor 4
Beëindigde LKSP Man Hbo-, wo-master, doctor 1
Beëindigde LKSP Vrouw Basisonderwijs 22
Beëindigde LKSP Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 31
Beëindigde LKSP Vrouw Havo, vwo, mbo 41
Beëindigde LKSP Vrouw Hbo-, wo-bachelor 5
Beëindigde LKSP Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 2
Beëindigde LKSF Man Basisonderwijs 26
Beëindigde LKSF Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 33
Beëindigde LKSF Man Havo, vwo, mbo 34
Beëindigde LKSF Man Hbo-, wo-bachelor 5
Beëindigde LKSF Man Hbo-, wo-master, doctor 1
Beëindigde LKSF Vrouw Basisonderwijs 21
Beëindigde LKSF Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 31
Beëindigde LKSF Vrouw Havo, vwo, mbo 40
Beëindigde LKSF Vrouw Hbo-, wo-bachelor 6
Beëindigde LKSF Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 2
Lopende LKSP Man Basisonderwijs 29
Lopende LKSP Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 30
Lopende LKSP Man Havo, vwo, mbo 35
Lopende LKSP Man Hbo-, wo-bachelor 4
Lopende LKSP Man Hbo-, wo-master, doctor 1
Lopende LKSP Vrouw Basisonderwijs 27
Lopende LKSP Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 30
Lopende LKSP Vrouw Havo, vwo, mbo 36
Lopende LKSP Vrouw Hbo-, wo-bachelor 4
Lopende LKSP Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 2

3.3.2 Opleidingsniveau, leeftijd en geslacht
Leeftijd Geslacht Opleidingsniveau Aandeel van de deelpopulatie
Jonger dan 27 jaar Man Basisonderwijs 37
Jonger dan 27 jaar Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 35
Jonger dan 27 jaar Man Havo, vwo, mbo 26
Jonger dan 27 jaar Man Hbo-, wo-bachelor 2
Jonger dan 27 jaar Man Hbo-, wo-master, doctor 0
Jonger dan 27 jaar Vrouw Basisonderwijs 34
Jonger dan 27 jaar Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 35
Jonger dan 27 jaar Vrouw Havo, vwo, mbo 29
Jonger dan 27 jaar Vrouw Hbo-, wo-bachelor 2
Jonger dan 27 jaar Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 0
27 tot 35 jaar Man Basisonderwijs 10
27 tot 35 jaar Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 23
27 tot 35 jaar Man Havo, vwo, mbo 59
27 tot 35 jaar Man Hbo-, wo-bachelor 6
27 tot 35 jaar Man Hbo-, wo-master, doctor 2
27 tot 35 jaar Vrouw Basisonderwijs 7
27 tot 35 jaar Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 24
27 tot 35 jaar Vrouw Havo, vwo, mbo 59
27 tot 35 jaar Vrouw Hbo-, wo-bachelor 7
27 tot 35 jaar Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 3
35 tot AOW-leeftijd Man Basisonderwijs 26
35 tot AOW-leeftijd Man Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 27
35 tot AOW-leeftijd Man Havo, vwo, mbo 39
35 tot AOW-leeftijd Man Hbo-, wo-bachelor 6
35 tot AOW-leeftijd Man Hbo-, wo-master, doctor 2
35 tot AOW-leeftijd Vrouw Basisonderwijs 27
35 tot AOW-leeftijd Vrouw Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 28
35 tot AOW-leeftijd Vrouw Havo, vwo, mbo 37
35 tot AOW-leeftijd Vrouw Hbo-, wo-bachelor 6
35 tot AOW-leeftijd Vrouw Hbo-, wo-master, doctor 2

3.4 Herkomst cohort 2022

Vooral onder jongeren zijn er relatief veel personen met Nederlandse herkomst. Onder jongeren met lopende LKSP heeft 80 procent een Nederlandse herkomst, zie figuur 3.4.1. Onder 27- tot 35-jarigen met lopende LKSP is dit 70 procent, en onder de oudere leeftijdsgroep(en) met lopende LKSP is dit zo’n 55 procent. Hoe ouder, hoe diverser de gebruikers van LKSP of LKSF zijn. De verdeling van herkomst is vergelijkbaar tussen mannen en vrouwen, zie figuur 3.4.2.

3.4.1 Situatie, herkomst en leeftijd; cohort 2022
Situatie Leeftijd Herkomst Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Nederland 79
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Europa (exclusief Nederland) 5
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Afrika 3
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Suriname 2
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Azië 3
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Marokko 2
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Nederlands-Caribisch gebied 1
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Indonesië 0
Startende LKSP Jonger dan 27 jaar Turkije 2
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Nederland 62
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Europa (exclusief Nederland) 6
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Afrika 9
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Suriname 4
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Azië 8
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Marokko 1
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Nederlands-Caribisch gebied 3
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Indonesië 1
Startende LKSP 27 tot 35 jaar Turkije 2
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederland 47
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Europa (exclusief Nederland) 7
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Afrika 13
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Suriname 5
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Azië 13
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Marokko 3
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederlands-Caribisch gebied 4
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Indonesië 3
Startende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Turkije 3
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Nederland 77
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Europa (exclusief Nederland) 5
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Afrika 4
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Suriname 2
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Azië 3
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Marokko 2
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Nederlands-Caribisch gebied 2
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Indonesië 0
Be�indigde LKSP Jonger dan 27 jaar Turkije 3
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Nederland 63
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Europa (exclusief Nederland) 6
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Overig Afrika 9
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Suriname 4
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Overig Azië 8
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Marokko 2
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Nederlands-Caribisch gebied 4
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Indonesië 1
Be�indigde LKSP 27 tot 35 jaar Turkije 2
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederland 47
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Europa (exclusief Nederland) 7
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Afrika 11
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Suriname 7
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Azië 13
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Marokko 4
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederlands-Caribisch gebied 4
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Indonesië 3
Be�indigde LKSP 35 tot AOW-leeftijd Turkije 3
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Nederland 77
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Europa (exclusief Nederland) 6
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Overig Afrika 3
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Suriname 2
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Overig Azië 3
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Marokko 2
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Nederlands-Caribisch gebied 2
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Indonesië 0
Be�indigde LKSF Jonger dan 27 jaar Turkije 2
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Nederland 65
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Europa (exclusief Nederland) 6
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Overig Afrika 10
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Suriname 3
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Overig Azië 8
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Marokko 2
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Nederlands-Caribisch gebied 4
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Indonesië 1
Be�indigde LKSF 27 tot 35 jaar Turkije 2
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Nederland 49
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Overig Amerika en Oceanië 2
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Europa (exclusief Nederland) 8
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Overig Afrika 9
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Suriname 5
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Overig Azië 14
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Marokko 3
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Nederlands-Caribisch gebied 4
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Indonesië 3
Be�indigde LKSF 35 tot AOW-leeftijd Turkije 3
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Nederland 80
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Europa (exclusief Nederland) 5
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Afrika 3
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Suriname 2
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Overig Azië 3
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Marokko 2
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Nederlands-Caribisch gebied 1
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Indonesië 0
Lopende LKSP Jonger dan 27 jaar Turkije 2
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Nederland 70
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Amerika en Oceanië 2
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Europa (exclusief Nederland) 4
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Afrika 9
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Suriname 2
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Overig Azië 6
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Marokko 1
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Nederlands-Caribisch gebied 2
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Indonesië 1
Lopende LKSP 27 tot 35 jaar Turkije 2
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederland 55
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Amerika en Oceanië 1
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Europa (exclusief Nederland) 6
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Afrika 10
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Suriname 5
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Overig Azië 10
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Marokko 4
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Nederlands-Caribisch gebied 3
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Indonesië 3
Lopende LKSP 35 tot AOW-leeftijd Turkije 3

3.4.2 Geslacht, herkomst en situatie; cohort 2022
Situatie Geslacht Herkomst Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP Man Nederland 66
Startende LKSP Man Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP Man Europa (exclusief Nederland) 5
Startende LKSP Man Overig Afrika 7
Startende LKSP Man Suriname 3
Startende LKSP Man Overig Azië 8
Startende LKSP Man Marokko 2
Startende LKSP Man Nederlands-Caribisch gebied 3
Startende LKSP Man Indonesië 1
Startende LKSP Man Turkije 2
Startende LKSP Vrouw Nederland 63
Startende LKSP Vrouw Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP Vrouw Europa (exclusief Nederland) 7
Startende LKSP Vrouw Overig Afrika 7
Startende LKSP Vrouw Suriname 4
Startende LKSP Vrouw Overig Azië 6
Startende LKSP Vrouw Marokko 2
Startende LKSP Vrouw Nederlands-Caribisch gebied 3
Startende LKSP Vrouw Indonesië 2
Startende LKSP Vrouw Turkije 3
Beëindigde LKSP Man Nederland 65
Beëindigde LKSP Man Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSP Man Europa (exclusief Nederland) 6
Beëindigde LKSP Man Overig Afrika 8
Beëindigde LKSP Man Suriname 4
Beëindigde LKSP Man Overig Azië 8
Beëindigde LKSP Man Marokko 3
Beëindigde LKSP Man Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSP Man Indonesië 1
Beëindigde LKSP Man Turkije 2
Beëindigde LKSP Vrouw Nederland 64
Beëindigde LKSP Vrouw Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSP Vrouw Europa (exclusief Nederland) 7
Beëindigde LKSP Vrouw Overig Afrika 5
Beëindigde LKSP Vrouw Suriname 5
Beëindigde LKSP Vrouw Overig Azië 5
Beëindigde LKSP Vrouw Marokko 3
Beëindigde LKSP Vrouw Nederlands-Caribisch gebied 4
Beëindigde LKSP Vrouw Indonesië 2
Beëindigde LKSP Vrouw Turkije 3
Beëindigde LKSF Man Nederland 67
Beëindigde LKSF Man Overig Amerika en Oceanië 1
Beëindigde LKSF Man Europa (exclusief Nederland) 6
Beëindigde LKSF Man Overig Afrika 6
Beëindigde LKSF Man Suriname 3
Beëindigde LKSF Man Overig Azië 8
Beëindigde LKSF Man Marokko 2
Beëindigde LKSF Man Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSF Man Indonesië 1
Beëindigde LKSF Man Turkije 2
Beëindigde LKSF Vrouw Nederland 65
Beëindigde LKSF Vrouw Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSF Vrouw Europa (exclusief Nederland) 8
Beëindigde LKSF Vrouw Overig Afrika 5
Beëindigde LKSF Vrouw Suriname 4
Beëindigde LKSF Vrouw Overig Azië 6
Beëindigde LKSF Vrouw Marokko 2
Beëindigde LKSF Vrouw Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSF Vrouw Indonesië 2
Beëindigde LKSF Vrouw Turkije 3
Lopende LKSP Man Nederland 68
Lopende LKSP Man Overig Amerika en Oceanië 1
Lopende LKSP Man Europa (exclusief Nederland) 5
Lopende LKSP Man Overig Afrika 7
Lopende LKSP Man Suriname 3
Lopende LKSP Man Overig Azië 7
Lopende LKSP Man Marokko 3
Lopende LKSP Man Nederlands-Caribisch gebied 2
Lopende LKSP Man Indonesië 1
Lopende LKSP Man Turkije 2
Lopende LKSP Vrouw Nederland 66
Lopende LKSP Vrouw Overig Amerika en Oceanië 2
Lopende LKSP Vrouw Europa (exclusief Nederland) 6
Lopende LKSP Vrouw Overig Afrika 6
Lopende LKSP Vrouw Suriname 4
Lopende LKSP Vrouw Overig Azië 5
Lopende LKSP Vrouw Marokko 3
Lopende LKSP Vrouw Nederlands-Caribisch gebied 3
Lopende LKSP Vrouw Indonesië 2
Lopende LKSP Vrouw Turkije 3

3.5 Verschillen tussen cohort 2022 en 2023 

Zoals beschreven in paragraaf 3.1 waren er in 2023 meer personen met LKS(P/F) dan in cohort 2022. Net als in 2022, is het merendeel van deze personen jonger dan 27 jaar (46 procent in 2022, 45 procent in 2023). Uitgesplitst naar de verschillende situaties, is een lichte daling te zien in het aantal jongeren bij de lopende, gestarte en beëindigde LKSP, zie figuur 3.5.1. Deze daling van het aandeel jongeren is het sterkst bij de startende LKSP (51 procent in 2022, 48 procent 2023). Deze daling is te zien voor mannen en vrouwen. 

3.5.1 Leeftijdsverdeling per cohort
Situatie Cohort Leeftijd Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP 2022 Jonger dan 27 jaar 51
Startende LKSP 2022 27 tot 35 jaar 13
Startende LKSP 2022 35 tot AOW-leeftijd 37
Startende LKSP 2022 AOW-leeftijd en ouder 0
Startende LKSP 2023 Jonger dan 27 jaar 48
Startende LKSP 2023 27 tot 35 jaar 13
Startende LKSP 2023 35 tot AOW-leeftijd 39
Startende LKSP 2023 AOW-leeftijd en ouder 0
Beëindigde LKSP 2022 Jonger dan 27 jaar 50
Beëindigde LKSP 2022 27 tot 35 jaar 15
Beëindigde LKSP 2022 35 tot AOW-leeftijd 35
Beëindigde LKSP 2022 AOW-leeftijd en ouder 1
Beëindigde LKSP 2023 Jonger dan 27 jaar 48
Beëindigde LKSP 2023 27 tot 35 jaar 15
Beëindigde LKSP 2023 35 tot AOW-leeftijd 36
Beëindigde LKSP 2023 AOW-leeftijd en ouder 1
Beëindigde LKSF 2022 Jonger dan 27 jaar 55
Beëindigde LKSF 2022 27 tot 35 jaar 14
Beëindigde LKSF 2022 35 tot AOW-leeftijd 31
Beëindigde LKSF 2023 Jonger dan 27 jaar 55
Beëindigde LKSF 2023 27 tot 35 jaar 14
Beëindigde LKSF 2023 35 tot AOW-leeftijd 31
Lopende LKSP 2022 Jonger dan 27 jaar 43
Lopende LKSP 2022 27 tot 35 jaar 12
Lopende LKSP 2022 35 tot AOW-leeftijd 44
Lopende LKSP 2022 AOW-leeftijd en ouder 0
Lopende LKSP 2023 Jonger dan 27 jaar 42
Lopende LKSP 2023 27 tot 35 jaar 13
Lopende LKSP 2023 35 tot AOW-leeftijd 45
Lopende LKSP 2023 AOW-leeftijd en ouder 0

Onder startende LKSP is er eveneens een daling in het aandeel personen met een Nederlandse herkomst, zie figuur 3.5.2. In 2023 was 62 procent van de personen met startende LKSP zelf, evenals hun ouders, in Nederland geboren tegenover 65 procent in 2022. Deze daling is minder sterk voor de beëindigde LKSP en LKSF (afgerond 1 procentpunt). De daling is afwezig (0 procentpunt) voor de lopende LKSP. 

3.5.2 Herkomst per cohort
Situatie Cohort Herkomst Aandeel van de deelpopulatie
Startende LKSP 2022 Nederland 65
Startende LKSP 2022 Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP 2022 Europa (exclusief Nederland) 6
Startende LKSP 2022 Overig Afrika 7
Startende LKSP 2022 Suriname 3
Startende LKSP 2022 Overig Azië 8
Startende LKSP 2022 Marokko 2
Startende LKSP 2022 Nederlands-Caribisch gebied 3
Startende LKSP 2022 Indonesië 1
Startende LKSP 2022 Turkije 2
Startende LKSP 2023 Nederland 62
Startende LKSP 2023 Overig Amerika en Oceanië 2
Startende LKSP 2023 Europa (exclusief Nederland) 6
Startende LKSP 2023 Overig Afrika 8
Startende LKSP 2023 Suriname 3
Startende LKSP 2023 Overig Azië 9
Startende LKSP 2023 Marokko 2
Startende LKSP 2023 Nederlands-Caribisch gebied 3
Startende LKSP 2023 Indonesië 1
Startende LKSP 2023 Turkije 3
Beëindigde LKSP 2022 Nederland 65
Beëindigde LKSP 2022 Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSP 2022 Europa (exclusief Nederland) 6
Beëindigde LKSP 2022 Overig Afrika 7
Beëindigde LKSP 2022 Suriname 4
Beëindigde LKSP 2022 Overig Azië 7
Beëindigde LKSP 2022 Marokko 3
Beëindigde LKSP 2022 Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSP 2022 Indonesië 1
Beëindigde LKSP 2022 Turkije 3
Beëindigde LKSP 2023 Nederland 64
Beëindigde LKSP 2023 Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSP 2023 Europa (exclusief Nederland) 6
Beëindigde LKSP 2023 Overig Afrika 7
Beëindigde LKSP 2023 Suriname 4
Beëindigde LKSP 2023 Overig Azië 8
Beëindigde LKSP 2023 Marokko 2
Beëindigde LKSP 2023 Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSP 2023 Indonesië 1
Beëindigde LKSP 2023 Turkije 3
Beëindigde LKSF 2022 Nederland 67
Beëindigde LKSF 2022 Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSF 2022 Europa (exclusief Nederland) 7
Beëindigde LKSF 2022 Overig Afrika 6
Beëindigde LKSF 2022 Suriname 3
Beëindigde LKSF 2022 Overig Azië 7
Beëindigde LKSF 2022 Marokko 2
Beëindigde LKSF 2022 Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSF 2022 Indonesië 1
Beëindigde LKSF 2022 Turkije 2
Beëindigde LKSF 2023 Nederland 66
Beëindigde LKSF 2023 Overig Amerika en Oceanië 2
Beëindigde LKSF 2023 Europa (exclusief Nederland) 7
Beëindigde LKSF 2023 Overig Afrika 6
Beëindigde LKSF 2023 Suriname 3
Beëindigde LKSF 2023 Overig Azië 7
Beëindigde LKSF 2023 Marokko 2
Beëindigde LKSF 2023 Nederlands-Caribisch gebied 3
Beëindigde LKSF 2023 Indonesië 1
Beëindigde LKSF 2023 Turkije 2
Lopende LKSP 2022 Nederland 68
Lopende LKSP 2022 Overig Amerika en Oceanië 2
Lopende LKSP 2022 Europa (exclusief Nederland) 6
Lopende LKSP 2022 Overig Afrika 7
Lopende LKSP 2022 Suriname 3
Lopende LKSP 2022 Overig Azië 6
Lopende LKSP 2022 Marokko 3
Lopende LKSP 2022 Nederlands-Caribisch gebied 2
Lopende LKSP 2022 Indonesië 2
Lopende LKSP 2022 Turkije 3
Lopende LKSP 2023 Nederland 67
Lopende LKSP 2023 Overig Amerika en Oceanië 2
Lopende LKSP 2023 Europa (exclusief Nederland) 6
Lopende LKSP 2023 Overig Afrika 7
Lopende LKSP 2023 Suriname 3
Lopende LKSP 2023 Overig Azië 7
Lopende LKSP 2023 Marokko 2
Lopende LKSP 2023 Nederlands-Caribisch gebied 2
Lopende LKSP 2023 Indonesië 2
Lopende LKSP 2023 Turkije 3
3.5.2 Herkomst per cohort

3.6 Conclusie

De groep die gebruik maakt van LKS(P/F) is overwegend jonger dan 35 jaar. Onder startende en beëindigde LKS(P/F) is het merendeel zelfs jonger dan 27 jaar. Daarentegen is de groep lopende LKSP gemiddeld genomen iets ouder; er zijn ongeveer evenveel personen jonger dan 27 jaar als personen van 35 jaar of ouder. 

Iets meer dan de helft van de personen met LKS(P/F) heeft geen startkwalificatie. Personen die een LKS(P/F) beëindigen, hebben relatief vaker een startkwalificatie. Cijfers over geslacht laten zien dat vrouwen met LKS(P/F) vaker een startkwalificatie hebben dan mannen met LKS. Vooral onder personen die een LKS(P/F) voorziening beëindigden in het jaar hebben vrouwen vaker een startkwalificatie dan de mannen. Verder zien we dat het aandeel personen met een startkwalificatie het hoogst is in de groep 27- tot 35-jarigen en het laagst onder jongeren. Jongeren hebben veelal minder tijd gehad om een opleiding af te ronden.

De cijfers tonen dat vooral mannen jonger dan 27 jaar gebruik maken van LKSP. De meeste van deze mannen zijn net als hun ouders in Nederland geboren. Het aandeel van deze groep is iets kleiner in 2023. Er lijken vooral meer verschillende soorten personen te starten met LKSP in 2023, dan in 2022. Deze verschuivingen zijn klein en data van meerdere jaren is nodig om te onderzoeken of deze verschuiving daadwerkelijk doorzet. 

3) Het aandeel mannen ligt tussen de 5 tot 7 procentpunt hoger per situatie, waarbij het kleinste verschil van 5 procentpunt voorkomt onder beëindigde LKSP en het grootste verschil van 7 procent onder beëindigde LKSF.

4. Lopende loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet, cohorten 2022 en 2023

4.1 Inleiding 

In dit hoofdstuk worden overeenkomsten en verschillen tussen cohort 2022 en cohort 2023 wat betreft de lopende LKSP beschreven. Er wordt gekeken of de trend tussen de jaren vergelijkbaar is, waarbij cohort 2022 een jaar langer gevolgd kan worden dan cohort 2023. 

Cohort 2022 bestaat uit totaal 21 200 personen met een lopende voorziening van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. Voor deze personen ligt peilmoment 0 op 30 september 2022. In het cohort 2023 zijn er 24 330 personen die een lopende LKSP hebben van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 en ligt peilmoment 0 op 30 september 2023. Personen kunnen in beide cohorten voorkomen als zij een loonkostensubsidie hebben die zowel in 2022 als in 2023 loopt. Dit geldt voor 17 750 personen, ongeveer de 80 procent van het totaal aantal personen met een lopende LKSP in cohort 2022 en 70 procent van het totaal aantal personen in 2023. 

4.2 Werk- en uitkeringssituatie

Figuur 4.2.1 toont de werk- en uitkeringssituatie voor personen met lopende LKSP in 2022. Het grootste gedeelte van de personen met een lopende LKSP behoort tot de groep werkend zonder bijstand; namelijk 92 procent op peilmoment 0 (lichtblauwe kleur). Deze groep blijft over tijd vrij stabiel in dezelfde categorie. De op een na grootste groep is werkend met bijstand (donkerblauwe kleur), waartoe 7 procent van de personen behoort aan het begin van de verslagperiode. Deze patronen zijn voor cohort 2023 vergelijkbaar. 

4.2.1 Sequentieplot van werk- en uitkeringssituatie bij lopende LKSP, cohort 2022



Voor cohort 2022 geldt dat 89 procent van de personen op peilmoment 12 werkt zonder bijstand, en 6 procent werkt met bijstand. Voor cohort 2023 zijn deze percentages nagenoeg gelijk, namelijk 88 en 6 procent respectievelijk. Een jaar later, op peilmoment 24, is 85 procent van cohort 2022 nog werkend zonder bijstand en 5 procent werkt met bijstand. Dit laat een vrij stabiel beeld van de uitkeringssituatie over de tijd heen zien voor werkende personen met een lopende LKSP. 

Om een beter beeld te krijgen van de personen van wie de werk- en uitkeringssituatie verandert, zijn de personen die de gehele periode werkend zonder bijstand blijven, uit de hiernavolgende analyses gefilterd. Er blijft dan een groep van 4 820 personen over in cohort 2022 en 3 820 personen in cohort 2023. In de sequentieplots 4.2.2 en 4.2.3 is te zien dat in deze subpopulaties een klein deel van de groep werkend met bijstand (donkerblauwe kleur) overgaat naar werkend zonder bijstand (lichtblauwe kleur). Verder is te zien dat een groot deel van de personen van de groep werkend zonder bijstand overgaan naar niet werkend zonder bijstand (lichtgroene kleur). Deze wisselingen vinden plaats in beide cohorten. Bij de interpretatie van de figuren is het belangrijk om te beseffen dat de horizontale as van de figuren verschilt per cohort. Cohort 2022 loopt tot en met peilmoment 24, en wordt dus een jaar langer gevolgd dan cohort 2023, dat loopt tot en met peilmoment 12. 

Voor de subpopulaties uit figuren 4.2.2 en 4.2.3 zijn ook verschillen te zien tussen de twee cohorten. Zo is 66 procent van de subpopulatie van personen in cohort 2022 werkend zonder bijstand op peilmoment 0 en 30 procent werkend met bijstand. In het 2023 cohort zijn relatief minder personen werkend zonder bijstand, namelijk 48 procent, en is een relatief grotere groep werkend met bijstand, 45 procent. Twaalf maanden later, zijn deze verschillen tussen de subpopulaties van cohort 2022 en 2023 nog steeds aanwezig. De groep werkend zonder bijstand is dan 50 procent voor cohort 2022 ten opzichte van 23 procent voor cohort 2023. Het percentage werkend met bijstand is in cohort 2022 na twaalf maanden 25 procent, en in cohort 2023 is dit 35 procent. 

4.2.2 Sequentieplot van werk- en uitkeringssituatie bij lopende LKSP, cohort 20221)

1) Zonder personen die op elk peilmoment 'Werkend zonder bijstand' waren

4.2.3 Sequentieplot van werk- en uitkeringssituatie bij lopende LKSP, cohort 20231)

1) Zonder personen die op elk peilmoment 'Werkend zonder bijstand' waren

4.3 Soort contract

Figuren 4.3.1 en 4.3.2 tonen de ontwikkeling van contracttype voor personen met lopende LKSP voor respectievelijk cohort 2022 en cohort 2023. Op peilmoment 0 heeft 61 procent van de personen in cohort 2022 en 65 procent van de personen in cohort 2023 een contract voor onbepaalde tijd (lichtblauwe kleur). Op peilmoment 12 is dit respectievelijk 72 en 73 procent. Voor cohort 2022 stijgt dit aandeel met 3 procentpunten verder naar 75 procent op peilmoment 24. De grootste stijging naar een contract voor onbepaalde tijd lijkt in de eerste twaalf maanden na peilmoment 0 te gebeuren. Daarna neemt de stijging voor beide cohorten af. De sequentieplots in figuren 4.3.1 en 4.3.2 laten ook zien dat personen die (tijdelijk) geen contract hebben (groene kleur), vanuit beide groepen lijken te komen; de groepen met een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd. Van cohort 2022 heeft aan het einde van de verslagperiode (op peilmoment 24) 10 procent geen contract. Van cohort 2023 is dit aan het einde van de verslagperiode (op peilmoment 12) 7 procent.

4.3.1 Sequentieplot van contractsoort bij lopende LKSP, cohort 2022

4.3.2 Sequentieplot van contractsoort bij lopende LKSP, cohort 2023

Figuur 4.3.3 toont de ontwikkeling van de het soort contract over de tijd voor cohort 2022, uitgesplitst naar hoogst behaalde opleidingsniveau. Personen zonder contract zijn buiten beschouwing gelaten voor deze figuur. Wat opvalt is dat op relatief peilmoment 0 personen met hbo- of wo masterdiploma (roze lijn) minder vaak een contact voor onbepaalde tijd hebben dan personen met een ander opleidingsniveau. Zo heeft 55 procent van de personen met een hbo- of wo masterdiploma een contract voor onbepaalde tijd, tegenover 63 procent van de personen die alleen het basisonderwijs hebben afgerond. Over de tijd neemt het aandeel personen met een contract voor onbepaalde tijd het sterkste toe in deze groep, tot dat op peilmoment 24 het aandeel vergelijkbaar is met personen met een ander opleidingsniveau; namelijk rond de 75 procent. 

4.3.3 Aandeel met contract; lopende LKSP van cohort 2022
Relatief peilmoment Hoogst behaalde opleiding Contractsoort Aandeel met contract
-12 Basisonderwijs onbepaalde tijd 47
-12 Basisonderwijs bepaalde tijd 49
-12 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 47
-12 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 48
-12 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 46
-12 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 50
-12 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 46
-12 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 49
-12 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 41
-12 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 56
-11 Basisonderwijs onbepaalde tijd 48
-11 Basisonderwijs bepaalde tijd 49
-11 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 48
-11 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 49
-11 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 47
-11 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 50
-11 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 46
-11 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 51
-11 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 42
-11 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 56
-10 Basisonderwijs onbepaalde tijd 49
-10 Basisonderwijs bepaalde tijd 49
-10 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 49
-10 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 49
-10 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 48
-10 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 50
-10 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 48
-10 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 50
-10 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 43
-10 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 56
-9 Basisonderwijs onbepaalde tijd 51
-9 Basisonderwijs bepaalde tijd 49
-9 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 50
-9 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 50
-9 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 49
-9 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 50
-9 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 50
-9 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 50
-9 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 44
-9 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 55
-8 Basisonderwijs onbepaalde tijd 53
-8 Basisonderwijs bepaalde tijd 46
-8 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 52
-8 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 47
-8 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 52
-8 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 47
-8 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 53
-8 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 46
-8 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 46
-8 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 54
-7 Basisonderwijs onbepaalde tijd 55
-7 Basisonderwijs bepaalde tijd 45
-7 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 54
-7 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 46
-7 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 53
-7 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 46
-7 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 55
-7 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 45
-7 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 48
-7 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 52
-6 Basisonderwijs onbepaalde tijd 56
-6 Basisonderwijs bepaalde tijd 43
-6 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 55
-6 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 44
-6 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 55
-6 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 45
-6 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 55
-6 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 44
-6 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 49
-6 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 51
-5 Basisonderwijs onbepaalde tijd 57
-5 Basisonderwijs bepaalde tijd 42
-5 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 56
-5 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 43
-5 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 56
-5 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 44
-5 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 56
-5 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 43
-5 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 50
-5 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 50
-4 Basisonderwijs onbepaalde tijd 58
-4 Basisonderwijs bepaalde tijd 41
-4 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 57
-4 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 42
-4 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 56
-4 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 43
-4 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 57
-4 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 42
-4 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 50
-4 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 50
-3 Basisonderwijs onbepaalde tijd 59
-3 Basisonderwijs bepaalde tijd 40
-3 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 58
-3 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 41
-3 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 58
-3 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 42
-3 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 58
-3 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 41
-3 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 51
-3 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 49
-2 Basisonderwijs onbepaalde tijd 60
-2 Basisonderwijs bepaalde tijd 39
-2 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 60
-2 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 39
-2 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 59
-2 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 41
-2 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 59
-2 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 40
-2 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 53
-2 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 47
-1 Basisonderwijs onbepaalde tijd 62
-1 Basisonderwijs bepaalde tijd 37
-1 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 61
-1 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 38
-1 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 60
-1 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 39
-1 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 60
-1 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 39
-1 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 54
-1 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 46
0 Basisonderwijs onbepaalde tijd 63
0 Basisonderwijs bepaalde tijd 36
0 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 62
0 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 37
0 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 61
0 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 38
0 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 61
0 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 38
0 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 55
0 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 44
1 Basisonderwijs onbepaalde tijd 65
1 Basisonderwijs bepaalde tijd 35
1 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 64
1 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 36
1 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 62
1 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 37
1 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 62
1 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 36
1 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 56
1 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 44
2 Basisonderwijs onbepaalde tijd 66
2 Basisonderwijs bepaalde tijd 34
2 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 64
2 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 35
2 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 64
2 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 35
2 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 64
2 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 35
2 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 58
2 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 41
3 Basisonderwijs onbepaalde tijd 67
3 Basisonderwijs bepaalde tijd 33
3 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 65
3 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 34
3 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 65
3 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 34
3 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 64
3 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 35
3 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 60
3 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 39
4 Basisonderwijs onbepaalde tijd 69
4 Basisonderwijs bepaalde tijd 30
4 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 67
4 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 31
4 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 67
4 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 32
4 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 66
4 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 32
4 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 62
4 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 37
5 Basisonderwijs onbepaalde tijd 69
5 Basisonderwijs bepaalde tijd 29
5 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 68
5 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 30
5 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 67
5 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 30
5 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 67
5 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 31
5 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 62
5 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 37
6 Basisonderwijs onbepaalde tijd 70
6 Basisonderwijs bepaalde tijd 27
6 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 69
6 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 29
6 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 68
6 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 30
6 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 69
6 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 29
6 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 63
6 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 35
7 Basisonderwijs onbepaalde tijd 71
7 Basisonderwijs bepaalde tijd 26
7 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 69
7 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 27
7 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 68
7 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 28
7 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 70
7 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 28
7 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 64
7 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 34
8 Basisonderwijs onbepaalde tijd 72
8 Basisonderwijs bepaalde tijd 25
8 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 69
8 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 27
8 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 69
8 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 27
8 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 70
8 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 27
8 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 66
8 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 32
9 Basisonderwijs onbepaalde tijd 73
9 Basisonderwijs bepaalde tijd 24
9 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 70
9 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 26
9 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 69
9 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 26
9 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 70
9 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 27
9 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 66
9 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 30
10 Basisonderwijs onbepaalde tijd 74
10 Basisonderwijs bepaalde tijd 22
10 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 70
10 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 25
10 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 70
10 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 25
10 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 71
10 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 25
10 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 68
10 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 27
11 Basisonderwijs onbepaalde tijd 74
11 Basisonderwijs bepaalde tijd 21
11 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 71
11 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 24
11 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 71
11 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 24
11 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 72
11 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 24
11 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 69
11 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 24
12 Basisonderwijs onbepaalde tijd 75
12 Basisonderwijs bepaalde tijd 20
12 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 71
12 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 23
12 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 71
12 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 23
12 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 72
12 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 22
12 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 69
12 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 22
13 Basisonderwijs onbepaalde tijd 75
13 Basisonderwijs bepaalde tijd 20
13 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 71
13 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 22
13 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 72
13 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 22
13 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 73
13 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 21
13 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 71
13 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 21
14 Basisonderwijs onbepaalde tijd 75
14 Basisonderwijs bepaalde tijd 19
14 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 72
14 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 22
14 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 72
14 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 21
14 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 74
14 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 19
14 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 71
14 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 22
15 Basisonderwijs onbepaalde tijd 76
15 Basisonderwijs bepaalde tijd 18
15 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 72
15 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 21
15 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 73
15 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 20
15 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 75
15 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 17
15 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 72
15 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 21
16 Basisonderwijs onbepaalde tijd 76
16 Basisonderwijs bepaalde tijd 17
16 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
16 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 20
16 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 73
16 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 19
16 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 75
16 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 16
16 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 72
16 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 19
17 Basisonderwijs onbepaalde tijd 77
17 Basisonderwijs bepaalde tijd 16
17 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
17 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 19
17 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
17 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 19
17 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
17 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 15
17 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 74
17 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 17
18 Basisonderwijs onbepaalde tijd 77
18 Basisonderwijs bepaalde tijd 16
18 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
18 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 19
18 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
18 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 18
18 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
18 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 14
18 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 75
18 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 17
19 Basisonderwijs onbepaalde tijd 77
19 Basisonderwijs bepaalde tijd 16
19 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
19 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 19
19 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
19 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 18
19 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
19 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 14
19 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 74
19 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 17
20 Basisonderwijs onbepaalde tijd 77
20 Basisonderwijs bepaalde tijd 15
20 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
20 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 18
20 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
20 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 17
20 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
20 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 13
20 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 75
20 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 16
21 Basisonderwijs onbepaalde tijd 77
21 Basisonderwijs bepaalde tijd 15
21 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
21 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 17
21 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
21 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 17
21 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
21 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 13
21 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 75
21 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 16
22 Basisonderwijs onbepaalde tijd 78
22 Basisonderwijs bepaalde tijd 14
22 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
22 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 17
22 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
22 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 16
22 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
22 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 12
22 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 75
22 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 16
23 Basisonderwijs onbepaalde tijd 78
23 Basisonderwijs bepaalde tijd 14
23 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
23 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 17
23 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
23 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 16
23 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
23 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 12
23 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 74
23 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 16
24 Basisonderwijs onbepaalde tijd 78
24 Basisonderwijs bepaalde tijd 13
24 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 onbepaalde tijd 73
24 Vmbo, havo-, vwo-onderbouw, mbo 1 bepaalde tijd 17
24 Havo, vwo, mbo onbepaalde tijd 74
24 Havo, vwo, mbo bepaalde tijd 16
24 Hbo-, wo-bachelor onbepaalde tijd 76
24 Hbo-, wo-bachelor bepaalde tijd 12
24 Hbo-, wo-master, doctor onbepaalde tijd 75
24 Hbo-, wo-master, doctor bepaalde tijd 17

4.4 Loonwaarde

figuren 4.4.1 en 4.4.2 tonen de ontwikkeling van loonwaarde voor personen met lopende LKSP in respectievelijk cohort 2022 en cohort 2023. Het verloop van de loonwaarde van personen in cohort 2022 is vergelijkbaar met die van personen in cohort 2023. Zo is voor beide cohorten de loonwaarde over de tijd heen vrij stabiel. Op peilmoment 0 heeft 36 procent van de personen met lopende LKSP in cohort 2022 een loonwaarde van 26 t/m 48 procent en 40 procent heeft een loonwaarde van 52 t/m 75 procent. Dit zijn tevens ook de twee grootste categorieën. Verder zijn voor beide cohorten de verhoudingen tussen de verschillende categorieën van loonwaarde over de tijd heen tussen vergelijkbaar. 

Na verloop van tijd gaan personen wat schommelen tussen de loonwaardecategorieën. Vooral de groep met onbekende loonwaarde neemt over de tijd toe. Op peilmoment 12 hebben beide cohorten ongeveer hetzelfde aandeel personen met een niet-bekende loonwaarde (categorie leeg, 8 procent in cohort 2022 en 7 in het cohort van 2023). Een jaar later, op peilmoment 24, is dit percentage voor cohort 2022 gestegen naar 17 procent. Een onbekende loonwaarde betekent hoogstwaarschijnlijk dat deze personen geen LKSP meer hebben op dat moment.

4.4.1 Sequentieplot van loonwaarde bij lopende LKSP, cohort 2022

4.4.2 Sequentieplot van loonwaarde bij lopende LKSP, cohort 2023

Figuur 4.4.3 toont de loonwaarde op relatief peilmoment 0 voor personen met lopende LKSP in cohort 2022, uitgesplitst naar leeftijd. In het figuur is te zien dat jongeren onder de 27 jaar meestal een baan in loondienst hebben met een loonwaarde tussen de 26 en 48 procent (41 procent). Personen tussen de 27 en 35 jaar hebben vaker banen met hogere loonwaardes dan andere leeftijdsgroepen: Zo heeft 44 procent een baan met een loonwaarde van 52 tot 75 procent en 14 procent een baan met een loonwaarde van 76 tot en met 100 procent tegenover respectievelijk 42 en 11 procent voor personen van 35 tot 55 jaar. 

4.4.3 Loonwaarde naar leeftijd; lopende LKSP van cohort 2022
Leeftijd Loonwaarde Aandeel van de deelpopulatie
Jonger dan 27 0 tm 25% 2
Jonger dan 27 26 tm 48% 41
Jonger dan 27 49 tm 51% 10
Jonger dan 27 52 tm 75% 37
Jonger dan 27 76 tm 100% 6
Jonger dan 27 leeg 4
27 tot 35 jaar 0 tm 25% 1
27 tot 35 jaar 26 tm 48% 29
27 tot 35 jaar 49 tm 51% 9
27 tot 35 jaar 52 tm 75% 44
27 tot 35 jaar 76 tm 100% 14
27 tot 35 jaar leeg 3
35 tot 55 jaar 0 tm 25% 1
35 tot 55 jaar 26 tm 48% 33
35 tot 55 jaar 49 tm 51% 10
35 tot 55 jaar 52 tm 75% 42
35 tot 55 jaar 76 tm 100% 11
35 tot 55 jaar leeg 3
55 jaar en ouder 0 tm 25% 2
55 jaar en ouder 26 tm 48% 35
55 jaar en ouder 49 tm 51% 11
55 jaar en ouder 52 tm 75% 41
55 jaar en ouder 76 tm 100% 9
55 jaar en ouder leeg 2

4.5 Uurloon

Figuur 4.5.1 toont de ontwikkeling van uurloon voor personen met lopende LKSP in cohort 2022. Omdat deze ontwikkeling voor cohort 2023 nagenoeg gelijk is, is er geen figuur voor cohort 2023 opgenomen in dit rapport. In figuur 4.5.1 is een behoorlijke wijziging van het uurloon zichtbaar: Er is een sprong te zien op relatief peilmoment 15, ofwel 1 januari 2024. Voor cohort 2023 vindt deze sprong ook plaats 1 januari 2024, wat overeenkomt met relatief peilmoment 3. 

4.5.1 Uurloon; lopende LKSP van cohort 2022
Relatief peilmoment Uurloon Aandeel
-12 minder dan 10 euro 13
-12 10 tot 15 euro 75
-12 15 tot 20 euro 7
-12 20 euro of meer 1
-12 geen werk 4
-11 minder dan 10 euro 12
-11 10 tot 15 euro 77
-11 15 tot 20 euro 7
-11 20 euro of meer 1
-11 geen werk 3
-10 minder dan 10 euro 12
-10 10 tot 15 euro 78
-10 15 tot 20 euro 7
-10 20 euro of meer 1
-10 geen werk 2
-9 minder dan 10 euro 13
-9 10 tot 15 euro 79
-9 15 tot 20 euro 7
-9 20 euro of meer 1
-9 geen werk 1
-8 minder dan 10 euro 11
-8 10 tot 15 euro 75
-8 15 tot 20 euro 12
-8 20 euro of meer 1
-8 geen werk 1
-7 minder dan 10 euro 11
-7 10 tot 15 euro 76
-7 15 tot 20 euro 12
-7 20 euro of meer 1
-7 geen werk 1
-6 minder dan 10 euro 10
-6 10 tot 15 euro 76
-6 15 tot 20 euro 12
-6 20 euro of meer 1
-6 geen werk 1
-5 minder dan 10 euro 9
-5 10 tot 15 euro 76
-5 15 tot 20 euro 13
-5 20 euro of meer 1
-5 geen werk 1
-4 minder dan 10 euro 9
-4 10 tot 15 euro 76
-4 15 tot 20 euro 13
-4 20 euro of meer 1
-4 geen werk 1
-3 minder dan 10 euro 8
-3 10 tot 15 euro 76
-3 15 tot 20 euro 14
-3 20 euro of meer 1
-3 geen werk 1
-2 minder dan 10 euro 7
-2 10 tot 15 euro 76
-2 15 tot 20 euro 15
-2 20 euro of meer 2
-2 geen werk 1
-1 minder dan 10 euro 7
-1 10 tot 15 euro 76
-1 15 tot 20 euro 14
-1 20 euro of meer 2
-1 geen werk 1
0 minder dan 10 euro 7
0 10 tot 15 euro 76
0 15 tot 20 euro 15
0 20 euro of meer 2
0 geen werk 1
1 minder dan 10 euro 6
1 10 tot 15 euro 76
1 15 tot 20 euro 15
1 20 euro of meer 2
1 geen werk 1
2 minder dan 10 euro 6
2 10 tot 15 euro 76
2 15 tot 20 euro 15
2 20 euro of meer 2
2 geen werk 1
3 minder dan 10 euro 6
3 10 tot 15 euro 76
3 15 tot 20 euro 15
3 20 euro of meer 2
3 geen werk 1
4 minder dan 10 euro 3
4 10 tot 15 euro 72
4 15 tot 20 euro 20
4 20 euro of meer 3
4 geen werk 2
5 minder dan 10 euro 3
5 10 tot 15 euro 71
5 15 tot 20 euro 21
5 20 euro of meer 3
5 geen werk 2
6 minder dan 10 euro 3
6 10 tot 15 euro 70
6 15 tot 20 euro 21
6 20 euro of meer 3
6 geen werk 3
7 minder dan 10 euro 3
7 10 tot 15 euro 68
7 15 tot 20 euro 22
7 20 euro of meer 3
7 geen werk 3
8 minder dan 10 euro 3
8 10 tot 15 euro 68
8 15 tot 20 euro 22
8 20 euro of meer 3
8 geen werk 4
9 minder dan 10 euro 2
9 10 tot 15 euro 68
9 15 tot 20 euro 22
9 20 euro of meer 3
9 geen werk 4
10 minder dan 10 euro 2
10 10 tot 15 euro 66
10 15 tot 20 euro 24
10 20 euro of meer 4
10 geen werk 5
11 minder dan 10 euro 2
11 10 tot 15 euro 65
11 15 tot 20 euro 24
11 20 euro of meer 4
11 geen werk 5
12 minder dan 10 euro 2
12 10 tot 15 euro 62
12 15 tot 20 euro 27
12 20 euro of meer 4
12 geen werk 6
13 minder dan 10 euro 1
13 10 tot 15 euro 60
13 15 tot 20 euro 28
13 20 euro of meer 4
13 geen werk 6
14 minder dan 10 euro 1
14 10 tot 15 euro 59
14 15 tot 20 euro 28
14 20 euro of meer 5
14 geen werk 7
15 minder dan 10 euro 1
15 10 tot 15 euro 57
15 15 tot 20 euro 29
15 20 euro of meer 5
15 geen werk 7
16 minder dan 10 euro 1
16 10 tot 15 euro 17
16 15 tot 20 euro 68
16 20 euro of meer 6
16 geen werk 8
17 minder dan 10 euro 1
17 10 tot 15 euro 16
17 15 tot 20 euro 69
17 20 euro of meer 6
17 geen werk 8
18 minder dan 10 euro 1
18 10 tot 15 euro 16
18 15 tot 20 euro 69
18 20 euro of meer 7
18 geen werk 8
19 minder dan 10 euro 1
19 10 tot 15 euro 15
19 15 tot 20 euro 69
19 20 euro of meer 7
19 geen werk 9
20 minder dan 10 euro 1
20 10 tot 15 euro 16
20 15 tot 20 euro 67
20 20 euro of meer 7
20 geen werk 9
21 minder dan 10 euro 1
21 10 tot 15 euro 14
21 15 tot 20 euro 69
21 20 euro of meer 7
21 geen werk 9
22 minder dan 10 euro 1
22 10 tot 15 euro 4
22 15 tot 20 euro 78
22 20 euro of meer 8
22 geen werk 10
23 minder dan 10 euro 0
23 10 tot 15 euro 3
23 15 tot 20 euro 78
23 20 euro of meer 9
23 geen werk 10
24 minder dan 10 euro 0
24 10 tot 15 euro 3
24 15 tot 20 euro 77
24 20 euro of meer 9
24 geen werk 10

Zo verdient 76 procent van de personen met lopende LKSP in cohort 2022 10 tot 15 euro per uur op relatief peilmoment 0 en 15 procent verdient 15 tot 20 euro per uur. Een jaar later, in september 2024, is dit verschoven naar respectievelijk 62 en 27 procent. In cohort 2023 verdient 67 procent van de personen op peilmoment 0 10 tot 15 euro per uur tegenover 25 procent die 15 tot 20 euro per uur verdient. Een jaar later is dit verschoven naar respectievelijk 5 en 80 procent. Een stijging in het uurloon kan verklaard worden door de periodieke loonverhogingen die normaal gesproken plaatsvinden naarmate iemand langer in dienst is. Daarnaast zijn in 2024 de lonen in Nederland gemiddeld met 6,6 procent  gestegen ten opzichte van 2023. Wat ook nog een rol kan spelen is de wijziging van de Wet minimumloon per 1 januari 2024. Vanaf 1 juli 2024 zijn de minimumuurlonen verder gestegen4) en dit is wederom terug te zien in de figuren, namelijk op peilmoment 21. 

4.6 Contracturen

In beide cohorten hebben de meeste personen op relatief peilmoment 0 een contract voor 35 uur of meer: 37 procent in cohort 2022 en 36 procent in cohort 2023. Over de tijd heen neemt dit aandeel licht toe: namelijk 39 procent op peilmoment 24 in cohort 2022 en 37 procent op peilmoment 12 voor cohort 2023. Tegelijkertijd hebben steeds minder personen een contract voor 30 uur of lager. Zo neemt het aandeel personen in cohort 2022 met een contract voor 20 tot 25 uur af van 17 procent op peilmoment 0 naar 15 procent op peilmoment 24. In cohort 2023 neemt deze groep af van 17 procent op peilmoment 0 naar 16 procent op peilmoment 12. Het merendeel van de personen blijven de gehele periode contractueel evenveel uren werken. 

Mannen in loondienst hebben vaak meer contracturen dan vrouwen in loondienst, zie figuur 4.6.1. Bij de mannen heeft de grootste groep een contract voor 35 of meer uur terwijl bij de vrouwen de grootste groep een contract voor 20 tot 25 uur heeft. 46 procent van de mannen heeft een contract van 35 uur of meer tegenover 14 procent van de vrouwen; 28 procent van de vrouwen heeft een contract voor 20 tot 25 uur tegenover 12 procent van de mannen. 

4.6.1 Verdeling van contracturen per geslacht bij lopende LKSP (Cohort 2022)
Geslacht Contracturen Aandeel van de deelpopulatie
Man < 12 uur 2
Man 12-<20 uur 4
Man 20-<25 uur 12
Man 25-<30 uur 12
Man 30-<35 uur 23
Man 35 en meer uur 46
Vrouw < 12 uur 5
Vrouw 12-<20 uur 13
Vrouw 20-<25 uur 28
Vrouw 25-<30 uur 19
Vrouw 30-<35 uur 22
Vrouw 35 en meer uur 14

4.7 Conclusie

In dit hoofdstuk zijn personen met een lopende LKSP van cohorten 2022 en 2023 nader onderzocht. Voor beide cohorten geldt dat de volgende patronen in de tijd zichtbaar zijn bij personen met een lopende LKSP:

  • Het merendeel van de personen blijft over de tijd heen werkzaam in loondienst zonder bijstand. Wanneer deze groep buiten beschouwing gelaten wordt, blijkt dat in 2023 meer personen werkend zijn met bijstand dan in 2022. 
  • Iets meer dan de helft van de personen heeft een contract voor onbepaalde tijd en dit aandeel groeit over de tijd, vooral voor personen met een hbo- of wo masterdiploma. 
  • Het verloop van loonwaarde is vrij stabiel over tijd. Jongeren onder de 27 jaar hebben vaker banen met lagere loonwaardes, personen van 27 tot 35 jaar hebben vaak banen met hogere loonwaardes.  
  • Er is een toename van het uurloon (dit hangt samen met inflatie en mogelijk met wijzigingen in het minimumuurloon per 1 januari 2024).
  • Meer dan een derde van de personen heeft een loondienstcontract voor 35 of meer uur, maar dat zijn vooral mannen. Vrouwen hebben vaker een contract voor 20 tot 25 uur. Het aandeel personen met een loondienstcontract voor 35 of meer uur neemt toe over tijd. 
4) Zie: Lonen en loonkosten | CBS.

5. Beëindigde loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet, cohort 2022

In dit hoofdstuk worden personen met een beëindigde LKSP nader onderzocht. De focus ligt hierbij op cohort 2022. De 7 610 personen die in 2022 een LKSP beëindigden, worden in dit hoofdstuk door de tijd heen gevolgd op de volgende kenmerken: baan, uitkeringssituatie, contractsoort en uurloon. Daarnaast worden uitsplitsingen gemaakt naar leeftijd en herkomst en wordt, waar interessant, een vergelijk gemaakt tussen cohort 2022 en cohort 2023. 

5.2 Werk 

Twee maanden vóór de beëindiging van de LKSP is 94 procent van de personen van cohort 2022 werkend, zie onderstaande sequentieplot (figuur 5.2.1). Op de X-as wordt het relatieve peilmoment weergegeven. Dit zijn het aantal maanden vanaf een bepaalde situatie; in dit geval de beëindiging van LKSP. Vervolgens loopt het percentage werkenden snel af tot het laagste punt van 56 procent één maand na beëindiging van de LKSP. Dit aandeel loopt gedurende de gehele periode vervolgens langzaam op tot een aandeel van uiteindelijk 64 procent werkenden. Ongeveer 30 procent van de personen heeft de gehele periode van relatief peilmoment -3 tot en met 24 een baan.

5.2.1 Sequentieplot van aandeel werkenden voor en na einde LKSP, cohort 2022

In figuur 5.2.2 is te zien dat het aandeel werkenden op alle peilmomenten na relatief peilmoment 0 hoger ligt bij de jongere leeftijdscategorieën dan bij de oudere. Op de X-as wordt het relatieve peilmoment weergegeven. Dit zijn het aantal maanden vanaf een bepaalde situatie; in dit geval de beëindiging van LKSP. Bij een negatief relatief peilmoment gaat het om de maanden vóór een situatie. Met name bij de personen van 55 jaar en ouder is 24 maanden na beëindiging van de LKSP 48 procent aan het werk terwijl bij de personen jonger dan 27 jaar dit 70 procent is. Vóór beëindiging van de LKSP zijn de verschillen tussen de leeftijdsgroepen in aandeel werkenden minimaal. Wel ligt het aandeel werkenden onder de personen vanaf 55 jaar juist enkele procentpunten boven de andere leeftijdsgroepen. 

5.2.2 Ontwikkeling van aandeel werkend voor en na einde LKSP
Relatief peilmoment Leeftijd Aandeel werkend
-12 Jonger dan 27 75
-12 27 tot 35 jaar 73
-12 35 tot 55 jaar 68
-12 55 jaar en ouder 74
-11 Jonger dan 27 81
-11 27 tot 35 jaar 78
-11 35 tot 55 jaar 77
-11 55 jaar en ouder 84
-10 Jonger dan 27 82
-10 27 tot 35 jaar 80
-10 35 tot 55 jaar 78
-10 55 jaar en ouder 83
-9 Jonger dan 27 83
-9 27 tot 35 jaar 82
-9 35 tot 55 jaar 80
-9 55 jaar en ouder 84
-8 Jonger dan 27 85
-8 27 tot 35 jaar 83
-8 35 tot 55 jaar 81
-8 55 jaar en ouder 85
-7 Jonger dan 27 86
-7 27 tot 35 jaar 85
-7 35 tot 55 jaar 82
-7 55 jaar en ouder 86
-6 Jonger dan 27 89
-6 27 tot 35 jaar 89
-6 35 tot 55 jaar 86
-6 55 jaar en ouder 90
-5 Jonger dan 27 93
-5 27 tot 35 jaar 92
-5 35 tot 55 jaar 92
-5 55 jaar en ouder 94
-4 Jonger dan 27 94
-4 27 tot 35 jaar 93
-4 35 tot 55 jaar 92
-4 55 jaar en ouder 95
-3 Jonger dan 27 95
-3 27 tot 35 jaar 94
-3 35 tot 55 jaar 93
-3 55 jaar en ouder 95
-2 Jonger dan 27 95
-2 27 tot 35 jaar 94
-2 35 tot 55 jaar 93
-2 55 jaar en ouder 94
-1 Jonger dan 27 94
-1 27 tot 35 jaar 93
-1 35 tot 55 jaar 92
-1 55 jaar en ouder 94
0 Jonger dan 27 85
0 27 tot 35 jaar 85
0 35 tot 55 jaar 85
0 55 jaar en ouder 85
1 Jonger dan 27 61
1 27 tot 35 jaar 59
1 35 tot 55 jaar 52
1 55 jaar en ouder 44
2 Jonger dan 27 63
2 27 tot 35 jaar 62
2 35 tot 55 jaar 54
2 55 jaar en ouder 44
3 Jonger dan 27 66
3 27 tot 35 jaar 64
3 35 tot 55 jaar 55
3 55 jaar en ouder 45
4 Jonger dan 27 68
4 27 tot 35 jaar 65
4 35 tot 55 jaar 57
4 55 jaar en ouder 47
5 Jonger dan 27 69
5 27 tot 35 jaar 67
5 35 tot 55 jaar 58
5 55 jaar en ouder 48
6 Jonger dan 27 70
6 27 tot 35 jaar 66
6 35 tot 55 jaar 59
6 55 jaar en ouder 49
7 Jonger dan 27 71
7 27 tot 35 jaar 67
7 35 tot 55 jaar 59
7 55 jaar en ouder 50
8 Jonger dan 27 71
8 27 tot 35 jaar 67
8 35 tot 55 jaar 59
8 55 jaar en ouder 50
9 Jonger dan 27 71
9 27 tot 35 jaar 66
9 35 tot 55 jaar 59
9 55 jaar en ouder 50
10 Jonger dan 27 72
10 27 tot 35 jaar 67
10 35 tot 55 jaar 59
10 55 jaar en ouder 50
11 Jonger dan 27 72
11 27 tot 35 jaar 68
11 35 tot 55 jaar 60
11 55 jaar en ouder 50
12 Jonger dan 27 71
12 27 tot 35 jaar 66
12 35 tot 55 jaar 60
12 55 jaar en ouder 50
13 Jonger dan 27 70
13 27 tot 35 jaar 66
13 35 tot 55 jaar 60
13 55 jaar en ouder 50
14 Jonger dan 27 71
14 27 tot 35 jaar 65
14 35 tot 55 jaar 60
14 55 jaar en ouder 50
15 Jonger dan 27 71
15 27 tot 35 jaar 64
15 35 tot 55 jaar 60
15 55 jaar en ouder 49
16 Jonger dan 27 71
16 27 tot 35 jaar 65
16 35 tot 55 jaar 60
16 55 jaar en ouder 49
17 Jonger dan 27 71
17 27 tot 35 jaar 65
17 35 tot 55 jaar 60
17 55 jaar en ouder 50
18 Jonger dan 27 71
18 27 tot 35 jaar 65
18 35 tot 55 jaar 59
18 55 jaar en ouder 50
19 Jonger dan 27 70
19 27 tot 35 jaar 65
19 35 tot 55 jaar 59
19 55 jaar en ouder 50
20 Jonger dan 27 70
20 27 tot 35 jaar 65
20 35 tot 55 jaar 60
20 55 jaar en ouder 50
21 Jonger dan 27 70
21 27 tot 35 jaar 65
21 35 tot 55 jaar 60
21 55 jaar en ouder 50
22 Jonger dan 27 70
22 27 tot 35 jaar 65
22 35 tot 55 jaar 59
22 55 jaar en ouder 50
23 Jonger dan 27 70
23 27 tot 35 jaar 66
23 35 tot 55 jaar 59
23 55 jaar en ouder 49
24 Jonger dan 27 70
24 27 tot 35 jaar 65
24 35 tot 55 jaar 59
24 55 jaar en ouder 48

In figuur 5.2.3 is te zien dat het aandeel werkenden op alle peilmomenten na de beëindiging van de LKSP hoger ligt bij mannen dan bij vrouwen. Aandelen werkenden liggen voor cohort 2022 voor beide geslachten hoger dan voor cohort 2023. Vóór beëindiging van de LKSP (vóór relatief peilmoment 0) zijn de verschillen tussen de geslachten en de cohorten minimaal. 

5.2.3 Aandeel werkend voor en na einde LKSP naar geslacht
Relatief peilmoment Geslacht Cohort Aandeel werkend
-12 Man 2022 73
-12 Man 2023 75
-12 Vrouw 2022 72
-12 Vrouw 2023 73
-11 Man 2022 80
-11 Man 2023 81
-11 Vrouw 2022 79
-11 Vrouw 2023 82
-10 Man 2022 81
-10 Man 2023 83
-10 Vrouw 2022 81
-10 Vrouw 2023 83
-9 Man 2022 82
-9 Man 2023 84
-9 Vrouw 2022 82
-9 Vrouw 2023 84
-8 Man 2022 84
-8 Man 2023 85
-8 Vrouw 2022 84
-8 Vrouw 2023 85
-7 Man 2022 85
-7 Man 2023 86
-7 Vrouw 2022 85
-7 Vrouw 2023 85
-6 Man 2022 88
-6 Man 2023 89
-6 Vrouw 2022 88
-6 Vrouw 2023 89
-5 Man 2022 92
-5 Man 2023 92
-5 Vrouw 2022 93
-5 Vrouw 2023 93
-4 Man 2022 93
-4 Man 2023 93
-4 Vrouw 2022 94
-4 Vrouw 2023 93
-3 Man 2022 94
-3 Man 2023 93
-3 Vrouw 2022 94
-3 Vrouw 2023 94
-2 Man 2022 94
-2 Man 2023 94
-2 Vrouw 2022 95
-2 Vrouw 2023 94
-1 Man 2022 94
-1 Man 2023 93
-1 Vrouw 2022 93
-1 Vrouw 2023 93
0 Man 2022 85
0 Man 2023 84
0 Vrouw 2022 86
0 Vrouw 2023 84
1 Man 2022 57
1 Man 2023 51
1 Vrouw 2022 56
1 Vrouw 2023 49
2 Man 2022 59
2 Man 2023 53
2 Vrouw 2022 58
2 Vrouw 2023 49
3 Man 2022 61
3 Man 2023 55
3 Vrouw 2022 59
3 Vrouw 2023 51
4 Man 2022 63
4 Man 2023 57
4 Vrouw 2022 61
4 Vrouw 2023 53
5 Man 2022 64
5 Man 2023 59
5 Vrouw 2022 62
5 Vrouw 2023 55
6 Man 2022 65
6 Man 2023 60
6 Vrouw 2022 63
6 Vrouw 2023 55
7 Man 2022 66
7 Man 2023 61
7 Vrouw 2022 63
7 Vrouw 2023 56
8 Man 2022 66
8 Man 2023 61
8 Vrouw 2022 63
8 Vrouw 2023 57
9 Man 2022 67
9 Man 2023 61
9 Vrouw 2022 63
9 Vrouw 2023 58
10 Man 2022 66
10 Man 2023 62
10 Vrouw 2022 63
10 Vrouw 2023 58
11 Man 2022 67
11 Man 2023 63
11 Vrouw 2022 63
11 Vrouw 2023 57
12 Man 2022 67
12 Man 2023 63
12 Vrouw 2022 63
12 Vrouw 2023 58
13 Man 2022 66
13 Vrouw 2022 62
14 Man 2022 66
14 Vrouw 2022 62
15 Man 2022 66
15 Vrouw 2022 62
16 Man 2022 66
16 Vrouw 2022 62
17 Man 2022 66
17 Vrouw 2022 63
18 Man 2022 66
18 Vrouw 2022 62
19 Man 2022 66
19 Vrouw 2022 62
20 Man 2022 66
20 Vrouw 2022 62
21 Man 2022 66
21 Vrouw 2022 62
22 Man 2022 66
22 Vrouw 2022 62
23 Man 2022 65
23 Vrouw 2022 63
24 Man 2022 65
24 Vrouw 2022 62

5.3 Werk- en uitkeringssituatie

Twee maanden vóór beëindiging van de LKSP is het aandeel werkend zonder bijstand 85 procent. Eén maand na beëindiging van de LKSP is dit percentage gezakt naar 53 procent. In figuur 5.3.1 is te zien dat een groot deel van werkend zonder bijstand kort na beëindiging overgaat naar niet werkend zonder bijstand. Na verloop van tijd gaat een gedeelte ook weer terug naar werkend zonder bijstand. De groep niet werkend zonder bijstand stabiliseert zich ongeveer vier maanden na beëindiging qua grootte rond de 24 procent. 

Twee maanden vóór beëindiging is het aandeel werkend met bijstand 9 procent. Een maand na beëindiging is dit 3 procent. De groep werkend met bijstand gaat na beëindiging van de voorziening voor een deel over in niet werkend met bijstand. Deze personen lijken ook in deze groep te blijven gedurende de rest van de verslagperiode. 

Het aandeel niet werkend zonder bijstand was twee maanden vóór beëindiging 5 procent, en een maand na beëindiging is dit aandeel gestegen naar 36 procent. 

5.3.1 Sequentieplot van werk- en uitkeringssituatie voor en na einde LKSP, cohort 2023

 

In figuur 5.3.2 wordt de ontwikkeling van het aandeel met bijstandsuitkering weergegeven naar herkomst voor de cohorten 2022 en 2023. Eén maand na de beëindiging van een LKSP in 2022 had 8 procent van de personen met een Nederlandse herkomst een bijstandsuitkering; in 2023 was dit 9 procent. Van de persoon met een niet-Nederlandse herkomst had in 2022 16 procent een bijstandsuitkering; in 2023 was dit 18 procent. Deze stijging in 2023 ten opzichte van 2022 is ook te zien in de latere relatieve peilmomenten. Vóór de beëindiging van een LKSP, op relatief peilmoment -9, heeft van de personen met Nederlandse herkomst behorend tot cohort 2023 een kleiner aandeel een bijstandsuitkering (12 procent) dan personen behorend tot cohort 2022 (14 procent).

5.3.2 Ontwikkeling van bijstandsuitkering voor en na einde LKSP
Relatief peilmoment Herkomst Cohort Aandeel met bijstandsuitkering
-12 Niet-Nederlands 2022 32
-12 Niet-Nederlands 2023 31
-12 Nederlands 2022 18
-12 Nederlands 2023 15
-11 Niet-Nederlands 2022 27
-11 Niet-Nederlands 2023 27
-11 Nederlands 2022 15
-11 Nederlands 2023 13
-10 Niet-Nederlands 2022 26
-10 Niet-Nederlands 2023 26
-10 Nederlands 2022 15
-10 Nederlands 2023 12
-9 Niet-Nederlands 2022 25
-9 Niet-Nederlands 2023 25
-9 Nederlands 2022 14
-9 Nederlands 2023 12
-8 Niet-Nederlands 2022 25
-8 Niet-Nederlands 2023 25
-8 Nederlands 2022 13
-8 Nederlands 2023 12
-7 Niet-Nederlands 2022 23
-7 Niet-Nederlands 2023 24
-7 Nederlands 2022 13
-7 Nederlands 2023 11
-6 Niet-Nederlands 2022 21
-6 Niet-Nederlands 2023 22
-6 Nederlands 2022 12
-6 Nederlands 2023 10
-5 Niet-Nederlands 2022 18
-5 Niet-Nederlands 2023 20
-5 Nederlands 2022 11
-5 Nederlands 2023 9
-4 Niet-Nederlands 2022 17
-4 Niet-Nederlands 2023 19
-4 Nederlands 2022 10
-4 Nederlands 2023 9
-3 Niet-Nederlands 2022 16
-3 Niet-Nederlands 2023 18
-3 Nederlands 2022 9
-3 Nederlands 2023 9
-2 Niet-Nederlands 2022 16
-2 Niet-Nederlands 2023 17
-2 Nederlands 2022 9
-2 Nederlands 2023 9
-1 Niet-Nederlands 2022 16
-1 Niet-Nederlands 2023 17
-1 Nederlands 2022 8
-1 Nederlands 2023 8
0 Niet-Nederlands 2022 15
0 Niet-Nederlands 2023 16
0 Nederlands 2022 8
0 Nederlands 2023 8
1 Niet-Nederlands 2022 16
1 Niet-Nederlands 2023 18
1 Nederlands 2022 8
1 Nederlands 2023 9
2 Niet-Nederlands 2022 16
2 Niet-Nederlands 2023 18
2 Nederlands 2022 9
2 Nederlands 2023 9
3 Niet-Nederlands 2022 17
3 Niet-Nederlands 2023 19
3 Nederlands 2022 9
3 Nederlands 2023 9
4 Niet-Nederlands 2022 20
4 Niet-Nederlands 2023 22
4 Nederlands 2022 11
4 Nederlands 2023 11
5 Niet-Nederlands 2022 20
5 Niet-Nederlands 2023 23
5 Nederlands 2022 11
5 Nederlands 2023 12
6 Niet-Nederlands 2022 20
6 Niet-Nederlands 2023 24
6 Nederlands 2022 11
6 Nederlands 2023 12
7 Niet-Nederlands 2022 20
7 Niet-Nederlands 2023 24
7 Nederlands 2022 11
7 Nederlands 2023 12
8 Niet-Nederlands 2022 20
8 Niet-Nederlands 2023 23
8 Nederlands 2022 11
8 Nederlands 2023 12
9 Niet-Nederlands 2022 20
9 Niet-Nederlands 2023 24
9 Nederlands 2022 11
9 Nederlands 2023 12
10 Niet-Nederlands 2022 20
10 Niet-Nederlands 2023 24
10 Nederlands 2022 11
10 Nederlands 2023 12
11 Niet-Nederlands 2022 20
11 Niet-Nederlands 2023 23
11 Nederlands 2022 11
11 Nederlands 2023 12
12 Niet-Nederlands 2022 20
12 Niet-Nederlands 2023 23
12 Nederlands 2022 11
12 Nederlands 2023 12
13 Niet-Nederlands 2022 20
13 Nederlands 2022 11
14 Niet-Nederlands 2022 20
14 Nederlands 2022 11
15 Niet-Nederlands 2022 20
15 Nederlands 2022 11
16 Niet-Nederlands 2022 20
16 Nederlands 2022 12
17 Niet-Nederlands 2022 20
17 Nederlands 2022 12
18 Niet-Nederlands 2022 20
18 Nederlands 2022 12
19 Niet-Nederlands 2022 20
19 Nederlands 2022 12
20 Niet-Nederlands 2022 19
20 Nederlands 2022 12
21 Niet-Nederlands 2022 19
21 Nederlands 2022 12
22 Niet-Nederlands 2022 20
22 Nederlands 2022 12
23 Niet-Nederlands 2022 20
23 Nederlands 2022 12
24 Niet-Nederlands 2022 20
24 Nederlands 2022 12

5.4 Soort contract

Twee maanden vóór beëindiging van de LKSP, op relatief peilmoment -2, is het aandeel personen met een contract voor bepaalde tijd (donkerblauwe kleur) 72 procent, zie figuur 5.4.1. Daarnaast heeft 23 procent een contract voor onbepaalde tijd (lichtblauwe kleur) en heeft 6 procent geen contract (groene kleur). Eén maand na beëindiging (op peilmoment 1) is het aandeel met contract voor bepaalde tijd gedaald naar 44 procent en het aandeel met een contract voor onbepaalde tijd naar 12 procent. Het aantal personen zonder contract piekt op één maand na de beëindiging van de LKSP, namelijk 44 procent. 

5.4.1 Sequentieplot van contractsoort voor en na einde LKSP, cohort 2022

Na beëindiging van de LKSP hebben jongere leeftijdsgroepen relatief vaker een contract voor bepaalde tijd dan oudere leeftijdsgroepen, zie figuur 5.4.2. Dit is ook het geval vóór beëindiging van de LKSP, maar de verschillen tussen de leeftijdsgroepen zijn dan veel kleiner. Na beëindiging van de LKSP heeft de leeftijdscategorie jonger dan 27 jaar juist minder vaak een contract voor onbepaalde tijd dan de oudere leeftijdscategorieën.  

5.4.2 Ontwikkeling van contractsoort voor en na einde LKSP (Cohort 2022)
Relatief peilmoment Leeftijd Contractsoort Aandeel met contract
-12 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 18
-12 Jonger dan 27 bepaalde tijd 57
-12 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
-12 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
-12 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 17
-12 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 51
-12 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 26
-12 55 jaar en ouder bepaalde tijd 48
-11 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 19
-11 Jonger dan 27 bepaalde tijd 62
-11 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
-11 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 56
-11 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 17
-11 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 59
-11 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 28
-11 55 jaar en ouder bepaalde tijd 56
-10 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 19
-10 Jonger dan 27 bepaalde tijd 63
-10 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
-10 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 58
-10 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 18
-10 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 61
-10 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 27
-10 55 jaar en ouder bepaalde tijd 56
-9 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 20
-9 Jonger dan 27 bepaalde tijd 64
-9 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 23
-9 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 59
-9 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 18
-9 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 62
-9 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 27
-9 55 jaar en ouder bepaalde tijd 56
-8 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 20
-8 Jonger dan 27 bepaalde tijd 65
-8 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 23
-8 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 60
-8 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 19
-8 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 62
-8 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 28
-8 55 jaar en ouder bepaalde tijd 56
-7 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 21
-7 Jonger dan 27 bepaalde tijd 66
-7 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 24
-7 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 61
-7 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 19
-7 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 63
-7 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 29
-7 55 jaar en ouder bepaalde tijd 57
-6 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 21
-6 Jonger dan 27 bepaalde tijd 68
-6 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 24
-6 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 65
-6 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 19
-6 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 67
-6 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 29
-6 55 jaar en ouder bepaalde tijd 61
-5 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 21
-5 Jonger dan 27 bepaalde tijd 71
-5 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 25
-5 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 67
-5 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
-5 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 72
-5 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 29
-5 55 jaar en ouder bepaalde tijd 65
-4 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 21
-4 Jonger dan 27 bepaalde tijd 73
-4 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 25
-4 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 68
-4 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
-4 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 72
-4 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 30
-4 55 jaar en ouder bepaalde tijd 65
-3 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 21
-3 Jonger dan 27 bepaalde tijd 73
-3 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 25
-3 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 69
-3 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
-3 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 73
-3 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 30
-3 55 jaar en ouder bepaalde tijd 65
-2 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 22
-2 Jonger dan 27 bepaalde tijd 73
-2 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 25
-2 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 69
-2 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
-2 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 73
-2 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 30
-2 55 jaar en ouder bepaalde tijd 65
-1 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 22
-1 Jonger dan 27 bepaalde tijd 72
-1 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 25
-1 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 69
-1 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
-1 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 72
-1 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 29
-1 55 jaar en ouder bepaalde tijd 65
0 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 19
0 Jonger dan 27 bepaalde tijd 66
0 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 24
0 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 62
0 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 19
0 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 66
0 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 26
0 55 jaar en ouder bepaalde tijd 60
1 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 10
1 Jonger dan 27 bepaalde tijd 50
1 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
1 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 44
1 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 14
1 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 38
1 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 17
1 55 jaar en ouder bepaalde tijd 27
2 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 10
2 Jonger dan 27 bepaalde tijd 53
2 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
2 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 47
2 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 14
2 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 40
2 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 16
2 55 jaar en ouder bepaalde tijd 27
3 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 10
3 Jonger dan 27 bepaalde tijd 56
3 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
3 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 48
3 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 14
3 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 41
3 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 17
3 55 jaar en ouder bepaalde tijd 29
4 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 10
4 Jonger dan 27 bepaalde tijd 57
4 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
4 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 50
4 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 15
4 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 42
4 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 16
4 55 jaar en ouder bepaalde tijd 30
5 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 11
5 Jonger dan 27 bepaalde tijd 59
5 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
5 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
5 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 15
5 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
5 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 16
5 55 jaar en ouder bepaalde tijd 31
6 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 11
6 Jonger dan 27 bepaalde tijd 59
6 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 15
6 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
6 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 15
6 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 44
6 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 17
6 55 jaar en ouder bepaalde tijd 32
7 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 12
7 Jonger dan 27 bepaalde tijd 59
7 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 16
7 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
7 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 15
7 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
7 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 17
7 55 jaar en ouder bepaalde tijd 33
8 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 12
8 Jonger dan 27 bepaalde tijd 60
8 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 16
8 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
8 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 16
8 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
8 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 17
8 55 jaar en ouder bepaalde tijd 33
9 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 12
9 Jonger dan 27 bepaalde tijd 60
9 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 16
9 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 50
9 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 16
9 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
9 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 18
9 55 jaar en ouder bepaalde tijd 33
10 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 12
10 Jonger dan 27 bepaalde tijd 60
10 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 17
10 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 50
10 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 17
10 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 42
10 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 18
10 55 jaar en ouder bepaalde tijd 31
11 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 12
11 Jonger dan 27 bepaalde tijd 59
11 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 17
11 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 51
11 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 17
11 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
11 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 19
11 55 jaar en ouder bepaalde tijd 31
12 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 13
12 Jonger dan 27 bepaalde tijd 58
12 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 18
12 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 48
12 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 17
12 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 43
12 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 19
12 55 jaar en ouder bepaalde tijd 31
13 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 15
13 Jonger dan 27 bepaalde tijd 55
13 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 19
13 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 46
13 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
13 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 41
13 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 21
13 55 jaar en ouder bepaalde tijd 29
14 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 16
14 Jonger dan 27 bepaalde tijd 55
14 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 20
14 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 45
14 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
14 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 40
14 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
14 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
15 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 16
15 Jonger dan 27 bepaalde tijd 55
15 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 20
15 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 43
15 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
15 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 40
15 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
15 55 jaar en ouder bepaalde tijd 27
16 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 16
16 Jonger dan 27 bepaalde tijd 55
16 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 21
16 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 44
16 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
16 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 40
16 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
16 55 jaar en ouder bepaalde tijd 27
17 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 17
17 Jonger dan 27 bepaalde tijd 54
17 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 21
17 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 44
17 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 20
17 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 40
17 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
17 55 jaar en ouder bepaalde tijd 27
18 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 17
18 Jonger dan 27 bepaalde tijd 54
18 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 21
18 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 44
18 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 21
18 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 38
18 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
18 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
19 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 17
19 Jonger dan 27 bepaalde tijd 53
19 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
19 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 43
19 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 21
19 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 38
19 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
19 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
20 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 18
20 Jonger dan 27 bepaalde tijd 52
20 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
20 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 44
20 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 21
20 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 38
20 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
20 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
21 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 18
21 Jonger dan 27 bepaalde tijd 52
21 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 22
21 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 43
21 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 22
21 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 37
21 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
21 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
22 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 19
22 Jonger dan 27 bepaalde tijd 52
22 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 23
22 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 43
22 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 22
22 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 37
22 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
22 55 jaar en ouder bepaalde tijd 28
23 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 19
23 Jonger dan 27 bepaalde tijd 51
23 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 23
23 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 42
23 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 23
23 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 37
23 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
23 55 jaar en ouder bepaalde tijd 26
24 Jonger dan 27 onbepaalde tijd 20
24 Jonger dan 27 bepaalde tijd 50
24 27 tot 35 jaar onbepaalde tijd 24
24 27 tot 35 jaar bepaalde tijd 41
24 35 tot 55 jaar onbepaalde tijd 23
24 35 tot 55 jaar bepaalde tijd 36
24 55 jaar en ouder onbepaalde tijd 22
24 55 jaar en ouder bepaalde tijd 26

5.5 LKSP na beëindiging LKSP 

In onderstaande figuur 5.5.1 is de ontwikkeling van het aandeel personen met LKSP te zien, vóór en na het beëindigen van LKSP, voor cohorten 2022 en 2023. Op relatief peilmoment 0 is te zien dat alle personen LKSP hebben. Dit is de laatste dag waarop de LKSP nog liep. De maand erna is het aandeel personen met LKSP gedaald naar iets boven nul. In de maanden vóór de beëindiging is te zien dat voor cohort 2022 de personen met Nederlandse en niet-Nederlandse herkomst dicht op elkaar zitten. Voor cohort 2023 liggen deze groepen verder uit elkaar. In de maanden na de beëindiging is voor cohort 2023 voor beide herkomstgroepen een stijging te zien in aandeel met LKSP vergeleken met cohort 2022. Op relatief peilmoment 12 van cohort 2022 had 20 procent van de populatie met niet-Nederlandse herkomst LKSP; voor cohort 2023 was dit 23 procent. Van de personen met een Nederlandse herkomst in cohort 2022 hadden op dat moment 11 procent LKSP in cohort 2022 en 12 procent in cohort 2023.

5.5.1 Ontwikkeling van LKSP voor en na einde LKSP
Relatief peilmoment Herkomst Cohort Aandeel met LKSP
-12 Niet-Nederlands 2022 55
-12 Niet-Nederlands 2023 57
-12 Nederlands 2022 60
-12 Nederlands 2023 61
-11 Niet-Nederlands 2022 65
-11 Niet-Nederlands 2023 65
-11 Nederlands 2022 66
-11 Nederlands 2023 68
-10 Niet-Nederlands 2022 67
-10 Niet-Nederlands 2023 67
-10 Nederlands 2022 68
-10 Nederlands 2023 70
-9 Niet-Nederlands 2022 69
-9 Niet-Nederlands 2023 69
-9 Nederlands 2022 70
-9 Nederlands 2023 72
-8 Niet-Nederlands 2022 72
-8 Niet-Nederlands 2023 70
-8 Nederlands 2022 72
-8 Nederlands 2023 74
-7 Niet-Nederlands 2022 74
-7 Niet-Nederlands 2023 73
-7 Nederlands 2022 74
-7 Nederlands 2023 76
-6 Niet-Nederlands 2022 79
-6 Niet-Nederlands 2023 77
-6 Nederlands 2022 79
-6 Nederlands 2023 79
-5 Niet-Nederlands 2022 87
-5 Niet-Nederlands 2023 85
-5 Nederlands 2022 86
-5 Nederlands 2023 86
-4 Niet-Nederlands 2022 89
-4 Niet-Nederlands 2023 87
-4 Nederlands 2022 89
-4 Nederlands 2023 89
-3 Niet-Nederlands 2022 92
-3 Niet-Nederlands 2023 90
-3 Nederlands 2022 92
-3 Nederlands 2023 92
-2 Niet-Nederlands 2022 94
-2 Niet-Nederlands 2023 93
-2 Nederlands 2022 94
-2 Nederlands 2023 94
-1 Niet-Nederlands 2022 96
-1 Niet-Nederlands 2023 95
-1 Nederlands 2022 96
-1 Nederlands 2023 96
0 Niet-Nederlands 2022 100
0 Niet-Nederlands 2023 100
0 Nederlands 2022 100
0 Nederlands 2023 100
1 Niet-Nederlands 2022 3
1 Niet-Nederlands 2023 4
1 Nederlands 2022 5
1 Nederlands 2023 6
2 Niet-Nederlands 2022 5
2 Niet-Nederlands 2023 7
2 Nederlands 2022 7
2 Nederlands 2023 8
3 Niet-Nederlands 2022 7
3 Niet-Nederlands 2023 8
3 Nederlands 2022 10
3 Nederlands 2023 10
4 Niet-Nederlands 2022 8
4 Niet-Nederlands 2023 9
4 Nederlands 2022 12
4 Nederlands 2023 13
5 Niet-Nederlands 2022 10
5 Niet-Nederlands 2023 11
5 Nederlands 2022 14
5 Nederlands 2023 15
6 Niet-Nederlands 2022 11
6 Niet-Nederlands 2023 13
6 Nederlands 2022 16
6 Nederlands 2023 17
7 Niet-Nederlands 2022 14
7 Niet-Nederlands 2023 17
7 Nederlands 2022 22
7 Nederlands 2023 23
8 Niet-Nederlands 2022 15
8 Niet-Nederlands 2023 18
8 Nederlands 2022 23
8 Nederlands 2023 24
9 Niet-Nederlands 2022 16
9 Niet-Nederlands 2023 19
9 Nederlands 2022 24
9 Nederlands 2023 26
10 Niet-Nederlands 2022 16
10 Niet-Nederlands 2023 20
10 Nederlands 2022 25
10 Nederlands 2023 27
11 Niet-Nederlands 2022 17
11 Niet-Nederlands 2023 20
11 Nederlands 2022 26
11 Nederlands 2023 27
12 Niet-Nederlands 2022 17
12 Niet-Nederlands 2023 21
12 Nederlands 2022 26
12 Nederlands 2023 28
13 Niet-Nederlands 2022 18
13 Nederlands 2022 26
14 Niet-Nederlands 2022 19
14 Nederlands 2022 26
15 Niet-Nederlands 2022 19
15 Nederlands 2022 27
16 Niet-Nederlands 2022 20
16 Nederlands 2022 27
17 Niet-Nederlands 2022 21
17 Nederlands 2022 27
18 Niet-Nederlands 2022 21
18 Nederlands 2022 28
19 Niet-Nederlands 2022 22
19 Nederlands 2022 28
20 Niet-Nederlands 2022 22
20 Nederlands 2022 28
21 Niet-Nederlands 2022 22
21 Nederlands 2022 28
22 Niet-Nederlands 2022 23
22 Nederlands 2022 28
23 Niet-Nederlands 2022 23
23 Nederlands 2022 28
24 Niet-Nederlands 2022 23
24 Nederlands 2022 28

5.6 Conclusie 

In dit hoofdstuk worden personen die een LKSP beëindigen nader onderzocht. De belangrijkste resultaten zijn: 

  • Er is een daling van het aantal werkenden na beëindiging van de LKSP. Deze daling is het grootst voor de oudere leeftijdsgroepen en voor vrouwen. 
  • Na beëindiging van de LKSP is een verschuiving te zien van werkend zonder bijstand naar niet werkend zonder bijstand.
  • Er is een daling van personen met een contract voor bepaalde en onbepaalde tijd, en een stijging van personen zonder contract. 
  • Na beëindiging van de LKSP hebben jongere leeftijdscategorieën vaker een contract voor bepaalde tijd dan oudere leeftijdscategorieën. Voor contracten van onbepaalde tijd zijn de verschillen tussen de leeftijdsgroepen minder groot, al hebben oudere leeftijdsgroepen juist vaker een contract voor onbepaalde tijd dan de leeftijdsgroep jonger dan 27 jaar.

6. Beëindigde forfaitaire loonkostensubsidie en gestarte loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet

6.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden beëindigde forfaitaire loonkostensubsidies (LKSF) en gestarte loonkostensubsidies op basis van de Participatiewet (LKSP) nader onderzocht. In 2022 waren er 10 980 personen met een gestarte LKSP en 6 160 personen met een beëindigde LKSF. In 2023 waren dat respectievelijk 11 710 en 6 480 personen. In dit hoofdstuk wordt eerst gekeken naar de opeenvolging van LKSF en LKSP in de tijd. Vervolgens wordt voor en na de start van een LKSP gekeken naar werk, gebruik van de bijstand, waar nodig uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. De laatste paragraaf gaat in op de ontwikkeling van het uurloon na de start van de LKSP. 

6.2 Opeenvolging van LKSF en LKSP in de tijd

De opeenvolging van LKSF en LKSP in de tijd wordt op twee manieren bekeken, allereerst vanuit het beëindigen van de LKSF, en vervolgens vanuit het starten van de LKSP. Figuur 6.2.1 toont dat een beëindiging van een LKSF vaak samengaat met de start van een LKSP. Op de X-as wordt het relatieve peilmoment weergegeven. Dit zijn het aantal maanden vanaf een bepaalde situatie; in dit geval de beëindiging van LKSF. Bij een negatief relatief peilmoment gaat het om de maanden vóór een situatie. In figuur 6.2.1 is te zien dat in 2023 één maand na de beëindiging van een LKSF 70 procent van de personen LKSP heeft. In 2022 is dit 69 procent. Het grootste verschil tussen de cohorten is te zien bij twaalf maanden na beëindiging van de LKSF: In 2023 had 58 procent LKSP, in 2022 was dat 53 procent. 

6.2.1 Ontwikkeling van LKSP voor en na het eindigen van LKSF
Relatief peilmoment Cohort Aandeel met LKSP
-12 2022 16
-12 2023 17
-11 2022 16
-11 2023 17
-10 2022 16
-10 2023 16
-9 2022 15
-9 2023 16
-8 2022 15
-8 2023 16
-7 2022 14
-7 2023 15
-6 2022 13
-6 2023 13
-5 2022 11
-5 2023 11
-4 2022 12
-4 2023 11
-3 2022 12
-3 2023 10
-2 2022 11
-2 2023 10
-1 2022 11
-1 2023 10
0 2022 15
0 2023 13
1 2022 69
1 2023 70
2 2022 68
2 2023 69
3 2022 67
3 2023 68
4 2022 66
4 2023 66
5 2022 65
5 2023 65
6 2022 63
6 2023 64
7 2022 60
7 2023 60
8 2022 58
8 2023 59
9 2022 57
9 2023 59
10 2022 56
10 2023 58
11 2022 56
11 2023 58
12 2022 56
12 2023 58
13 2022 53
14 2022 53
15 2022 53
16 2022 52
17 2022 51
18 2022 51
19 2022 49
20 2022 49
21 2022 49
22 2022 49
23 2022 48
24 2022 48

Figuur 6.2.2 toont de ontwikkeling van LKSF vóór het starten van een LKSP, uitgesplitst naar leeftijd, voor cohort 2022. Het relatieve peilmoment 0 is in deze figuur de start van de LKSP. De categorie jonger dan 27 jaar (lichtblauwe lijn) heeft het hoogste aandeel LKSF in de zes maanden voorafgaand aan de start van een LKSP. Van de 18-27-jarigen die met LKSP starten, had 39 procent één maand daarvoor LKSF. Personen van 35 tot 55 jaar en 55 jaar en ouder hebben op dat moment het laagste aandeel LKSF; 29 procent en 27 procent respectievelijk. Verder is in het figuur te zien dat de lijnen voor alle leeftijdsgroepen van relatief peilmoment -12 tot -7 dicht bij de horizontale as liggen. De reden daarvan is dat LKSF maximaal zes maanden duurt. 

6.2.2 Ontwikkeling van LKSF voor het starten van LKSP
Relatief peilmoment Leeftijd Aandeel met LKSF
-12 Jonger dan 27 3
-12 27 tot 35 jaar 4
-12 35 tot 55 jaar 2
-12 55 jaar en ouder 2
-11 Jonger dan 27 3
-11 27 tot 35 jaar 4
-11 35 tot 55 jaar 2
-11 55 jaar en ouder 2
-10 Jonger dan 27 3
-10 27 tot 35 jaar 4
-10 35 tot 55 jaar 2
-10 55 jaar en ouder 2
-9 Jonger dan 27 3
-9 27 tot 35 jaar 4
-9 35 tot 55 jaar 2
-9 55 jaar en ouder 2
-8 Jonger dan 27 3
-8 27 tot 35 jaar 4
-8 35 tot 55 jaar 2
-8 55 jaar en ouder 2
-7 Jonger dan 27 5
-7 27 tot 35 jaar 5
-7 35 tot 55 jaar 3
-7 55 jaar en ouder 3
-6 Jonger dan 27 30
-6 27 tot 35 jaar 29
-6 35 tot 55 jaar 22
-6 55 jaar en ouder 21
-5 Jonger dan 27 32
-5 27 tot 35 jaar 30
-5 35 tot 55 jaar 23
-5 55 jaar en ouder 22
-4 Jonger dan 27 34
-4 27 tot 35 jaar 31
-4 35 tot 55 jaar 25
-4 55 jaar en ouder 24
-3 Jonger dan 27 36
-3 27 tot 35 jaar 33
-3 35 tot 55 jaar 27
-3 55 jaar en ouder 26
-2 Jonger dan 27 38
-2 27 tot 35 jaar 35
-2 35 tot 55 jaar 28
-2 55 jaar en ouder 27
-1 Jonger dan 27 39
-1 27 tot 35 jaar 35
-1 35 tot 55 jaar 29
-1 55 jaar en ouder 27
0 Jonger dan 27 9
0 27 tot 35 jaar 7
0 35 tot 55 jaar 7
0 55 jaar en ouder 7
1 Jonger dan 27 5
1 27 tot 35 jaar 5
1 35 tot 55 jaar 5
1 55 jaar en ouder 4

6.3 Werk en bijstand vóór en na de start van LKSP

Figuur 6.3.1 laat het aandeel werkend vóór en na de start van LSKP zien. Cohort 2023 heeft een hoger aandeel personen werkend zonder LKS(P/F) vóór de start van de LKSP dan cohort 2022. Negen maanden vóór de start van een LKSP is 26 procent van de populatie van 2023 werkend zonder LKS(P/F). Voor het cohort van 2022 is dit 21 procent. Het verloop van het aandeel werkend na de start van een LKSP is voor cohorten 2022 en 2023 vrijwel gelijk. Op relatief peilmoment 0, gedefinieerd als de start van de LKSP, is het aandeel werkend logischerwijs nagenoeg 100 procent. Twaalf maanden na de start is bij beide cohorten 75 procent werkend met LKS(P/F).  

6.3.1 Ontwikkeling van aandeel werkend voor en na starten van LKSP
Relatief peilmoment Cohort Werksituatie Aandeel
-12 2022 Werkend met LKS(P/F) 16
-12 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 20
-12 2023 Werkend met LKS(P/F) 16
-12 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 26
-11 2022 Werkend met LKS(P/F) 16
-11 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-11 2023 Werkend met LKS(P/F) 15
-11 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 26
-10 2022 Werkend met LKS(P/F) 16
-10 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-10 2023 Werkend met LKS(P/F) 15
-10 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 26
-9 2022 Werkend met LKS(P/F) 15
-9 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-9 2023 Werkend met LKS(P/F) 15
-9 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 26
-8 2022 Werkend met LKS(P/F) 15
-8 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-8 2023 Werkend met LKS(P/F) 14
-8 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 26
-7 2022 Werkend met LKS(P/F) 15
-7 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-7 2023 Werkend met LKS(P/F) 14
-7 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 25
-6 2022 Werkend met LKS(P/F) 34
-6 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-6 2023 Werkend met LKS(P/F) 33
-6 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 22
-5 2022 Werkend met LKS(P/F) 36
-5 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-5 2023 Werkend met LKS(P/F) 35
-5 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 22
-4 2022 Werkend met LKS(P/F) 36
-4 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-4 2023 Werkend met LKS(P/F) 36
-4 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-3 2022 Werkend met LKS(P/F) 37
-3 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-3 2023 Werkend met LKS(P/F) 38
-3 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 21
-2 2022 Werkend met LKS(P/F) 38
-2 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-2 2023 Werkend met LKS(P/F) 38
-2 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 20
-1 2022 Werkend met LKS(P/F) 37
-1 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 18
-1 2023 Werkend met LKS(P/F) 37
-1 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 20
0 2022 Werkend met LKS(P/F) 97
0 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 0
0 2023 Werkend met LKS(P/F) 96
0 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 0
1 2022 Werkend met LKS(P/F) 97
1 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 1
1 2023 Werkend met LKS(P/F) 97
1 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 1
2 2022 Werkend met LKS(P/F) 96
2 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 1
2 2023 Werkend met LKS(P/F) 95
2 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 1
3 2022 Werkend met LKS(P/F) 95
3 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 2
3 2023 Werkend met LKS(P/F) 94
3 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 2
4 2022 Werkend met LKS(P/F) 93
4 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 3
4 2023 Werkend met LKS(P/F) 93
4 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 2
5 2022 Werkend met LKS(P/F) 91
5 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 4
5 2023 Werkend met LKS(P/F) 91
5 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 3
6 2022 Werkend met LKS(P/F) 86
6 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 5
6 2023 Werkend met LKS(P/F) 86
6 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 5
7 2022 Werkend met LKS(P/F) 84
7 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 6
7 2023 Werkend met LKS(P/F) 84
7 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 6
8 2022 Werkend met LKS(P/F) 83
8 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 6
8 2023 Werkend met LKS(P/F) 83
8 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 6
9 2022 Werkend met LKS(P/F) 82
9 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 7
9 2023 Werkend met LKS(P/F) 82
9 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 6
10 2022 Werkend met LKS(P/F) 81
10 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 8
10 2023 Werkend met LKS(P/F) 81
10 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 7
11 2022 Werkend met LKS(P/F) 80
11 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 8
11 2023 Werkend met LKS(P/F) 80
11 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 7
12 2022 Werkend met LKS(P/F) 75
12 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 10
12 2023 Werkend met LKS(P/F) 75
12 2023 Werkend zonder LKS(P/F) 9
13 2022 Werkend met LKS(P/F) 74
13 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 11
14 2022 Werkend met LKS(P/F) 73
14 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 11
15 2022 Werkend met LKS(P/F) 73
15 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 11
16 2022 Werkend met LKS(P/F) 72
16 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 11
17 2022 Werkend met LKS(P/F) 71
17 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 12
18 2022 Werkend met LKS(P/F) 69
18 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 13
19 2022 Werkend met LKS(P/F) 68
19 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 13
20 2022 Werkend met LKS(P/F) 68
20 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 13
21 2022 Werkend met LKS(P/F) 67
21 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 13
22 2022 Werkend met LKS(P/F) 67
22 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 13
23 2022 Werkend met LKS(P/F) 67
23 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 14
24 2022 Werkend met LKS(P/F) 64
24 2022 Werkend zonder LKS(P/F) 15

In onderstaande figuur 6.3.2 is het aandeel werkend uitgesplitst naar leeftijdsgroep, vóór en na het starten van een LKSP. De categorie 35 tot 55 jaar heeft negen maanden vóór de start van LKSP het laagste aandeel werkenden (27 procent). De categorie jonger dan 27 jaar heeft op dat moment het hoogste aandeel werkenden (44 procent). Vanaf de start LKSP tot één jaar na deze start is de ontwikkeling over de verschillende leeftijdscategorieën vergelijkbaar en consistent. Vanaf de twaalfde maand is te zien dat de leeftijdscategorieën divergeren. Achttien maanden na de start van een LKSP heeft de leeftijdscategorie 27 tot 35 jaar het laagste aandeel werkend; 78 procent. De categorie jonger dan 27 jaar heeft het hoogst aandeel werkend op dat moment met 83 procent.

6.3.2 Ontwikkeling van aandeel werkend voor en na het starten van LKSP naar leeftijd (Cohort 2022)
Relatief peilmoment Leeftijd Aandeel werkend
-12 Jonger dan 27 43
-12 27 tot 35 jaar 33
-12 35 tot 55 jaar 26
-12 55 jaar en ouder 31
-11 Jonger dan 27 43
-11 27 tot 35 jaar 34
-11 35 tot 55 jaar 26
-11 55 jaar en ouder 32
-10 Jonger dan 27 43
-10 27 tot 35 jaar 33
-10 35 tot 55 jaar 27
-10 55 jaar en ouder 31
-9 Jonger dan 27 44
-9 27 tot 35 jaar 34
-9 35 tot 55 jaar 27
-9 55 jaar en ouder 31
-8 Jonger dan 27 44
-8 27 tot 35 jaar 33
-8 35 tot 55 jaar 27
-8 55 jaar en ouder 31
-7 Jonger dan 27 44
-7 27 tot 35 jaar 33
-7 35 tot 55 jaar 27
-7 55 jaar en ouder 31
-6 Jonger dan 27 60
-6 27 tot 35 jaar 51
-6 35 tot 55 jaar 43
-6 55 jaar en ouder 46
-5 Jonger dan 27 61
-5 27 tot 35 jaar 51
-5 35 tot 55 jaar 44
-5 55 jaar en ouder 47
-4 Jonger dan 27 62
-4 27 tot 35 jaar 52
-4 35 tot 55 jaar 44
-4 55 jaar en ouder 48
-3 Jonger dan 27 63
-3 27 tot 35 jaar 53
-3 35 tot 55 jaar 45
-3 55 jaar en ouder 49
-2 Jonger dan 27 63
-2 27 tot 35 jaar 53
-2 35 tot 55 jaar 46
-2 55 jaar en ouder 50
-1 Jonger dan 27 62
-1 27 tot 35 jaar 53
-1 35 tot 55 jaar 46
-1 55 jaar en ouder 49
0 Jonger dan 27 97
0 27 tot 35 jaar 97
0 35 tot 55 jaar 96
0 55 jaar en ouder 96
1 Jonger dan 27 98
1 27 tot 35 jaar 98
1 35 tot 55 jaar 98
1 55 jaar en ouder 97
2 Jonger dan 27 97
2 27 tot 35 jaar 97
2 35 tot 55 jaar 98
2 55 jaar en ouder 97
3 Jonger dan 27 97
3 27 tot 35 jaar 96
3 35 tot 55 jaar 97
3 55 jaar en ouder 97
4 Jonger dan 27 95
4 27 tot 35 jaar 95
4 35 tot 55 jaar 96
4 55 jaar en ouder 97
5 Jonger dan 27 94
5 27 tot 35 jaar 94
5 35 tot 55 jaar 96
5 55 jaar en ouder 96
6 Jonger dan 27 91
6 27 tot 35 jaar 92
6 35 tot 55 jaar 92
6 55 jaar en ouder 93
7 Jonger dan 27 90
7 27 tot 35 jaar 90
7 35 tot 55 jaar 90
7 55 jaar en ouder 92
8 Jonger dan 27 89
8 27 tot 35 jaar 89
8 35 tot 55 jaar 89
8 55 jaar en ouder 91
9 Jonger dan 27 89
9 27 tot 35 jaar 88
9 35 tot 55 jaar 89
9 55 jaar en ouder 91
10 Jonger dan 27 89
10 27 tot 35 jaar 88
10 35 tot 55 jaar 89
10 55 jaar en ouder 90
11 Jonger dan 27 88
11 27 tot 35 jaar 88
11 35 tot 55 jaar 89
11 55 jaar en ouder 90
12 Jonger dan 27 85
12 27 tot 35 jaar 83
12 35 tot 55 jaar 85
12 55 jaar en ouder 87
13 Jonger dan 27 85
13 27 tot 35 jaar 82
13 35 tot 55 jaar 84
13 55 jaar en ouder 86
14 Jonger dan 27 85
14 27 tot 35 jaar 82
14 35 tot 55 jaar 83
14 55 jaar en ouder 86
15 Jonger dan 27 85
15 27 tot 35 jaar 82
15 35 tot 55 jaar 83
15 55 jaar en ouder 85
16 Jonger dan 27 84
16 27 tot 35 jaar 81
16 35 tot 55 jaar 83
16 55 jaar en ouder 84
17 Jonger dan 27 85
17 27 tot 35 jaar 81
17 35 tot 55 jaar 83
17 55 jaar en ouder 83
18 Jonger dan 27 83
18 27 tot 35 jaar 78
18 35 tot 55 jaar 81
18 55 jaar en ouder 81
19 Jonger dan 27 82
19 27 tot 35 jaar 77
19 35 tot 55 jaar 80
19 55 jaar en ouder 81
20 Jonger dan 27 82
20 27 tot 35 jaar 77
20 35 tot 55 jaar 80
20 55 jaar en ouder 80
21 Jonger dan 27 82
21 27 tot 35 jaar 77
21 35 tot 55 jaar 80
21 55 jaar en ouder 79
22 Jonger dan 27 82
22 27 tot 35 jaar 77
22 35 tot 55 jaar 79
22 55 jaar en ouder 79
23 Jonger dan 27 82
23 27 tot 35 jaar 77
23 35 tot 55 jaar 79
23 55 jaar en ouder 79
24 Jonger dan 27 80
24 27 tot 35 jaar 76
24 35 tot 55 jaar 76
24 55 jaar en ouder 77

In figuur 6.3.3 is te zien dat op peilmoment -9, vóór de start van een LKSP, 37 procent van de mannen werkend is. Voor vrouwen is dit aandeel 36 procent. Op relatief peilmoment -6 is een stijging te zien in het aandeel werkend ten opzichte van peilmoment -7: Mannen en vrouwen stijgen respectievelijk met 16 en 15 procentpunt. Deze stijging komt door de inzet van LKSF. In de maanden tussen relatief peilmoment 0 en 12 liggen de lijnen van mannen en vrouwen dicht bij elkaar. Na relatief peilmoment 12 is te zien dat het aandeel werkenden net iets sneller zakt onder vrouwen dan onder mannen. Op relatief peilmoment 21 was 79 procent van de vrouwen aan het werk tegenover 81 procent van de mannen. 

6.3.3 Ontwikkeling van aandeel werkend voor en na het starten van LKSP naar geslacht (Cohort 2022)
Relatief peilmoment Geslacht Aandeel werkend
-12 Man 37
-12 Vrouw 34
-11 Man 37
-11 Vrouw 35
-10 Man 37
-10 Vrouw 36
-9 Man 37
-9 Vrouw 36
-8 Man 37
-8 Vrouw 36
-7 Man 37
-7 Vrouw 35
-6 Man 53
-6 Vrouw 51
-5 Man 54
-5 Vrouw 53
-4 Man 55
-4 Vrouw 54
-3 Man 56
-3 Vrouw 54
-2 Man 57
-2 Vrouw 54
-1 Man 56
-1 Vrouw 54
0 Man 96
0 Vrouw 97
1 Man 98
1 Vrouw 98
2 Man 97
2 Vrouw 97
3 Man 97
3 Vrouw 97
4 Man 96
4 Vrouw 96
5 Man 95
5 Vrouw 95
6 Man 92
6 Vrouw 92
7 Man 91
7 Vrouw 90
8 Man 90
8 Vrouw 90
9 Man 89
9 Vrouw 89
10 Man 89
10 Vrouw 89
11 Man 88
11 Vrouw 88
12 Man 85
12 Vrouw 84
13 Man 85
13 Vrouw 84
14 Man 84
14 Vrouw 83
15 Man 84
15 Vrouw 83
16 Man 84
16 Vrouw 82
17 Man 84
17 Vrouw 83
18 Man 82
18 Vrouw 80
19 Man 81
19 Vrouw 79
20 Man 81
20 Vrouw 79
21 Man 81
21 Vrouw 79
22 Man 81
22 Vrouw 79
23 Man 81
23 Vrouw 79
24 Man 79
24 Vrouw 76

In figuur 6.3.4 is een sequentieplot weergegeven van de ontwikkeling van de werk- en  uitkeringssituatie na het starten van een LKSP in 2022. Het relatieve peilmoment 0 is in deze figuur de start van de LKSP.

6.3.4 Sequentieplot van werk- en uitkeringssituatie na start LKSP, cohort 2022

Van de personen die op enig moment in 2022 een LKSP start, werkt 80 procent bij de start (peilmoment 0) in loondienst zonder bijstand (lichtblauw). Van de gehele populatie blijft 50 procent op elk peilmoment werkend zonder bijstand. De categorie werkend met bijstand (donkerblauw) is bij instroom de één na grootste, met 16 procent. Het aandeel personen dat op elk peilmoment tot deze categorie behoort is 4 procent.

In onderstaande figuur 6.3.5 is het aandeel met een bijstandsuitkering uitgesplitst naar leeftijdsgroep, vóór en na het starten van een LKSP. In figuur 6.3.5 is te zien dat de personen van 35 tot 55 jaar over de hele tijdspanne het hoogste aandeel personen met een bijstandsuitkering hebben. Zeven maanden voor de start LKSP ligt dit op 64 procent en twaalf maanden na de start ligt dit op 22 procent.

6.3.5 Ontwikkeling van bijstand voor en na het starten van LKSP (Cohort 2022)
Relatief peilmoment Leeftijd Aandeel met een bijstandsuitkering
-12 Jonger dan 27 18
-12 27 tot 35 jaar 53
-12 35 tot 55 jaar 64
-12 55 jaar en ouder 55
-11 Jonger dan 27 19
-11 27 tot 35 jaar 53
-11 35 tot 55 jaar 64
-11 55 jaar en ouder 56
-10 Jonger dan 27 19
-10 27 tot 35 jaar 53
-10 35 tot 55 jaar 64
-10 55 jaar en ouder 56
-9 Jonger dan 27 20
-9 27 tot 35 jaar 53
-9 35 tot 55 jaar 64
-9 55 jaar en ouder 58
-8 Jonger dan 27 20
-8 27 tot 35 jaar 54
-8 35 tot 55 jaar 64
-8 55 jaar en ouder 58
-7 Jonger dan 27 21
-7 27 tot 35 jaar 55
-7 35 tot 55 jaar 64
-7 55 jaar en ouder 58
-6 Jonger dan 27 17
-6 27 tot 35 jaar 45
-6 35 tot 55 jaar 57
-6 55 jaar en ouder 50
-5 Jonger dan 27 16
-5 27 tot 35 jaar 44
-5 35 tot 55 jaar 56
-5 55 jaar en ouder 49
-4 Jonger dan 27 17
-4 27 tot 35 jaar 43
-4 35 tot 55 jaar 55
-4 55 jaar en ouder 49
-3 Jonger dan 27 16
-3 27 tot 35 jaar 42
-3 35 tot 55 jaar 54
-3 55 jaar en ouder 49
-2 Jonger dan 27 16
-2 27 tot 35 jaar 42
-2 35 tot 55 jaar 54
-2 55 jaar en ouder 48
-1 Jonger dan 27 16
-1 27 tot 35 jaar 41
-1 35 tot 55 jaar 54
-1 55 jaar en ouder 48
0 Jonger dan 27 7
0 27 tot 35 jaar 22
0 35 tot 55 jaar 32
0 55 jaar en ouder 29
1 Jonger dan 27 5
1 27 tot 35 jaar 20
1 35 tot 55 jaar 29
1 55 jaar en ouder 26
2 Jonger dan 27 5
2 27 tot 35 jaar 19
2 35 tot 55 jaar 27
2 55 jaar en ouder 24
3 Jonger dan 27 5
3 27 tot 35 jaar 18
3 35 tot 55 jaar 26
3 55 jaar en ouder 24
4 Jonger dan 27 5
4 27 tot 35 jaar 17
4 35 tot 55 jaar 26
4 55 jaar en ouder 23
5 Jonger dan 27 4
5 27 tot 35 jaar 16
5 35 tot 55 jaar 26
5 55 jaar en ouder 23
6 Jonger dan 27 5
6 27 tot 35 jaar 15
6 35 tot 55 jaar 24
6 55 jaar en ouder 22
7 Jonger dan 27 5
7 27 tot 35 jaar 15
7 35 tot 55 jaar 23
7 55 jaar en ouder 21
8 Jonger dan 27 5
8 27 tot 35 jaar 15
8 35 tot 55 jaar 23
8 55 jaar en ouder 20
9 Jonger dan 27 5
9 27 tot 35 jaar 15
9 35 tot 55 jaar 23
9 55 jaar en ouder 21
10 Jonger dan 27 5
10 27 tot 35 jaar 15
10 35 tot 55 jaar 23
10 55 jaar en ouder 21
11 Jonger dan 27 6
11 27 tot 35 jaar 15
11 35 tot 55 jaar 23
11 55 jaar en ouder 21
12 Jonger dan 27 6
12 27 tot 35 jaar 15
12 35 tot 55 jaar 22
12 55 jaar en ouder 21
13 Jonger dan 27 6
13 27 tot 35 jaar 15
13 35 tot 55 jaar 22
13 55 jaar en ouder 21
14 Jonger dan 27 6
14 27 tot 35 jaar 14
14 35 tot 55 jaar 22
14 55 jaar en ouder 20
15 Jonger dan 27 6
15 27 tot 35 jaar 15
15 35 tot 55 jaar 22
15 55 jaar en ouder 21
16 Jonger dan 27 6
16 27 tot 35 jaar 15
16 35 tot 55 jaar 22
16 55 jaar en ouder 21
17 Jonger dan 27 6
17 27 tot 35 jaar 15
17 35 tot 55 jaar 21
17 55 jaar en ouder 21
18 Jonger dan 27 6
18 27 tot 35 jaar 15
18 35 tot 55 jaar 21
18 55 jaar en ouder 21
19 Jonger dan 27 6
19 27 tot 35 jaar 15
19 35 tot 55 jaar 21
19 55 jaar en ouder 21
20 Jonger dan 27 6
20 27 tot 35 jaar 15
20 35 tot 55 jaar 21
20 55 jaar en ouder 21
21 Jonger dan 27 6
21 27 tot 35 jaar 15
21 35 tot 55 jaar 21
21 55 jaar en ouder 21
22 Jonger dan 27 7
22 27 tot 35 jaar 15
22 35 tot 55 jaar 21
22 55 jaar en ouder 21
23 Jonger dan 27 7
23 27 tot 35 jaar 15
23 35 tot 55 jaar 21
23 55 jaar en ouder 21
24 Jonger dan 27 7
24 27 tot 35 jaar 14
24 35 tot 55 jaar 21
24 55 jaar en ouder 21

6.4 Uurloon na de start van LKSP

In figuur 6.4.1 is de verdeling van het uurloon te zien op meerdere peilmomenten na de start van LKSP. Voor deze figuur wordt gebruik gemaakt van cohort 2022 zodat de ontwikkeling op de langere termijn bekeken kan worden.

6.4.1 Verdeling van het uurloon (Cohort 2022)
Relatief peilmoment Mediaan van het uurloon
0 12,16
6 12,85
12 13,8
18 14,93
24 15,55

In figuur 6.4.1 is per peilmoment een vorm te zien, die breder is op waardes waar meer data van is. Zo is op de start van een LKSP (of 0 maanden na start) te zien dat een uurloon van rond de 12 euro het meest voorkomt. De horizontale lijn in de vorm is de mediaan, hier een uurloon van 12,16 euro. Op peilmomenten 0, 12 en 24 is een groene markering op de vorm te zien. Dit is het wettelijk minimumuurloon geldend op 1 januari van het desbetreffende jaar. 24 maanden na de start van een LKSP komt een uurloon van 15 euro het meest voor. De mediaan op dit moment is een uurloon van 15,55 euro. Het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024 was 13,27 euro, een verschil van 2,28 euro. Bij de start van LKSP was dit verschil kleiner; het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2022 was 11,06 euro; dat is 1,10 euro lager dan de mediaan.

6.5 Conclusie 

In dit hoofdstuk is gekeken naar beëindigde forfaitaire loonkostensubsidies (LKSF) en gestarte loonkostensubsidies op basis van de Participatiewet (LKSP). 

De volgende patronen zijn zichtbaar bij de personen met een beëindigde LKSF: 

  • Een beëindiging van een LKSF gaat vaak samen met een start van een LKSP. In 2023 gebeurt dit relatief vaker dan in 2022. 

De volgende patronen zijn zichtbaar bij de personen met een gestarte LKSP:

  • Het merendeel van de personen is werkzaam in loondienst zonder bijstand bij de start van hun LKSP.
  • In 2023 waren er relatief meer mensen werkzaam in loondienst zonder loonkostensubsidie voorafgaand aan de start van de LKSP dan in 2022. Na de start van LKSP, trekt dit verschil tussen de cohorten weg en werkt ruim twee derde van de personen naast een loonkostsubsidie. 
  • Jongeren onder de 27 jaar hebben vaker LKSF voorafgaand aan LKSP dan andere leeftijdsgroepen. Ook hebben zij het minst vaak bijstand en zijn zij vaker werkzaam in loondienst voorafgaand aan LKSP. 
  • Personen van 35 jaar of ouder hebben het minst vaak LKSF voorafgaand aan LKSP. Personen tussen de 35 en 55 jaar zijn het minst vaak werkzaam voorafgaand aan LKSP. Zowel voor als na de start van LKSP, ontvangt een groter deel van deze personen bijstand dan personen in andere leeftijdsgroepen. 
  • Zowel één derde van de mannen als vrouwen zijn werkzaam in loondienst voorafgaand aan LKSP, zij het mannen iets vaker dan vrouwen. Na de start van de LKSP, neemt het aantal werkenden in beide groepen af, maar onder vrouwen iets sterker dan onder mannen. 
  • In 2022 lijkt het uurloon van personen die werkzaam zijn na de start va LKSP harder te stijgen dan het wettelijk minimumloon.