Rapportage Waarschuwingen 2024

4. Uitkomsten imputatie-analyse

Op basis van de respons op de enquête en de ophoging met behulp van de imputatiemethode zijn schattingen gemaakt voor het totaal aantal waarschuwingen en de verschillende soorten waarschuwingen in Nederland in 2024. De resultaten worden weergegeven in tabel 4.1.1. Hierin zijn ook de cijfers van alle eerdere onderzoeken over de jaren 2016 tot en met 2023 opgenomen.

De relatieve marge laat zien dat het werkelijke totale aantal tot een bepaald percentage kan afwijken van de puntschatting en geeft daarmee een onder- en een bovengrens aan. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval geeft een indicatie dat de puntschatting van het totale aantal waarschuwingen binnen deze range zal liggen. Het totaal aantal waarschuwingen kan echter ook hoger of lager liggen.  

4.1 Aantal waarschuwingen 2024 en eerder

Uit tabel 4.1.1 blijkt dat de Nederlandse gemeenten in 2024 in totaal naar schatting 5,6 duizend waarschuwingen hebben gegeven. De schattingen gaan gepaard met een relatieve onzekerheidsmarge van 6 procent. Het totaal aantal geschatte waarschuwingen in 2024 is hoger dan in 2023. In dat jaar kwam het totaal op 5,2 duizend uit. Zie tabel 4.1.1.

Deze stijging gaat hand in hand met een lichte toename in het aantal verstrekte bijstandsuitkeringen. Het aantal terug- en boetevorderingen vanwege het schenden van de inlichtingenplicht in de BDBS is daarentegen van 2023 op 2024 gedaald. Mogelijk houden gemeenten meer rekening met de menselijke maat en geven ze eerder een waarschuwing dan gebruik te maken van andere maatregelingen of boetes. Dat is echter in deze uitvraag niet onderzocht. 

4.1.1 Aantal waarschuwingen naar soort, 2016 tot en met 20241)
JaarSoort WaarschuwingAantalRelatieve marge95%-betrouwbaar-
heidsinterval
2024Totaal waarschuwingen5 6006%[5 300:6 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht3 7008%[3 400:4 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
1 3007%[1 200:1 400]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
8042%[60:110]
w.v. overig4)56016%[480:650]
2023Totaal waarschuwingen5 2003%[5 100:5 400]
w.v. schending van de inlichtingenplicht3 6005%[3 400:3 700]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
7804%[750:820]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
6018%[50:70]
w.v. overig8205%[790:860]
2022Totaal waarschuwingen5 7005%[5 400:6 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht4 2006%[3 900:4 400]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
8306%[780:870]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
14014%[120:160]
w.v. overig5206%[480:550]
2021Totaal waarschuwingen8 4006%[8 000:8 900]
w.v. schending van de inlichtingenplicht6 8006%[6 400:7 300]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
8506%[800:900]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
5043%[30:70]
w.v. overig68013%[600:770]
2020Totaal waarschuwingen9 0006%[8 400:9 600]
w.v. schending van de inlichtingenplicht7 3003%[7 000:7 500]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
24012%[210:270]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
4035%[30:50]
w.v. overig1 40033%[1 000:1 900]
2019Totaal waarschuwingen13 0005%[12 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht9 9007%[9 000 : 11 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
9004%[900: 1 000]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
---
w.v. overig2 20021%[1 700: 2 700]
2018Totaal waarschuwingen13 4003%[13 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht11 3004%[11 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
80017%[600:900]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
---
w.v. overig1 30010%[1 100:1 400]
2017Totaal waarschuwingen12 40011%[11 000:14 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht10 10014%[9 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
5009%[420:510]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
---
w.v. overig1 70027%[1 400:2 100]
2016Totaal waarschuwingen12 4007%[12 000:13 000]
w.v. schending van de inlichtingenplicht10 7007%[10 000:12 000]
w.v. niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--
w.v. niet voldoen aan arbeids- en/of
reintegratieverplichting2)
30013%[300:400]
w.v. tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)
---
w.v. overig1 40011%[1 200:1 500]
Bron: CBS
1) De geschatte aantallen waarschuwingen en de betrouwbaarheidsintervallen zijn afgerond op
honderd- c.q. tientallen.
2) Vóór 2020 geformuleerd als 'niet voldoen aan arbeidsverplichting'.
3) Vanaf 2020 toegevoegd.
4) De ondergrens van het 95%-betrouwbaarheidsinterval van soort waarschuwing 'overig' is vastgezet
op de responswaarde, omdat de ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval anders lager was
geweest dan de responswaarde.
Het betrouwbaarheidsinterval is daardoor niet symmetrisch rondom de puntschatting.

Zoals elk jaar zijn de meeste waarschuwingen gegeven vanwege het schenden van de inlichtingenplicht: in 2024 naar schatting 3,7 duizend met een relatieve marge van 8 procent. 

Om het voor gemeenten zo duidelijk mogelijk te maken onder welke soort zij waarschuwingen in de enquête kunnen opgeven, is de antwoordcategorie ‘niet voldoen aan de arbeidsverplichting’ in verslagjaar 2020 aangepast naar ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’. Naar schatting ging het in 2024 om 1,3 duizend waarschuwingen. De relatieve marge is 7 procent, wat neerkomt op een ondergrens van 1,2 duizend en een bovengrens van 1,4 duizend. In 2023 was het aantal waarschuwingen in de categorie ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’ met 780 lager dan in 2024, wat met name door een andere manier van registratie bij één gemeente komt waardoor er in 2024 meer waarschuwingen geregistreerd zijn bij ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’ in plaats van bij ‘overig’.  

De antwoordcategorie ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ is in 2020 voor het eerst in de enquête opgenomen. Naar schatting is dit type waarschuwing in 2024 in totaal 80 keer gegeven. De bij dit aantal behorende relatieve marge is met 42 procent hoger dan de marge in 2023 toen deze 18 procent was. Waarschijnlijk zal het aantal waarschuwingen dat in 2024 is gegeven wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid tussen de 60 en de 110 liggen.  

Het aantal waarschuwingen voor het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie is naar schatting aanzienlijk lager dan 50. Verreweg de meeste responderende gemeenten hebben aangegeven dat dergelijke waarschuwingen niet zijn gegeven. Het kwam slechts een enkele keer voor dat deze vraag werd ingevuld en indien het werd ingevuld, was het aantal waarschuwingen laag. Omdat waarschuwingen wegens het niet voldoen aan de eis tegenprestatie slechts sporadisch blijken voor te komen, is het niet mogelijk om een betrouwbare berekening te maken van het aantal en de onzekerheidsmarges. Daarom is net als in voorgaande jaren besloten de resultaten van de schatting niet te publiceren. 

Tot slot zijn er in 2024 naar schatting 560 waarschuwingen gegeven die in de categorie 'overig' vallen, met een betrouwbaarheidsinterval van 480 tot 650. Het aandeel overige waarschuwingen ligt met 10 procent in 2024 daarmee op het niveau van verslagjaren 2021 en 2022 waarin dit aandeel respectievelijk 8 en 9 procent was. In verslagjaar 2023 was het aandeel met 16 procent een stuk hoger (ook in verslagjaar 2020 was het aandeel 16 procent). De volgende paragraaf gaat hier verder op in.

4.2 Overige waarschuwingen en opmerkingen van gemeenten

Na de aanpassing en uitbreiding van de vraagstelling ten opzichte van de eerdere onderzoeken in verslagjaar 2020, viel in 2022 nog 9 procent van het geschatte totale aantal waarschuwingen onder de antwoordcategorie ‘overig’ terwijl in 2023 sprake was van 16 procent. Deze stijging kwam voornamelijk doordat bij enkele gemeenten in 2023 het aantal waarschuwingen in deze categorie sterk was gestegen. In 2024 is het aandeel waarschuwingen onder de antwoordcategorie ‘overig’ weer een stuk lager en daarmee vergelijkbaar met het aandeel in verslagjaren 2021 en 2022. Dit komt met name doordat één gemeente, die in verslagjaar 2023 een hoog aantal waarschuwingen bij antwoordcategorie ‘overig’ opgegeven had, in 2024 een andere registratiemethode hanteert waardoor er een groep waarschuwingen nu geoormerkt is als ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’, terwijl dat in het verleden nog niet zo was. Bij categorie ‘overig’ is in de vragenlijst een open vraag toegevoegd waarin gemeenten konden vermelden welke soorten waarschuwingen onder 'overig' zijn opgegeven. Bijna alle gemeenten met waarschuwingen vallend onder categorie ‘overig’ hebben dat gedaan, waarbij naar voren kwam dat één gemeente veel waarschuwingen in het kader van het niet verschijnen op een afspraak onder deze categorie heeft geschaard. Een aantal gemeenten geeft aan waarschuwingen niet zo gedetailleerd in een systeem vast te leggen waardoor er geen opdeling in soorten kan worden gemaakt. Dit betekent dat onder de overige waarschuwingen vaak ook waarschuwingen vallen vanwege het schenden van de inlichtingenplicht, het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie, het niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting en tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Aanvullend heeft een aantal gemeenten gebruik gemaakt van de ruimte om een opmerking te maken bij de enquête. Deze zijn verdeeld in vier groepen: 

  1. Gemeenten die geen waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal gemeenten was het niet mogelijk om een aantal waarschuwingen op te geven, omdat zij die niet (overzichtelijk) registreren in hun systeem of dat de aantallen onvolledig zijn. Een gemeente formuleerde dit als volgt: “Deze aantallen zijn bij ons onbekend”.
  2. Gemeenten die nul waarschuwingen hebben opgegeven.
    Een aantal gemeenten geeft aan in 2024 géén waarschuwingen te hebben opgelegd. Anderen kunnen het echte aantal niet achterhalen, omdat de registratie ontbreekt. 
  3. Gemeenten die naar eigen zeggen weinig waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal gemeenten zijn de aantallen onvolledig, omdat niet altijd juist wordt geregistreerd. Meerdere gemeenten geven daarnaast aan dat zij bijna geen formele waarschuwingen geven. Dit werd onder andere als volgt geformuleerd: “[…] Bij maatregelen wordt meestal gewerkt met directe interactie tussen consulent en inwoner met gebruik van informele waarschuwing. Formele waarschuwingen komen daarom niet echt voor/zijn voorbehouden voor boetes […]”.
    “Waarschuwingen worden vaak mondeling gegeven en indien nodig wordt er vervolgens overgegaan tot een maatregelbeoordeling.”
  4. Gemeenten die niet naar (alle) soorten waarschuwingen konden uitsplitsen.
    In sommige gevallen wordt het soort waarschuwing niet geregistreerd, waardoor er alleen totaalaantallen gegeven kunnen worden. Dit werd door één gemeente als volgt geformuleerd: “We hebben wel waarschuwingen gegeven, maar niet 'los' geregistreerd. Daarom kunnen we geen aantallen opgeven”.