3. Resultaten
3.1 Definitie secundaire grondstoffen
De definitie van grondstoffen versus materialen is als volgt vastgesteld:
De definitie van secundaire grondstoffen is als volgt vastgesteld:
Deze definitie is gemaakt om, in overeenstemming met de principes van de Nationale Rekeningen, en met een macro-economische blik, statistieken te maken over de inzet van secundaire materialen in de Nederlandse economie. Dat betekent dat er gekeken wordt naar productieketens en niet naar individuele bedrijven, en dat gemeten wordt volgens het ingezetenenprincipe – waarbij het gaat om bedrijven die formeel ingezetene zijn van Nederland.
In het kort omvat de definitie dus drie voorwaarden voor een grondstof om beschouwd te worden als secundaire grondstof:
- Het vervangt primaire grondstoffen in een productieketen (substitutie);
- De fysische eigenschappen blijven behouden (‘staal blijft staal’);
- Het leidt direct tot een vermindering van de hoeveelheid (finaal) afval, dat uit de economie verwijderd wordt (door verbranding of storten), in een productieproces (met andere woorden: het draagt bij aan circulariteit).
In een versimpelde schematische weergave van een productieketen ziet dat er als volgt uit:
3.3.1 Definitie secundaire grondstoffen
| Naar | ||||
|---|---|---|---|---|
| Van | Afvalverwerking | Extern | Bewerking | Productie |
| Afvalverwerking | x | R3, R4: Te hergebruiken onderdelen | R5: Recycling | Secundaire grondstoffen |
| Afvalverwerking | x | R6 Storten, verbranden | x | x |
Binnen de CPA-classificatie, die wordt gebruikt in de PS-enquête, kunnen afval en secundaire grondstoffen worden weergegeven. Er wordt echter geen onderscheid gemaakt tussen een primair en secundair materiaal.
Meer details over de overwegingen, en verschillende praktijkvoorbeelden over hoe de definitie zou moeten worden gehanteerd, zijn te vinden in de definitienota in bijlage 1.
3.2 Koppeling CPA en MM-categorieën
Om de koppeling te maken tussen de CPA-codes en de MM-afvalcategorieën wordt gebruik gemaakt van dezelfde koppeltabel van voorgaand onderzoek4). Hier is een selectie gemaakt van productgroepen in de CPA-classificatie die als secundair zijn aangemerkt. Deze selectie van CPA-productgroepen is toegedeeld aan de bijhorende MM-afvalcategorie. Het resultaat is bijgevoegd in bijlage 2.
Op basis van de specificatie van de inkopen van bedrijven uit de Productiestatistiek (PS) is het mogelijk om zicht te krijgen op de inzet van secundaire grondstoffen. Voor een aantal van de in totaal 16 verschillende afvalcategorieën in de MM is geen geschikte CPA-code gevonden voor de empirische analyse. Dit betreft houtafval, overig niet-metaal afval, dierlijk en plantaardig afval, gemengd afval, slib en mineraal afval. Deze afvaltypen zijn dus niet meegenomen in de cijfers en analyse van secundaire grondstoffen.
3.3 Definitieve cijfers van 2022 en tijdreeks
De vulling van de volumecijfers is de afgelopen jaren iets verbeterd, van 3,2 procent van alle bedrijven die in de PS-enquête waardecijfers (in euro’s) hebben ingevuld in 2020 tot 3,7 procent in 2022. Ongeveer 30 procent van de bedrijven die de PS-enquête toegestuurd kregen heeft helemaal geen cijfers over de inkoop van grondstoffen ingevuld.
In de PS van 2022 zitten in totaal 2863 bedrijven in de steekproef. Hiervan hebben 2212 bedrijven geen informatie hebben opgeheven over de hoeveelheden in kilogrammen van hun ingekochte goederen (77 procent). In monetaire waarde is dit aandeel aanzienlijk lager met 9 procent (n=260). De monetaire informatie heeft daarmee een hogere dekking en meer zeggingskracht en dient als uitgangspunt voor het berekenen van de schattingen voor de inzet van secundaire grondstoffen.
Van de 2863 bedrijven in de steekproef hebben 306 bedrijven (11 procent) aangegeven dat tenminste een deel van de inkoopwaarde bestaat uit secundaire grondstoffen. Secundaire grondstoffen zijn gedefinieerd op basis van de CPA-productclassificatie aan de hand van de CPA-productgroepen die als secundair zijn aangemerkt (zie Bijlage 1). Dit kan een afvalgoed zijn of een secundaire grondstof. Bij een secundaire grondstof heeft al een verwerkingsproces plaatsgevonden van het afvalgoed.
Er zijn zes bedrijfstakken waar tenminste 1 op de 5 bedrijven in de PS opgeeft secundaire grondstoffen in te kopen voor productie: papierindustrie, basismetaalindustrie, rubber- en kunststofindustrie, metaalproductenindustrie, textielindustrie, en grafische industrie.
In waarde gaat het hier om 1,3 procent van de totale inkoopwaarde van de 2863 bedrijven. Het aandeel secundair materiaal in de inkoopwaarde van de 306 bedrijven is 19 procent. Dit is hoger dan verwacht en dat komt omdat een aantal bedrijven hun volledige inkoop als secundair materiaal aanmerken. In meerdere gevallen blijkt dit op basis van informatie van de website van de bedrijven niet plausibel. De inkoop van secundair materiaal is sterk geconcentreerd bij een aantal bedrijven. De 10 grootste bedrijven als het gaat om de inkoopwaarde van secundair materiaal zijn samen goed voor de helft van de totale inkoopwaarde van secundair materiaal.
| SBI2 | SBI-naam | Aantal bedrijven in PS | Bedrijven met inzet van secundaire grondstoffen* | Aandeel in SBI (%) | Aandeel van secundaire grondstoffen (%) |
|---|---|---|---|---|---|
| 25 | Metaalproductenindustrie | 363 | 90 | 25 | 29 |
| 28 | Machine-industrie | 362 | 57 | 16 | 19 |
| 22 | Rubber- en kunststofproductindustrie | 177 | 46 | 26 | 15 |
| 17 | Papierindustrie | 82 | 27 | 33 | 9 |
| 24 | Basismetaalindustrie | 76 | 22 | 29 | 7 |
| 18 | Grafische industrie | 51 | 11 | 22 | 4 |
| 13 | Textielindustrie | 40 | 9 | 23 | 3 |
| 20 | Chemische industrie | 229 | 8 | 3 | 3 |
| 23 | Bouwmaterialenindustrie | 87 | 8 | 9 | 3 |
| 26 | Elektrotechnische industrie | 80 | 6 | 8 | 2 |
| 33 | Reparatie en installatie van machines | 119 | 6 | 5 | 2 |
| Overig | 1 197 | 16 | 1 | 5 | |
| Totaal aantal bedrijven in de PS 2022 | 2 863 | 306 | 11 | 100 | |
De waarde van de inkoop van secundaire grondstoffen van alle bedrijven die deze gerapporteerd hebben in 2022 was bijna 3,1 miljard euro. Dit is een stijging ten opzichte van eerdere jaren. Een deel van deze stijging komt doordat er bedrijven bijgekomen zijn die secundaire grondstoffen rapporteren.
| Totaal (Miljoen euro) | Bedrijven die in alle jaren gerapporteerd hebben (Miljoen euro) | |
|---|---|---|
| 2020 | 1821,438 | 996,252 |
| 2021 | 2321,227 | 1483,527 |
| 2022 | 3007,248 | 1810,978 |
De inkoopwaarde van alle grondstoffen van de bedrijven die in alle jaren de enquête hebben ingevuld gestegen met bijna 50 procent (zie Tabel 3.3.3). De inkoop van secundaire grondstoffen is daarentegen bij deze bedrijven ruim 80 procent gestegen tot 1,8 miljard euro (0,7 procent van het totaal). Dat betekent dat in 2022 het aandeel secundaire grondstoffen onder de ‘oude’ bedrijven ten opzichte van 2020 licht is gestegen.
| 2020 | 2021 | 2022 | Verschil 2020-2022 | ||
|---|---|---|---|---|---|
| Secundaire grondstoffen | waarde (x 1 000 euro) | 996 252 | 1 483 527 | 1 810 978 | |
| % | 0,6 | 0,8 | 0,7 | 81,8 | |
| Primaire grondstoffen met secundair alternatief | waarde (x 1 000 euro) | 2 2612 807 | 2 7371 546 | 3 1734 341 | |
| % | 13,7 | 13,9 | 13,1 | 40,3 | |
| Primaire grondstoffen | waarde (x 1 000 euro) | 141 063 470 | 167 712 792 | 209 559 024 | |
| % | 85,7 | 85,3 | 86,2 | 48,6 | |
| Totaal | 164 672 529 | 196 567 865 | 243 104 343 | 47,6% | |
3.3.1 Bedrijfstakken
De SBI’s die veel grondstoffen inkopen zijn niet per se de SBI’s die ook veel secundaire grondstoffen inkopen (zie Tabel 3.3.1.1). Binnen de SBI’s die wel secundaire grondstoffen inkopen spelen de secundaire grondstoffen slechts een geringe rol.
Het grootste deel van de secundaire grondstoffen wordt ingekocht voor de vervaardiging van metalen en voor de vervaardiging van papier. Binnen de betreffende SBI’s is dit echter slechts een klein aandeel. In de papierindustrie is de inkoop wel gestaag gegroeid over de geobserveerde jaren. In de metaalindustrie is dit gedaald, maar dat zou ook kunnen komen doordat er meer intern verwerkt wordt. Dit wordt helaas niet waargenomen in de PS-enquête. De hoge percentages van de fluctuaties hebben ook te maken met de kleine hoeveelheden secundaire grondstoffen, waar een kleine daling of stijging procentueel al behoorlijk hoog kan zijn.
| SBI | Betekenis | secundair van totale inkoopwaarde SBI | secundair van totale waarde secundaire grondstoffen | Verschil 2020-2022 in aandeel in totale inkoopwaarde SBI |
|---|---|---|---|---|
| 17 | Vervaardiging van papier, karton en papieren kartonwaren | 12,50 | 28,50 | 109,30 |
| 20 | Vervaardiging van chemische producten | 0,00 | 3,70 | 21 |
| 22 | Vervaardiging van producten van rubber en kunststof | 4,80 | 11,60 | -16,20 |
| 23 | Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten | 1,10 | 1,20 | 74 |
| 24 | Vervaardiging van metalen in primaire vorm | 4,70 | 31,10 | -52,50 |
| 25 | Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en apparaten | 0,70 | 11,50 | 44,80 |
| 28 | Vervaardiging van overige machines en apparaten | 0,50 | 5,70 | 118,20 |
| Alleen SBI's met waarden > 1 procent van de totale inkoop van scundaire grondstoffen zijn genoemd. | ||||
In lijn met voorgaande jaren hebben we ook gekeken naar het potentieel aan secundaire grondstoffen (Tabel 3.3.1.2). Hierbij gaat het om de inzet van primaire grondstoffen waarvoor, in ieder geval volgens de CPA-indeling, een secundair alternatief beschikbaar zou moeten zijn. Of dit in de praktijk ook echt een volwaardig alternatief is, is maar de vraag. Uit deze analyse blijkt dat de SBI’s met secundair potentieel verantwoordelijk zijn voor de inkoop van 61 procent van alle grondstoffen. Het potentieel zit qua inkoopwaarde met name in de chemische industrie, en in mindere mate in de machine-industrie. De SBI’s die een relatief klein aandeel hebben in de totale grondstoffeninkoop, maar wel veel potentieel hebben om over te schakelen op secundaire grondstoffen zijn de metaalindustrie, papierindustrie, de rubber- en kunststofindustrie, de leerindustrie en de farmaceutische industrie.
| SBI | Betekenis | % secundaire grondstoffen van totale inkoopwaarde SBI | % primaire grondstoffen met secundair alternatief | Potentieel secundair grondstoffengebruik | Aandel SBI in totale gerapporteerde grondstoffengebruik |
|---|---|---|---|---|---|
| 13 | Vervaardiging van textiel | 0 | 42 | 42 | 1 |
| 15 | Vervaardiging van leer, lederwaren | 0 | 54 | 54 | 0 |
| en schoenen | |||||
| 17 | Vervaardiging van papier, karton | 13 | 47 | 60 | 3 |
| en papieren kartonwaren | |||||
| 18 | Drukkerijen, reproductie van | 0 | 45 | 45 | 0 |
| opgenomen media | |||||
| 20 | Vervaardiging van chemische producten | 0 | 10 | 10 | 29 |
| 21 | Vervaardiging van farmaceutische | 0 | 48 | 48 | 1 |
| grondstoffen en producten | |||||
| 22 | Vervaardiging van producten | 5 | 49 | 54 | 3 |
| van rubber en kunststof | |||||
| 23 | Vervaardiging van overige niet- | 1 | 16 | 17 | 1 |
| metaalhoudende minerale producten | |||||
| 24 | Vervaardiging van metalen in | 5 | 57 | 62 | 4 |
| primaire vorm | |||||
| 25 | Vervaardiging van producten van | 1 | 45 | 46 | 5 |
| metaal (geen machines en apparaten) | |||||
| 27 | Vervaardiging van elektrische | 0 | 22 | 22 | 2 |
| apparatuur | |||||
| 28 | Vervaardiging van overige machines en apparaten | 1 | 7 | 8 | 11 |
| 31 | Vervaardiging van meubels | 0 | 16 | 16 | 0 |
| 32 | Vervaardiging van overige goederen | 0 | 29 | 29 | 1 |
| Som SBI’s met secundair potentieel | 61 | ||||
De verschillen met voorgaande jaren zijn niet heel groot, maar vanwege de beperkte data kunnen geen harde conclusies aan de cijfers verbonden worden.
3.4 Expertschattingen MM
Deze paragraaf laat de resultaten zien van de toets van de expertschattingen op basis van PS-informatie voor de jaren 2020, 2021 en 2022. Het resultaat is een advies om de verdeling van het verbruik van secundaire grondstoffen in de MM aan te passen.
In de MM is in 2016 door experts per grondstofcategorie geschat welk percentage richting een bepaalde bedrijfssector (regkol) gaat. Afgelopen jaar is op basis van de resultaten van de PS van 2021 een eerste inschatting gemaakt per afvalcategorie om de expertschattingen in de MM te verbeteren (zie CBS (2023), tabel 12 op p.26). Dit onderzoek bouwt hierop voort. De methode is nu toegepast op meerdere jaren en waar mogelijk en nodig zijn verbeteringen gemaakt.
Bij ieder materiaal zijn specifieke BEIDS met grote waardestromen onderzocht om een beeld te vormen van de activiteiten van het bedrijf en de sector en te zien of het plausibel is dat secundaire grondstoffen worden ingezet in het productieproces. Dit heeft geleid tot een behoorlijk aantal correcties op de brondata uit de PS. Berichtgevers geven weliswaar op in de PS dat ze secundaire grondstoffen inkopen (door het gebruik van de bijhorende CPA-codes in de vragenlijst), terwijl het onwaarschijnlijk lijkt dat deze bedrijven daadwerkelijk secundaire grondstoffen inzetten, volgens de definitie van secundaire grondstoffen in dit onderzoek. Het betreft vaak secundaire materialen. Dit roept opnieuw de vraag op of de definitie voldoende aansluit bij de praktijk van bedrijven, en of er mogelijk anders met het concept omgegaan zou moeten worden.
In onderstaande tabellen zijn de resultaten weergegeven. Op basis van de gemiddelde uitkomst over de jaren 2020-2022 is een advies gegeven voor het aanpassen van de expertschattingen uit 2016. In bijlage 2 zijn de onderliggende PS-resultaten per afvalcategorie en bedrijfstak weergegeven.
De resultaten voor de 16 afvalcategorieën zijn in drie groepen te verdelen:
- Groep 1; Een groep waarvoor de PS-informatie over de inzet van secundaire grondstoffen valide is. Dit zijn de afvalcategorieën papier, plastic, rubber, textiel en chemisch afval. Op basis van gemiddelde over 2020 – 2022 kan een nieuw advies omtrent de expertschattingen worden gegeven.
- Groep 2; Een groep waarvoor de PS-informatie na handmatige correcties robuuste informatie oplevert voor een nieuw advies over de verdeling naar bedrijfstak. In deze groep zitten veel berichtgevers die de inzet van secundaire materialen opgeven als secundaire grondstof, daarvoor is gecorrigeerd. Dit betreft glasafval, ijzerafval, niet-ijzer metaalafval, en gemengd metaalafval.
- Groep 3; Een groep waarvoor geen koppeling is met de CPA-codes voor secundaire grondstoffen. Voor deze groep is geen toets mogelijk op basis van de PS-informatie. Dit betreft houtafval, overig niet-metaal, dierlijk en plantaardig afval5), gemengd afval , slib, en mineraal afval. Ook is afgedankt materiaal later aan deze groep toegevoegd omdat hiervoor onvoldoende waarnemingen in de PS gevonden zijn.
3.4.1 Bevindingen per afvalcategorie
Groep 1
Secundair chemisch afval:
De expertschatting van 2016 ging hierbij uit van de stroom fotochemicaliën (fixeer/zuren) naar chemische basisindustrie. Chemisch afval is een heterogene categorie waarbinnen verschillende stromen vallen, zoals afvalolie, medisch afval, en ander chemische afvalstoffen. In de PS-waarneming is de waarde van de stroom van CPA 38.12.23, ander gevaarlijk medisch afval, van grote invloed. Deze wordt met name ingekocht door diverse bedrijven in de metaalproductenindustrie (regkol 25100) voor verschillende toepassingen waaronder de productie van elektronische printplaten. Het is onduidelijk bij de inzet van dit materiaal wat dit precies is en of het hier gaat om de inzet van een gerecycled product of de secundaire grondstof. De afwijking van de expertschatting is echter consistent over de afgelopen jaren en geeft aanleiding om deze aan te passen.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 20199 Basischemie | 100% | 1% | |||
| 25100 Metalen bouwconstructies | 100% | 91,20% | 97% | 96% | |
| 28000 Overige machines & apparaten | 6,80% | 3% | 4% | ||
Secundair papier:
Secundair papier- en kartonafval, evenals secundaire grondstoffen voor papier en karton, worden aangewend door diverse SBI-codes. Wanneer wordt gekeken naar de bedrijfsactiviteit dat zijn er een aantal SBI’s waarbij het onwaarschijnlijk is dat het materiaal niet verder wordt gebruikt in het productieproces. Dit betreft mogelijk het gebruik van al kant-en-klaar gerecycled papier voor bedrukking. Het gebruik van gerecycled papier zonder het in het verdere productieproces om te zetten naar een nieuw product - dus niet als grondstof - valt buiten de huidige definitie van secundaire grondstoffen. Het aantal bedrijven was daarbij ook laag (N=1) waardoor de representatie van die sectoren niet voldoende is gebleken. Daarom zijn deze SBI’s uit de verdere analyses uitgesloten en blijven onderstaande sectoren over.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 17000 Papier(-waren) | 100% | 93% | 93% | 98% | 95% |
| 22000 Rubber/kunststof | 4% | 2% | 1% | 2% | |
| 23600 Beton/cementproductie | 3% | 5% | 2% | 3% | |
Secundair rubber:
Bijna al het secundaire en afvalrubber wordt gebruikt in de sector rubber en kunststof, voornamelijk in de verpakkingsindustrie. Daarnaast wordt ook opgegeven dat secundair rubber wordt ingekocht door regkol 2900 (24 procent van deze CPA-code volgens de ruwe cijfers), maar na onderzoek naar de betreffende bedrijven lijkt het hierbij niet dat het materiaal verder wordt verwerkt in het productieproces en daarmee valt deze regkol buiten de definitie van de inzet van secundaire materialen.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 22000 Rubber/kunststof | 100% | 100% | 99% | 100% | 100% |
| 29000 Auto, carrosserie & onderdelenindustrie | 1,00% | 0% | |||
Secundair plastic:
Net als in voorgaand onderzoek wordt secundair plastic opgegeven door bedrijven in SBI 17, 25 en 28 dat secundair plastic wordt ingekocht. Na onderzoek naar de betreffende bedrijven wordt aangenomen dat deze bedrijven plastic korrels inkopen en hiermee verschillende producten ontwikkelen zoals bijvoorbeeld emmers. Deze bedrijven zijn niet de eerste stap in de verwerking van secundair plastic en vallen daarmee buiten de opgestelde definitie van het gebruik van secundaire grondstoffen. Verder is het percentage qua inkoop bij allen onder de 1% van de totale inkoop van secundair plastic en wordt daardoor ook verder niet meegenomen. Dit is tevens het geval bij bedrijven vallend in SBI 23 en 24. Het aantal bedrijven en de inkoop is voor SBI 20 en 22 representatief.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 22000 Rubber/kunststof | 100% | 96% | 96% | 100% | 96% |
| 20199 Basischemie | 4% | 4,00% | 4% | ||
Secundair textiel:
Secundair textiel wordt in de PS-enquête voor 2022 opgegeven door twee SBI’s. Net als in het vorige rapport kan geconcludeerd worden dat SBI 18 niet representatief is voor de inzet van secundair textiel. Daarnaast heeft over 2022 geen bedrijf uit SBI 31 opgegeven dat er secundair textiel is ingekocht. Daarmee blijft het advies hetzelfde als de expertschatting van 2016.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 13450 Textiel, Confectie, Leer | 100% | 100% | 93% | 97% | |
| 31000 Meubel-/matrasproductie | 7,00% | 3% | |||
Groep 2
Secundair glas:
Glasafval werd in eerdere jaren zeer beperkt gerapporteerd, en vermoedelijk ook onder een andere CPA-code6). Ook in 2022 betrof het slechts een paar bedrijven, met uitzondering van SBI 22 (vervaardiging van producten van rubber en kunststof). Daarnaast rapporteert SBI 25 een relatief groot aandeel van de inkoop van secundair glas. Dit zijn echter maar twee bedrijven, en het is aannemelijk dat deze bedrijven het glas niet in hun verdere productieproces verwerken maar als product inzetten. Daarmee valt hun gebruik buiten de definitie van een secundaire grondstof. Het advies blijft daarmee hetzelfde als bij de expertschatting van 2016.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 23199 Overige bouwmaterialen | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Secundair ijzer:
De grootste inkoper van secundair ijzerafval blijkt een aluminiumproducent te zijn die bijna zijn gehele inkoopwaarde als secundair ijzer heeft opgegeven. Dit betreft vermoedelijk de inkoop van niet-ijzer metaal en hiervoor is gecorrigeerd. Er zijn echter aanzienlijke fluctuaties ten opzichte van eerdere jaren. Het is niet duidelijk wat hierachter zit. De conclusie die wel getrokken kan worden is dat meer bedrijfstakken secundair ijzer inzetten dan verwacht door experts. Daarom willen we toch op basis van het gemiddelde een voorzichtig advies tot bijstelling geven.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 24159 Ijzerstaal ferro-industrie | 100% | 55% | 84% | 100% | 81% |
| 25290 Vervaardiging overige metaalproducten | 20% | 7% | 10% | ||
| 28000 Overige machines en apparaten | 16% | 9% | 9% | ||
| 24459 Non-ferrometalen | 5% | ||||
| 25100 Metalen bouwconstructies | 3% | ||||
Secundair niet-ijzer:
Onder secundair niet-ijzermetalen vallen meerdere CPA-codes, waarvan met name ‘edelmetaal’, koper, nikkel en aluminium in grote hoeveelheden secundair zijn ingekocht. Er zijn tal van SBI’s die kleinere hoeveelheden rapporteren, maar onderstaande bedrijfstakken kopen het gros in. Er zitten behoorlijke verschillen tussen de jaren. Na zorgvuldige analyse menen we dat onderstaande gemiddeldes desondanks een betere inschatting zijn dan de expertschattingen uit 2016.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 24459 Non-ferrometalen | 100% | 65% | 75% | 99% | 79% |
| 23199 Overige bouwmaterialen | 1% | 1% | 1% | ||
| 25290 Vervaardiging overige metaalproducten | 35% | 24% | 20% | ||
(Secundair) gemengd metaal:
Deze categorie omvat ongevaarlijk metaalafval en secundaire grondstoffen die bestaan uit een mengsel van verschillende metalen. Een groot deel wordt ingekocht voor de productie van (ijzer)staal. Het overige deel wordt door verschillende bedrijfstakken ingekocht.
| Sector waar het wordt ingezet | Schatting 'experts' 2016 | Schatting 2022 | Schatting 2021 | Schatting 2020 | Gemiddelde 2020-2022 |
|---|---|---|---|---|---|
| 24159 Ijzerstaal ferro-industrie | 84% | 63% | 73% | 75% | 70% |
| 24459 Non-ferrometalen | 16% | 195% | 15% | 15% | 16% |
| 25290 Vervaardiging overige metaalproducten | 17% | 9% | 9% | 12% | |
| 25100 Metalen bouwconstructies | 3% | 2% | 1% | 2% | |
Afgedankt materiaal:
Onder afgedankt materiaal, ook wel beschouwd als gemengd afval, valt een CPA-code die resten van afval, elektrische elementen, elektrische batterijen en elektrische accumulatoren betreft. Het is onzeker of dit gebruikt wordt als secundaire grondstof, of dat hier sprake is van hergebruik van onderdelen. Daarom is het advies om vooralsnog de expertschatting van 2016 aan te houden.
5) In CBS (2023) is lederafval toegedeeld aan dierlijk en plantaardig afval. In dit onderzoek is lederafval als textielafval geclassificeerd.
6) In regkol 23199 bouwmaterialenindustrie is bijna geen inkoopwaarde waarneembaar van glasafval. Wel laten bedrijven in deze regkol zien dat ongeveer 15 procent van hun totale inkoopwaarde komt van CPA 97.98.99.99 Overige eenmalige verpakkingsmiddelen. Deze CPA is niet geselecteerd als secundair maar vermoedelijk bevat deze glasafval.