Inzet van secundaire materialen in Nederland

1. Inleiding

De Nederlandse overheid heeft tot doel gesteld dat de economie in 2050 volledig circulair is. Om inzicht te krijgen in hoe de transitie van de Nederlandse economie naar een circulaire economie verloopt is het belangrijk om goede indicatoren te ontwikkelen om deze transitie te kunnen monitoren. Een belangrijk aspect van een circulaire economie is dat er zo min mogelijk grondstoffen nodig zijn, en dat de grondstoffen die gebruikt worden zoveel mogelijk bestaan uit secundaire, oftewel eerder gebruikte en vervolgens gerecyclede, grondstoffen.

De afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken gedaan om beter zicht te krijgen op de inzet van secundaire grondstoffen in de Nederlandse economie. In 2019 is een vooronderzoek hiernaar gedaan (CBS, 2019), gevolgd door de verkenning van mogelijke toekomstige databronnen (CBS, 2021). Op basis van deze verkenning is onderzoek gedaan naar het aanpassen van de Productiestatistiek-enquête (PS) om daarmee de inkoop van secundair materiaal bij bedrijven beter onder de aandacht te brengen bij het uitvragen (CBS, 2022) en het optimaliseren van de enquête en analyse, alsook het inzetten van de resultaten om de expertschattingen in de Materiaalmonitor (MM) te verbeteren (CBS, 2023).

Voortbouwend hierop is in 2024 de focus gelegd op het formuleren van een eenduidige, alomvattende definitie van secundaire grondstoffen en materialen en het koppelen van de informatie uit de PS-enquête aan de MM en de internationale handelsdata. Hiermee worden resultaten klaargezet om te dienen als input voor de revisie van de MM. Tot slot is ook een tijdreeks gemaakt van de inzet van secundaire materialen volgens de definitieve data uit de PS-enquête over 2020, 2021 en 2022. In dit rapport worden de methoden, uitkomsten en aanbevelingen van het project beschreven.

1.1 Onderzoeksdoelen

In het voorgaande onderzoek is een aantal onderzoeksvragen geïdentificeerd die vertaald zijn in vier doelen voor het huidige project. Het eerste doel is om de definitie van secundaire grondstoffen en materialen scherp te stellen. Uit voorgaand onderzoek is gebleken dat bij respondenten van de PS-enquête mogelijke verwarring is omtrent de definitie waardoor dubbeltellingen ontstaan in de data. Gezien de aanhoudende interpretatieverschillen tussen de enquêterespondenten en de benadering van het CBS met betrekking tot secundaire grondstoffen, is aanbevolen om voor toekomstig onderzoek een definitieve beslissing te nemen over de definitie van secundaire grondstoffen en dit helder op te schrijven.

Het tweede doel is om alle CPA-codes te koppelen aan MM-categorieën.  Uit het voorgaande onderzoek bleek dat nog niet alle benodigde CPA-codes zijn gekoppeld aan de MM-categorieën voor bijvoorbeeld de categorie dierlijk- en plantaardig. Deze koppelingen moeten compleet worden gemaakt voor verdere analyse. 

Het derde doel is om de expertschattingen in de MM rondom de inzet van secundaire grondstoffen te vergelijken en te toetsen aan de PS-data over 2021 en 2022, ook in vergelijking met de inzet van grondstoffen becijferd in de AGT. Hierbij wordt SBI 13 extra geanalyseerd om de schommelingen die worden waargenomen beter te kunnen interpreteren. De verbeterde expertschattingen aan de hand van de PS-data en de AGT worden gereed gemaakt voor gebruik in de revisie van de MM in 2025.

Het vierde en laatste doel is om een tijdreeks te maken over definitieve cijfers over 2020, 2021 en 2022 en daarmee eerste trends te ontwaren omtrent de inkoop van secundaire grondstoffen door de industrie.