5. Conclusie
De uitgevoerde regressieanalyse heeft laten zien dat er geen trends naar voren komen bij de Inward R&D en de Inward R&D-financieringsstromen in verhouding tot de totale R&D-uitgaven per SBI-grootteklassecombinatie. De regressie van de Outward R&D-financieringsstromen liet zelfs een zwak significante negatieve trend zien, als gevolg van de neerwaartse ontwikkeling die zich sinds 2016 heeft voorgedaan bij die variabele. De regressies zijn uitgevoerd over een betrekkelijk korte periode, lopend van 2013 tot en met 2020. Er is dan ook meer data over een langere tijdsperiode nodig is om met meer zekerheid conclusies te kunnen trekken over de lange termijn trends van Inward R&D, Inward R&D-financieringsstromen en Outward R&D-financieringsstromen. Als deze trends dan inderdaad aanwezig zouden zijn, dan rest ook nog de vraag waar deze vandaan komen. De rol van buitenlandse zeggenschap is onderzocht, maar de resultaten wijzen er niet op dat het aandeel buitenlandse zeggenschap op korte termijn van invloed is op de financieringsstromen. Inward R&D is zeer sterk gecorreleerd aan het aandeel buitenlandse zeggenschap (zie appendix), maar dit heeft grotendeels te maken met de definitie van Inward R&D: deze wordt bepaald door (uiteindelijke) buitenlandse zeggenschap van een bedrijf. Een meer accurate meting van buitenlandse overnames die niet mede wordt bepaald door een steekproefeffect dan wel een verplaatsing van hoofdkantoren, kan echter mogelijk beter aantonen wat het verband is tussen Inward R&D en deze overnames. Gegevens over buitenlandse overnames zijn op dit moment echter niet beschikbaar.