Auteur: Hans Schmeets
Het lage welzijn in Heerlen

3. Ontwikkelingen in het welzijn

3.1 Nederland

In eerdere essays is er op gewezen dat rekening gehouden dient te worden met mogelijke effecten van de coronapandemie. Immers: de aanvullende dataverzameling in Heerlen vond plaats in de periode april tot september 2020, en in het eerste kwartaal van 2022. Voor een optimale vergelijking is het derhalve van belang om ook voor de welzijnsaspecten na te gaan of er in Nederland verschuivingen in het welzijn hebben plaatsgevonden.

Sinds het eind van de jaren negentig is een ruime meerderheid, met percentages tussen 84 en 87, van de Nederlandse bevolking tevreden met het leven. In 2019 was dit 87 procent. In het eerste kwartaal van 2020 – vrijwel geheel nog voor de coronapandemie – gaf 86 procent minstens een 7 als rapportcijfer voor het eigen leven (zie tabel 3.1). Vervolgens gaf 85 procent (tweede kwartaal) en 84 procent (derde en vierde kwartaal) minstens een 7 als rapportcijfer voor de tevredenheid met het eigen leven. In 2021 neemt de tevredenheid verder af naar 80 procent in het begin van het jaar, waarna deze weer stijgt naar 86 procent in de tweede helft van 2021. In 2022 schommelt het deel dat minstens een 7 geeft voor de tevredenheid met het eigen leven rond de 83 procent.

3.1 Welzijn per kwartaal, 2020-2022
Geluk (7 of hoger) Tevredenheid met leven (7 of hoger) Breed welzijn (7 of hoger)Breede welzijn (1-10)
%Score
2020 Kwartaal 186,886,365,37,27
2020 Kwartaal 286,685,266,67,33
2020 Kwartaal 386,584,067,17,33
2020 Kwartaal 487,283,865,87,32
2021 Kwartaal 185,780,466,17,32
2021 Kwartaal 286,883,069,27,37
2021 Kwartaal 386,485,967,17,34
2021 Kwartaal 486,585,865,37,31
2022 Kwartaal 185,582,464,07,26
2022 Kwartaal 286,984,963,47,26
2022 Kwartaal 385,282,760,17,17
2022 Kwartaal 485,982,860,97,18
Verschil 2022 (eerste kwartaal) en 2020
(2/3 tweede en 1/3 derde kwartaal) -1,1-2,4-2,8-0,07

Geluk laat een stabieler patroon zien. In 2020 zegt in elk kwartaal 87 procent van de Nederlandse bevolking gelukkig te zijn, waarna het in 2021 en 2022 met zo’n 86 procent vrijwel gelijk blijft met zeer weinig fluctuaties tussen de kwartalen. Het brede persoonlijke welzijn neemt aanvankelijk iets toe, maar daalt gestaag vanaf het derde kwartaal in 2021. Dit betreft zowel het deel met een 7 of hoger als rapportcijfer (van 69 naar 61 procent), en het gemiddelde rapportcijfer (van 7,37 naar 7,18). 
Landelijk is daarmee het welzijn, tussen de beide perioden waarin de aanvullende dataverzameling in Heerlen heeft plaatsgevonden, op alle onderdelen iets afgenomen. Bij het geluk is dat met 1,1 procentpunt, bij de tevredenheid met 2,4 en bij de groep met een hoog breed welzijn met 2,8 procentpunt. Daarnaast is de brede welzijnsscore 0,07-punt lager.

3.2 Heerlen

In het tweede en derde kwartaal van 2020 is landelijk 87 procent gelukkig en is 84 procent tevreden met het eigen leven. De aanvullende dataverzameling in Heerlen in deze periode leert dat in Heerlen 84 procent zich gelukkig voelt, en 81 procent zegt tevreden te zijn met het eigen leven. Dat geldt zowel voor de gehele groep die in 2020 heeft meegedaan aan het onderzoek (n= 1103), als voor de groep die zowel in 2020 als in 2022 heeft deelgenomen (n= 619). In 2022 is van de bevolking in Heerlen 83 procent gelukkig en 82 procent tevreden. Dat betekent derhalve dat de verschuiving in Heerlen bij het geluk precies in de pas loopt met de landelijke ontwikkeling waar een afname met 1 procentpunt is te zien (tabel 3.1). Maar bij de tevredenheid volgt Heerlen minder goed de landelijke trend: waar landelijk de tevredenheid met ruim 2 procentpunt afneemt, is in Heerlen geen daling te zien.

Een daarmee vergelijkbare exercitie is gedaan voor de bredere welzijnsindex. Landelijk had in het tweede en derde kwartaal van 2020 67 procent een hoog welzijn door minstens het cijfer 7,0 toe te kennen en was het gemiddelde rapportcijfer 7,3. In het eerste kwartaal van 2022 nam de groep met een hoog welzijn af tot 64 procent, terwijl de gemiddelde score, met een daling van 0,07-score, gelijk bleef. Hoe verhoudt zich dat tot Heerlen? De trend is nagenoeg gelijk: het hoog brede welzijn nam af met 4 procentpunt, waarmee het terecht kwam op 56 procent in 2022, terwijl de gemiddelde score met 0,09 punten afnam. Heerlen volgt dus de landelijke trend in zowel het brede welzijn als in het ervaren geluk, maar doet het beter wat de tevredenheid met het leven betreft. Maar geldt dit ook voor de beide stadsgebieden: Heerlen-noord en Heerlen-zuid?

3.3 Heerlen-noord en Heerlen-zuid

Zoals eerder vermeld blijft het noordelijke deel van Heerlen in het welzijn achter bij het zuidelijke deel. In het eerdere verschenen essay is dit reeds naar voren gebracht. In 2020 was in het noordelijke deelgebied 81 procent gelukkig en 77 procent tevreden, terwijl dit in het zuidelijke deel met respectievelijk 88 en 87 procent een stuk hoger lag. Deze cijfers, gebaseerd op de gehele onderzoeksgroep (n=1103) veranderen enigszins als de cijfers uitsluitend betrekking hebben op de groep die in beide onderzoeksjaren, 2020 en 2022, heeft meegedaan (n=619). In Heerlen-noord is 78 procent gelukkig en 75 procent tevreden, in Heerlen-zuid is dat met 91 en 90 procent een stuk hoger (tabel 3.2). Daarmee neemt de tegenstelling tussen de beide gebieden nog iets toe: het welzijn is in 2020 in het zuidelijke deelgebied aanmerkelijk hoger dan in het noordelijke deelgebied.

3.2 Welzijn in Heerlen naar stadsgebied, 2020 en 2022 (n=619)
GelukkigTevreden met eigen levenHoge brede welvaart (PWI 7 of hoger)Brede welvaart GelukkigTevreden met eigen levenHoge brede welvaart (PWI 7 of hoger)Brede welvaart
2020 2022
%Score %Score
Heerlen-noord78,474,850,56,91 80,779,350,16,90
Heerlen-zuid91,189,773,37,49 86,386,664,47,29
Heerlen83,680,959,57,14 83,082,255,77,05
F-waarde 16,320,230,034,2 3,05,011,116,9
P************ T*******
Eta-kwadraat 0,0280,0350,0520,059 0,0050,0090,0200,030

T p < 0,1; * p < 0,05; ** p < 0,01; *** p < 0,001.

Hoe is dat in 2022? In Heerlen-noord is 81 procent gelukkig en 79 procent tevreden met het eigen leven. Dat komt overeen met een groei van respectievelijk ruim 2 en 4 procentpunt. In Heerlen-zuid neemt daarentegen het geluk en de tevredenheid af met 5 en 3 procentpunt naar 86 en 87 procent. Per saldo betekent dit dat het noordelijke stadsdeel nog steeds minder gelukkig en tevreden is dan het zuidelijke deel, maar dat de achterstand wel fors is ingelopen. Een daarmee vergelijkbaar patroon is te zien bij het brede welzijn. In het noordelijke gebied blijft de groep met een hoog breed welzijn steken op 50 procent, terwijl in het zuidelijke gebied het hoge welzijn afneemt van 73 naar 64 procent.