Samenvatting
In dit rapport heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) het aanbod van kinderopvang in Nederland beschreven. Dit rapport is een aanvulling op het dashboard Kinderopvang in Nederland dat het CBS op verzoek van SZW publiceert.
In 2023 waren er in Nederland meer dan 750 duizend kindplaatsen beschikbaar in de kinderopvang. Dit aantal is in de afgelopen jaren toegenomen. De toename is de laatste jaren echter wel gestagneerd.
Afgelopen jaren zijn veel gastouders gestopt. In 2017 waren er meer dan 33 duizend gastouders en in 2023 waren dit er minder dan 20 duizend. Het aantal locaties waar kinderdagopvang aangeboden wordt is relatief stabiel over de tijd heen en het aantal locaties waar buitenschoolse opvang aangeboden wordt stijgt over de tijd heen. Er zijn grote regionale verschillen in het type kinderopvang dat aangeboden wordt.
Meer dan acht op de tien aanbieders van kinderopvang had een profit rechtsvorm. Het aandeel aanbieders met een profit rechtsvorm neemt toe over de tijd. In 2023 waren de verschillen tussen kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang wat betreft rechtsvorm beperkt. Ook de regionale verschillen zijn relatief beperkt.
De meeste kinderopvang wordt aangeboden in gebouwen die in de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) als functie “Woon”, “Onderwijs” of “Bijeenkomst” hebben (volgens de in dit onderzoek gebruikte afleidingsmethode). Het aandeel gebouwen waarin kinderopvang aangeboden wordt met een onderwijsfunctie stijgt. Het aandeel van gebouwen met een woonfunctie neemt af, mogelijk door de toename van het aantal buitenschoolse opvanglocaties en de afname van het aantal gastouderopvanglocaties. Kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang laten een vrij vergelijkbaar beeld zien indien naar de BAG-functie van de gebouwen gekeken wordt. Er zijn vrij grote regionale verschillen wat betreft het type panden waarin de kinderopvang aangeboden wordt.
In 2023 waren er meer dan 2 duizend organisaties die op bijna 17 duizend locaties kinderdagopvang of buitenschoolse opvang aanboden. Hoewel het aantal organisaties dat kinderopvang aanbiedt afneemt in Nederland, neemt het aantal locaties waar kinderopvang aangeboden wordt vanaf 2017 toe. Dit betekent dat het gemiddeld aantal locaties per organisatie toeneemt vanaf 2017. Deze toename stagneert afgelopen jaren (zo was het gemiddeld aantal locaties per organisatie zowel in 2022 als in 2023 acht). De gemiddelde afstand die inwoners moeten afleggen naar de dichtstbijzijnde kinderopvang is minder dan één kilometer en heeft over de tijd weinig verandering laten zien.
Het totaal aantal afgenomen uren kinderopvang is gestegen afgelopen jaren: het totaal aantal afgenomen uren was in 2017 afgerond 425 miljoen en in 2023 meer dan 642 miljoen. Ook het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind is gestegen: van 520 uur in 2017 naar 610 uur in 2023. De stijging in het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind is de laatste jaren afgezwakt. Het gemiddelde uurtarief voor de kinderopvang stijgt over de tijd. Dit geldt zowel voor de kinderdagverblijven als voor de buitenschoolse opvangen. De uurtarieven voor de kinderopvang zijn hoger dan voor de buitenschoolse opvang. Of de afzwakking van het gemiddeld aantal afgenomen uren per kind komt door de gestegen prijzen is op basis van deze beschrijvende analyse niet te zeggen. Hier zou aanvullend (multivariaat) onderzoek voor nodig zijn.
De laatste jaren is de krapte op de arbeidsmarkt toegenomen. Ook in de kinderopvang stijgt het aantal openstaande vacatures. Het totaal aantal beschikbare kindplaatsen is niet afgenomen in afgelopen jaren, maar de toename die eerder te zien was stagneert wel. In toekomstige updates van dit rapport kan gemonitord worden hoe het aantal beschikbare kindplaatsen in de kinderopvang zich verder ontwikkelt.