Auteur: Ellen Webbink, Rianne Bosman, Mathilde Herbschleb, Ilona Veer, Jeremy Weidum
Rapportage Waarschuwingen 2022

4. Uitkomsten imputatie-analyse

Op basis van de respons op de enquête en de ophoging met behulp van de imputatiemethode zijn schattingen gemaakt voor het totaal aantal waarschuwingen en de verschillende soorten waarschuwingen in Nederland in 2022. De resultaten worden weergegeven in tabel 4.1.1a. Hierin zijn ook de cijfers van het onderzoek over 2021 opgenomen. De cijfers van alle onderzoeken, over de jaren 2016 tot en met 2022, staan in tabel 4.1.1b in bijlage 2. De schattingen gaan gepaard met een bepaalde onzekerheid, uitgedrukt in de relatieve marge. De relatieve marge geeft aan hoeveel procent het werkelijke aantal kan afwijken van de puntschatting. Met behulp van deze marges zijn de 95%-betrouwbaarheidsintervallen bepaald.

4.1 Aantal waarschuwingen 2022 en eerder

Uit tabel 4.1.1a blijkt dat de Nederlandse gemeenten in 2022 in totaal naar schatting 5,7 duizend waarschuwingen hebben gegeven. De schattingen gaan gepaard met een relatieve onzekerheidsmarge van 5 procent. Daardoor heeft het 95%-betrouwbaarheidsinterval voor het totale aantal waarschuwingen als ondergrens 5,4 duizend en als bovengrens 6 duizend waarschuwingen. Dit betekent dat in 95 van de 100 gevallen het werkelijke totale aantal waarschuwingen binnen deze range zal liggen. Er is een kleine kans dat het aantal hoger of lager ligt. Het totaal aantal geschatte waarschuwingen in 2022 is lager dan in 2021. In dat jaar kwam het totaal op 8,4 duizend uit. Zie tabel 4.1.1a.

4.1.1a Aantal waarschuwingen naar soort, 2021-20221)
Aantal in 2021Relatieve marge in 202195% betrouwbaar-heidsinterval in 2021Aantal in 2022Relatieve marge in 202295% betrouwbaar-heidsinterval in 2022
Totaal waarschuwingen8 4006%[8 000:8 900]5 7005%[5 400:6 000]
waarvan
Schending van de inlichtingenplicht6 8006%[6 400:7 300]4 2006%[3 900:4 400]
Niet voldoen aan eis tegenprestatie<50--<50-<50
Niet voldoen aan arbeids- en/of
re-integratieverplichting2)8506%[800:900]8306%[780:870]
Tekortschietend besef van
verantwoordelijkheid3)5043%[30:70]14014%[120:160]
Overig68013%[600:770]5206%[480:550]
Bron: CBS.
1) De geschatte aantallen waarschuwingen en de betrouwbaarheidsintervallen zijn afgerond op honderd- c.q. tientallen.
2) Vóór 2020 geformuleerd als 'niet voldoen aan arbeidsverplichting'.
3) Vanaf 2020 toegevoegd.

Zoals elk jaar zijn de meeste waarschuwingen gegeven vanwege het schenden van de inlichtingenplicht: in 2022 naar schatting 4,2 duizend met een relatieve marge van 6 procent.

Om het voor gemeenten zo duidelijk mogelijk te maken onder welke soort zij waarschuwingen in de enquête kunnen opgeven, is de antwoordcategorie ‘niet voldoen aan de arbeidsverplichting’ in verslagjaar 2020 aangepast naar ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’. Naar schatting ging het in 2022 om 830 waarschuwingen. De relatieve marge is 6 procent, wat neerkomt op een ondergrens van 780 en een bovengrens van 870. In 2021 was het aantal waarschuwingen in de categorie ‘niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting’ met 850 vergelijkbaar aan 2022.

De antwoordcategorie ‘tekortschietend besef van verantwoordelijkheid’ is in 2020 voor het eerst in de enquête opgenomen. Naar schatting is dit type waarschuwing in 2022 in totaal 140 keer gegeven. De bij dit aantal behorende relatieve marge is met 14 procent redelijk groot, maar veel beter dan de marge in 2021 toen deze nog 43 procent was. Dat hangt samen met de stijging in de opgegeven aantallen. In absolute zin is de marge beperkt; in de praktijk zal het aantal waarschuwingen dat is gegeven wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid tussen de 120 en de 160 liggen.

Het aantal waarschuwingen voor het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie is naar schatting aanzienlijk lager dan 50. Verreweg de meeste responderende gemeenten hebben aangegeven dat dergelijke waarschuwingen niet zijn gegeven. Het kwam slechts een enkele keer voor dat deze vraag werd ingevuld en indien het werd ingevuld, was het aantal waarschuwingen laag. Omdat waarschuwingen wegens het niet voldoen aan de eis tegenprestatie slechts sporadisch lijken voor te komen, is het niet mogelijk om een betrouwbare berekening te maken van het aantal en de onzekerheidsmarges. Daarom is net als in voorgaande jaren besloten de resultaten van de schatting niet te publiceren.

Tot slot zijn er in 2022 naar schatting 520 waarschuwingen gegeven die in de categorie 'overig' vallen, met een betrouwbaarheidsinterval van 480 tot 550. In het geschatte aantal waarschuwingen in de categorie ‘overig’ is in 2022 nog steeds een daling te zien ten opzichte van 2020. In 2020 was het aandeel overige waarschuwingen nog 16 procent, in 2021 en 2022 is dit aandeel gehalveerd tot respectievelijk 8 en 9 procent. De volgende paragraaf gaat hier verder op in.

4.2 Overige waarschuwingen en opmerkingen van gemeenten

Na de aanpassing en uitbreiding van de vraagstelling ten opzichte van de eerdere onderzoeken in verslagjaar 2020, viel in 2022 nog 9 procent van het geschatte totale aantal waarschuwingen onder de antwoordcategorie ‘overig’. Bij deze categorie is een open vraag toegevoegd waarin gemeenten konden vermelden welke soorten waarschuwingen onder 'overig' zijn opgegeven. Enkele gemeenten hebben dat gedaan, waarbij het antwoord betrekking had op een enkele waarschuwing. Dat geldt bijvoorbeeld voor ‘niet opvolgen advies arts’, ‘verwijtbaar werkloos/geen recht op uitkering’ en ‘niet tijdig inleveren rechtmatigheidsformulier’. Een aantal gemeenten geven aan waarschuwingen niet zo gedetailleerd in een systeem vast te leggen waardoor er geen opdeling in soorten kan worden gemaakt. Dit betekent dat onder de overige waarschuwingen vaak ook waarschuwingen vallen vanwege het schenden van de inlichtingenplicht, het niet voldoen aan de eis tot het leveren van een tegenprestatie, het niet voldoen aan de arbeids- en/of re-integratieverplichting en tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Aanvullend heeft een aantal gemeenten gebruik gemaakt van de ruimte om een opmerking te maken bij de enquête. Deze zijn verdeeld in vier groepen:

  1. Gemeenten die geen waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal gemeenten was het niet mogelijk om een aantal waarschuwingen op te geven, omdat zij die niet (overzichtelijk) registreren in hun systeem of dat de aantallen onvolledig zijn. Een gemeente formuleerde dit als volgt: 
    “Deze gegevens worden niet op een gestructureerde manier geregistreerd, waardoor het niet mogelijk is betrouwbare cijfers aan te leveren”. 
    Een andere gemeente gaf de volgende verklaring:
    “Aantal waarschuwingen waarschijnlijk nihil, maar moeilijk te achterhalen uit administratie, vandaar vakje leeg gelaten”.
  2. Gemeenten die nul waarschuwingen hebben opgegeven.
    Een aantal gemeenten geven aan in 2022 géén waarschuwingen te hebben opgelegd. Daarnaast geeft een berichtgever van meerdere gemeenten aan nul waarschuwingen te hebben opgelegd en te werken met maatregelen en boetes. Dit formuleerde de gemeente als volgt: “Er zijn in 2022 wel maatregelen en boetes opgelegd voor schending inlichtingenplicht en het niet nakomen van de arbeidsplicht”.
  3. Gemeenten die naar eigen zeggen weinig waarschuwingen hebben opgegeven.
    Bij een aantal andere gemeenten zijn de aantallen onvolledig, omdat niet altijd juist wordt geregistreerd. Meerdere gemeenten geven daarnaast zelden een waarschuwing omdat dat niet aan de orde is in hun uitvoeringspraktijk. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt de belanghebbende opgeroepen voor een gesprek waarin uitleg wordt gegeven over alle verplichtingen, zonder dat dat financiële gevolgen heeft. Een gemeente formuleerde dit als volgt:
    “Wij hebben onze werkwijze vanaf 2021 aangepast op de manier dat we een driegesprek houden (werk/inkomen en klant) om gedrag te bespreken en klant op die manier de juiste draai te laten maken. Wij constateren dat dit veel effectiever is dan een schriftelijke waarschuwing. Aantal bedoelde gesprekken ongeveer 210 op jaarbasis. We registreren dit niet als waarschuwing”.
  4. Gemeenten die niet naar (alle) soorten waarschuwingen konden uitsplitsen.
    Meermaals werd aangegeven dat waarschuwingen uitsluitend worden toegepast bij schending van de inlichtingenplicht. Een aantal gemeenten geven aan dat de overige categorieën vallen onder een maatregel. Daarnaast wordt in sommige andere gevallen het soort waarschuwing niet geregistreerd, waardoor er alleen totaalaantallen gegeven kunnen worden.