Wat is onze voetafdruk op de aarde?

De impact van de Nederlandse economie op de natuurlijke omgeving bestaat allereerst uit de directe impact, zoals de luchtemissies van de in Nederland gevestigde bedrijven. In een geglobaliseerde wereld vindt echter een belangrijk deel van de impact buiten Nederland plaats. Nederlandse bedrijven halen immers veel grondstoffen uit het buitenland, en consumenten kopen producten die in het buitenland gemaakt worden. De impact van deze productie is dus een direct gevolg van de vraag van Nederlandse consumenten.
Om het totaalplaatje in kaart te brengen kunnen zogenaamde voetafdrukken worden berekend. De Nederlandse consumptievoetafdruk geeft weer wat de wereldwijde gevolgen zijn voor het milieu die veroorzaakt worden door de Nederlandse consumptie. Dit is inclusief de impact door huishoudens zelf, zoals de uitstoot van broeikasgassen door autorijden.
Soorten voetafdrukken
De voetafdruk geeft dus het totale milieueffect weer van onze consumptiebehoeften. De bekendste voetafdruk is de broeikasgasvoetafdruk. Daarnaast kun je een grondstofvoetafdruk berekenen, de hoeveelheid grondstoffen die nodig zijn om de producten te maken die wij dagelijks consumeren. Om de schade aan het milieu te beperken is het niet alleen nodig om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, ook het verminderen van het grondstofgebruik is tot doel gemaakt van het Nederlandse kabinetsbeleid.
Een lagere grondstofvoetafdruk heeft, naast een lagere broeikasgasuitstoot, ook positieve effecten op andere milieufactoren. Zo leidt minder grondstofgebruik over het algemeen ook tot minder landgebruik, een lager watergebruik (tijdens productieprocessen, denk aan koelwater en water om landbouwgrond te irrigeren), en minder biodiversiteitsverlies. Ook voor deze factoren kun je een voetafdruk berekenen.
Behalve consumptievoetafdrukken kun je ook voetafdrukken berekenen van de productie. Deze omvatten de impact van de Nederlandse productie die is bestemd voor zowel de binnenlandse consumptie als voor wat geëxporteerd wordt naar bedrijven en consumenten in het buitenland.
| 2021 | Consumptie-voetafdruk per inwoner | Eenheid | Consumptie-voetafdruk (totaal) | Productie-voetafdruk (totaal) | Eenheid |
|---|---|---|---|---|---|
| Broeikasgassen (CO2-equivalenten) | 13 | ton | 230 | 400 | Mton |
| Totaal grondstoffen | 33 | ton | 571 | 1040 | Mton |
| Biomassa | 7 | ton | 128 | 204 | Mton |
| Niet-metaal mineralen | 16 | ton | 273 | 405 | Mton |
| Metalen | 2 | ton | 35 | 75 | Mton |
| Fossiele brandstoffen | 8 | ton | 135 | 356 | Mton |
| Landgebruik | 0,8 | hectare | 13,3 | 21,6 | mln ha |
| Biodiversiteit | 1 | MSA-verlies- ha-jaar | 18 | 30,4 | mln MSA-verlies-ha-jaar |
Hoe groot is de Nederlandse voetafdruk?
In 2021 was de uitstoot van broeikasgassen ten behoeve van de Nederlandse consumptie ruim 13 duizend kilo (CO2-equivalenten) per inwoner. Daarnaast was bijna 33 duizend kilo aan grondstoffen per inwoner nodig, voornamelijk mineralen (zand, grind en steen), fossiele brandstoffen en biomassa (voedsel). Om de Nederlandse consumptie mogelijk te maken werd beslag gelegd op een landoppervlakte van 0,76 hectare per persoon.
De landoppervlakte die beïnvloed wordt door de Nederlandse consumptie is echter nog veel groter. Volgens de biodiversiteitsvoetafdruk kwam in 2021 het wereldwijde verlies aan natuur door de Nederlandse consumptie neer op ruim 18 miljoen hectare, oftewel een gebied ter grootte van Nederland, België en Bulgarije. Dat komt neer op ongeveer 1 hectare (tienduizend vierkante meter) per persoon.
| Bruto investeringen (2010 = 100) | Bbp (2010 = 100) | Metalen (2010 = 100) | Mineralen (2010 = 100) | Grondstoffen (2010 = 100) | Biomassa (2010 = 100) | Fossiele brandstoffen (2010 = 100) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2010 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
| 2012 | 98,89 | 100,78 | 97,66 | 98,28 | 94,07 | 96,11 | 86,8 |
| 2014 | 94,99 | 102,37 | 84,17 | 83,64 | 82,09 | 93,34 | 71,7 |
| 2016 | 111,49 | 107,08 | 101,32 | 92,03 | 87,22 | 93,63 | 74,4 |
| 2018 | 121,91 | 112,54 | 99,7 | 93,62 | 86,46 | 92,14 | 71,38 |
| 2020 | 127,55 | 110,68 | 108,97 | 106,04 | 90,9 | 90,27 | 69,71 |
| 2021 | 130,66 | 117,62 | 112,18 | 111,36 | 92,53 | 89,78 | 68,08 |
| 2022 | 135,12 | 123,51 | 90,91 | ||||
De Nederlandse productievoetafdrukken liggen hoger dan de consumptievoetafdrukken, wat mede het gevolg is van het open karakter van de Nederlandse economie en de rol van Nederland als export- en doorvoerland. In de Nederlandse economie worden veel (ingevoerde) materialen ingezet die vervolgens worden verwerkt in producten die uiteindelijk niet in Nederland worden geconsumeerd, maar worden uitgevoerd naar het buitenland.
Ontwikkeling voetafdruk
De afgelopen jaren hebben de voetafdrukken zich verschillend ontwikkeld. Waar de grondstofvoetafdruk aanvankelijk daalde, is er sinds 2014 weer sprake van een gestage stijging. Deze stijging is vooral het gevolg van een stijgend gebruik van metalen en mineralen, terwijl het gebruik van biomassa nauwelijks daalt. Vermoedelijk zijn de sterk toegenomen investeringen hierin de bepalende factor, ondermeer vanwege de woningnood en de beleidswens om snel veel woningen bij te bouwen.
Ook bij de landvoetafdruk, de broeikasgasvoetafdruk en de biodiversiteitsvoetafdruk is een daling zichtbaar tussen 2010 en 2014. In deze periode was er sprake van stagnering van de economische groei. Door een toename in investeringen en overheidsconsumptie zijn de landvoetafdruk en de biodiversiteitsvoetafdruk tot 2018 weer gestegen. Na 2018 is de daling in de broeikasgasvoetafdruk en de biodiversiteitsvoetafdruk grotendeels gerelateerd aan de coronapandemie. Deze leidde onder andere tot een verminderd gebruik van fossiele brandstoffen in 2020 en 2021.
In 2020 lag de consumptievoetafdruk per inwoner voor broeikasgassen 11 procent hoger dan het gewogen gemiddelde voor de hele EU. Het biodiversiteitsverlies is relatief groot vanwege de consumptie van voedsel, en de manier waarop dit geproduceerd wordt. Intensieve landbouwmethoden leiden tot omvorming van productiegrond waarbij sprake is van weinig onaangetaste biodiversiteit. Ook de uitstoot van broeikasgassen als methaan in de veehouderij zorgt voor biodiversiteitsverlies.
| Bbp (2010 = 100) | Landgebruik (2010 = 100) | Biodiversiteitsverlies ¹⁾ (2010 = 100) | Broeikasgas (2010 = 100) | |
|---|---|---|---|---|
| 2010 | 100 | 100 | 100 | 100 |
| 2012 | 100,78 | 90,91 | 90,89 | 89,12 |
| 2014 | 102,37 | 83,32 | 84,10 | 83,16 |
| 2016 | 107,08 | 85,59 | 86,08 | 86,67 |
| 2018 | 112,54 | 84,90 | 84,57 | 85,26 |
| 2020 | 110,68 | 83,07 | 79,73 | 78,60 |
| 2021 | 117,62 | 81,61 | 79,78 | 80,70 |
| 2022* | 123,51 | 79,58 | 83,86 | |
| * voorlopige cijfers ¹⁾ geen gegevens in 2022 | ||||