Hoe groot is onze uitstoot van luchtverontreinigende stoffen?

Het klimaatbeleid richt zich op het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Koolstofdioxide (CO2) heeft hierin het grootste aandeel, maar de uitstoot van CO2 heeft niet direct een nadelig effect op gezondheid en natuur. Stoffen die dat wel hebben zijn stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2), fijnstof (PM2,5; ‘particulate matter’, deeltjes kleiner dan 2,5 micrometer), ammoniak (NH3) en niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS). Er gelden Europese doelstellingen om de uitstoot van deze luchtverontreinigende stoffen binnen de perken te houden.

Effect van klimaatbeleid 

Het in Europa en Nederland gevoerde klimaatbeleid zorgt voor minder uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Door het klimaatbeleid worden namelijk minder fossiele brandstoffen gebruikt en juist meer hernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon benut. Dit zorgt voor minder uitstoot van stikstofoxiden (NOx), die vooral vrijkomen bij verbrandingsprocessen. Er is ook minder uitstoot van zwaveldioxide (SO2) door het uitbannen van steenkool en bij minder olieraffinage. 

Niet alle klimaatmaatregelen zorgen voor minder uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. Zo telt het vervangen van fossiele brandstoffen door biobrandstoffen positief mee binnen het klimaatbeleid, maar het helpt niet bij het verbeteren van de luchtkwaliteit. Voor het klimaatbeleid is het bijvoorbeeld goed als huishoudens van het gas af gaan en de houtkachel aan doen, maar het zorgt wel voor meer fijnstof. In officiële klimaatrapportages hoeft de CO2 uit de verbranding van biomassa (zoals hout) namelijk niet meegeteld te worden, omdat verondersteld wordt dat deze CO2-uitstoot op korte termijn weer in andere biomassa (planten en bomen) wordt vastgelegd. 

Het beleid om de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen te beperken wordt voor een groot deel niet bepaald door het klimaatbeleid. Zo worden verbrandingsinstallaties steeds schoner, met minder uitstoot van NOx, SO2 en PM2,5, door de voortdurende aanscherping van de Europese en nationale emissienormen (het bronbeleid). Ook beoogt het mestbeleid een mindere uitstoot van ammoniak (NH3) door de landbouw. Zowel het bronbeleid als mestbeleid hebben een terugdringend effect op de uitstoot van niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS).

Uitstoot luchtverontreinigende stoffen
 2005 (kiloton)2024 (kiloton)Plafond 2020-2029 (kiloton)Plafond vanaf 2030 (kiloton)
NOx397152218155
NMVOS202148186172
NH3155114135123
SO267,815,748,831,9
PM2,528,413,517,915,6
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie
 

Europese doelstellingen voor de Nederlandse uitstoot

Om de effecten op onze gezondheid en natuur te beperken zijn er door Europese wetgeving voor elke EU-lidstaat plafonds vastgesteld waar de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen niet boven mag uitstijgen: de ‘National Emission Ceilings’ (NEC). Deze plafonds zijn per stof vastgesteld in de vorm van reductiepercentages ten opzichte van de uitstoot in 2005. Voor 2020-2029 zijn deze percentages gelijk aan 45 (NOx), 37 (PM2,5), 28 (SO2), 13 (NH3) en 8 (NMVOS). Voor 2030 en latere jaren gelden grotere reductiepercentages: 61 (NOx), 45 (PM2,5), 53 (SO2), 21 (NH3) en 15 (NMVOS). In Nederland blijft voor alle stoffen de uitstoot in 2024 niet alleen onder het in 2020-2029 geldende plafond, maar ook onder het strengere plafond dat vanaf 2030 geldt.

Uitstoot stikstofoxiden (NOx)
 Elektriciteit (kiloton)Industrie (kiloton)Gebouwde omgeving (kiloton)Landbouw (kiloton)Mobiliteit (kiloton)
200049543010307
20014656319295
20024754299284
20034853299278
200442532710276
200541522311268
200637522112263
200729501814251
200825491917240
200923411817212
201022442118207
201119441516206
201218431614192
201318411613179
201416401210165
201517401210158
20161438119152
20171337118149
20181236107150
2019123596142
2020103395119
2021113295114
2022103084108
202382774106
202472774106
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie

Stikstofoxiden: Mobiliteit grootste emissiebron

De uitstoot van stikstofoxiden daalde tussen 2005 en 2024 met 62 procent, van 397 naar 152 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het NEC-plafond van 2020-2029 (218 miljoen kg) en net onder dat van 2030 en latere jaren (155 miljoen kg). Klimaatsector Mobiliteit heeft met 70 procent het grootste aandeel in de uitstoot van stikstofoxiden in 2024. Voor klimaatsector Industrie is het aandeel 18 procent. Van de daling in uitstoot tussen 2005 en 2024 (245 miljoen kg) kwam twee derde door klimaatsector Mobiliteit, waarvan de helft door schonere zware bedrijfsvoertuigen. Dit komt vooral door het stapsgewijs aanscherpen van de emissienormen voor nieuwe voertuigen.

Uitstoot zwaveldioxide (SO2)
 Elektriciteit (kiloton)Industrie (kiloton)Gebouwde omgeving (kiloton)Landbouw (kiloton)Mobiliteit (kiloton)
200014,847,60,70,015,3
200115,550,90,70,012,1
200213,646,30,60,010,8
200313,941,90,70,010,3
200410,647,90,60,010,2
20059,747,60,50,09,9
20069,648,20,50,09,8
20078,646,20,60,08,9
20086,141,00,60,05,5
20096,028,70,60,04,2
20106,425,80,70,13,2
20116,426,30,60,11,7
20127,925,00,60,11,8
20139,219,40,60,11,8
20148,419,90,50,12,1
20158,421,00,50,11,0
20165,821,50,50,10,9
20174,021,60,60,10,9
20183,820,00,50,10,8
20192,518,90,50,10,9
20201,516,90,50,10,7
20212,217,40,50,10,6
20222,216,30,50,10,6
20231,614,70,50,10,7
20241,712,80,50,10,7
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie

Zwaveldioxide: Industrie grootste emissiebron

De uitstoot van zwaveldioxide daalde tussen 2005 en 2024 met 77 procent, van 67,8 naar 15,7 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het NEC-plafond van 2020-2029 (48,8 miljoen kg) en ook ruim onder dat van 2030 en latere jaren (31,9 miljoen kg). Klimaatsector Industrie heeft met 82 procent het grootste aandeel in de uitstoot van zwaveldioxide in 2024. Voor klimaatsector Elektriciteit is het aandeel 11 procent. Van de daling in uitstoot van 2005 tot 2024 (52,1 miljoen kg) kwam de helft door de schonere aardolie-industrie. De uitstoot van zwaveldioxide is verder verminderd door het ontzwavelen van rook- en procesgassen in de industrie- en energiesector, door schonere brandstoffen in de industrie- en mobiliteitssector, en door het sluiten van oude kolencentrales.

Uitstoot fijnstof (PM2,5)
 Elektriciteit (kiloton)Industrie (kiloton)Gebouwde omgeving (kiloton)Landbouw (kiloton)Mobiliteit (kiloton)
20000,28,08,70,617,1
20010,37,48,80,616,3
20020,47,08,30,615,1
20030,36,98,60,514,3
20040,36,48,70,613,7
20050,45,98,60,612,9
20060,36,28,60,611,9
20070,25,68,30,610,9
20080,25,28,50,79,4
20090,24,78,40,77,9
20100,24,69,20,77,3
20110,14,77,90,76,8
20120,14,08,20,76,1
20130,14,18,30,75,7
20140,24,07,20,75,4
20150,34,17,50,75,0
20160,24,27,30,74,8
20170,14,46,90,74,5
20180,14,36,80,74,5
20190,14,36,40,74,1
20200,13,95,80,73,8
20210,14,16,00,73,6
20220,14,06,10,63,3
20230,13,66,30,63,2
20240,13,56,00,63,2
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie

Fijnstof: Houtstook door huishoudens grootste emissiebron

De uitstoot van fijnstof (PM2,5) daalde tussen 2005 en 2024 met 52 procent, van 28,4 naar 13,5 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het NEC-plafond van 2020-2029 (17,9 miljoen kg) en ook onder dat van 2030 en latere jaren (15,6 miljoen kg). In 2024 is de houtstook door huishoudens de grootste emissiebron van fijnstof. Hierdoor heeft klimaatsector Gebouwde omgeving, de sector waar huishoudens toe behoren, met 45 procent het grootste aandeel in de uitstoot van fijnstof in 2024. Voor klimaatsectoren Industrie en Mobiliteit is dat respectievelijk 26 en 24 procent. Van de daling in uitstoot van 2005 tot 2024 (14,9 miljoen kg) kwam twee derde door klimaatsector Mobiliteit, vooral door het verplicht stellen van roetfilters bij nieuwe voertuigen. In 2005 was de fijnstofuitstoot door de mobiliteitssector nog 1,5 keer groter dan die door de gebouwde omgeving. Vanaf 2009 is de fijnstofuitstoot door de gebouwde omgeving het grootst.

Uitstoot ammoniak (NH3)
 Elektriciteit (kiloton)Industrie (kiloton)Gebouwde omgeving (kiloton)Landbouw (kiloton)Mobiliteit (kiloton)
20000451624
20010451555
20020451485
20030451445
20040451435
20050451425
20060351455
20070351425
20080351294
20090351254
20100351234
20110351204
20120351164
20130351134
20140351174
20150351194
20160351194
20170351224
20180351204
20190351144
20200351133
20210351124
20220351094
20230251054
20240251034
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie

Ammoniak: Landbouw grootste emissiebron

De uitstoot van ammoniak (een stikstofverbinding) daalde tussen 2005 en 2024 met 26 procent, van 155 naar 114 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het NEC-plafond van 2020-2029 (135 miljoen kg) en ook onder dat van 2030 en latere jaren (123 miljoen kg). Het voldoen aan deze NEC-plafonds, voor zowel ammoniak als stikstofoxiden, is niet genoeg om de nationale wettelijke stikstofdepositie doelen te halen. Klimaatsector Landbouw heeft met 90 procent het grootste aandeel in de uitstoot van ammoniak in 2024. Ammoniak ontstaat in de stal, als mest en urine zich mengen, en bij het gebruik van (kunst)mest op het land. De helft van de landbouwuitstoot is afkomstig van rundveemest. De piek in 2017 komt door het groeien van de melkveestapel, nadat enkele jaren daarvoor de melkquotering werd afgeschaft.

Uitstoot niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS)
 Elektriciteit (kiloton)Industrie (kiloton)Gebouwde omgeving (kiloton)Landbouw (kiloton)Mobiliteit (kiloton)
2000210471186
200108671180
200208169172
200307369167
200406768261
200507173256
200616674453
200706675549
200806274746
200905773642
201006578741
201106474741
201215975639
201325875538
201415573436
201505374435
201614674335
201704775335
201804575335
201904376334
202004290330
202104179329
202204082228
202303785229
202403780229
Bron: CBS, RIVM/Emissieregistratie

Niet-methaan vluchtige organische stoffen (NMVOS)

De uitstoot van NMVOS daalde tussen 2005 en 2024 met 27 procent, van 202 naar 148 miljoen kilogram. Dat is ruim onder het NEC-plafond van 2020-2029 (186 miljoen kg) en ook onder dat van 2030 en latere jaren (172 miljoen kg). Klimaatsector Gebouwde omgeving heeft met 54 procent het grootste aandeel in de uitstoot van NMVOS in 2024. De piek in 2020 komt door een groter gebruik van handdesinfectiemiddelen tijdens de coronacrisis. Daarnaast komt er NMVOS vrij na gebruik van cosmetica en reinigingsmiddelen. Andere grote uitstoters van NMVOS zijn de klimaatsectoren Industrie en Mobiliteit met in 2024 een aandeel van respectievelijk 25 en 19 procent. Voor beide sectoren is de uitstoot van NMVOS in de laatste twintig jaar gehalveerd. De verbrandingsmotoren van voertuigen zijn steeds schoner. De uitstoot van NMVOS door de chemische industrie, de olieraffinage en de delfstoffenwinning is verminderd. Er is ook minder uitstoot door de grafische industrie en uit verf dat in de bouwsector gebruikt wordt.