Nieuwe CBS-methode meet interneteconomie met Google en Dataprovider
Impact interneteconomie
Jon Steinberg, public policy manager voor Europa bij Google, vertelt dat de samenwerking met CBS uitstekend bevalt: ‘Google werkt graag samen met partijen die onderzoek doen naar de interneteconomie. CBS staat bekend als een organisatie met een open houding ten opzichte van innovatie en het werken met big data. Dat vinden wij interessant.’ De ontwikkelingen in de interneteconomie zijn een uitdaging voor beleidsmakers bij de overheid, maar ook voor het bedrijfsleven zelf. ‘De economie verandert en traditionele onderzoeksmethoden en statistieken geven hierin niet altijd voldoende inzicht. Ook wij vinden het belangrijk te weten wat de impact is van de interneteconomie.’
Drieledig doel
Google heeft eerder een analoog project gesponsord in het Verenigd Koninkrijk. Hierbij zijn big data ingezet om statistieken over de interneteconomie te maken. Steinberg: ‘Dit leek ons interessant voor CBS en daarom hebben we dit onderzoeksverslag gedeeld. CBS heeft nu in Nederland een vergelijkbaar project uitgevoerd, met behulp van big data van het bedrijf Dataprovider.’ Het doel van het Nederlandse project is drieledig: het begrip interneteconomie eenduidig definiëren, de omvang van de interneteconomie bepalen én nieuwe methoden ontwikkelen om statistieken te maken. ‘De resultaten kunnen vervolgens gedeeld worden met andere landen, zodat een Europese vergelijking mogelijk wordt.’
Minutieus gestructureerde data
Gijs Barends is medeoprichter van Dataprovider. Een bedrijf dat via internet alle mogelijke data van bedrijven verzamelt. Vervolgens structureert het die data, zodat ze makkelijker doorzoekbaar zijn. ‘Het verschil met Google is dat Google vooral de beste zoekresultaten weergeeft. Wij merken dat bedrijven juist alle beschikbare resultaten willen hebben en die kunnen wij leveren.’ Die minutieus gestructureerde data levert Dataprovider aan grote klanten, waarvan 90 procent uit het buitenland afkomstig is. ‘Dataprovider verzamelt data in zo’n 40 landen wereldwijd. Onze systemen herkennen alle informatie en downloaden miljoenen websites. Ook houden onze robots alle verkregen data maandelijks actueel.’
Zoektocht
Over de samenwerking met CBS is Barends erg enthousiast. ‘Het was wel een zoektocht om te kijken wat er nu onder de interneteconomie moet worden verstaan. Daarna moesten we de data daarover boven water krijgen. Zo hebben we bijvoorbeeld alle online-winkels getraceerd aan de hand van bepaalde technologieën waar de bedrijven gebruik van maken, bijvoorbeeld betaal- of levermethoden. Aan de hand van de uitkomsten hebben we verschillende categorieën bedrijven gemaakt. Die zijn gekoppeld aan het Algemeen Bedrijven Register (CBS beheert dit Register op basis van diverse bronnen en maakt er statistieken mee, red.). Dat levert interessante informatie op over de omzet en werkgelegenheid van die bedrijven.’
Kern van de interneteconomie
Voor CBS was Lotte Oostrom van het Centrum voor Beleidsstatistiek de projectleider van dit onderzoek. Ook Bastiaan Rooijakkers, manager bij het Centrum, was nauw betrokken. Het was een uitdagende klus voor beiden, omdat de methode om de interneteconomie in kaart te brengen nieuw was en dat gold ook voor de wijze van data verzamelen. Rooijakkers: ‘We hebben ons eerst de vraag gesteld wat de interneteconomie eigenlijk is. Het internet is zo verweven met onze maatschappij dat er nauwelijks nog een onderscheid te maken is. Daarom hebben we gekeken naar hoe er geld verdiend wordt via het internet. ‘
Er zijn ook plannen om dit onderzoek op Europees niveau uit te voeren om zo internationaal te kunnen vergelijken
Websites koppelen
Rooijakkers en zijn collega’s kwamen op verschillende lagen uit. ‘Een categorie die niet aanwezig is op internet, een categorie die wel aanwezig is, maar niet op een directe manier inkomen genereert aan het internet en de kern van de interneteconomie waarbij op een directe manier geld verdiend wordt aan of via het internet. Dat zijn de webwinkels, de internetdiensten zoals bijvoorbeeld online marktplaatsen, entertainment en prijsvergelijkingssites en de internetgerelateerde ICT-bedrijven zoals de internetproviders en webdesigners.’ Om de bedrijven aan de juiste categorie toe te kunnen wijzen, werden eerst de websites gekoppeld aan het Algemeen Bedrijven Register van CBS. ‘Daarna hebben we op basis van de inhoud van de websites de activiteit van de bedrijven bepaald. Het resultaat is niet alleen een nieuw inzicht in de interneteconomie, maar ook inzicht in veel nieuwe activiteiten die we nog niet in de huidige statistieken vangen. Denk daarbij aan app-bouwers en vloggers.’
Klankbordgroep
De ontwikkeling van een nieuwe innovatieve methode vereiste de nodige interne en externe afstemming, volgens projectleider Oostrom. ‘We zijn daarom gedurende het hele proces blijven sparren, zowel met directe collega’s als met een externe klankbordgroep met onder andere deskundigen van het ministerie van Economische Zaken, ICT-Nederland en de academische wereld. Die externe klankbordgroep hebben we regelmatig geraadpleegd en aan hen de eerste resultaten gepresenteerd.’ Het project bevindt zich nu nog in de ontwikkelfase. De uitkomsten ervan zullen binnenkort op het innovatieportaal van CBS worden gepresenteerd. Daar wordt aan externe partijen om feedback gevraagd. Oostrom geeft aan dat er ook plannen zijn om dit onderzoek op Europees niveau uit te voeren om zo internationaal te kunnen vergelijken. Besprekingen daarover met de Europese Commissie zijn inmiddels gestart.