‘Statistiek is heel buigzaam’

/ Auteur: Jaap van Sandijk
Met zijn essay ‘Het multiculturele drama’ zette publicist en hoogleraar Paul Scheffer in 2000 het onderwerp immigratie stevig op de politieke agenda. Vijftien jaar later concludeert hij dat inmiddels het één en ander ten goede is veranderd. ‘Maar er is ook nog achterstand.’

Ordening

Paul Scheffer wist op zijn vijftiende jaar al wat hij later wilde gaan doen. ‘Precies wat ik nu doe. Schrijven. Thuis werd lezen en schrijven serieus genomen. Daar kon je heel goed je leven aan wijden, was de gedachte.’ Scheffer schrijft vanuit een behoefte aan ordening. ‘Ordening kun je zoeken in de begrenzing, maar ik heb het altijd gezocht in de verbanden over de grenzen heen. Detailonderzoek vind ik óók geweldig. Daar put ik uit voor mijn werk. Maar ik ben een echte generalist. Ik wil graag de grotere verbanden zien.’

Stilte doorbreken

In 2000 baarde Scheffer veel opzien met zijn essay ‘Het multiculturele drama’. Nog voor de aanslag op de Twin Towers en voor de opkomst van Pim Fortuyn gaf hij aan hoezeer in Nederland langs elkaar heen wordt geleefd. Het essay leidde tot een groot maatschappelijk debat over integratie. ‘Ik wilde een stilte doorbreken’, blikt hij terug. In het essay maakt Scheffer gebruik van SCP-cijfers. Dat voorspelde in 2000 dat in 2015 twaalf procent van de Nederlandse bevolking, rond de twee miljoen burgers, uit allochtonen zou bestaan. Ongeveer de helft van de bevolking in de vier grote steden zou allochtoon zijn. ‘Maar het is nóg sneller gegaan’, zegt Scheffer. ‘Al in 2012 bestond in Amsterdam de meerderheid van de bevolking uit migrantengezinnen.’

Achterstand

Noemt Scheffer de multiculturele samenleving nog steeds een drama? ‘Nee. Mijn boek ‘Land van aankomst’ heeft een heel andere toon. Maar je ziet nog wel harde kernen van achterstand onder migranten en hun kinderen in onze samenleving. Als voorbeeld noem ik de CITO-scores in Amsterdam. Daar heb ik in 2004 en de jaren daarna onderzoek naar gedaan. De CITO-scores bleken omhoog te gaan. Waarom? Het aantal kinderen dat niet deelneemt aan de CITO-toets nam jaarlijks toe, omdat hun niveau te laag is.’

Buigzame statistiek

Scheffer duikt graag in statistieken en onderzoeken. ‘Ik vind het fijn om in allerlei rapporten te bladeren en die helemaal uit te vlooien.’ Hij merkt op dat statistieken op zichzelf geen discussie kunnen beslechten. ‘Je kunt op basis van dezelfde cijfers diepgaand van mening verschillen. Statistiek is heel buigzaam. Gebruikers kunnen heel makkelijk met de informatie aan de haal gaan. Neem bijvoorbeeld het aantal Marokkaanse en Turkse studenten in het wetenschappelijk onderwijs in Amsterdam en Rotterdam. Dat is verdrievoudigd. Maar is dat reden tot euforie? Drie keer heel weinig is nog steeds niet veel.’

Weerbarstig

Het produceren van statistieken is een weerbarstige onderneming, meent Scheffer. ‘Je stolt de werkelijkheid in categorieën. Dat brengt het beleid met zich mee. Nu worden de eerste en de tweede generatie allochtonen onder dezelfde statistische noemer gebracht. Kinderen zijn zo het verlengstuk van het immigratieverhaal van hun ouders en worden gegijzeld door het begrip allochtoon. Dat verdoezelt de maatschappelijke werkelijkheid. Als je een immigratiesamenleving serieus neemt, moet je voor die tweede generatie een ander begrip gebruiken.’

‘Ik ben een echte generalist, ik wil graag de grotere verbanden zien’

Demografie

Scheffer maakt regelmatig gebruik van de informatie van CBS. De bevolkingsstatistieken zijn een belangrijke bron voor zijn werk. ‘Ik vind het raar dat daar in Nederland zo weinig mee wordt gedaan in het publieke debat. Er zijn maar weinig dingen die je met enige zekerheid zó kunt voorspellen als demografie. Dat is belangrijk met het oog op bijvoorbeeld de economie.’ Scheffer denkt dat de ondergeschoven positie van demografie in het publieke debat te wijten is aan de beladenheid van het onderwerp. ‘Het roept associaties op met bevolkingspolitiek en nationaalsocialisme. Maar je kunt er ook ontspannen naar kijken en demografische statistieken gebruiken om de dynamiek van de samenleving te begrijpen. Je kunt de vraag stellen of Japan ons voorland is. Daar veroudert de bevolking het snelst en stagneert de economie al twintig jaar.’

Kwetsbaar ideaal

In 2013 verscheen Paul Scheffers boek ‘Alles doet mee aan de werkelijkheid’. Het is een portret van zijn grootvader, de filosoof Herman Wolf. Wolf poogde de romantiek en de verlichting, het emotionele en het rationele te verzoenen. Zijn protest tegen Hitler-Duitsland bleef niet zonder gevolgen. Aan de hand van het leven van zijn grootvader beschrijft Scheffer de snelle wetenschappelijke ontwikkelingen en groei van de economie. Maar ook de opkomst van Hitler, de zoektocht van zijn grootvader naar een wetenschappelijk bewijs voor het leven na de dood en het geestelijk leven in de tijdsspanne tussen beide oorlogen komen aan de orde. ‘Het is een vlechtwerk van verhalen, waarin de tijdgeest duidelijk wordt.’

Humanisme

Ziet Scheffer overeenkomsten tussen de tijd waarin het boek zich afspeelt en de huidige tijd? ‘Mijn grootvader was, sterk gevormd door het humanisme, zich er zeer van bewust dat het ideaal - de norm van het algemeen menselijke, die voorbij etnische of religieuze verschillen wil reiken - altijd kwetsbaar is. Dat bewustzijn komt in onze tijd, waarin het conflict tussen identiteit en vervagende grenzen sterker wordt, op een andere manier terug.’