Bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling; vanaf 1899

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de belangrijkste kerncijfers over de bevolking, huishoudens en bevolkingsontwikkeling in Nederland.

In de tabel worden de volgende gegevens onderscheiden:
- Bevolking;
- Particuliere huishoudens;
- Levend geboren kinderen;
- Sterfte;
- Verhuisde personen;
- Huwelijkssluiting;
- Huwelijksontbinding;
- Wijziging van nationaliteit.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1899
Cijfers over de bevolking naar herkomst zijn vooralsnog alleen beschikbaar vanaf 2022. Eerdere perioden zullen op een later moment worden toegevoegd aan de tabel.

Status van de cijfers:
Alle cijfers in de tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 17 oktober 2025:
De definitieve cijfers van 2023 over doodgeborenen en perinatale sterfte zijn toegevoegd.
De definitieve cijfers over de bevolkingsontwikkeling van 2024 en de bevolking per 1 januari 2025 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers uit?
De cijfers over de bevolkingsontwikkeling van 2025 en de bevolking per 1 januari 2026 worden in het derde kwartaal van 2026 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Van 1960 tot 1988 cijfers per 31 december, van 1988 tot 1995 cijfers halverwege het jaar, vanaf 1995 cijfers per 1 januari.

Trendbreuk
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode wordt voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA) belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt.
De uitkomsten op basis van de nieuwe productiemethode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verschuiving betreft het aantal overige huishoudens dat lager uitvalt.
Het aantal personen in institutionele huishoudens ligt op 1 januari 2011 12 duizend hoger dan op 1 januari 2010. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door verbeteringen in de methode van waarneming.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Eenpersoonshuishoudens naar geslacht
Eenpersoonshuishouden:
Een particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Mannen en vrouwen
Mannen
Vrouwen
Meerpersoonshuishouden
Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Levend geboren kinderen
Levend geboren kind:
Kind dat na de geboorte enig teken van leven heeft vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Voor de jaren 1900 tot 1925 levend aangegeven kinderen.

Trendbreuk nagekomen berichten
Vanaf verslagjaar 2010 worden méér nagekomen berichten meegeteld.

Lesbisch ouderschap:
Op 1 april 2014 is de wet lesbisch ouderschap in werking getreden. Sindsdien kan de vrouwelijke partner van de biologische moeder (‘duomoeder’) juridisch ouder worden zonder dat daarvoor een gerechtelijke adoptieprocedure nodig is. In de Basisregistratie personen worden voor kinderen die op of na de genoemde datum zijn geboren, over beide moeders dezelfde gegevens vastgelegd. Het CBS kan niet bepalen wie van beide moeders de biologische moeder is. Om toch de leeftijd van de moeder en andere kenmerken van de moeder, zoals herkomst en kindertal te bepalen, wordt willekeurig één van de twee ouders als moeder beschouwd.
Lesbisch ouderschap komt voor in minder dan 0,5 % van alle geboorten.
Volgorde geboorte uit de moeder, rel...
Volgorde geboorte uit de moeder, relatief

Volgorde van geboorte uit de moeder:
De positie van het kind in de rangorde van levendgeboren kinderen uit de moeder.
Voor de jaren 1939-1949 is, wegens het ontbreken van deze gegevens, rangnummer uit het huwelijk gebruikt.
1e kind
Levend geboren eerste kinderen (uit de moeder) per honderd van het totaal aantal levend geboren kinderen.
2e kind
Levend geboren tweede kinderen (uit de moeder) per honderd van het aantal levend geboren kinderen.
3e kind
Levend geboren derde kinderen (uit de moeder) per honderd van het aantal levend geboren kinderen.
4e en volgend kind
Levend geboren vierde of volgende kinderen (uit de moeder) per honderd van het totaal aantal levend geboren kinderen.