Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Regio's Perioden Inkomen en vermogen Particuliere huishoudens excl. studenten (x 1 000) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Woningbezit: eigen woning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld besteedbaar inkomen Woningbezit: huurwoning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens excl. studenten (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Eenpersoonshuishouden (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Eenoudergezin (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Paar, zonder kind (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Type: Paar, met kind(eren) (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Woningbezit: eigen woning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Inkomen van particuliere huishoudens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen Woningbezit: huurwoning (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als werknemer (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Inkomen en vermogen Mediaan vermogen huishoudens Bron: Overdrachtsinkomen (1 000 euro) Bedrijfsvestigingen Bedrijfsvestigingen naar activiteit G+I Handel en horeca (aantal) Nabijheid voorzieningen Detailhandel Afstand tot grote supermarkt (km) Nabijheid voorzieningen Detailhandel Aantal grote supermarkten binnen 3 km (aantal) Lokalisering Lokaliseringen van gemeenten Kamer van Koophandel Code (code) Lokalisering Lokaliseringen van gemeenten Kamer van Koophandel Naam (naam)
Nederland 2025 419.230
Noord-Nederland (LD) 2025 39.305
Oost-Nederland (LD) 2025 87.480
West-Nederland (LD) 2025 203.910
Zuid-Nederland (LD) 2025 88.535
Groningen (PV) 2025 12.105
Fryslân (PV) 2025 15.730
Drenthe (PV) 2025 11.475
Overijssel (PV) 2025 27.825
Flevoland (PV) 2025 10.785
Gelderland (PV) 2025 48.875
Utrecht (PV) 2025 30.605
Noord-Holland (PV) 2025 79.975
Zuid-Holland (PV) 2025 83.565
Zeeland (PV) 2025 9.765
Noord-Brabant (PV) 2025 63.095
Limburg (PV) 2025 25.435
Oost-Groningen (CR) 2025 2.915
Delfzijl en omgeving (CR) 2025 770
Overig Groningen (CR) 2025 8.415
Noord-Friesland (CR) 2025 7.845
Zuidwest-Friesland (CR) 2025 3.520
Zuidoost-Friesland (CR) 2025 4.365
Noord-Drenthe (CR) 2025 4.055
Zuidoost-Drenthe (CR) 2025 3.980
Zuidwest-Drenthe (CR) 2025 3.435
Noord-Overijssel (CR) 2025 8.845
Zuidwest-Overijssel (CR) 2025 3.505
Twente (CR) 2025 15.475
Veluwe (CR) 2025 16.950
Achterhoek (CR) 2025 9.565
Arnhem/Nijmegen (CR) 2025 15.780
Zuidwest-Gelderland (CR) 2025 6.575
Utrecht (CR) 2025 30.605
Kop van Noord-Holland (CR) 2025 8.585
Alkmaar en omgeving (CR) 2025 5.975
IJmond (CR) 2025 4.650
Agglomeratie Haarlem (CR) 2025 5.725
Zaanstreek (CR) 2025 3.715
Groot-Amsterdam (CR) 2025 45.315
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2025 6.010
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2025 9.400
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2025 19.185
Delft en Westland (CR) 2025 5.305
Oost-Zuid-Holland (CR) 2025 7.335
Groot-Rijnmond (CR) 2025 34.390
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2025 7.950
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2025 2.580
Overig Zeeland (CR) 2025 7.190
West-Noord-Brabant (CR) 2025 15.690
Midden-Noord-Brabant (CR) 2025 12.225
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2025 16.330
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2025 18.850
Noord-Limburg (CR) 2025 6.665
Midden-Limburg (CR) 2025 5.955
Zuid-Limburg (CR) 2025 12.815
Flevoland (CR) 2025 10.785
Aa en Hunze 2025 535 KK42 Noord
Aalburg 2025
Aalsmeer 2025 1.145 KK41 Noordwest
Aalten 2025 550 KK43 Oost
Ter Aar 2025
Aarle-Rixtel 2025
Abcoude 2025
Achtkarspelen 2025 780 KK42 Noord
Akersloot 2025
Alblasserdam 2025 480 KK45 Zuidwest
Albrandswaard 2025 505 KK45 Zuidwest
Alkemade 2025
Alkmaar 2025 2.780 KK41 Noordwest
Almelo 2025 1.785 KK43 Oost
Almere 2025 5.475 KK41 Noordwest
Alphen aan den Rijn 2025 2.480 KK45 Zuidwest
Alphen en Riel 2025
Alphen-Chaam 2025 250 KK44 Zuid
Altena 2025 1.590 KK44 Zuid
Ambt Delden 2025
Ambt Montfort 2025
Ameland 2025 230 KK42 Noord
Amerongen 2025
Amersfoort 2025 3.425 KK41 Noordwest
Ammerzoden 2025
Amstelveen 2025 2.240 KK41 Noordwest
Amsterdam 2025 31.135 KK41 Noordwest
Andijk 2025
Angerlo 2025
Anloo 2025
Anna Paulowna 2025
Apeldoorn 2025 3.955 KK43 Oost
Appingedam 2025
Arcen en Velden 2025
Arnemuiden 2025
Arnhem 2025 3.625 KK43 Oost
Assen 2025 1.360 KK42 Noord
Asten 2025 400 KK44 Zuid
Avereest 2025
Axel 2025
Baarle-Nassau 2025 250 KK44 Zuid
Baarn 2025 555 KK41 Noordwest
Bakel en Milheeze 2025
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Wijzigingen per 31 oktober 2025:
Bevolking - bevolkingsontwikkeling
De definitieve cijfers van 2024 zijn toegevoegd.

Bevolking - bevolkingssamenstelling op 1 januari - inwoners naar stedelijkheidsklasse
De voorlopige cijfers van 2025 zijn bijgesteld.

Bevolking - particuliere huishoudens
De definitieve cijfers van 2025 zijn toegevoegd.

Bouwen en wonen - woningvoorraad
De cijfers van 2022 - 2025 zijn geüpdatet.

Nabijheid
Voor 2023 zijn de cijfers definitief gemaakt.
De voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.

Milieu en bodemgebruik - bodemgebruik - omgevingsadressendichtheid
De cijfers van 2025 zijn bijgesteld.

Landbouw - mestproductie
De definitieve cijfers van 2024 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
December 2025.

Toelichting onderwerpen

Inkomen en vermogen
Inkomen en vermogen van huishoudens. De populatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met bekend inkomen, waarbij studentenhuishoudens in deze tabel worden uitgesloten. Peildatum voor de populatie is 1 januari van het verslagjaar.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Inkomen van particuliere huishoudens
Besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Besteedbaar inkomen: het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Betaalde inkomensoverdrachten bestaan uit overdrachten tussen huishoudens zoals alimentatie betaald aan de ex-echtgeno(o)t(e). Premies inkomensverzekeringen betreffen premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Woningbezit: huurwoning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Particuliere huishoudens excl. studenten
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften (exclusief studentenhuishoudens).
Type: Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Tot eenpersoonshuishoudens, ook wel alleenstaanden genoemd, worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Type: Eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Type: Paar, zonder kind
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Type: Paar, met kind(eren)
Meerpersoonshuishouden bestaande uit een paar met (een) thuiswonend(e) kind(eren)

Meerpersoonshuishouden: Een particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Paar: Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Woningbezit: eigen woning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Woningbezit: huurwoning
Een huishouden woont in een eigen woning of in een gehuurde woning. Van de huishoudens die een woning huren, is bepaald of zij wel of geen huurtoeslag ontvangen hebben.
Mediaan vermogen huishoudens
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens).

De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd.
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Bron: Inkomen als werknemer
Huishoudens waarvoor het loon van werknemer de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Inkomen als zelfstandige
Huishoudens waarvoor het inkomen als zelfstandig ondernemer, directeur-grootaandeelhouder en overig zelfstandige de voornaamste inkomensbron vormt.
Bron: Overdrachtsinkomen
Huishoudens waarvoor een uitkering, pensioen of studiefinanciering de voornaamste inkomensbron vormt.
Bedrijfsvestigingen
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008).

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.
Door een verbeterd gebruik van gegevens gedurende 2023 over eigenaren en eigendomsverhoudingen is voor veel bedrijven binnen de bedrijfstak K Financiële dienstverlening per 1 januari 2024 een andere activiteit vastgesteld. De belangrijkste activiteiten waar deze groep is terechtgekomen is M Specialistische zakelijke diensten.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende sectoren onderverdeeld:
A: Landbouw, bosbouw en visserij
B-F: Nijverheid en energie
G+I: Handel en horeca
H+J: Vervoer, informatie en communicatie
K-L: Financiële diensten, onroerend goed
M-N: Zakelijke dienstverlening
O-Q Overheid, onderwijs en zorg
R-U: Cultuur, recreatie, overige diensten

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
Bedrijfsvestigingen naar activiteit
G+I Handel en horeca
Nabijheid voorzieningen
- De gemiddelde afstanden voor de inwoners van Nederland van hun woonadres naar de dichtstbijzijnde voorzieningen (bijvoorbeeld school, huisarts of bibliotheek);
- Het aantal voorzieningen dat zich binnen een bepaalde afstand van het woonadres bevindt. Deze gegevens zijn berekend als gemiddelde over alle personen van het gebied.

Voorziening
Een locatie (pand, ruimte, terrein of plek) die bezocht kan worden door personen.

Afstand
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de (verharde) autoweg.

Inwoner
Persoon behorende tot de bevolking van een bepaald gebied.

Waarnemingsmethode
De afstand tot het (dichtstbijzijnde) bezoekadres van een voorziening wordt per bewoond adres berekend over de verharde (auto)weg. Om de berekeningen te vereenvoudigen wordt de afstand niet exact van het woonadres tot aan het adres van de voorziening berekend, maar wordt elk adres op het dichtstbijzijnde projectiepunt in de eigen straat geprojecteerd. Deze projectiepunten liggen vanaf 2018 om de 100 meter op het wegennetwerk. (Voor 2018 lagen deze projectpunten om de 25 meter op het wegennetwerk.) Als afstand tussen het adres en de voorziening wordt de afstand via de weg tussen de twee geprojecteerde adressen op het wegennetwerk gehanteerd. Verbindingen via het buitenland worden niet meegenomen.

Hierbij wordt rekening gehouden met ongelijkvloerse kruisingen en veerponten. Ook is rekening gehouden met eenrichtingsverkeer op Rijks- en Provinciewegen en in toenemende mate met eenrichtingsverkeer op overige wegen, voor zover door gemeenten aangegeven in het Nationaal Wegen Bestand. Bij de overgang naar nieuwe software zijn de rijrichtingen als restrictie bij het bepalen van de routes voor de verslagjaren 2018 t/m 2021 niet meegenomen. Vanaf verslagjaar 2022 zijn de rijrichtingen (weer) meegenomen in de berekeningen en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen.

De gemiddelde afstand per gebied tot een voorziening wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende afstand van alle adressen in dat gebied. Daarbij wordt het aantal bewoners van elk adres gebruikt als weegfactor, zodat een dichtbevolkte straat zwaarder meetelt in het gemiddelde voor het gebied. De dichtstbijzijnde voorziening hoeft daarbij niet binnen ditzelfde gebied te liggen.

Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een vaste afstand per gebied wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende aantallen voorzieningen per persoon, voor alle personen in dat gebied. Hoe meer voorzieningen aanwezig zijn binnen de vaste afstand, des te meer keuze de inwoners van het gebied voor deze voorziening hebben. De vaste afstanden zijn bepaald op 1, 3, 5, 10, 20 of 50 kilometer. Afhankelijk van de dichtheid van voorzieningen worden hieruit de meest relevante afstand gekozen voor publicatie in de tabel.


Detailhandel
Afstand tot grote supermarkt
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde grote supermarkt.

Een grote supermarkt is een winkel met verschillende soorten dagelijkse artikelen en met een minimale oppervlakte van 150 m2.
Aantal grote supermarkten binnen 3 km
Het gemiddeld aantal grote supermarkten binnen 3 km over de weg voor alle inwoners van een gebied.

Een grote supermarkt is een winkel met verschillende soorten dagelijkse artikelen en met een minimale oppervlakte van 150 m2.
Lokalisering
De rubriek 'Lokalisering' bevat de namen en coderingen van een aantal door het CBS onderhouden gebiedsindelingen. Deze indelingen zijn ook opgenomen in de StatLinepublicaties Gebieden in Nederland.

Hiermee kan een gebruiker zelf overzichten maken. Zo kunnen door het samentellen van gemeentelijke cijfers over het aantal personenauto's of eenpersoonshuishoudens uitkomsten worden verkregen voor veiligheidsregio's.
Ook kan zo bijvoorbeeld het aantal banen per arbeidsmarktregio worden berekend.

Optellen van gemeentelijke cijfers tot totalen voor een bepaald gebied is echter niet altijd mogelijk. Voor sommige onderwerpen ontbreken bij een aantal gemeenten cijfers om redenen van statistische betrouwbaarheid, geheimhouding of niet aanwezig zijn van gegevens in het basismateriaal (non-respons).
Lokaliseringen van gemeenten
Dit onderdeel bevat informatie over de relatie tussen de gemeentelijke indeling (het laagste bestuurlijk niveau) en diverse onderverdelingen van het Nederlandse grondgebied op bovengemeentelijk niveau.
Kamer van Koophandel
KK = Kamer van Koophandel
De indeling in werkgebieden van de Kamer van Koophandel regio's (KVK). Per 1 januari 2014 is de indeling volledig herzien.
Code
Codes van de Kamer van Koophandel regio's (KvK).
Naam
Namen van de Kamer van Koophandel regio's (KvK).