Regionale kerncijfers Nederland
| Regio's | Perioden | Nabijheid voorzieningen Groenvoorzieningen Afstand tot openbaar groen (km) |
|---|---|---|
| Het Gooi en Vechtstreek (CR) | 2025 | |
| Apeldoorn | 2025 | |
| het Bildt | 2025 | |
| Borger-Odoorn | 2025 | |
| Doorn | 2025 | |
| Hellendoorn | 2025 | |
| Heteren | 2025 | |
| Het Hogeland | 2025 | |
| Odoorn | 2025 | |
| Openbaar Lichaam Z.IJ.P. | 2025 | |
| Bron: CBS. | ||
Tabeltoelichting
In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.
Wijzigingen per 31 december 2025:
Verkeer en vervoer – motorvoertuigen
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Lokalisering – lokalisering van gemeenten
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Inkomen en vermogen
De cijfers van 2023 en 2024 zijn toegevoegd.
Bouwen en wonen – gemiddelde WOZ-waarde van woningen
De cijfers van 2024 en 2025 zijn toegevoegd.
Sociale zekerheid
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Landbouw – Graasdieren, hokdieren en cultuurgrond
De cijfers van 2025 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Maart 2026.
Toelichting onderwerpen
- Nabijheid voorzieningen
- - De gemiddelde afstanden voor de inwoners van Nederland van hun woonadres naar de dichtstbijzijnde voorzieningen (bijvoorbeeld school, huisarts of bibliotheek);
- Het aantal voorzieningen dat zich binnen een bepaalde afstand van het woonadres bevindt. Deze gegevens zijn berekend als gemiddelde over alle personen van het gebied.
Voorziening
Een locatie (pand, ruimte, terrein of plek) die bezocht kan worden door personen.
Afstand
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde voorziening, berekend over de (verharde) autoweg.
Inwoner
Persoon behorende tot de bevolking van een bepaald gebied.
Waarnemingsmethode
De afstand tot het (dichtstbijzijnde) bezoekadres van een voorziening wordt per bewoond adres berekend over de verharde (auto)weg. Om de berekeningen te vereenvoudigen wordt de afstand niet exact van het woonadres tot aan het adres van de voorziening berekend, maar wordt elk adres op het dichtstbijzijnde projectiepunt in de eigen straat geprojecteerd. Deze projectiepunten liggen vanaf 2018 om de 100 meter op het wegennetwerk. (Voor 2018 lagen deze projectpunten om de 25 meter op het wegennetwerk.) Als afstand tussen het adres en de voorziening wordt de afstand via de weg tussen de twee geprojecteerde adressen op het wegennetwerk gehanteerd. Verbindingen via het buitenland worden niet meegenomen.
Hierbij wordt rekening gehouden met ongelijkvloerse kruisingen en veerponten. Ook is rekening gehouden met eenrichtingsverkeer op Rijks- en Provinciewegen en in toenemende mate met eenrichtingsverkeer op overige wegen, voor zover door gemeenten aangegeven in het Nationaal Wegen Bestand. Bij de overgang naar nieuwe software zijn de rijrichtingen als restrictie bij het bepalen van de routes voor de verslagjaren 2018 t/m 2021 niet meegenomen. Vanaf verslagjaar 2022 zijn de rijrichtingen (weer) meegenomen in de berekeningen en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen.
De gemiddelde afstand per gebied tot een voorziening wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende afstand van alle adressen in dat gebied. Daarbij wordt het aantal bewoners van elk adres gebruikt als weegfactor, zodat een dichtbevolkte straat zwaarder meetelt in het gemiddelde voor het gebied. De dichtstbijzijnde voorziening hoeft daarbij niet binnen ditzelfde gebied te liggen.
Het gemiddeld aantal voorzieningen binnen een vaste afstand per gebied wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de berekende aantallen voorzieningen per persoon, voor alle personen in dat gebied. Hoe meer voorzieningen aanwezig zijn binnen de vaste afstand, des te meer keuze de inwoners van het gebied voor deze voorziening hebben. De vaste afstanden zijn bepaald op 1, 3, 5, 10, 20 of 50 kilometer. Afhankelijk van de dichtheid van voorzieningen worden hieruit de meest relevante afstand gekozen voor publicatie in de tabel.- Groenvoorzieningen
- De ingangen van de groenvoorzieningen zijn vastgesteld op de snijpunten tussen de wegen en paden van de Top10NL (topografische kaart, zowel het lijnenbestand als het wegvakkenbestand) in de groenvoorziening en de buitengrens van de groenvoorziening. Voor groenvoorzieningen zonder paden of wegen (doorgaans de kleinere groenstroken en plantsoenen) is het zwaartepunt van de groenvoorziening genomen.
In 2008 en eerder is van de topografische kaart enkel het lijnenbestand gebruikt en groenvoorzieningen zonder paden of wegen zijn niet opgenomen. Dit geeft vooral een trendbreuk bij open natuurlijk terrein.
Met ingang van verslagjaar 2017 is de methode voor het berekenen van de nabijheid van groen gewijzigd: onder andere worden nu alleen voorzieningen met een minimale oppervlakte van 1 hectare meegeteld. Voor heel Nederland gemiddeld maakt deze methodewijziging nagenoeg geen verschil: ten opzichte van 2015 neemt de afstand tot groen toe met 0,1 kilometer. Maar op lokaal niveau (met name op de Waddeneilanden) kunnen de verschillen soms oplopen tot enkele tientallen kilometers.
De nabijheid van groenvoorzieningen wordt afgeleid uit het Bestand Bodemgebruik. De meest recente jaargang van deze statistiek is verslagjaar 2017. De volgende jaargang is 2020 en deze zal eind 2023 verschijnen. Dat betekent dat de nabijheid van groenvoorzieningen in de loop van 2024 zal worden gepubliceerd. Vanaf verslagjaar 2020 zal het Bestand Bodemgebruik jaarlijks verschijnen en daarmee ook de nabijheid van groenvoorzieningen.- Afstand tot openbaar groen
- Terrein in gebruik als park of plantsoen, voor dagrecreatie, natuur of als bos. Het terrein kan zowel privaat als publiek toegankelijk zijn en heeft een omvang van minimaal één hectare.
De gemiddelde afstand berekend over de weg van alle inwoners in een gebied tot het dichtstbijzijnde openbaar groen.