Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Perioden Regio's Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Totale bevolking (aantal) Bevolking Bevolkingssamenstelling op 1 januari Inwoners naar stedelijkheidsklasse Niet stedelijk (aantal) Bevolking Particuliere huishoudens Particuliere huishoudens, relatief Eenpersoonshuishoudens (%) Bouwen en wonen Woningvoorraad Voorraad op 1 januari (aantal) Bedrijfsvestigingen Bedrijfsvestigingen totaal (aantal) Lokalisering Buurten (aantal)
2022 Nederland 17.590.672 2.948.150 39,0 8.045.580 2.275.240 14.317
2023 Nederland 17.811.291 2.962.500 39,5 8.125.229 2.358.600 14.421
2024 Nederland 17.942.942 2.950.940 39,9 8.204.049 2.507.795 14.574
2022 Zuid-Nederland (LD) 3.711.176 724.920 37,2 1.704.849 448.850 2.936
2023 Zuid-Nederland (LD) 3.754.577 729.360 37,8 1.723.034 461.695 2.937
2024 Zuid-Nederland (LD) 3.777.994 730.320 38,2 1.739.450 487.490 2.998
2022 Overijssel (PV) 1.171.910 262.250 35,8 518.558 131.095 1.065
2023 Overijssel (PV) 1.184.333 263.640 36,2 522.916 135.180 1.076
2024 Overijssel (PV) 1.189.033 263.480 36,5 527.085 142.470 1.089
2022 Noord-Friesland (CR) 323.359 140.830 39,9 153.872 37.010 444
2023 Noord-Friesland (CR) 326.583 141.150 40,3 155.352 38.415 444
2024 Noord-Friesland (CR) 328.736 140.990 40,9 156.657 40.715 441
2022 Arnhem 163.888 2.700 48,5 79.065 22.075 83
2023 Arnhem 165.770 2.780 48,7 79.817 23.260 83
2024 Arnhem 167.632 2.850 48,7 80.665 25.245 83
2022 Haarlem 162.898 720 43,6 77.499 25.430 111
2023 Haarlem 165.396 770 44,0 78.000 26.510 111
2024 Haarlem 167.636 810 43,8 79.434 28.305 111
2022 Zwijndrecht 44.789 690 35,2 20.750 4.815 92
2023 Zwijndrecht 45.018 690 36,2 20.828 5.000 92
2024 Zwijndrecht 44.874 700 36,3 20.831 5.320 92
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.
Voor deze StatLinetabel is besloten dat de indeling naar migratieachtergrond niet meer wordt bijgewerkt vanaf 2023. De nieuwe indeling zal in deze tabel worden opgenomen worden als er voldoende jaren beschikbaar zijn voor een nieuwe reeks. Regionale cijfers naar herkomstland zijn onder meer te vinden in de tabellen 'Bevolking; herkomstland, geboorteland, leeftijd, regio, 1 januari' en 'Kerncijfers wijken en buurten' (vanaf 2023). Koppelingen naar deze tabellen staan in paragraaf 3.


Wijzigingen per 20 september 2024:

Bevolking
Doodsoorzaken: de voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.
Immigratie en emigratie: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Sociale zekerheid
Uitkeringsontvangers: de nader voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Nabijheid voorzieningen
De definitieve cijfers voor 2022 zijn herplaatst. Vanaf 2022 is de berekening van de afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen verbeterd: de rijrichtingen worden vanaf dan meegenomen bij het bepalen van routes en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen. In voorgaande jaren gebeurde dit niet of slechts in beperkte mate.
De voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd voor de volgende voorzieningen: kinderdagverblijf, grote supermarkt, restaurant, bibliotheek, bioscoop en zwembad.

Milieu en bodemgebruik
Afval van huishoudens: nieuwe nader voorlopige cijfers over 2020, 2021 en 2022 zijn toegevoegd.


Wijzigingen per 31 mei 2024:
Correctie: In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2019 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd.

Wijzigingen per 18 december 2023:
Correctie: Vanwege een wijziging in de brondata van de studieschulden zijn bij het onderwerp Vermogen de cijfers van 2019 en 2020 aangepast.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
November 2024.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De geregistreerde bevolking van Nederland.
Bevolkingssamenstelling op 1 januari
Bevolking:
De inwoners van een bepaald gebied.

In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Totale bevolking
Bevolking op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van een bepaald gebied.

In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.
Inwoners naar stedelijkheidsklasse
Inwoners naar stedelijkheid op 1 januari afgerond op tientallen. De som van de afgeronde getallen is hierdoor niet altijd gelijk aan de afgeronde som.

De stedelijkheid is een maat voor de concentratie van menselijke activiteiten (zoals wonen, werken, schoolgaan, winkelen en uitgaan) en gebaseerd op de gemiddelde omgevingsadressendichtheid (OAD).

Vanaf 2015 is gebruik gemaakt van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) als bron voor de OAD. Hiervoor werd het Geografisch Basisregister (GBR) als bron gebruikt. Deze bronwijziging veroorzaakt een trendbreuk in de cijfers ten opzichte van 2014. De veranderingen die te maken hebben met deze bronwijziging betreffen onder andere:
- De objecten zijn nu grondslag en niet de adressen. De BAG bevat vaak meer objecten dan er voorheen adressen waren;
- Van alle objecten is nu direct al de exacte geografische locatie bekend. Voorheen was die van een groot aantal nieuwe adressen nog niet bekend;
- Veel gemeenten voeren nu alle recreatiewoningen op. Wanneer deze dicht bij de kern liggen verhogen ze de OAD.

Voor de berekening van de gemiddelde OAD wordt eerst voor ieder adres de OAD vastgesteld. Dat is het aantal adressen binnen een cirkel met een straal van één kilometer rondom een adres, gedeeld door de oppervlakte van de cirkel. De OAD wordt uitgedrukt in adressen per km².
Daarna is het gemiddelde berekend van de omgevingsadressendichtheid van alle afzonderlijke adressen binnen het beschouwde gebied. De hier gebruikte OAD komt overeen met de definitieve OAD in de StatLine-publicatie Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw).
De definitieve OAD wordt gebruikt voor de vaststelling van de definitieve uitkering voor het Gemeentefonds, dus inclusief gemeentelijke herindelingen, grenscorrecties, sloop en nieuwe adressen.
Voor de berekening per gemeente (of bijvoorbeeld provincie) van het aantal inwoners naar stedelijkheidsklasse wordt per vierkant van 500 bij 500 m aan de hand van de gemiddelde OAD van dat vierkant de stedelijkheidsklasse bepaald. Vervolgens zijn per categorie van de stedelijkheidsklasse de inwoners van de betreffende gemeente samengeteld.

Er worden vijf categorieën onderscheiden:
- zeer sterk stedelijk: gemiddelde OAD van 2 500 of meer adressen per km²;
- sterk stedelijk: gemiddelde OAD van 1 500 tot 2 500 adressen per km²;
- matig stedelijk: gemiddelde OAD van 1 000 tot 1 500 adressen per km²;
- weinig stedelijk: gemiddelde OAD van 500 tot 1 000 adressen per km²;
- niet stedelijk: gemiddelde OAD van minder dan 500 adressen per km².
Niet stedelijk
Gebied met een omgevingsadressendichtheid kleiner dan 500 adressen per vierkante kilometer.
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling.

Particuliere huishoudens, relatief
Eenpersoonshuishoudens
Particuliere huishoudens bestaande uit één persoon, als percentage van het totaal aantal particuliere huishoudens.
Bouwen en wonen
Woningvoorraad
De gegevens zijn vanaf 2012 gebaseerd op de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG).
De woningvoorraadcijfers zijn van 1995 tot en met 2011 gebaseerd op de administratieve woningtelling met peildatum 1-1-1992 en de daarna door de gemeenten aan het CBS gemelde mutaties.

De verandering van de bron van de gegevens (BAG) vanaf 2012 betekent ook een aantal verschillen in definities en classificaties. De belangrijkste zijn:
- Tijdelijke bouwwerken (bouwwerken met een aangeduide instandhoudingtermijn in de verleende bouwvergunning) werden in de woningvoorraadregistratie niet als woonruimte aangemerkt. De BAG kent dit onderscheid niet. Tijdelijke bouwwerken c.q. objecten worden in het vervolg meegeteld in de voorraden.
- Wooneenheden (onzelfstandige woningen), zoals studentenflats, werden in de woningvoorraadregistratie aangemerkt als aparte categorie woonruimten. In de BAG worden ze alleen als woning gezien als ze een eigen adres hebben.
- Recreatiewoningen werden in de woningvoorraadregistratie waargenomen als aparte categorie woonruimten. De recreatiewoningen kunnen in de BAG aangemerkt worden als woning of als niet-woning met een logiesfunctie.
- De bewoningscapaciteit (aantal huisvestingsplaatsen voor permanente bewoning) van bijzondere woongebouwen, zoals verpleeghuizen en gezinsvervangende tehuizen, was in de woningvoorraadregistratie ook een aparte categorie woonruimten. Per adres van het bijzondere woongebouw was de bewoningscapaciteit bekend. In de BAG is informatie over de bewoningscapaciteit niet meer voorhanden. Daarnaast worden bijzondere woongebouwen in de BAG niet altijd aangeduid met een woonfunctie. Net als de recreatiewoningen worden dergelijke objecten dan niet meer meegeteld in de voorraad woningen.
Voorraad op 1 januari
Het aantal woningen op 1 januari.
Een woning is de kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik, ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte.
Voorbeelden zijn vrijstaande woningen, eengezinswoningen, flat- of portiekwoningen, studentenhuizen.
Alle verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt.
Bedrijfsvestigingen
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008).

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar.
Door een verbeterd gebruik van gegevens gedurende 2023 over eigenaren en eigendomsverhoudingen is voor veel bedrijven binnen de bedrijfstak K Financiële dienstverlening per 1 januari 2024 een andere activiteit vastgesteld. De belangrijkste activiteiten waar deze groep is terechtgekomen is M Specialistische zakelijke diensten.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende sectoren onderverdeeld:
A: Landbouw, bosbouw en visserij
B-F: Nijverheid en energie
G+I: Handel en horeca
H+J: Vervoer, informatie en communicatie
K-L: Financiële diensten, onroerend goed
M-N: Zakelijke dienstverlening
O-Q Overheid, onderwijs en zorg
R-U: Cultuur, recreatie, overige diensten

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
Bedrijfsvestigingen totaal
Lokalisering
De rubriek 'Lokalisering' bevat de namen en coderingen van een aantal door het CBS onderhouden gebiedsindelingen. Deze indelingen zijn ook opgenomen in de StatLinepublicaties Gebieden in Nederland.

Hiermee kan een gebruiker zelf overzichten maken. Zo kunnen door het samentellen van gemeentelijke cijfers over het aantal personenauto's of eenpersoonshuishoudens uitkomsten worden verkregen voor veiligheidsregio's.
Ook kan zo bijvoorbeeld het aantal banen per arbeidsmarktregio worden berekend.

Optellen van gemeentelijke cijfers tot totalen voor een bepaald gebied is echter niet altijd mogelijk. Voor sommige onderwerpen ontbreken bij een aantal gemeenten cijfers om redenen van statistische betrouwbaarheid, geheimhouding of niet aanwezig zijn van gegevens in het basismateriaal (non-respons).
Buurten
Aantal buurten per gekozen regio.
Een buurt is een onderdeel van een gemeente, dat afgebakend is vanuit bebouwingsoogpunt of sociaal-economische structuur. Wijken zijn optellingen van een of meer buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.