Arbeidsparticipatie

Inwoners van Nederland met een niet-westerse achtergrond hebben minder vaak werk (behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking) dan personen met een Nederlandse achtergrond

Begin 2016 had 67 procent van de personen met een Nederlandse, 55 procent met een Turkse en 52 procent met een Marokkaanse achtergrond werk. De netto arbeidsparticipatie van mensen met een achtergrond uit een van de nieuwe EU-landen, waaronder Polen, lag met 65 procent maar net iets onder die van mensen met een Nederlandse achtergrond.

Netto arbeidsparticipatie naar achtergrond, 1e kwartaal
 NederlandsTurksMarokkaansSurinaamsAntilliaans
'0365,950,142,762,459
'0465,251,844,162,460,3
'0565,248,750,961,658,9
'0665,949,549,463,560,1
'0767,353,352,264,159,9
'0868,656,652,367,663,6
'0969,257,655,366,160,5
'1068,154,351,360,558,3
'1167,657,557,562,159,9
'1267,956,451,761,862,1
'1367,153,455,260,256,8
'1466,150,950,659,754,8
'1566,85348,458,257,8
'1666,854,951,859,855,4

Economische crisis treft mensen met niet-westerse achtergrond harder

Tussen 2009 en 2016 is de arbeidsparticipatie van personen met een achtergrond uit alle vier de grootste niet-westerse herkomstgroepen sterker gedaald dan die van personen met een Nederlandse achtergrond. Daarmee hebben de economische omstandigheden van de afgelopen jaren voor hen meer gevolgen gehad. De daling in arbeidsparticipatie was het sterkst bij personen met een Surinaamse achtergrond (6,3 procentpunten tussen 2009 en 2016) en Antilliaanse achtergrond (5,1 procentpunten tussen 2009 en 2016). Bij personen met een Nederlandse achtergrond was de daling in arbeidsparticipatie in deze periode 2,4 procentpunten.

Generaties verschillen in arbeidsparticipatie

De niet-westerse tweede generatie, zelf in Nederland geboren, werkt vaker dan de eerste generatie. Personen met een overig niet-westerse achtergrond van de tweede generatie werken bijna net zo vaak als mensen met een Nederlandse achtergrond. Bij de leeftijdsgroep van 25 tot 44 jaar bedroeg het verschil tussen de tweede en de eerste generatie 11 procentpunten in 2015. Toch werken ze nog minder vaak dan personen met een Nederlandse achtergrond. Het verschil tussen de tweede generatie en personen met een Nederlandse achtergrond in deze leeftijdsgroep bedroeg 16 procentpunten. De eerste generatie met een nieuwe EU-achtergrond had met 67 procent de hoogste netto arbeidsparticipatie.

Netto arbeidsparticipatie per generatie, 2015
 Eerste Tweede
Westers tot.6264
Nieuwe EU6758
Niet-westers5359
w.o.
Turks5356
Marokkaans4853
Surinaams5864
Antilliaans5364
Overig5461

Mensen met Marokkaanse en Turkse achtergrond grootste afstand tot arbeidsmarkt

De verschillende herkomstgroepen verschillen niet alleen in netto-arbeidsparticipatie (de werkzame beroepsbevolking), maar ook in het percentage dat niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. Dit is het hoogst bij inwoners met een Marokkaanse of Turkse achtergrond.

Beroepsbevolking (15-75 jaar) naar achtergrond, 2015
 Werkloze beroepsbevolkingWerkzame beroepsbevolkingNiet-beroepsbevolking
Nederlands3,9667,1328,91
Westers5,9263,2530,82
Niet-westers9,8655,2734,87
Marokkaans10,9849,5939,43
Turks9,1254,0536,82
Surinaams10,0760,4329,5
Antilliaans11,9356,8831,19
Overig
niet-westers
9,3755,6434,99