Globalisering en werkgelegenheid

In het zestiende hoofdstuk van de Internationalisation Monitor 2013 komen de trends over globalisering en werkgelegenheid aan bod. De geïntegreerde werkgever-werknemer-dataset, ontwikkeld door het CBS, is een goede bron voor verdiepende analyses naar de effecten van internationalisering op de werkgelegenheid in Nederland.

Zo werd voor de periode 2006-2010 de ontwikkeling in kaart gebracht van het aandeel bedrijven in buitenlands dan wel Nederlands eigendom en het geregistreerde aantal banen en baandynamiek. Ook wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de gedifferentieerde werknemersprofielen bij buitenlandse en Nederlandse bedrijven en de beloningsverhoudingen.

Bedrijven in buitenlandse handen hebben doorgaans minder personeelsverloop, en hebben vaker hoogbetaalde werknemers in dienst (overigens is dit wel ongecorrigeerd voor het aandeel werknemers dat in deeltijd werkt). Ook zijn er verschillen tussen buitenlandse en Nederlandse bedrijven voor wat betreft het relatieve aandeel van oudere werknemers (50 jaar en ouder) en het aandeel vrouwelijke werknemers in loondienst.

In 2010 namen buitenlandse bedrijven 12 procent van de werkgelegenheid in Nederland voor hun rekening. Dit aandeel bleef nagenoeg stabiel in de daaropvolgende jaren. Bedrijven in buitenlandse handen hebben over het algemeen een groter personeelsbestand dan bedrijven in Nederlandse handen; in 2010 kwam dit gemiddeld uit op 110 banen in loondienst per buitenlands bedrijf. Dit betrof overigens wel een lichte afname ten opzichte van 2009. Nederlandse bedrijven lieten daarentegen minder schommelingen zien in tijden van economische crisis met vergelijkbare baan-niveaus per bedrijf tussen 2009 en 2010.