Middelbaar beroepsonderwijs

In 2004/’05 bedroeg het totaal aantal leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs 474 duizend. Dit betekent een daling van 5 duizend leerlingen ten opzichte van het voorgaande schooljaar. Het aantal geslaagden in het middelbaar beroepsonderwijs is met 7 duizend leerlingen gestegen tot 140 duizend.

Aantal leerlingen

In 2004/’05 bedroeg het totale aantal leerlingen in de voltijd en deeltijd beroepsopleidende leerweg (bol) 332 duizend. Dat is 5 procent meer dan een jaar eerder. Ten opzichte van 1995/’96 zijn er 4 procent meer leerlingen.

Beroepsopleidende leerweg (bol) naar sector

De opleidingen in de voltijd bol zijn te clusteren in sectoren. De sector economie is met meer dan 40 procent van de leerlingen het grootste. Daarna volgen zorg en welzijn met 32 procent en techniek met 22 procent van het aantal leerlingen. In de sector techniek is na een jarenlange daling van het aantal leerlingen nu weer een lichte stijging te zien van het leerlingenaantal, terwijl in de sector zorg en welzijn het aantal leerlingen sterk blijft stijgen. Ook het aantal leerlingen in de sector economie blijft toenemen. Slechts een klein gedeelte, 5 procent, volgde landbouwonderwijs.

Beroepsbegeleidend onderwijs

In 2004/’05 zaten bijna 143 duizend leerlingen in de beroepsbegeleidende leerweg. Dat is 12 procent minder dan een jaar eerder. In de bbl zitten beduidend meer mannen dan vrouwen. Maar liefst zes van de tien leerlingen zijn mannen. De sector techniek is veruit het grootste, 44 procent van het totale aantal leerlingen volgt een opleiding in deze richting. De sector zorg en welzijn en de sector economie zijn goed voor respectievelijk 27 procent en 22 procent van de gevolgde opleidingen.

Organisatie middelbaar beroepsonderwijs

In 1996 is de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) van kracht geworden. Hierin is geregeld dat beroepsonderwijs en volwasseneneducatie worden aangeboden door Regionale Opleidingencentra (ROC’s). Het agrarisch beroepsonderwijs wordt aangeboden door Agrarische Opleidingencentra (AOC’s). Sinds 1997 is een landelijke kwalificatiestructuur van kracht die vijf opleidingstypen onderscheidt, namelijk die van assistenten-, basisberoeps-, vak-, middenkader- en specialistenopleiding. Van de opleidingen onder de nieuwe kwalificatiestructuur zijn vooral de middenkaderopleidingen in trek. Ruim de helft van de leerlingen in de voltijd-bol volgt een dergelijke opleiding. De belangstelling voor de specialistenopleiding is zeer gering.