Wetenschappelijk onderwijs

Het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs blijft stijgen. In het studiejaar 2003/’04 stonden er 188 duizend studenten bij een universiteit ingeschreven. Dat is 5 procent meer dan een jaar eerder. Het aantal eerstejaarsstudenten nam met 6 procent toe. Van het aantal eerstejaars is 51 procent vrouw. In het wetenschappelijk onderwijs behaalden in het studiejaar 2002/’03 ruim 22 duizend studenten hun doctoraalexamen of master. Het aantal studenten dat een beroepsdiploma behaalde, bedroeg 2,7 duizend.

Aantal ingeschrevenenIn 2003/’04 bedroeg het totaal aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs 188 duizend. Dat is 5 procent meer dan het jaar daarvoor. Het aantal vrouwen stijgt sneller dan het aantal mannen. Van het totaal aantal ingeschreven studenten is 49 procent vrouw. Dit percentage varieert sterk per studiegebied. Natuur, techniek en economie zijn nog steeds typische mannensectoren. De grootste groei van het aantal studenten deed zich voor in de sector gedrag en maatschappij.

EerstejaarsIn de periode 1992-1996 daalde het aantal eerstejaarsstudenten met gemiddeld meer dan 1 500 per studiejaar. Sinds 1997/’98 neemt het aantal eerstejaars weer toe. In oktober 2003 stonden ruim 38 duizend studenten voor het eerst ingeschreven aan een universiteit. Dat is 6 procent meer dan in 2002. Ook naar HOOP-gebied bestaan verschillen. De grootste stijging van het aantal eerstejaars vond plaats in de sectoren gezondheid, en taal en cultuur. Van het totaal aantal eerstejaars heeft 63 procent een vwo-diploma, terwijl 19 procent van de instromers een hbo-diploma heeft.

GeslaagdenHet aantal geslaagden voor een doctoraalexamen of master is in het studiejaar 2002/’03 met 4 procent gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2002/’03 slaagden 20,8 duizend studenten voor het doctoraaldiploma en 1,6 duizend studenten voor het masterdiploma. Alleen in de sector natuur daalde het aantal geslaagden. De geslaagden voor het doctoraalexamen zijn in de jaren negentig steeds jonger geworden. In 1990/’91 is 46 procent van de geslaagden jonger dan 25 jaar. In 2002/’03 was dat 51 procent. De gemiddelde leeftijd van geslaagden voor het doctoraalexamen bedroeg in 2002/’03 bijna 26 jaar.

Geslaagden in het hoger onderwijs na vijf jaar studieVan de studenten die in 1998 in voltijd aan een wetenschappelijke opleiding begonnen (cohort 1998), had vijf jaar later 27 procent een diploma behaald in het hoger onderwijs. Dat is een aanmerkelijk hoger percentage geslaagden dan dat van het cohort 1990. Van hen was na vijf jaar 18 procent geslaagd. De toename van het aantal geslaagden betekent overigens niet dat van de recentere jaargroepen meer studenten de titel behalen. Na zes en zeven jaar studie zijn de verschillen tussen de jaargroepen veel kleiner. Vrouwen behalen gemiddeld een hoger studierendement dan mannen. Na zes jaar studie had van de jaargroep 1998 maar liefst 49 procent van de vrouwen een diploma van het hoger onderwijs op zak, tegenover 34 procent van de mannelijke studenten. Ook per studiegebied zijn er grote verschillen in studierendement tussen mannelijke en vrouwelijke studenten.