ICT-gebruik bedrijven

Wat behelst het onderzoek?

Doel

De enquête ‘ICT-gebruik bij bedrijven’ meet jaarlijks gegevens over de automatisering en de toepassing van informatie- en communicatietechnologie (ICT) bij bedrijven in Nederland. Ze beschrijft onder andere het internetgebruik, de in- en verkoop via elektronische netwerken (i.e. e-commerce), het gebruik van software en andere ICT-applicaties zoals clouddiensten en kunstmatige intelligentie, en de genomen maatregelen en het aantal voorgekomen incidenten met betrekking tot ICT-veiligheid bij bedrijven. De uitkomsten van de enquête zijn van belang voor beleidsmakers, onderzoekers, bedrijven en brancheorganisaties.

Doelpopulatie

Sinds 2021 voert het CBS de statistiek ‘ICT-gebruik bij bedrijven’ uit bij in Nederland gevestigde bedrijven met ten minste één werkzame persoon. De populatie bevat ruim 1,1 miljoen bedrijven. In het verslagjaar 2020 lag deze grens nog op 2 werkzame personen.

Statistische eenheid

Het CBS onderhoudt een eigen bedrijvenregister waarin de Nederlandse bedrijven en ondernemingen worden beschreven als statistische eenheden. Binnen dit Algemeen Bedrijvenregister (ABR) wordt voor een bedrijf een zogenoemde bedrijfseenheid afgeleid en vastgelegd. Een bedrijfseenheid is de feitelijke transactor in het productieproces, gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden.

Aanvang onderzoek

Het onderzoek in min of meer de huidige vorm is gestart in 1983.

Frequentie

De enquête wordt eens per jaar gehouden.

Publicatiestrategie

Het CBS publiceert direct de definitieve cijfers. Er zijn geen bronnen die later beschikbaar komen, aan de hand waarvan cijfers nog aangepast zouden kunnen worden. Uitkomsten worden niet aangepast naar aanleiding van vragenlijsten die het CBS te laat heeft ontvangen.

De resultaten van de enquête ‘ICT-gebruik bij bedrijven’ worden gepubliceerd in StatLine- en MKB StatLine tabellen.
De uitkomsten over het ICT-gebruik door bedrijven vormen een hoeksteen van de themapublicatie ‘ICT, kennis en economie’. Deze publicatiereeks wordt sinds 2011 jaarlijks door het CBS samengesteld. Hierin worden tal van gegevens over het ICT-gebruik in Nederland samengebracht en in (internationaal) perspectief geplaatst. Deze publicatie is de opvolger van de reeksen 'Digitale economie’ en ‘Kennis en economie’ die sinds 2001 werden gepubliceerd.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Soort onderzoek/waarnemingsmethode

Voor de statistiek ‘ICT-gebruik bij bedrijven’ wordt jaarlijks een deel van de bedrijfseenheden in de populatie met 100 of meer werkzame personen integraal waargenomen. Het overige deel wordt op steekproefbasis geënquêteerd. De doelpopulaties worden volledig via internet geënquêteerd. De peildatum is 31 december.

Berichtgevers

In Nederland gevestigde bedrijven met 1 en meer werkzame personen.

Steekproefomvang

De steekproef bestaat jaarlijks uit ongeveer 50 duizend bedrijfseenheden.

Controle- en correctiemethoden

De data wordt eerst op microniveau consistent gemaakt. Daarna wordt de geaggregeerde data vergeleken met de cijfers van het voorgaande jaar, waarbij eventuele grote verschillen nog een keer worden gecontroleerd en gecorrigeerd indien nodig.

Weging

De bedrijven zijn ingedeeld naar een combinatie van bedrijfsactiviteit en bedrijfsgrootte (cel). De uitkomsten zijn gebaseerd op een gestratificeerde steekproef waarbij de uitkomsten per cel worden gewogen met het quotiënt van het aantal bedrijven per cel in de populatie (N) en het aantal bedrijven per cel in de netto-steekproef (n). De vragen over omzet worden gelijkerwijs gewogen.
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?

Nauwkeurigheid

Voor deze statistiek wordt gebruikgemaakt van zowel een integrale populatiewaarneming als een representatieve steekproef. Item non-respons wordt geschat bij de kwantitatieve vragen.
Het populatiekader zal nooit foutloos zijn. Als fouten worden overdekking, onderdekking en classificatiefouten onderscheiden. De overdekking bestaat uit eenheden die ten onrechte in het kader zijn opgenomen, omdat ze bijvoorbeeld niet meer bestaan of in een andere eenheid zijn opgegaan. Onder de onderdekking wordt het ontbreken van eenheden verstaan, omdat zij bijvoorbeeld later (met vertraging) in het kader worden opgenomen. Classificatiefouten ontstaan omdat bijvoorbeeld een bedrijf in een onjuiste bedrijfsactiviteit wordt meegeteld of omdat zij een verkeerde bedrijfsgrootte heeft.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Het vergelijken van cijfers over verschillende verslagjaren van deze enquête kan problematisch zijn. Vanwege de dynamiek in het beschreven onderwerp is de omloopsnelheid van variabelen relatief hoog. De opzet en de volgorde van de vragenlijst veranderen om deze reden jaarlijks. Daarnaast worden vragen regelmatig geherformuleerd naar de nieuwste (internationale) inzichten. Deze wijzigingen in de vragenlijst kunnen breuken in de tijdreeks veroorzaken.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

De data wordt eerst op individueel niveau consistent gemaakt. Daarna wordt de geaggregeerde data vergeleken met de cijfers van het voorgaande jaar en worden voor de hoofdvariabelen spreidingsmarges uitgerekend.. Tot slot worden jaarlijkse economische en financiële ontwikkelingen gebruikt om de validatie- en plausibiliteitscontroles te kunnen ondersteunen.