Codering gebieden

Alle gebieden hebben naast een naam ook een code. Deze is meestal opgebouwd uit 2, 3 of 4 cijfers. Bij internationale vastgestelde coderingen worden de cijfers voorafgegaan door de letters ‘NL’.

Sinds 1968 geeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in samenwerking met het CBS elke gemeente een viercijferige code. Bestaande gemeenten in 1968 hebben daarbij een voorloopcijfer 0 gekregen voor hun bestaande driecijferige code. Als een gemeente wordt opgeheven wordt ook de code opgeheven. Codes zijn uniek en worden nooit in zijn geheel hergebruikt.

Als een gemeente een nieuwe naam krijgt, door een naamswijziging of een fusie, dan krijgt de gemeente een nieuwe code met voorloopcijfer 1. De volgende drie cijfers zijn de drie laatste codecijfers van een na 1969 opgeheven gemeente met een code boven 0500. Als een gemeente fuseert, maar de naam blijft gelijk, dan blijft ook de code gelijk. Het CBS biedt een overzicht van de gemeentelijke indelingen vanaf 1991 en hun wijzigingen in naam en code te vinden.

Gemeenten zijn weer onderverdeeld in wijken en buurten. De wijk- en buurtcode bestaat uit acht karakters; vier van de gemeentecode, twee voor de wijk en twee voor de buurt.