Containervervoer in beeld, van zeeschip tot vrachtwagen

Containers in haven
© Flip Franssen/Hollandse Hoogte
Elk jaar worden zo’n 4,5 miljoen containers gelost in een Nederlandse haven. De meeste komen op zeeschepen binnen in de havens van Rotterdam en Amsterdam, om daarna met binnenvaart-schepen, treinen en vrachtwagens verder ons land of Europa in te gaan. Een volledig overzicht van dit containervervoer ontbreekt. Het CBS onderzoekt in een pilot in opdracht van Rijkswaterstaat de mogelijkheden om de route van containers door Nederland van begin tot eind in beeld te brengen. Nieuwe data van vervoersbedrijven en data van de douane zijn daarbij essentieel.

Data incompleet

Het CBS brengt zowel goederen- als vervoersstromen door Nederland in kaart. De goederenvervoer-statistieken zijn ingedeeld naar vervoersmiddel: zeevaart, binnenvaart, spoor en over de weg. Voor sommige soorten goederen, zoals bulk – onder andere kolen en ijzererts – geeft dat een redelijk passend beeld. Bulk wordt voornamelijk met één enkel vervoermiddel verplaatst. Voor andere goederen, zoals containers, is deze verdeling echter minder passend. ‘Containers worden vaak overgeslagen van het ene vervoermiddel naar het andere’, zegt Mathijs Jacobs, onderzoeker verkeer en vervoer van het CBS. ‘Als je het vervoer daarvan dan per modaliteit bekijkt, is de informatie over overslagbewegingen beperkt en tel je in het totale plaatje goederen dubbel. De bronnen voor de goederenvervoerstatistieken zijn registers en enquêtes gebaseerd op steekproeven, maar deze zijn incompleet. De lacunes vangen we op met schattingsmodellen. Die zijn gebaseerd op aannames en brengen ook niet de hele goederenvervoerketen in beeld. Vooral het zicht op de lading van individuele containers en de routes die ze afleggen ontbreekt.’

Belangrijk voor beleid

Rijkswaterstaat adviseert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over onderhoud en gebruik van wegen en water. ‘Wij doen dat in nauwe samenwerking met ProRail, die verantwoordelijk zijn voor het spoor’, zegt Willem Otto Hazelhorst, senior adviseur verkeer en transport van Rijkswaterstaat, ‘om multimodaal te kunnen adviseren. Een volledig beeld van de goederenvervoersketen is voor ons erg belangrijk. De roep om meer asfalt is groot, maar soms kan beter benutten van bestaande infrastructuur net zoveel opleveren en goedkoper zijn. Wij maken prognoses van vervoersbewegingen. Daarvoor hebben we gedetailleerde informatie nodig over het gebruik van de infrastructuur, alsook voorspellingen over nationale en internationale economische ontwikkelingen. We combineren de verkeer- en vervoersdata van het CBS met de economische prognoses van het Centraal Planbureau. Voor nauwkeurige voorspellingen is het van belang om te weten hoeveel en welke goederen, op welke manier en waar vandaan naar Nederland komen en waar ze ons land binnenkomen. Bijvoorbeeld hoeveel containers met elektrische apparatuur uit China of koelcontainers met bananen uit Brazilië in de havens van Rotterdam en Amsterdam aankomen. In combinatie met de economische prognoses kunnen we dan inschatten hoe deze import zich ontwikkelt en wat dat voor onze infrastructuur betekent. Ook is van belang te weten hoe en waarheen de goederen binnen Nederland vervoerd worden. Hoeveel containers, met welke inhoud, worden op vrachtwagens geladen en waar rijden die naartoe? Op welke dagen en tijdstippen? Hoeveel containers gaan op binnenvaartschepen en naar welke havens? Zou je containerstromen over de weg die naar één bedrijventerrein gaan, kunnen bundelen voor vervoer over water? Kan je vertrek- en aankomsttijdstippen aanpassen? Worden containers bij de binnenvaart- en spoorterminals alleen overgeslagen of ook opgeslagen? En gaat het snel en betrouwbaar genoeg naar het oordeel van de klanten en vervoerders? Er wordt gewerkt aan betere infrastructuur, maar de rek is er nog lang niet uit om weg, water en spoor beter multimodaal te benutten.’

‘Alle bedrijven die wij benaderden voor de pilot zegden toe. Zij hebben ook al cruciale data aangeleverd’

 

Van asfalt naar water

Gedetailleerde informatie over het goederenvervoer in Nederland draagt ook bij aan efficiënter gebruik van asfalt- en waterwegen zegt Herman Wagter, programmamanager innovatie bij de Topsector Logistiek. ‘De Nederlandse wegen zijn druk, met veel vrachtwagens. Komende jaren wordt groot onderhoud gepleegd aan de A15; daar rijden vrachtwagens met containers uit de Rotterdamse haven. Een deel van die containers zou ook met binnenvaartschepen vervoerd kunnen worden. Op één binnenvaartschip passen al gauw veertig tot meer dan honderd containers. Om deze zogenoemde extra modal shift van weg naar water te realiseren zou je bijvoorbeeld binnenvaartlijndiensten voor containervervoer kunnen instellen, die specifiek gericht zijn op het aantrekken van lading die nu over de weg gaat. Om te weten hoe je aantrekkelijke binnenvaart proposities maakt die nieuwe lading aantrekt moet je goed zicht hebben op de details van het logistieke systeem. Daarvoor zijn data nodig die voorbij gemiddelden gaan, die heel specifiek zijn. Liefst tot het niveau van individuele containers: herkomst en bestemming, en op welke dagen en tijdstippen worden ze vervoerd. Dat is ook relevant voor efficiënt gebruik van sluizen. En denk ook aan het vervoer van lege containers: elke volle container naar het achterland komt als lege container terug naar de haven, en omgekeerd. Als je meer details van het logistieke systeem kent, kun je bijvoorbeeld op zoek naar mogelijkheden om het vervoer van volle en lege containers te combineren. Bijvoorbeeld door langere vrachtwagencombinaties (Super-Eco-Combi’s) toe te staan en lege containers achter gevulde containers te hangen die dezelfde richting op moeten. Of om ze met de binnenvaart te vervoeren. Honderd containers uit bijvoorbeeld Hengelo kunnen dan ook in minder dan 20 uur in Rotterdam zijn. Dat is niet alleen efficiënter, maar ook duurzamer.’

Pilot containerdata

Om het overzicht van het goederenvervoer in Nederland completer te maken, gaf Rijkswaterstaat opdracht tot een pilot om aanvullende data te verzamelen. ‘Alle containers hebben een uniek nummer’, zegt Hazelhorst. ‘Die nummers zijn overal in de vervoersketen te traceren. Ook de douane registreert ze, met daarbij land van herkomst, volume, gewicht en de soort goederen. Als je data van de verschillende vervoersbedrijven en de douane aan elkaar koppelt kun je op basis van dat containernummer en de tijdstippen de hele vervoersketen van de goederen in die containers door Nederland in kaart brengen.’ ‘De benodigde data zijn bij vervoersbedrijven aanwezig’, zegt Jacobs, ‘maar tot dusver was het moeilijk om die te verzamelen. Door verbeteringen in documentatie en automatisering kunnen bedrijven tegenwoordig echter vrij makkelijk data digitaal aanleveren. Dat maakt het veel eenvoudiger om de benodigde informatie bij elkaar te krijgen en verlaagt de administratieve lastendruk voor bedrijven. Ook als zij bijvoorbeeld al data aan een andere databank leveren, dan kijken we of we die kunnen gebruiken. Bedrijven zien ook de voordelen van meer kennis over het logistieke systeem. Alle bedrijven die we benaderden voor deelname aan de pilot zeiden toe: zo’n tien grote bedrijven en vervoerders/terminals in goederenvervoer over water, spoor en weg. Zij hebben ook al cruciale data aangeleverd.’ De pilot loopt tot 1 september 2020. ‘We onderzoeken in de pilot wat nodig is om met de data voldoende dekking over het logistieke systeem in heel Nederland te krijgen’, stelt Hazelhorst. ‘Ook kijken we naar wat mogelijk is binnen de waarborging van privacy. Het CBS is een zeer belangrijke databron voor Rijkswaterstaat én bedrijfsleven, onder meer vanwege de strikte naleving van anonimiteit. Bedrijven zien het CBS daardoor als een betrouwbare partij om data aan te leveren.’

‘Bedrijven zien ook de voordelen van meer kennis over het logistieke systeem’

 

Uniek

Na 1 september worden de resultaten van de pilot geanalyseerd en geëvalueerd. Hazelhorst: ‘We hebben van de deelnemende bedrijven vrijwel alle dagelijkse containerbewegingen in 2018, deels ook internationaal. We verwachten daardoor van individuele containers weer te kunnen geven hoe zij bijvoorbeeld van China naar hun eindbestemming zijn gereisd, via welke route en met welke inhoud. Ook verwachten we de verdeling van containervervoer over de verschillende vervoersmodaliteiten inzichtelijk te maken en daarmee de kansen voor de modal shift van weg naar water en ook spoor op te sporen. Dan weten we ook beter waar eventuele versterking van de infrastructuur en terminals nodig is. En door de efficiëntere data-inwinning en verwerking, komen de gegevens sneller en naar verwachting goedkoper beschikbaar voor overheid én bedrijfsleven. ‘Als het lukt om het containervervoer op die manier in kaart te brengen, dan is dat een fantastische prestatie en uniek in Europa’, stelt Wagter. ‘Als de pilot succesvol blijkt dan zal deze informatiebron vast en zeker structureel gebruikt worden in het voorgenomen Modal Shift programma, dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Topsector Logistiek nu ontwikkelen. We gaan dan deze digitale dataverzameling structureel vormgeven en uitbreiden. Ook willen we verder over de grens kijken, naar Duitsland en België, zodat we ook de internationale ketens van goederenvervoer verder in kaart kunnen brengen.’

De resultaten en het evaluatierapport van de pilot ‘Containervervoer in de keten beter in beeld’ verschijnen naar verwachting dit najaar.