Conjunctuurklok

Het conjunctuurbeeld van het Interbellum

Bijgaande conjunctuurlijn toont de maand-op-maandontwikkeling van de conjunctuur in het Interbellum (1922–1938). De lijn brengt de crisis van 1929/1930, de lange duur van de depressie en het specifieke W-patroon (‘dubbele dip’) daarin fraai in beeld. Het dieptepunt was al in het najaar van 1932 bereikt en de economie begon vanaf dat moment weer langzaam wat op te krabbelen, maar in het voorjaar van 1934 viel de economie opnieuw terug. Pas diep in 1936 begon de economie definitief aan te trekken. Het is het beeld van een financiële crisis die een economische crisis werd. De laatste kredietcrisis (2008–2014) heeft zijn historische parallellen. De crisis van de jaren dertig spreekt tot de verbeelding vanwege de massawerkloosheid die ontstond en de grote armoede in een tijd dat er nog maar weinig sociale voorzieningen waren. Economen zijn gefascineerd door de grotere krimp en de langere duur van de crisis ten opzichte van andere landen. De depressie van de jaren dertig hield vooral zo lang aan doordat ons land langer dan andere landen is vast blijven houden aan de gouden standaard, waardoor onze concurrentiepositie verslechterde.

conjunctuurverloop interbellum

Legenda bij de Conjunctuurklok:

Op de verticale as van de Conjunctuurklok is voor iedere indicator zijn afwijking tot de langetermijntrend uitgezet. Op de horizontale as van de klok is de periode-op-periodeontwikkeling geplaatst.
Er zijn vier fasen te onderscheiden:

  • Boven trend en afgenomen (het kwadrant links boven, kleur oranje)
  • Onder trend en afgenomen (het kwadrant links onder, kleur rood)
  • Onder trend en toegenomen (het kwadrant rechts onder, kleur geel)
  • Boven trend en toegenomen (het kwadrant rechts boven, kleur groen)

conjunctuurklok 1936

Terug naar artikel