Zorginstellingen, SBI 1993

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het samenstellen van landelijke statistische uitkomsten over de resultatenrekening, de balans, de investeringen, het personeel, de productie en de capaciteit van (groepen van) ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg en maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg.

Doelpopulatie

De doelpopulatie bestaat uit (groepen van) ondernemingen met de volgende klasse van de StandaardBedrijfsIndeling (SBI) uit het Algemeen Bedrijfsregister (ABR):

  • 85111 Academische ziekenhuizen;
  • 85112 Algemene ziekenhuizen;
  • 8511e (=85113 + 85114) Revalidatie-instellingen en overige categorale ziekenhuizen;
  • 8511f (=85115 + 85156) Geestelijke gezondheidszorg (GGZ);
  • 8531a (=85312 + 85321) Gehandicaptenzorg;
  • 8531b (=85311 + 85313 + 85324) Ouderenzorg (=Verpleeghuizen, verzorgingshuizen en thuiszorg);
  • 85315 Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang;
  • 853a (=85314 + 85322) aanbieders van jeugd- en opvoedhulp (ook aangeduid als jeugdzorg);
  • 85323 Bureaus jeugdzorg.
  • Overige instellingen met Zvw/AWBZ-gefinancierde ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg of thuiszorg als nevenactiviteit. En instellingen met Zvw-gefinancierde overige curatieve zorg zoals onder andere ambulancezorg en medische laboratoria.

Cijfers over overige instellingen worden alleen weergegeven voor de variabelen budget, productie en capaciteit voor zorgactiviteiten.

Als de ondernemingen naast bovengenoemde zorg nog andere zorg of diensten verlenen, tellen deze nevenactiviteiten wel mee in de statistische beschrijving. Ondernemingen uit de genoemde SBI-klassen die niet gefinancierd worden door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) tellen ook mee. Het gaat dan bijvoorbeeld om privaat-gefinancierde thuiszorginstellingen.

De SBI ziekenhuizen bestaat alleen uit ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ.

Bij de SBI’s GGZ, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en maatschappelijke opvang en vrouwenopvang is er de volgende tweedeling:

  • ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ;
  • privaat-gefinancierde ondernemingen die uitsluitend gefinancierd worden door aanvullende zorgverzekeringen, overheidssubsidies, huishoudens (al dan niet via Persoonsgebonden budgetten) en andere ondernemingen.

De kraamzorginstellingen vallen om pragmatische redenen onder de overige instellingen.

Statistische eenheid

(Groepen van) ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg. De ondernemingengroep is de eenheid waarop de financiële beslissingen plaatsvinden voor het totaal van de juridische eenheden.

Aanvang onderzoek

2006.

Frequentie

Jaarlijks.

Publicatiestrategie

Cijfers over het meest recente verslagjaar komen als voorlopige cijfers in de StatLine-tabel. Tegelijkertijd worden de voorlopige cijfers van het voorgaande verslagjaar vervangen door definitieve cijfers.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd

Soort onderzoek

Combinatie van registratie- en enquêtegegevens.

Waarnemingsmethode

De statistiek heeft de volgende bronnen:

  • Databank DigiMV van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), met digitale jaardocumenten van (groepen van) ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ;
  • Digitale jaarenquête van het CBS onder privaat-gefinancierde (groepen van) ondernemingen;
  • Digitale jaarenquête onder ziekenhuizen door Prismant in opdracht van de brancheorganisaties NVZ en NFU (alleen 2006);
  • Registratie van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met budget-, productie- en capaciteitgegevens van zorginstellingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ. De zorginstellingen worden gekoppeld aan de (groepen van) ondernemingen;
  • Jaarenquêtes door de MOgroep onder provinciaal-gefinancierde jeugdzorgaanbieders en Bureaus jeugdzorg.

Berichtgevers

Bij de CBS-enquête: ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, verzorgingshuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg. VWS en respectievelijk NZa leveren de gegevens over individuele AWBZ/Zvw-gefinancierde ondernemingen uit DigiMV en NZa-register aan. In 2006 is gebruik gemaakt van de NVZ/NFU-enquêtegegevens over individuele ziekenhuizen afkomstig van Prismant. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) levert productiegegevens met betrekking tot de huishoudelijke hulp.

Steekproefomvang

  • Volledige waarneming door VWS en NZa van alle ondernemingen die geheel of gedeeltelijk gefinancierd worden via de Zvw en de AWBZ;
  • Volledige waarneming van alle ziekenhuizen bij de Prismant-enquêtes;
  • Volledige waarneming van alle provinciaal-gefinancierde jeugdzorgaanbieders en Bureaus jeugdzorg bij de MOgroep-enquêtes.

Controle- en correctiemethoden

Opgaven worden beoordeeld op volledigheid, plausibiliteit en consistentie. Ontbrekende en foute gegevens worden ingeschat op basis van beschikbare jaarrekeningen, enquêtedata uit eerdere verslagperiodes en enquêtedata van vergelijkbare ondernemingen.

Weging

De ontbrekende gegevens van grote ondernemingen worden op het niveau van de individuele onderneming bijgeschat. Als waarnemingen ontbreken bij kleine ondernemingen, worden de waarnemingen die wel binnen zijn, opgehoogd naar populatietotalen per deelpopulatie (of stratum). Deze strata zijn ingedeeld op basis van SBI-klasse, Zvw/AWBZ-gefinancierde of privaatgefinancierde zorg en grootteklasse werkzame personen.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Vanwege non-respons hebben de uitkomsten een onbetrouwbaarheidsmarge. De absolute personeelsaantallen in de StatLine-tabel zijn daarom afgerond op tientallen en de bedragen in miljoenen euro’s. De absolute productiegegevens zijn uitgedrukt in duizendtallen en de capaciteitsaantallen zijn afgerond op tientallen.
Uit nader onderzoek naar de gegevens over “personeel niet in loondienst” is gebleken dat de gegevens over “vrijgevestigde en ingehuurde medici” en “overige werkzame personen” niet aan de minimale kwaliteitseisen voldoen, zodat besloten is deze niet meer afzonderlijk weer te geven in de tabel. In samenhang daarmee zijn de sommaties “Totaal aantal banen van werkzame personen”, “Totaal arbeidsjaren” en ”Totaal lonen werknemers en kosten inhuur” ook achterwege gelaten.
De cijfers over productie en capaciteit in 2009 zijn gebaseerd op NZa-gegevens over productie-afspraken. De cijfers over de jaren 2006,  2007 en 2008 betreffen gerealiseerde productie.
Omdat de respons onder de privaat-gefinancierde ondernemingen voor de GGZ, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en jeugdzorg relatief laag is, worden nog geen cijfers over deze categorie gepubliceerd.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

Geen bijzonderheden.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Publicatie vindt plaats nadat de uitkomsten zijn nagekeken op plausibiliteit, en eventueel na aanpassing akkoord zijn bevonden. De plausibiliteitscontrole bestaat uit:

  • tijdreeksanalyse (consistentie in de tijd);
  • kengetallenanalyse (verhouding tussen variabelen);
  • confrontatie met uitkomsten uit andere bronnen.