Geld- en kapitaalmarktrekeningen

Wat behelst het onderzoek

Doel

Het onderzoek beschrijft de transacties op de geld- en kapitaalmarkt van de financiële instellingen. De transacties worden verdeeld naar soort vermogenstitel en naar geldgever/-nemer. De gebruikte begrippen sluiten aan op die van de Nationale rekeningen.
De indeling naar geldgever/-nemer betreft de tegenpartij waaraan leningen zijn verstrekt, waarbij deposito’s zijn belegd of leningen zijn opgenomen. Voor beursgenoteerde aandelen en obligaties heeft de verdeling naar geldnemer betrekking op de emittent, dit is het bedrijf of instelling dat het aandeel of de obligatie heeft geplaatst.

Doelpopulatie

De financiële instellingen zijn bedrijven en instellingen met als hoofdfunctie financiële intermediatie en/of het verlenen van financiële hulpdiensten. De financiële instellingen spelen een bemiddelende rol tussen partijen die voor kortere of langere tijd financiële middelen ter beschikking hebben en partijen die behoefte hebben aan extra financiële middelen.De financiële instellingen worden verdeeld in geldscheppende financiële instellingen, verzekeringsinstellingen, overige financiële instellingen en financiële hulpbedrijven.

Statistische eenheid

De statistische eenheid is de onderneming. De onderneming is zelfstandig op het gebied van financiering, dit betekent dat de onderneming zelf activa kan bezitten en schulden aan kan gaan.

Aanvang onderzoek

De tabel bevat uitkomsten vanaf 1999.

Frequentie

Per jaar.

Publicatiestrategie

Het meest recente jaar betreft voorlopige uitkomsten, deze worden 9 maanden na de verslagperiode gepubliceerd. Tegelijkertijd worden de uitkomsten van de twee voorgaande jaarcijfers bijgesteld. De bijstellingen in het op één na meest recente jaar zijn voornamelijk gebaseerd op het beschikbaar komen van jaarbronnen. De bijstellingen in het op twee na meest recente jaar zijn voornamelijk gebaseerd op verbeterde bronnen of verbeterde inzichten. Soms zijn er ook aanpassingen in eerdere jaren dan het op twee na meest recente jaar. Het gaat dan om verbeteringen in bronnen en veranderingen in de populatie waarvan de gevolgen teruggerekend worden.
Achteraf ontdekte fouten kunnen altijd worden hersteld, ook als de cijfers al definitief gemaakt zijn.

Hoe wordt het uitgevoerd

Soort onderzoek

Het onderzoek maakt gebruik van registraties van De Nederlandsche Bank (DNB) en van jaarverslagen. De registraties van DNB betreffen zowel jaar- als kwartaalrapportages van de bij haar onder toezicht staande geldscheppende financiële instellingen, pensioenfondsen, verzekeraars en beleggingsinstellingen. Ook geeft DNB gegevens over niet-geldscheppende dochters van monetaire financiële instellingen, over special purpose vehicles en over DNB zelf.

Waarnemingsmethode

DNB maakt gebruik van enquêtering, vooral elektronisch. Jaarverslagen worden zoveel als mogelijk via internet verzameld, en verder bij de berichtgevers opgevraagd. Een klein deel wordt verkregen bij de Kamer van Koophandel.

Berichtgevers

Voor DNB als onderdeel van de geldscheppende financiële instellingen bestaat de hoofdbron uit de kwartaalrapportage die aan het CBS ter beschikking wordt gesteld voor de kwartaalsectorrekeningen. Als aanvullende bron wordt de jaarrekening uit het jaarverslag van DNB gebruikt. Voor de overige geldscheppende financiële instellingen bestaat de hoofdbron uit het sociaal-economische toezicht van DNB. Daarvan worden op maandbasis getotaliseerde en opgehoogde uitkomsten ter beschikking gesteld.
Voor onder toezicht staande pensioenfondsen en verzekeraars bestaat de hoofdbron tot 2008 uit het jaartoezicht van DNB. Vanaf 2008 is de macro-economische statistiek van pensioenfondsen en verzekeraars van DNB de hoofdbron. 
Voor beleggingsinstellingen bestaat de hoofdbron uit de macro-economische statistiek van beleggingsinstellingen van DNB. Omdat deze bron niet volledig aansluit op de begrippen uit de Nationale rekeningen worden jaarverslagen van beleggingsinstellingen gebruikt om correcties aan te brengen. In deze bron heeft DNB begin 2009 ingrijpende veranderingen doorgevoerd. De belangrijkste verandering betreft de toevoeging van de institutionele belegginginstellingen, dit zijn beleggingsinstellingen die werken ten behoeve van één of enkele pensioenfondsen, verzekeraars en andere beleggingsinstellingen.
Voor niet onder toezicht staande verzekeringsinstellingen bestaat de bron uit jaarverslagen.
Voor de overige financiële instellingen levert DNB gegevens voor het deel van de populatie dat dochter is van een geldscheppende financiële instelling en voor de special purpose vehicles. De bron voor het resterende deel van de overige financiële instellingen bestaat uit jaarverslagen.
Voor de financiële hulpbedrijven levert DNB gegevens voor het deel van de populatie dat dochter is van een geldscheppende financiële instelling. Het resterende deel wordt geschat.

Steekproefomvang

Voor de belangrijkste posten van het onderzoek is de waarneming vrijwel integraal, zodat ophoging zeer gering is. Dit geldt voor de met jaarverslagen waargenomen niet onder toezicht staande verzekeringsinstellingen. Voor geldscheppende financiële instellingen en beleggingsinstellingen gebruikt DNB een steekproef waarbij ervoor wordt gezorgd dat 95 procent van het balanstotaal in de waarneming valt. Van de populatie uit de macro-economische statistiek van pensioenfondsen en verzekeraars van DNB zit 90 procent van het balanstotaal in de waarneming.
DNB publiceert uitkomsten van de genoemde bronnen, dit met toelichting van methodologie en werkwijze, op zijn website (www.dnb.nl).

Controle- en correctiemethoden

DNB verzorgt de kwaliteit van de waarneming van haar toezichtsrapportages. Als de uitkomsten minder of niet waarschijnlijk zijn, wordt door overleg met deskundigen bij DNB geprobeerd zoveel mogelijk informatie te verkrijgen.
De analyse van de bronnen bevat meerdere controles. Enkele voorbeelden zijn controles op de samenhang waarbij de vordering van geldgever x op geldnemer y gelijk is aan de schuld van geldnemer y aan geldgever x en op het gelijk zijn van het saldo toeneming (+) of afneming (-) van financiële middelen aan het financieringssaldo uit de Nationale rekeningen.

Weging

Niet van toepassing.

Wat is de kwaliteit van de uitkomsten

Nauwkeurigheid

Voor de meeste groepen financiële instellingen geldt dat transacties rechtstreeks worden waargenomen. Dit geldt niet voor de geldscheppende financiële instellingen en voor enkele subgroepen uit de overige financiële instellingen, waarvoor de bron alleen balansgegevens bevat. In deze gevallen worden de transacties geschat met behulp van de balansmutaties, waaruit herwaarderingen, afschrijvingen en dergelijke worden verwijderd.
Voor zover transacties rechtstreeks worden waargenomen geldt dat de nauwkeurigheid minder is dan de overeenkomstige balansgegevens uit de statistiek institutionele beleggers. Dit komt doordat de brongegevens van de transacties aangepast worden om te zorgen voor aansluiting op het saldo van de lopende rekening uit de Nationale rekening. Dit saldo geeft aan welk bedrag beschikbaar is om te beleggen dan wel nodig is om te financieren. Voor elke groep financiële instellingen geldt dat het saldo van de transacties op de geld- en kapitaalmarktrekeningen gelijk moet zijn aan het saldo van de lopende rekening.
De negatieve invloed op de nauwkeurigheid wordt voor een deel goed gemaakt doordat de uitkomsten deel uitmaken van de Nationale rekeningen. In de Nationale rekeningen worden de gegevens uit verschillende statistieken met elkaar in verband gebracht. Dit gebeurt op een manier die resulteert in een samenhangend geheel.

Volgtijdelijke vergelijkbaarheid

De meeste bijstellingen doen zich voor tussen de voorlopige en de nader voorlopige cijfers. Deze zijn het gevolg van bijstellingen in de brongegevens van DNB. Daarnaast speelt ook een rol dat een deel van de gebruikte jaarverslagen nog niet beschikbaar is bij de bepaling van de voorlopige uitkomsten. Normaal gesproken zijn er minder bijstellingen tussen de nader voorlopige en de definitieve uitkomsten. Incidenten kunnen dit beeld verstoren. Zo heeft de invoering van een andere ophoogmethodiek in de bron voor de geldscheppende financiële instellingen gezorgd voor bijstellingen in de definitieve uitkomsten. Hetzelfde geldt voor de ingrijpende veranderingen in de bron voor de beleggingsinstellingen. Verbeterd inzicht van omvangrijke securitisaties heeft geleid tot bijstellingen voor zowel de geldscheppende financiële instellingen als de overige financiële instellingen.

Beschrijving kwaliteitsstrategie

Een strakke planning, overleg met DNB en een stelsel van goede werkbeschrijvingen vormen de belangrijkste elementen van het bewaken van een goede kwaliteit.