CBS-bronstatistieken over milieu- en klimaatgerelateerde investeringen door bedrijven

Het CBS beschikt over meerdere bronstatistieken die inzicht geven in hoe bedrijven investeren in verduurzaming. Een al langer bestaande gegevensbron is de statistiek Milieukosten van Bedrijven. In 2023 en 2024 zijn aan de statistiek Investeringsverwachtingen en de statistiek Conjunctuurenquête Nederland (COEN) jaarlijks terugkerende extra vragen toegevoegd met betrekking op investeringen in verduurzaming.

Hoewel deze drie bronnen vaak vergelijkbare onderwerpen bestrijken en deels dezelfde doelgroepen kennen, verschillen ze in hun methodologie, invalshoek en mate van detail. Dit document beschrijft kort de drie afzonderlijke databronnen, geeft een overzicht van de belangrijkste verschillen en overeenkomsten, en geeft aan hoe de cijfers het beste gebruikt en geïnterpreteerd kunnen worden.

Milieukosten van Bedrijven– Milieu-investeringen

De statistiek Milieukosten van Bedrijven bestaat sinds 1979 en geeft inzicht in gerealiseerde milieu-investeringen en operationele milieukosten van bedrijven, uitgesplitst naar milieudomein en economische sector. Het gaat om investeringen die primair gericht zijn op het beschermen, herstellen of verbeteren van het milieu, en die zich niet binnen drie jaar terugverdienen.

Er wordt onderscheid gemaakt naar verschillende milieudomeinen (zoals lucht, water of bodem) en ook naar het type voorziening: procesgeïntegreerd of toegevoegd. Procesgeïntegreerde voorzieningen of maatregelen zijn primair gericht op het wegnemen van de oorzaak van de milieuverontreiniging, bijvoorbeeld een investering in energie- of waterbesparing. Toegevoegde investeringen, ook wel end-of-pipe investeringen genoemd, hebben primair tot doel om de negatieve effecten van de milieuverontreiniging buiten het bedrijf te verminderen, bijvoorbeeld een zuiveringsinstallatie voor afvalgassen.

Toegevoegde investeringen zijn per definitie volledig gericht op milieubescherming en worden volledig meegenomen. Bij procesgeïntegreerde investeringen wordt alleen het deel van de investering meegenomen dat specifiek op milieubescherming is gericht, aangezien deze investeringen ook andere doelen kunnen dienen, zoals het verbeteren van de productie-efficiëntie.

De gegevens worden hoofdzakelijk verzameld via een enquête onder bedrijfseenheden met tien of meer werknemers in de sectoren industrie, delfstoffenwinning, energievoorziening en waterwinning (SBI 06–09, 10–33, 35, 36). De steekproef omvat ongeveer 4.400 bedrijven. In de vragenlijst geven bedrijven aan welke bedragen zij hebben geïnvesteerd per milieumaatregel en per milieudomein – bijvoorbeeld lucht, water of bodem. De gegevens uit de enquête worden aangevuld met informatie uit andere CBS-bronnen. Na verzameling ondergaan de cijfers een uitgebreide plausibiliteitscontrole en worden ze gewogen op basis van werknemersaantallen en economische sectoren.

De statistiek wordt jaarlijks gepubliceerd. Ongeveer tien maanden na afloop van het verslagjaar verschijnen voorlopige cijfers, gevolgd door definitieve cijfers een jaar later.

Investeringsverwachtingen– Extra vragen naar groene motivatie

Sinds 2023 bevat de enquête Investeringsverwachtingen een aanvullende module die specifiek gericht is op investeringen in verduurzaming en digitalisering. Deze module biedt inzicht in de mate waarin bedrijven verwachten in het lopende jaar te investeren in digitalisering en in drie klimaatgerelateerde thema’s: emissiereductie, energiebesparing en circulaire productie.

De enquête wordt jaarlijks uitgevoerd door het CBS onder bedrijfseenheden in de industrie, delfstoffenwinning, energievoorziening, waterwinning en bouwnijverheid (SBI 06–43) met tien of meer werkzame personen. Het totale onderzoek heeft als primair doel om de verwachte investeringen in materiële vaste activa in kaart te brengen. In de klimaatmodule geven bedrijven aan welk percentage van hun totale geplande en gerealiseerde investeringen in het lopende jaar betrekking heeft op bovengenoemde verduurzamingsthema’s.

De steekproefomvang bedraagt ongeveer 10.000 industriële bedrijven. Voorlopige cijfers over de investeringsverwachtingen worden halverwege het lopende jaar gepubliceerd, samen met voorlopige realisatiecijfers over het voorgaande jaar.

Conjunctuurenquête Nederland (COEN) – Extra duurzaamheidsvragen

De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) is een breed opgezet onderzoek dat maandelijks de stemming van ondernemers meet. Het doel is om snel inzicht te krijgen in de actuele economische ontwikkelingen en om omslagen in de conjunctuur tijdig te signaleren. De enquête bevat vragen over onder andere omzetverwachtingen, personeelsbezetting, orderportefeuilles en investeringsbereidheid. Daarmee biedt de COEN vooral informatie over korte termijnontwikkelingen en veranderingen in het economisch gedrag van bedrijven als reactie op conjuncturele schommelingen.

Sinds 2024 is aan de COEN een jaarlijks terugkerende duurzaamheidsmodule toegevoegd, die specifiek vraagt waarin bedrijven dat jaar investeren om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Ondernemers krijgen hierbij een lijst met verduurzamingsmaatregelen voorgelegd, en kunnen aangeven of zij dat jaar investeren in onder meer emissiereductie, hernieuwbare energie, energiebesparing, circulaire productie, waterbesparing of andere duurzame initiatieven.

De bron heeft een brede doelgroep: de enquête wordt afgenomen bij ca. 6.000 bedrijven in de industrie, de auto- en detailhandel, en de dienstverlening vanaf vijf werkzame personen. Dit maakt het mogelijk om sectoroverstijgende trends en kortetermijnveranderingen in verduurzamingsgedrag te signaleren.

Overeenkomsten en verschillen tussen de drie bronstatistieken

Het CBS beschikt over meerdere databronnen die op verschillende manieren inzicht geven in milieu- en klimaatgerelateerde investeringen van bedrijven. Elk van deze statistieken belicht een ander aspect van verduurzaming, met een eigen benadering en methodologie.

De Milieukosten van Bedrijven statistiek biedt gedetailleerde informatie over daadwerkelijk gerealiseerde investeringen die primair gericht zijn op het beschermen, herstellen of verbeteren van het milieu. Deze investeringen zijn vaak fysiek en procesmatig van aard, zoals installaties tegen luchtvervuiling of systemen voor afvalwaterzuivering. De statistiek richt zich primair op maatregelen die milieuverontreiniging door de eigen bedrijfsactiviteiten helpen voorkomen of beperken. Het gaat dus niet om de verduurzaming van de producten die bedrijven maken. Zo worden investeringen in bijvoorbeeld geluidsisolatie of een energiezuinige koelinstallatie wél meegerekend, wanneer een bedrijf deze voor eigen gebruik aanschaft. Maar investeringen van bedrijven die dergelijke geluidsisolerende materialen of energiezuinige installaties produceren, tellen op zichzelf niet mee. De gegevens worden uitgesplitst naar milieudomeinen (zoals lucht, water of bodem), en ook naar het type voorziening: procesgeïntegreerd of toegevoegd. Daarmee biedt deze bron een nauwkeurig beeld van de aard van milieu-investeringen en hun directe relatie tot de bedrijfsvoering.

De Investeringsverwachtingen, die sinds 2023 is uitgebreid met een klimaatmodule, geeft juist inzicht in de intenties van bedrijven om te investeren in verduurzaming. In deze module geven bedrijven aan welk percentage van hun geplande investeringen in het lopende jaar gericht is op drie klimaatgerelateerde thema’s: emissiereductie, energiebesparing en circulaire productie. Anders dan bij de Milieukosten van Bedrijven-statistiek wordt hier niet alleen gekeken naar de aard van de investering, maar ook naar de bijdrage aan de duurzaamheid van de producten die ze produceren en de productieprocessen. Daarnaast ligt de focus in deze module op verwachte investeringen op thematisch niveau, in plaats van op concrete maatregelen. Dit geeft bedrijven meer interpretatieruimte bij het invullen. Deze bron is daarmee geschikt om toekomstige investeringsrichtingen en strategische keuzes van bedrijven op het gebied van duurzaamheid te signaleren.

De meest recente toevoeging is de COEN-duurzaamheidsmodule (2024), die bedrijven in uiteenlopende sectoren vraagt naar hun investeringen in verduurzaming binnen het lopende jaar. In tegenstelling tot de andere twee bronnen is de COEN een maandstatistiek die gericht is op het snel signaleren van actuele veranderingen in het economisch gedrag van bedrijven. De COEN geeft vooral inzicht in de conjuncturele gevoeligheid van verduurzamingsinvesteringen: hoe verandert het investeringsgedrag in verduurzaming als reactie op bredere economische ontwikkelingen?

De module biedt minder detail dan de Milieukosten van Bedrijven-statistiek en heeft een andere focus dan de thematische indeling van de Investeringsverwachtingen, maar onderscheidt zich door de snelle beschikbaarheid van gegevens, de brede sectorale dekking en het feit dat ook kleinere bedrijven worden meegenomen. Daarmee is de COEN vooral geschikt om kortetermijnveranderingen en sectoroverstijgende trends in verduurzamingsgedrag in kaart te brengen — als aanvulling op de meer structurele of thematisch diepgaande statistieken.

Er zijn duidelijke verschillen in wat precies wordt gemeten — intentie versus realisatie, thematisch versus domeingericht — maar juist daardoor vullen deze bronnen elkaar goed aan.Samen geven ze een gelaagd beeld van hoe het Nederlandse bedrijfsleven omgaat met investeringen in duurzaamheid: van strategische voornemens tot daadwerkelijk gerealiseerde maatregelen.

Vergelijkingstabel: drie CBS-bronnen over verduurzamingsinvesteringen
KenmerkMilieukosten van Bedrijven– Milieu-investeringenInvesteringsverwachtingen– Extra vragen naar groene motivatieCOEN – Extra duurzaamheidsvragen
Wat wordt gemeten?Gerealiseerde milieu-investeringen en milieukostenVerwachte en gerealiseerde investeringen met groene motiveringLopende investeringen in verduurzamingsmaatregelen
Type investeringRealisatie (bedragen in €)Verwachting en realisatie (percentages van totale investeringen)Realisatie (ja/nee, naar max. twee belangrijkste categorieën)
Inhoudelijke thema’sNegen milieudomeinen (lucht, energiebesparing, hernieuwbare energie, waterbesparing, water overig, landschap, bodem, afval, geluid) Drie thema’s (emissiereductie, energiebesparing, circulariteit)Zes categorieën (Emissiereductie, hernieuwbare energie, energie efficiëntie, circulaire productie, waterbesparing, anders)
Welke investeringen?Investeringen in milieuvoorzieningen Investeringen in materiële vaste activaTotale investeringen
WaarderingsmethodeAlleen deel van de investering t.b.v. milieu (op basis van extra kosten) Gehele investeringsbedrag (als % van de totale bedrijfsinvesteringen)Gehele investering (ja/nee)
SectorenIndustrie, energie, water en afval: SBI 06–09, 10–33 (exclusief 32.99.1), 35–36Industrie, energie, water, afval en bouwnijverheid: SBI 06–43Industrie, auto- en detailhandel en de dienstverlening: SBI 10-33, 45, 47, 49-96 (exclusief 64-66 en 84-88)
Bedrijfsgrootte≥10 werkzame personen≥10 werkzame personen≥5 werkzame personen
Statistische eenheidBedrijfseenheidBedrijfseenheidBedrijfseenheid
MeetfrequentieJaarlijksJaarlijksJaarlijks (module binnen maandelijkse COEN )
SteekproefomvangCa. 4.400 bedrijvenCa. 10.000 bedrijvenCa. 6000 bedrijven
WaarnemingsmethodeElektronische enquêteElektronische enquêteElektronische enquête
PublicatieVoorlopig: 10 maanden na jaar TDefinitief: na 22 maandenMidden jaar T (voorlopige verwachting en realisatie jaar T–1)Binnen 1 maand na uitvraag (volgt via COEN-publicatie)
Gebruik en interpretatieGedetailleerd beeld van milieu-investeringen in absolute zinInzicht in investeringsintenties op duurzaamheidsgebiedBreed beeld van recente trends in verduurzamingsactiviteiten