Onderwijsniveau

Voor onderwijsniveau is gekeken naar het hoogst behaalde onderwijsniveau van de ouder/verzorger. Bij twee ouders/verzorgers is uitgegaan van het niveau van de ouder/verzorger met het hoogst behaalde onderwijsniveau. In de tekst wordt voor de leesbaarheid steeds ‘ouders’ gebruikt in plaats van ‘ouders/verzorgers’.
Een laag onderwijsniveau omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en de entreeopleiding, de voormalige assistentenopleiding (mbo1).
Middelbaar onderwijsniveau omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo2), de vakopleiding (mbo3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo4).
Hoog onderwijsniveau omvat hbo en wo.