Onderweg in Nederland (ODiN) 2024 - Onderzoeksbeschrijving

4. Steekproeftrekking ODiN 2024

De steekproef van ODiN is een personensteekproef. De doelpopulatie van ODiN bestaat uit alle in Nederland woonachtige personen in particuliere huishoudens met een leeftijd van 6 jaar en ouder. De basis voor de steekproeftrekking is de Basisregistratie Personen (BRP). Steekproefpersonen waarvan geconstateerd wordt dat ze behoren tot de institutionele bevolking (bewoners van inrichtingen, instellingen en tehuizen (IIT)) worden niet benaderd1).

In 2024 heeft het CBS zowel het basisonderzoek op landelijk niveau als drie regionale meerwerkonderzoeken uitgevoerd. Voor het basisonderzoek worden iedere maand twee personensteekproeven getrokken: een steekproef voor het evenredig deel en een steekproef voor het aanvullend deel. De steekproeven voor het evenredig deel worden getrokken uit het steekproefkader dat is afgeleid uit de BRP en wordt gebruikt voor alle personensteekproeven van het CBS. De steekproeven voor het aanvullend deel en voor het meerwerk worden getrokken uit een schaduwkader2). Ook het schaduwkader is afgeleid uit de BRP. Zowel het reguliere kader als het schaduwkader bevatten ongeveer zeven procent van de in de BRP ingeschreven Nederlandse bevolking van 6 jaar of ouder. Er is geen overlap tussen deze kaders. Voor de meerwerkonderzoeken geldt dat er iedere maand één steekproef wordt getrokken voor elke deelregio van het meerwerkgebied waarin verdichting nodig is.

De steekproeven zijn getrokken volgens een gestratificeerd tweetrapsmodel. In de eerste trap zijn per coropgebied systematisch (deel)gemeenten geselecteerd met kansen evenredig aan hun inwoneraantallen, waarbij tevens voor elke geselecteerde (deel)gemeente het aantal te trekken personen is bepaald. De tweede trap is een enkelvoudig aselecte steekproef van personen in de geselecteerde (deel)gemeenten, met omvangen per deelgemeente zoals vastgesteld in de eerste trap.

In de uitzet voor het aanvullend deel van het basisonderzoek en de beide meerwerkonderzoeken zijn moeilijk responderende groepen oververtegenwoordigd. Hiervoor is de geoperationaliseerde doelpopulatie opgedeeld in vijf strata, gebaseerd op leeftijd, herkomst en inkomen. Leeftijd is verdeeld in vijf categorieën: 6-17 jaar, 18-34 jaar, 35-54 jaar, 55-74 jaar en 75+. Herkomstland wordt verdeeld in drie categorieën: Nederland, Europa (excl. Nederland) en Buiten Europa. Personen waarvan de herkomst onbekend is worden ingedeeld bij de laatstgenoemde categorie. Voor inkomen wordt het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudinkomen gebruikt en ook dit kenmerk wordt in twee categorieën verdeeld: lage inkomens (de laagste vier decielen en onbekenden) en hoge inkomens (de hoogste zes decielen). Met deze categorieën leidt uitkruising van leeftijd, herkomst en inkomen tot 5×3×2 = 30 groepen. Deze groepen zijn zodanig in vijf strata ingedikt dat responspercentages van groepen in hetzelfde stratum bij het basisonderzoek vergelijkbaar zijn en responspercentages van groepen in verschillende strata bij het basisonderzoek duidelijk anders zijn. In tabel 4.1 wordt de samenstelling van de vijf strata weergegeven.

4.1 Stratificatie van de steekproeftrekking
StratumLeeftijdHerkomstland 1)Inkomen
118 t/m 34 jaarEuropaLaag
118 t/m 34 jaarBuiten EuropaLaag
118 t/m 34 jaarBuiten EuropaHoog
135 t/m 54 jaarEuropaLaag
135 t/m 54 jaarBuiten EuropaLaag
155 t/m 74 jaarBuiten EuropaLaag
1> 75 jaarBuiten EuropaLaag
218 t/m 34 jaarNederlandLaag
218 t/m 34 jaarEuropaHoog
235 t/m 54 jaarNederlandLaag
235 t/m 54 jaarBuiten EuropaHoog
255 t/m 74 jaarEuropaLaag
2> 75 jaarNederlandLaag
2> 75 jaarEuropaLaag
36 t/m 17 jaarNederlandLaag
36 t/m 17 jaarEuropaLaag
36 t/m 17 jaarBuiten EuropaLaag
318 t/m 34 jaarNederlandHoog
335 t/m 54 jaarEuropaHoog
355 t/m 74 jaarNederlandLaag
355 t/m 74 jaarBuiten EuropaHoog
46 t/m 17 jaarBuiten EuropaHoog
435 t/m 54 jaarNederlandHoog
4> 75 jaarBuiten EuropaHoog
56 t/m 17 jaarNederlandHoog
56 t/m 17 jaarEuropaHoog
555 t/m 74 jaarNederlandHoog
555 t/m 74 jaarEuropaHoog
5> 75 jaarNederlandHoog
5> 75 jaarEuropaHoog
1) Europa is Europa exclusief Nederland.

Bij de steekproeftrekking worden meer personen getrokken dan uiteindelijk worden uitgezet. Dit wordt gedaan om te compenseren voor uitval bij de screening. Deze uitval betreft personen van wie het adres gedurende de afgelopen twaalf maanden al eerder in een CBS-steekproef voorkwam, personen van wie het adres behoort tot de adressen van de institutionele bevolking en personen van wie geen bruikbaar adres wordt verkregen bij de BRP. Indien meerdere personen woonachtig op hetzelfde adres getrokken worden, blijft na screening maximaal één persoon woonachtig op dit adres over. Na de screening volgt nog een uitdunning. Daarbij wordt het aantal steekproefpersonen beperkt tot de omvangen van de uit te zetten steekproefporties. Het resultaat na screening en uitdunning van de initiële steekproeftrekking is de uitzet.

Bij ODiN wordt vervolgens aan iedere persoon in de uitzet een bepaalde dag van de week toegekend. Dit is de dag waarover de respondent in het veldwerk gevraagd wordt te responderen.

4.1 Realisatie steekproeftrekking in 2024

De steekproeftrekking voor het basisonderzoek in ODiN 2024 was gericht op het behalen van minimaal 45.000 bruikbare responsen. Bij de steekproef voor het meerwerk Noordvleugel was voor het deelgebied van de metropoolregio Amsterdam plus de gemeenten Zeewolde en Dronten een aantal 2.000 meerwerkresponsen maatgevend. Voor de deelregio Noord-Holland Noord betrof dat 700 respondenten (uit de landelijke en de meerwerksteekproef) voor elk van de drie deelregio’s van Noord-Holland Noord en voor Urk en Noordoostpolder was het gezamenlijke totaal ook 700 respondenten. Tenslotte gaat het voor elk stadsdeel van de gemeente Amsterdam om 250 responsen. De steekproef voor het meerwerk MRDH was gericht op het behalen van 5.529 responsen uit de landelijke en de meerwerksteekproef. Voor het meerwerk in de provincie Utrecht gaat het om 3.924 responsen, waarvan 1.092 in de gemeente Utrecht en 2.832 in de overige gemeenten van de provincie.

Gedurende het gehele onderzoeksjaar wordt gemonitord of de responsaantallen aan de verwachtingen voldoen. Zodoende kan ingeschat worden of aan de responseisen voldaan wordt. In 2024 bleek het gedurende het jaar niet nodig om in te grijpen met extra steekproeftrekkingen.

Voor het basisonderzoek zijn in 2024 in totaal 197.443 steekproefpersonen benaderd. De uitgezette steekproef voor het meerwerk Noordvleugel was 16.877, waarvan 1.936 in Noord-Holland Noord en 2.731 in Urk + Noordoostpolder. Voor het meerwerk MRDH zijn 31.435 personen benaderd en voor het meerwerkgebied Utrecht betrof het in totaal 16.542 personen, waarvan 5.053 in de gemeente Utrecht.

1) De institutionele bevolking betreft personen in huishoudens van één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat met name om zorginstellingen zoals verpleeg-, en verzorgingshuizen, maar bijvoorbeeld ook om internaten, kloosters, gevangenissen, kazernes en asielzoekerscentra, waarin de personen in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

2)Uit het reguliere kader mogen alleen aselecte steekproeven getrokken worden (het niet getrokken deel van het kader moet altijd aselect zijn in verband met steekproeven die later uit het kader worden getrokken). Als voor ODiN alleen aselecte steekproeven uit het reguliere kader getrokken zouden worden (en deze steekproeven vervolgens mogelijk selectief uitgedund worden), raakt dit kader uitgeput voordat alle steekproeven eruit getrokken zijn die eruit getrokken moeten worden.