2. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
Deze paragraaf bevat cijfers over het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar klassen van vervoerwijzen. Deze indicator is gebaseerd op verplaatsingsinformatie en daarmee op de hoofdvervoerwijze van een verplaatsing2). De personen betreffen alle inwoners van Nederland van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens.
Binnen Utrecht
In tabel 2.1 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd binnen het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 161,9 | 169,6* | 185,2* | 181,6 | 166,8* | -8 |
| Personenauto (bestuurder en passagier) | 55,3 | 56,3 | 60,9* | 60,1 | 55,5* | -8 |
| Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,2 | 3,3 | 5,0* | 6,1* | 6,2 | +3 |
| Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 54,9 | 55,7 | 67,8* | 67,0 | 63,2 | -6 |
| Lopen | 43,7 | 49,2* | 46,7 | 43,4* | 37,9* | -13 |
| Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 4,8 | 5,1 | 4,8 | 5,0 | 4,0 | -20 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. | ||||||
Uit de gegevens van tabel 2.1 volgt dat volgens ODiN 2024 per dag per duizend personen 166,8 verplaatsingen zijn gemaakt die volledig binnen het meerwerkgebied van de provincie Utrecht vielen. Dat aantal is gedaald ten opzichte van 2023 en dat geldt ook voor de vervoerwijzeklasse personenauto. Bij beide is een afname van 8 procent te zien. Het is zeer wel mogelijk dat de methodebreuk aan deze significante afname heeft bijgedragen.
Uit de verdeling van het aantal verplaatsingen per duizend personen van 6 jaar of ouder per dag in ODiN 2024 blijkt dat binnen het meerwerkgebied Utrecht 38 procent van alle verplaatsingen zijn gemaakt met de fiets. Met de personenauto (als bestuurder of passagier) gaat het om 33 procent. Ook lopen nam met een aandeel van 23 procent in de modal split een belangrijke plaats in. Het openbaar vervoer had een aandeel van 4 procent in het aantal verplaatsingen dat binnen het meerwerkgebied plaatsvond. Voor de groep ‘Overige vervoerwijzen’ waaronder de bestelauto, brom- en snorfiets is een aandeel van 2 procent gemeten. Deze gemeten aandelen zijn waarschijnlijk beïnvloed door de methodebreuk.
Vanuit Utrecht
In tabel 2.2 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd vanuit het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 24,8 | 26,3 | 31,3* | 34,7* | 32,0* | -8 |
| Personenauto (bestuurder en passagier) | 18,1 | 19,6 | 22,4* | 24,1* | 22,2* | -8 |
| Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,7 | 3,3 | 5,1* | 7,1* | 6,7 | -6 |
| Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 1,4 | 1,6 | 1,8 | 1,9 | 1,7 | -11 |
| Lopen | . | . | . | . | . | . |
| Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 1,4 | 1,7 | 1,8 | 1,4 | 1,2 | -16 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. | ||||||
Uit de cijfers in tabel 2.2 is af te leiden dat er volgens ODiN 2024 ten opzichte van 2023 een significante afname is van het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per duizend personen per dag vanuit de provincie Utrecht. Dit geldt niet alleen voor het totaal, maar ook voor de vervoerwijzeklasse personenauto. Beide zijn met 8 procent afgenomen. De methodebreuk is hier mogelijk de oorzaak van.
Van de verplaatsingen die beginnen in het meerwerkgebied Utrecht en eindigen op een bestemming buiten het meerwerkgebied is in 2024 69 procent gemaakt met de personenauto als bestuurder of als passagier. Ongeveer 21 procent van de verplaatsingen met een eindpunt buiten het meerwerkgebied werden gemaakt met bus, tram, metro of de trein. Voor de fiets gaat het om 5 procent. Het aandeel voor de groep ‘Overig’ is 4 procent. In tabel 2.2 is de waarde voor lopen vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren. De gemeten aandelen zijn waarschijnlijk beïnvloed door de methodebreuk.
Naar Utrecht
In tabel 2.3 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd naar het meerwerkgebied van de provincie Utrecht naar vervoerwijzeklasse.
| 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | verschil 2024 t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 25,5 | 26,8 | 32,5* | 36,2* | 33,2* | -9 |
| Personenauto (bestuurder en passagier) | 18,7 | 20,0 | 23,2* | 25,5* | 22,9* | -10 |
| Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro) | 3,7 | 3,2 | 5,3* | 7,0* | 7,1 | +1 |
| Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1) | 1,4 | 1,6 | 1,8 | 1,9 | 1,8 | -5 |
| Lopen | . | . | . | . | . | . |
| Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets) | 1,4 | 1,7 | 2,0 | 1,5 | 1,3 | -15 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec. | ||||||
Voor verplaatsingen die beginnen buiten het meerwerkgebied Utrecht en eindigen op een bestemming binnen het meerwerkgebied zien we nog iets grotere verschillen ten opzichte van 2023 dan bij de verplaatsingen vanuit het meerwerkgebied. Ook hier zijn deze verschillen mogelijk het gevolg van de methodebreuk.
Voor de modal split van reguliere verplaatsingen naar het meerwerkgebied gelden dezelfde percentages van de aandelen als bij de modal split van het aantal reguliere verplaatsingen vanuit het meerwerkgebied. Ook daarbij geldt de kanttekening dat de uitkomsten waarschijnlijk beïnvloed zijn door de methodebreuk.
Binnen, vanuit en naar Utrecht
Vergelijken we de cijfers in de drie tabellen, dan blijkt dat van alle verplaatsingen die een relatie hebben met het meerwerkgebied Utrecht 72 procent plaats vond binnen het meerwerkgebied. Voor 14 procent van de verplaatsingen lag de vertreklocatie in het meerwerkgebied en lag de aankomstlocatie erbuiten. Voor de verplaatsingen met de vertreklocatie buiten het meerwerkgebied Utrecht en de aankomstlocatie binnen het meerwerkgebied Utrecht gold eveneens een aandeel van 14 procent. Ondanks de methodebreuk zijn dat dezelfde aandelen als gemeten met ODiN 2023. Merk op dat verplaatsingen die enkel door de provincie Utrecht hebben plaatsgevonden met een vertrek- en een aankomstlocatie buiten de provincie Utrecht (transit) ook hier buiten beschouwing zijn gelaten.