Onderweg in Nederland (ODiN) 2021 - Onderzoeksbeschrijving

3. Verschillen tussen ODiN 2021 en ODiN 2020

Het onderzoek ODiN is in 2021 grotendeels op dezelfde wijze uitgevoerd als in 2020. Er zijn enkele verschillen en deze worden in dit hoofdstuk toegelicht.

3.1 Benaderstrategie

De benaderstrategie van ODiN 2021 is op een aspect gewijzigd ten opzichte van het voorgaande onderzoeksjaar.

Incentives

Sinds de start van ODiN werd een conditionele iPad-verloting ingezet om de respons te vergroten. In 2020 is een experiment uitgevoerd om te bekijken of er (betere) alternatieven beschikbaar zijn. Daartoe is een experiment uitgevoerd waarbij 13 weekporties in drie delen zijn gesplitst. Ieder deel kende een andere incentive; een iPad, VVV-bonnen ter waarde van een iPad en de keuzemogelijkheid tussen beide voorgaande beloningen. Uit het onderzoek kwam uiteindelijk één significant verschil tussen de responspercentages naar voren. De respons in de iPad-conditie was namelijk significant minder goed (2% lager) dan de respons in de keuze-conditie. De keuze-conditie werkte voor alle in het experiment bestudeerde groepen beter of in ieder geval niet slechter dan de iPad. Daarom is er met ingang van ODiN 2021 voor deze incentivestrategie gekozen. De inhoud van de brieven is hier uiteraard op aangepast.

3.2 Steekproeftrekking

In deze paragraaf staan de wijzigingen in de steekproeftrekking ten opzichte van ODiN 2020 beschreven.

Wijzigingen meerwerk

Ten behoeve van de uitbreiding van het meerwerk Noordvleugel met Noord-Holland Noord en het wegvallen van de steekproef in Parkstad Limburg is de steekproeftrekking aangepast. Noord-Holland Noord is verdeeld in drie deelgebieden: Regio Alkmaar, Kop van Noord-Holland en West-Friesland. Voor elk van deze drie gebieden geldt een responswens van 700 respondenten. Aangezien voor de meerwerkregio Alkmaar bij het basisonderzoek naar verwachting al genoeg respondenten behaald worden is hiervoor dus geen extra steekproeftrekking nodig.

3.3 Vragenlijst

In deze paragraaf staan de relevante wijzigingen in de vragenlijst ten opzichte van ODiN 2020 beschreven.

Schakelbord

De vragenlijst kreeg ten behoeve van ODiN 2020 een ingrijpende wijziging in de lay-out. Daarin werd een zogenaamd schakelbord geïntroduceerd om de respondent meer structuur en overzicht te bieden. Deze verbetering leidde in 2020 helaas niet tot een verminderd aantal meldingen van respondenten die vastliepen in de vragenlijst omdat ze reeds bij eerste rittentabel alle vervoermiddelen van alle verplaatsingen van de dag invulden. Daarop is nog eens kritisch naar dit deel van de vragenlijst gekeken. Dit heeft geleid tot enkele tekstuele aanpassingen om de werking van het schakelbord te verduidelijken. Daarnaast is in de rittentabel een knop toegevoegd (de ‘wissen-knop’) die het makkelijker maakt om verkeerd ingevulde ritten te verwijderen. Deze verbeteringen zijn met ingang van ODiN 2021 doorgevoerd in de vragenlijst.

Speedpedelec

Indien de respondent in de vragenlijst van ODiN een of meer ritten met een elektrische fiets had opgegeven, dan kreeg deze aan het einde van de vragenlijst de vraag of het een speedpedelec betrof. Deze informatie kon echter niet gekoppeld worden aan specifieke ritten (en verplaatsingen). In de vragenlijst van ODiN 2021 is dit aangepast. Elke respondent die aangeeft voor een rit een elektrische fiets of een snorfiets gebruikt te hebben, krijgt de vraag of het een speedpedelec betrof. Indien dat het geval is dan wordt aan de rit het ritvervoermiddel speedpedelec toegekend.

Frequentie gebruik vervoerwijzen

De uitvraag over de frequentie van het gebruik van bepaalde vervoermiddelen is uitgebreid met twee vervoerwijzen. Aan deze uitvraag zijn nu namelijk ‘wandelen/lopen’ (buitenshuis) en ‘motor’ toegevoegd.

3.4 Verwerkingsproces

In deze paragraaf staan de wijzigingen in het verwerkingsproces (inclusief de weging) ten opzichte van ODiN 2020 beschreven. In het proces zijn uiteraard wijzigingen doorgevoerd die vrijwel jaarlijks optreden zoals van jaartallen, gewijzigde regionale indelingen (waaronder gemeentelijke herindelingen en wijzigingen in het meerwerk), mutaties in treinstations en spoorwegverbindingen en dergelijke. Ook wijzigingen in de steekproeftrekking, de vragenlijst en het databestand hebben daar waar nodig geleid tot aanpassingen van het verwerkingsproces. Deze zijn alleen in onderstaande paragraaf uitgewerkt indien de aard van de wijzigingen niet evident is.

Weging - regionale indelingen

De weegvariabelen met regionale indelingen in het weegmodel van ODiN 2021 hebben een aantal wijzigingen ondergaan. Deze zijn doorgevoerd vanwege het toevoegen de meerwerkregio Noord-Holland Noord (bestaande uit drie deelregio’s) aan het meerwerk Noordvleugel en het wegvallen van het meerwerk in de stadsregio Parkstad Limburg (dat bestond uit vijf deelregio’s). In de voorweging heeft het geleid tot het vervangen van de variabele oversampling51 door oversampling50. In de hoofdweging is de variabele Regio67 vervangen door Regio65 en de variabele Regio62 door Regio60. 

Weging - voorweging

Om de insluit- of startgewichten voor de eindweging van ODiN te benaderen wordt de weging van ODiN gestart met een voorweging. Daarmee wordt gecorrigeerd voor ongelijke insluitkansen en ook deels selectieve respons tussen de verschillende groepen. In de voorweging wordt onder andere rekening gehouden met (wijzigingen in) het steekproefontwerp. De voorweging bestaat bij ODiN uit 3 elementen, namelijk de doelgroepen (strata) uit de steekproef, een regionale component en een eventuele periode-indeling. Deze laatste is de afgelopen jaren ingezet om in te spelen op wijzigingen in de steekproef gedurende het onderzoeksjaar. Zoals hiervoor al aangegeven is de regionale component aangepast vanwege de wijzigingen in het meerwerk. Daarnaast is de ook periode-indeling aangepast om in de voorweging al zoveel mogelijk te zorgen voor een evenwichtige responsvertegenwoordiging. Dit omdat het onderzoek in de eerste vijf maanden van 2021 een iets hoger aantal respondenten kent dan in de zeven maanden erna.

Weging - afwezigheid

In de weging vindt een afwezigheidscorrectie plaats. Daarbij wordt mogelijke extra non-respons onder vakantiegangers in binnen- en buitenland en van zakenreizigers naar het buitenland gecorrigeerd. Dit gebeurt door de in ODiN waargenomen afwezigheidskenmerken te relateren aan bijbehorende populatieschattingen van het aantal vakantiegangers en zakenreizigers uit het Continu Vakantieonderzoek (CVO). Met ingang van 2021 is de doelpopulatie van het CVO echter gewijzigd en wordt daarin de voor ODiN relevante populatie van 6- tot en met 14-jarigen niet meer waargenomen. Onderzocht is hoe de weging van ODiN hiervoor op een praktische en toekomstbestendige manier aangepast zou moeten worden. De uitkomst is dat voor de groep van 6 tot en met 14 jaar voortaan in het CVO gekeken wordt naar de afwezigheid van de groep 15+ met een huisgenoot in de leeftijd van 6 tot en met 14 jaar. Daarbij wordt voor vakantie-afwezigheid in het binnenland een 1-op-1 relatie gebruikt. Voor vakantie en zakenverblijf in het buitenland in de periode juli tot en met september is de verhouding vastgesteld op 95% en voor de overige maanden op 80%. Dat voor de laatste twee geen 1-op-1 relatie geldt is vooral te verklaren doordat vanwege werk de oudere personen uit huishoudens met kinderen vaker in het buitenland verblijven dan de kinderen. Dat geldt dan weer sterker in de maanden buiten de zomervakantie dan in de zomervakantiemaanden. Toetsing van deze nieuwe werkwijze met terugwerkende kracht op de wegingen van ODiN 2018, 2019 en 2020 liet voor elk van de drie jaren slechts zeer kleine verschillen zien vergeleken met de oorspronkelijke weegresultaten. Om de leeftijdsgroepen in de weging voldoende groot te houden is de indeling van de weegvariabele LeeftijdV4 aangepast en is de weegvariabele Leeftijd19 aangepast naar Leeftijd18.

3.5 Databestand

In deze paragraaf staan de belangrijkste wijzigingen in de codering en labels van het databestand ten opzichte van ODiN 2020 beschreven. Niet alle wijzigingen zijn beschreven: jaarlijkse wijzigingen in verband met het nieuwe kalenderjaar, gemeentelijke herindelingen en wijzigingen in treinstations zijn hieronder bijvoorbeeld niet opgenomen. Alle wijzigingen zijn uiteraard ook doorgevoerd in het codeboek.

Frequentie gebruik vervoerwijzen

De uitbreiding van de uitvraag over de frequentie van het gebruik van vervoermiddelen met ‘wandelen/lopen’ (buitenshuis) en ‘motor’ heeft geleid tot twee nieuwe variabelen: FqLopen en FqMotor. Deze kennen eenzelfde indeling als de overige Fq-variabelen:

  1. Dagelijks of vrijwel dagelijks
  2. Enkele keren per week
  3. Enkele keren per maand
  4. Enkele keren per jaar
  5. Nooit of bijna nooit

In verband met de uitbreiding van het meerwerk Noordvleugel met de regio Noord-Holland Noord en het wegvallen van het meerwerk in de stadsregio Parkstad Limburg (SPL) is een aantal variabelen in het bestand gewijzigd of verwijderd. Deze worden hieronder genoemd.

Variabele Steekproef

Bij de variabele Steekproef (Steekproefindicator) is code 7 met het label ‘Meerwerk Parkstad Limburg' komen te vervallen.

Variabelen MRA, VertMRA en AankMRA

De indeling van de variabele MRA (Metropoolregio Amsterdam) is aangepast. Hieronder staan de aangepaste en toegevoegde waarden vermeld:

17. Noord-Holland Noord – Regio Alkmaar
18. Noord-Holland Noord – West-Friesland
19. Noord-Holland Noord – Kop van Noord-Holland
20. Rest Nederland

Bovenstaande wijziging is ook doorgevoerd in de verplaatsingsvariabelen VertMRA en AankMRA.

Variabelen SPL, VertSPL en AankSPL

De drie variabelen gerelateerd aan het meerwerk in de 7 gemeenten van de stadsregio Parkstad Limburg zijn uit het bestand verwijderd.