Auteur: Koops, O., Melief, H., Schenau, S., Schoenaker, N. en M. van Rossum
Broeikasgassen in de Nederlandse economie

1. Inleiding

Het tegengaan van klimaatverandering als gevolg van de door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen is een belangrijke uitdaging. Daarom zet het regeerakkoord in op een broeikasgasreductie van ten minste 55 procent in 2030 ten opzichte van 1990, en op nul uitstoot in 2050 (Rijksoverheid, 2022). Bedrijven produceren goederen en diensten ten behoeve van huishoudens en maken daarbij bijvoorbeeld gebruik van fossiele brandstoffen. Deze economische activiteiten leiden tot de uitstoot van broeikasgassen.

De centrale vraag in dit artikel is: hoe verhouden de economische activiteiten van bedrijven zich tot de uitstoot van broeikasgassen? Om deze vraag te beantwoorden, wordt de uitstoot van broeikasgassen door bedrijven gerelateerd aan verschillende economische indicatoren. Dit gebeurt vanuit verschillende perspectieven.

Allereerst staat in paragraaf 2 de uitstoot van broeikasgassen centraal die plaatsvindt bij productieactiviteiten van bedrijven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen broeikasgasuitstoot, productie, toegevoegde waarde en werkgelegenheid, uitgesplitst naar verschillende bedrijfstakken. De hieruit voortkomende emissie-intensiteit wordt vergeleken met die van andere Europese landen, waarbij ook rekening wordt gehouden met de verschillende bedrijfstakstructuren.

Vervolgens richt paragraaf 3 zich op de uitstoot van Nederlandse bedrijven voor de productie van eindproducten. Deze uitstoot wordt vervolgens opgesplitst naar bestedingscategorieën: de consumptie, de investeringen en de export. Ook deze resultaten worden per bedrijfstak geanalyseerd. In paragraaf 4 staat de broeikasgasvoetafdruk van de Nederlandse bestedingen centraal.