Vertekening personenauto’s naar gemeente, 1-1-2024

3. Onderzoek selectiviteit bij auto’s van rechtspersonen

Voor personenauto’s die in het kentekenregister van RDW op naam van een natuurlijk persoon staan, wordt verondersteld dat de geregistreerde locatie ook de locatie van de eindgebruiker is. Daarmee is de gemeentelocatie voor de groep van natuurlijke personen bekend.

Van de groep auto’s van rechtspersonen kon een deel, via de methode zoals beschreven in hoofdstuk 2, aan een eindgebruiker worden toegewezen. Voor deze gekoppelde groep rechtspersonen is ook de gemeentelocatie bekend. Maar voor de resterende groep rechtspersonen is de gemeentelocatie niet bekend. De regioverdeling van de groep waarbij de eindgebruiker bekend is, kan niet zomaar worden ingezet voor de toedeling van het totale aantal voertuigen naar gemeente, omdat er sprake is van selectiviteit. De selectiviteit van de gekoppelde groep rechtspersonen en de restgroep rechtspersonen wordt in dit hoofdstuk onderzocht aan de hand van voertuigkenmerken en bedrijfskenmerken. Ook wordt aandacht besteed aan selectiviteit van de brondata, die doorwerkt in de koppeling en daarmee de toewijzing naar locatie. Met deze informatie in het achterhoofd kan de gebruiker dan weloverwogen gebruik maken van de gemeentecijfers voor zover bekend.

3.1 Selectiviteit wat betreft voertuigkenmerken

De bronnen die worden gebruikt om de auto’s van rechtspersonen toe te wijzen aan een locatie zijn met name geschikt voor het toewijzen van leasevoertuigen. Als gevolg hiervan zijn leaseauto’s in de gekoppelde groep oververtegenwoordigd. Zo’n 60 procent van de voertuigen van rechtspersonen bestaat uit leaseauto’s, maar in de gekoppelde groep hebben ze een aandeel van 71 procent. Zakelijke personenauto’s zijn ondervertegenwoordigd in de gekoppelde groep. 

3.1.1 Brandstofsoort

Ook wanneer wordt gekeken naar brandstofsoort is er sprake van selectiviteit in de gekoppelde groep. Volledig elektrische auto’s (FEVs) zijn wat oververtegenwoordigd in de gekoppelde groep: 25 procent van de hele populatie van rechtspersonen is een FEV en bij de gekoppelde groep is dat 29 procent. Het aandeel van de plug-in hybride auto’s (PHEVs) is in alle groepen vrijwel gelijk (8,5 procent in de gekoppelde groep, 8 procent in de restgroep en 8,2 procent in de populatie). De overige brandstoffen zijn juist ondervertegenwoordigd in de gekoppelde groep (67 procent van de populatie, 63 procent van de gekoppelde groep).

3.1.1.1 Personenauto's rechtspersonen naar brandstofsoort, 1-1-2024
BrandstofsoortFEV (%)PHEV (%)Overige brandstof (%)
Gekoppelde groep (rechtspersonen)28,78,562,9
Restgroep (rechtspersonen)22,5869,5
Populatie (rechtspersonen)24,68,267,3

3.1.2 Leeftijd voertuig

De personenauto’s in de gekoppelde groep zijn gemiddeld jonger (3,3 jaar) dan de personenauto’s in de restgroep (4,8 jaar). Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de gebruikte bronnen vooral geschikt zijn voor het toewijzen van leaseauto’s, en leaseauto’s zijn gemiddeld jonger dan auto’s van de zaak (2,5 jaar ten opzichte van 7,0 jaar). Zoals in grafiek 3.1.2.1 hieronder te zien is, neemt het percentage gekoppelde personenauto’s af met het toenemen van de leeftijd van het voertuig. Bij 0-jarige voertuigen is het gekoppelde percentage lager. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat deze nieuwe voertuigen nog bij een leasebedrijf staan en nog niet in gebruik zijn door een leaserijder. Een andere mogelijkheid is dat deze voertuigen zo nieuw zijn dat ze wellicht nog niet goed in alle administratieve data zitten. Deze mogelijke verklaringen zijn echter niet onderzocht. Het gekoppelde percentage valt terug nadat voertuigen de leeftijd van 4 jaar bereiken. Een leasecontract loopt zelden langer dan 5 jaar. Na 5 jaar verandert ook het bijtellingspercentage van een auto, en dit betekent vaak dat een leaserijder wordt geconfronteerd met hogere kosten. Dit kan een moment zijn waarop de leasemaatschappij een auto doorverkoopt, al dan niet voor privégebruik.

Grafiek 3.1.2.1 toont naast de totaalgroep ook het aandeel gekoppelde personenauto’s van rechtspersonen specifiek voor FEVs en PHEVs. Bij deze groep is het aandeel gekoppelde voertuigen met 38 procent hoger dan bij de totaalgroep (33,5 procent). Het aandeel gekoppelde voertuigen per leeftijdsgroep vertoont een vergelijkbaar patroon ten opzichte van de totaalgroep. Alleen bij de oudere voertuigen is het aandeel gekoppelde voertuigen lager. Hierbij dient te worden opgemerkt dat FEVs en PHEVs van 10 jaar of ouder weinig voorkomen.

3.1.2.1 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen naar leeftijd voertuig, 1-1-2024
 Leeftijd voertuigGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal (alle brandstofsoorten)Totaal33,566,5
Totaal (alle brandstofsoorten)0 jaar28,871,2
Totaal (alle brandstofsoorten)1 jaar35,864,2
Totaal (alle brandstofsoorten)2 jaar42,157,9
Totaal (alle brandstofsoorten)3 jaar45,454,6
Totaal (alle brandstofsoorten)4 jaar41,358,7
Totaal (alle brandstofsoorten)5 jaar28,671,4
Totaal (alle brandstofsoorten)6 tot 10 jaar15,584,5
Totaal (alle brandstofsoorten)10 jaar of ouder12,487,6
FEV en PHEVTotaal3862
FEV en PHEV0 jaar3070
FEV en PHEV1 jaar35,464,6
FEV en PHEV2 jaar42,257,8
FEV en PHEV3 jaar46,353,7
FEV en PHEV4 jaar48,151,9
FEV en PHEV5 jaar25,974,1
FEV en PHEV6 tot 10 jaar13,786,3
FEV en PHEV10 jaar of ouder793

3.2 Selectiviteit wat betreft bedrijfskenmerken

Naast de selectiviteit van voertuigkenmerken is ook onderzocht of er sprake is van selectiviteit die samenhangt met bepaalde bedrijfskenmerken zoals de grootte van een bedrijf, en de branche waarin  het bedrijf zich bevindt.

3.2.1 Bedrijfstak (branche)

Bedrijfstak of branche zijn gangbare termen voor groepen van bedrijven met dezelfde hoofdactiviteit. Het CBS hanteert voor de indeling van bedrijven naar hoofdactiviteit de zogenoemde Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Bedrijven in een bedrijfstak of branche kunnen naast deze activiteit ook andere activiteiten (nevenactiviteiten) uitoefenen. 

De toedeling van bedrijven in Nederland wordt gebruikt om onder andere de economische structuur van gebieden te kenschetsen. De bedrijfstakken zijn geclusterd in 21 hoofdgroepen benoemd met hoofdletters. Daarbinnen zijn weer nadere onderverdelingen mogelijk met cijfers. Meer informatie hierover staat op de website van het CBS bij het thema over de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) (cbs.nl).

Om de verschillen tussen de gekoppelde groep en de restgroep (en daarmee de mate van vertekening) verder uit te werken wordt in tabel 3.2.1.1 eerst een overzicht met aantallen personenauto’s van rechtspersonen per bedrijfstak weergegeven. Voor de restgroep is de bedrijfstak ‘Verhuur en overige zakelijke diensten (N)’ de meest omvangrijke, terwijl dit voor de gekoppelde groep de bedrijfstak ‘Handel (G)’ is. Bij de elektrische auto’s (FEV en PHEV) van rechtspersonen is voor de restgroep ook de bedrijfstak ‘Verhuur en overige zakelijke diensten (N)’ de omvangrijkste, terwijl dit voor de gekoppelde groep de bedrijfstak ‘Specialistische zakelijke diensten (M)’ is.

3.2.1.1 Aantal personenauto's rechtspersonen voor verschillende bedrijfstakken, 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (rechtspersonen)Restgroep (rechtspersonen)Gekoppelde groep FEV en PHEV (rechtspersonen)Restgroep FEV en PHEV (rechtspersonen)
Totaal374 929743 099139 234226 856
A Landbouw, bosbouw en visserij2 5176 336 9841 601
B Delfstoffenwinning 455 394 223 142
C Industrie34 34136 13413 41412 169
D Energievoorziening2 2735 8871 7934 527
E Waterbedrijven en afvalbeheer2 0273 298 8191 632
F Bouwnijverheid27 73062 4259 30119 098
G Handel78 303151 02426 56540 098
H Vervoer en opslag12 79443 8704 72112 677
I Horeca3 91014 6821 4713 702
J Informatie en communicatie48 09438 33219 92217 118
K Financiële dienstverlening27 08031 74714 26713 941
L Verhuur en handel van onroerend goed7 02911 1683 0023 898
M Specialistische zakelijke diensten62 52582 30126 91234 349
N Verhuur en overige zakelijke diensten45 307165 4698 47842 129
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 57723 525 2957 036
P Onderwijs3 5609 0621 1911 786
Q Gezondheidszorg- en welzijnszorg9 37231 5113 4305 828
R Cultuur, sport en recreatie3 1246 5821 0731 579
S Overige dienstverlening3 90610 9151 3732 609
T Huishoudens 0 1 0 0
U Extraterritoriale organisaties en lichamen 0 4 0 1
Onbekend 58 432 0 936

In de volgende twee grafieken zijn per bedrijfstak de percentages van personenauto’s die aan een eindgebruiker gekoppeld werden ten opzichte van de personenauto’s in de restgroep weergegeven. In grafiek 3.2.1.2 staan de aandelen voor het totaal van alle brandstoffen en in grafiek 3.2.1.3 voor de elektrische auto’s (FEV en PHEV).

Er valt op dat er verschillen zijn in de koppelpercentages tussen de bedrijfstakken. Voor de personenauto’s (alle brandstoffen) werd bij de bedrijfstak ‘Informatie en communicatie’ relatief succesvol een eindgebruiker gevonden. Aan de andere kant werd er bij de bedrijfstak ‘Openbaar bestuur en overheidsdiensten’ relatief matig een eindgebruiker gevonden.

3.2.1.2 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen naar bedrijfstak, totaal (alle brandstoffen), 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal33,566,5
A Landbouw, bosbouw en visserij28,471,6
B Delfstoffenwinning53,646,4
C Industrie48,751,3
D Energievoorziening27,972,1
E Waterbedrijven en afvalbeheer38,161,9
F Bouwnijverheid30,869,2
G Handel34,165,9
H Vervoer en opslag22,677,4
I Horeca2179
J Informatie en communicatie55,644,4
K Financiële dienstverlening4654
L Verhuur en handel van onroerend goed38,661,4
M Specialistische zakelijke diensten43,256,8
N Verhuur en overige zakelijke diensten21,578,5
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten2,497,6
P Onderwijs28,271,8
Q Gezondheidszorg- en welzijnszorg22,977,1
R Cultuur, sport en recreatie32,267,8
S Overige dienstverlening26,473,6
Bedrijfstak onbekend0,199,9
Exclusief de bedrijfstakken 'T Huishoudens' en 'U Extraterritoriale organisaties en lichamen' vanwege te geringe vulling

Bij de elektrische auto’s (FEV en PHEV) is de bedrijfstak ‘Delfstoffenwinning’ leidend in het koppelpercentage: 61,1 procent van de auto’s konden aan een eindgebruiker gekoppeld worden. Het gaat hier wel om een klein aantal auto’s: 223 in de gekoppelde groep ten opzichte van 142 auto’s in de restgroep. Bij de bedrijfstak ‘Openbaar bestuur en overheidsdiensten’ is het koppelpercentage van de auto’s het laagst, met 4 procent. 

3.2.1.3 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen naar bedrijfstak, FEV en PHEV, 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal3862
A Landbouw, bosbouw en visserij38,161,9
B Delfstoffenwinning61,138,9
C Industrie52,447,6
D Energievoorziening28,471,6
E Waterbedrijven en afvalbeheer33,466,6
F Bouwnijverheid32,867,2
G Handel39,860,2
H Vervoer en opslag27,172,9
I Horeca28,471,6
J Informatie en communicatie53,846,2
K Financiële dienstverlening50,649,4
L Verhuur en handel van onroerend goed43,556,5
M Specialistische zakelijke diensten43,956,1
N Verhuur en overige zakelijke diensten16,883,2
O Openbaar bestuur en overheidsdiensten496
P Onderwijs4060
Q Gezondheidszorg- en welzijnszorg3763
R Cultuur, sport en recreatie40,559,5
S Overige dienstverlening34,565,5
Bedrijfstak onbekend0100
Exclusief de bedrijfstakken 'T Huishoudens' en 'U Extraterritoriale organisaties en lichamen' vanwege te geringe vulling

In de volgende grafieken wordt voor de drie bedrijfstakken met het grootste aantal kentekens binnen de gekoppelde groep (dus niet het hoogst gekoppelde aandeel), ‘Handel’, ‘Specialistische zakelijke diensten’, ‘Informatie en communicatie’, een nadere onderverdeling weergegeven. Dit geeft inzicht in de koppelverschillen van de personenauto’s binnen een bedrijfstak.

Bij de bedrijfstak ‘Handel’ hebben de auto’s van bedrijven die horen bij ‘Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto’s en motorfietsen)’ een relatief goed koppelresultaat: 55 procent van de auto’s konden aan een eindgebruiker gekoppeld worden. Bij ‘Detailhandel (niet in auto’s)’ is dit 31,5 procent. Relatief slecht koppelen de auto’s van de bedrijven die horen bij ‘Handel in en reparatie van auto’s, motorfietsen en aanhangers’; hier werd 9,7 procent van de auto’s aan een eindgebruiker toegewezen.

3.2.1.4 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen in bedrijfstak 'handel', 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal handel (G)34,165,9
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen)5545
Detailhandel (niet in auto's)31,568,5
Handel in en reparatie van auto's, motorfietsen en aanhangers9,790,3

Binnen de bedrijfstak ‘Specialistische zakelijke diensten’ is het beste koppelresultaat bij bedrijven die horen bij ‘Speur- en ontwikkelingswerk’; hier kon 53 procent van de auto’s aan een eindgebruiker gekoppeld worden. Het slechtst koppelen de auto’s van bedrijven die horen bij ‘Industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy’ (36,3 procent).

3.2.1.5 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen in bedrijfstak 'specialistische zakelijke diensten', 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal specialistische zakelijke diensten (M)43,256,8
Speur- en ontwikkelingswerk5347
Architecten, ingenieurs en technisch ontwerp en advies, keuring en controle5050
Veterinaire dienstverlening4852
Reclame en marktonderzoek4555
Rechtskundige dienstverlening, accountancy, belastingadvisering en administratie42,357,7
Holdings (geen financiële), concerndiensten binnen eigen concern en managementadvisering4060
Industrieel ontwerp en vormgeving, fotografie, vertaling en overige consultancy36,363,7

Binnen de bedrijfstak ‘Informatie en communicatie’ hebben de auto’s van bedrijven die horen bij ‘Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie’ een relatief goed koppelresultaat (58,3 procent). De auto’s van bedrijven die horen bij ‘Productie en distributie van films en televisieprogramma´s, maken en uitgeven van geluidsopnamen’ hebben het laagste koppelpercentage (39,5 procent).

3.2.1.6 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen in bedrijfstak 'informatie en communicatie', 1-1-2024
BedrijfstakGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal Informatie en communicatie (J)55,644,4
Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie58,341,7
Dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatietechnologie56,743,3
Uitgeverijen56,343,7
Verzorgen en uitzenden van radio- en televisieprogramma's47,652,4
Telecommunicatie45,554,5
Productie en distributie van films en televisieprogramma's, maken en uitgeven van geluidsopnamen39,560,5

Uit bovenstaande analyses blijkt dat de aantallen personenauto’s als ook de koppelresultaten op bedrijfstakniveau zeer heterogeen zijn en dus van invloed zijn op de vertekening tussen de gekoppelde groep en restgroep. Bij de bedrijfstak ‘Delfstoffenwinning’ is het koppelpercentage relatief hoog met 53,6 procent, vooral bij de elektrische auto’s (FEV en PHEV) met 61,1 procent, maar het aantal auto’s binnen deze bedrijfstak is gering ten opzichte van andere bedrijfstakken.

3.2.2 Bedrijfsgrootte (aantal werkzame personen)

Voor het aantal werkzame personen per bedrijf is een grootteklasse-indeling gemaakt die bestaat uit 9 klassen en een categorie ‘onbekend’. In de onderstaande tabel is een overzicht met de aantallen personenauto’s van rechtspersonen voor de verschillende grootteklassen voor de gekoppelde groep en voor de restgroep weergegeven.

3.2.2.1 Aantal personenauto’s rechtspersonen voor de verschillende bedrijfsgrootten, 1-1-2024
Bedrijfsgrootte, aantal werkzame personenGekoppelde groep (rechts-
personen)
Restgroep (rechts-
personen)
Gekoppelde groep FEV en PHEV (rechts-
personen)
Restgroep FEV en PHEV (rechts-
personen)
Totaal374 929743 099139 234226 856
0 tot 564 145156 78329 39044 600
5 tot 2057 03995 66320 25122 416
20 tot 5048 25957 73816 88715 718
50 tot 10038 34356 30313 36514 604
100 tot 25047 72883 08417 11833 717
250 tot 50030 79666 76211 79719 514
500 tot 100045 29280 76610 97422 340
1000 tot 200017 68445 4356 55214 912
2000 of meer25 63892 12012 90038 094
Onbekend 58 445 0 941


Uit bovenstaande tabel blijkt dat zowel binnen de groep personenauto’s van rechtspersonen die aan een eindgebruiker gekoppeld kon worden als binnen de restgroep, het aantal auto’s bij kleine bedrijven met 0 tot 5 medewerkers het grootst is, gevolgd door bedrijven met 5 tot 20 medewerkers. Voor grote bedrijven met 1000 tot 2000 medewerkers is het aantal auto’s binnen beide groepen het kleinst (afgezien van de categorie ‘onbekend’). Bij de gekoppelde groep bevindt zich 55,4 procent van de kentekens bij bedrijven met minder dan 100 medewerkers, bij de restgroep is dat 49,3 procent.

In grafiek 3.2.2.2 zijn per grootteklasse de percentages van personenauto’s die aan een eindgebruiker gekoppeld werden ten opzichte van de personenauto’s in de restgroep weergegeven. Er valt op dat bij bedrijven met 20 tot 50 medewerkers relatief goed een eindgebruiker gevonden werd, 45,5 procent kon worden gekoppeld. Bij bedrijven met 2000 of meer medewerkers is het aandeel in de restgroep het grootst met 78,2 procent (afgezien van de categorie ‘onbekend’).
Bij de stekkerauto’s (FEV en PHEV) valt op dat bij bedrijven met 20 tot 50 medewerkers 51,8 procent van de kentekens aan een eindgebruiker gekoppeld kon worden. Het koppelpercentage is daarmee hoger dan bij kleinere bedrijven met 5 tot 20 medewerkers (47,5 procent) en iets grotere bedrijven met 50 tot 100 medewerkers (47,8 procent). Ook binnen de restgroep zijn er verschillen tussen de grootteklassen. Bij bedrijven met 2000 of meer medewerkers is het aandeel in de restgroep met 74,7 procent het grootst (afgezien van de categorie ‘onbekend’).

3.2.2.2 Aandeel gekoppelde personenauto's van rechtspersonen naar grootteklasse bedrijf, 1-1-2024
 Bedrijfsgrootte, aantal werkzame personenGekoppelde groep (%)Restgroep (%)
Totaal (alle brandstoffen)Totaal33,566,5
Totaal (alle brandstoffen)0 tot 52971
Totaal (alle brandstoffen)5 tot 2037,462,6
Totaal (alle brandstoffen)20 tot 5045,554,5
Totaal (alle brandstoffen)50 tot 10040,559,5
Totaal (alle brandstoffen)100 tot 25036,563,5
Totaal (alle brandstoffen)250 tot 50031,668,4
Totaal (alle brandstoffen)500 tot 100035,964,1
Totaal (alle brandstoffen)1000 tot 20002872
Totaal (alle brandstoffen)2000 of meer21,878,2
Totaal (alle brandstoffen)Onbekend0,199,9
FEV en PHEVTotaal3862
FEV en PHEV0 tot 539,760,3
FEV en PHEV5 tot 2047,552,5
FEV en PHEV20 tot 5051,848,2
FEV en PHEV50 tot 10047,852,2
FEV en PHEV100 tot 25033,766,3
FEV en PHEV250 tot 50037,762,3
FEV en PHEV500 tot 100032,967,1
FEV en PHEV1000 tot 200030,569,5
FEV en PHEV2000 of meer25,374,7
FEV en PHEVOnbekend0100

Uit bovenstaande analyses blijkt dat het aantal werkzame personen bij een bedrijf van invloed is op de vertekening tussen de gekoppelde groep en restgroep. Bij bedrijven met 20 tot 50 medewerkers kunnen auto’s beter aan een eindgebruiker gekoppeld worden. FEVs en PHEVs koppelen bij bedrijven met minder dan 100 medewerkers relatief goed, maar bij bedrijven met meer dan 100 medewerkers relatief matig.

3.3 Selectiviteit in de brondata

In paragraaf 3.1 en 3.2 is ingegaan op selectiviteit van de gemeentecijfers. Paragraaf 3.3 gaat in op een meer indirecte vorm van selectiviteit, die echter wel invloed heeft gehad op het eindresultaat, namelijk selectiviteit in de brondata van het onderzoek. 

De ‘wagenparkopgaven’ van de Belastingdienst bevatten data over nagenoeg alle autolease- en autoverhuurbedrijven met 25 of meer voertuigen; deze zijn verplicht om informatie aan de Belastingdienst te leveren. Kleine bedrijven met minder dan 25 voertuigen leveren vrijwillig informatie aan en zijn slechts voor een klein deel vertegenwoordigd in deze bron, wat een nadelig effect heeft op de koppeling van de voertuigen van deze groep bedrijven. 

Een belangrijke koppelvariabele om voertuigen aan een eindgebruiker te koppelen via de polisadministratie is de ‘waarde privégebruik’ van het voertuig. In de polisdata is deze variabele aanwezig, bij het motorvoertuigenpark van RDW moet deze variabele worden afgeleid. Deze afleiding maakt gebruik van variabelen zoals bouwjaar, uitstoot en catalogusprijs. De variabele catalogusprijs is echter niet altijd gevuld in de basisregistratie voertuigen. Bij 4,6 procent van alle kentekens van rechtspersonen is deze variabele niet gevuld. Daarnaast komen onrealistisch hoge en lage waardes voor in de data. Er is sprake van selectiviteit omdat de catalogusprijs bij nieuwe voertuigen goed is gevuld, maar niet bij oude voertuigen. Leasevoertuigen zijn gemiddeld jonge voertuigen, waarvoor de catalogusprijs doorgaans beschikbaar is. Auto’s van de zaak zijn gemiddeld wat ouder. Voor deze groep zal relatief vaker geen catalogusprijs bekend zijn, wat betekent dat er geen waarde privégebruik kan worden afgeleid en dus ook geen koppeling aan een hoofdgebruiker via de polisadministratie tot stand kan komen.