Gerechtsdeurwaarders in Nederland, kerncijfers 2020

In opdracht van Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG)

Over deze publicatie

De taak van gerechtsdeurwaarders is het bieden van rechtszekerheid in het maatschappelijk verkeer. Rechtszekerheid betekent dat afspraken worden nagekomen en dat wat de rechter bepaalt, wordt nageleefd. In 2020 waren er in Nederland 146 gerechtsdeurwaarderskantoren actief en aangesloten bij de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG). Om het inzicht in de branche te vergroten heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in opdracht van het KBvG een onderzoek naar het ondernemerschap, ambtsuitoefening en de economische bijdrage en effectiviteit van de gerechtsdeurwaarders uitgevoerd. Het huidige rapport bespreekt de resultaten over 2020, uitgesplitst naar kantoorgrootte. Cijfers zijn op aanvraag beschikbaar via asd@cbs.nl vermeld hierbij het projectnummer PR001437.

1. Inleiding

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) heeft als wettelijke taak om een goede beroepsuitoefening te bevorderen en de vakbekwaamheid van de leden te verhogen. Om het inzicht in de branche te vergroten heeft de KBvG in februari 2018 een reglement met een lijst van gegevens vastgesteld die halfjaarlijks door de leden geleverd moet worden. Voor de uitvoering van de gegevensverwerking heeft de KBvG samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) gezocht. Dit heeft geleid tot een eerste levering van gegevens aan het CBS in juli en augustus 2018. Uit de evaluatie van deze eerste resultaten kwam naar voren dat de lijst van gegevens moest worden uitgebreid en verbeterd. In het geactualiseerde reglement gegevensverstrekking 2019 door de leden van de KBvG (21 juni 2019) zijn de nieuwe gegevens en definities vastgelegd. Daarnaast is vanaf begin 2020 een nieuw uitvraag toegevoegd, te weten het aantal vorderingen op de laatste dag (D8.1).

De huidige publicatie presenteert de cijfers van het jaar 2020 en vergelijkt deze met 2019. De publicatie is verdeeld in “Ondernemerschap” (hoofdstuk 2), “Ambtsuitoefening” (hoofdstuk 3) en “Economische bijdrage en effectiviteit rechtshandhaving” (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 2 worden de personeelsbestand, omzet en de winst- en verliesrekening besproken. Hoofdstuk 3 behandelt de ambtshandelingen, de kantoorklachten en registratie van agressie. In hoofdstuk 4 worden het aantal exploten, dossiers en vorderingen besproken.

Op basis van de bruto jaaromzet (Winst- en verliesrekening) wordt onderscheid gemaakt tussen kleine, middelgrote en grote gerechtsdeurwaarderkantoren. Kleine kantoren hebben een omzet van maximaal 1 miljoen euro per jaar, middelgrote kantoren een omzet van meer dan 1 miljoen tot en met 10 miljoen euro per jaar en grote kantoren een jaaromzet van meer dan 10 miljoen euro per jaar. In het geval een gerechtsdeurwaarderkantoor uit meerdere locaties bestaat of onderdeel is van een samenwerkingsverband kan de kantoorindeling door de gerechtsdeurwaarder worden gekozen. Zo heeft een aantal kantoren gekozen om de gegevens voor het totaal te rapporteren terwijl andere kantoren de gegevens per onderdeel van een samenwerkingsverband rapporteren. In beide gevallen heeft de rapportage consequenties voor de indeling van kantoren naar omzetgrootte.

Alle gerechtsdeurwaarders zijn bij het reglement Gegevensverstrekking van de KBvG verplicht om gegevens binnen de gestelde deadline aan te leveren. In totaal heeft het CBS voor het onderzoek over 2020 gegevens van alle 146 kantoren of clusters ontvangen en verwerkt. Dat waren 86 kleine kantoren, 54 middelgrote kantoren en 6 grote kantoren. Cijfers voor de laatste uitvraag krijgen de status voorlopig. Gegeven het respons kan verwacht worden dat er geen bijstellingen zullen zijn.

2. Blok B: Ondernemerschap

2.1 Personeel (B1 en B2)1)

Ten opzichte van een jaar eerder is het aantal personeelsleden werkzaam bij gerechtsdeurwaarders in 2020 met 9 procent gekrompen tot 3292,3 voltijdsequivalenten (vte). Het aantal werkzame personen uitgedrukt in vte is het sterkst gedaald bij de middelgrote kantoren, in totaal bedraagt deze daling 322,3 vte (-21,1 procent). Bij de grote kantoren nam het aantal werkzame personen af met 17,8 vte. Daarentegen steeg het aantal werkzame personen bij de kleine kantoren met 14,9 vte. Personeelsontwikkelingen binnen de verschillende kantoorgroottes kunnen mede tot stand komen door wijzigingen van de groepssamenstelling. Bijvoorbeeld een middelgroot kantoor in 2019 kan bij een omzettoename tot een groot kantoor worden gerekend in 2020. Het merendeel van de werkzame personen bestaat uit niet-ambtelijke bevoegde medewerkers. Het aandeel ambtelijk bevoegde medewerkers is het laagst bij de grote kantoren en het hoogst bij de kleine kantoren, zie Figuur 2.1.

2.1 Werkzame personen (vte), 2019 en 2020
PeriodeGK_publicatieNiet-ambtelijk bevoegde medewerkers (vte)Ambtelijk bevoegde medewerkers (vte)
2019Kleine kantoren217,1161,2
2019Middelgrote kantoren1211312,2
2019Grote kantoren1501,1214,9
2020Kleine kantoren235,1158,1
2020Middelgrote kantoren938262,9
2020Grote kantoren1488,1210,1

2.2 Omzet BLOS (B3 t/m B5.2)

Voor de standaardberekening geldt dat de totale omzet BLOS gelijk is aan het totaal van BLOS ambtelijk (B4), BLOS niet-ambtelijk (B5) en de mutatie onderhanden werk (B5.1) minus de verschotten en verdiensten voor eigen rekening (B5.2). Op basis van deze berekening is de omzet totaal (BLOS) bepaald. Figuur 2.2 toont de BLOS omzet van de ambtelijke en niet-ambtelijke werkzaamheden en de totale BLOS omzet in 2020. De grote kantoren zijn verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de omzet totaal (BLOS). De gerechtsdeurwaarders behalen meer omzet door ambtelijke werkzaamheden dan door niet-ambtelijke werkzaamheden.

2.2 Omzet BLOS (x miljoen euro), 2020
GK_publicatieOmzet ambtelijke werkzaamheden (BLOS)Omzet niet-ambtelijke werkzaamheden (BLOS)Omzet totaal (BLOS) (berekend)
Kleine kantoren20,113,732,8
Middelgrote kantoren77,550,8113,5
Grote kantoren93,784135,6
Totaal191,3148,5281,9

2.3 Winst- en verliesrekening (B6 t/m B12)

Tot de winst- en verliesrekening behoren de omzet, de kosten, EBITDA en resultaat vóór belastingen. In het gegevensmodel zijn de griffierechten (B9.1), die betaald worden aan de rechtbanken, onderdeel van de totale kosten (B7). De doorbelasting van griffierechten aan klanten wordt als een opbrengst beschouwd die onderdeel uitmaakt van de bruto-omzet.

Een deel van de deurwaarders telt de griffierechten niet mee bij de totale kosten (B7). In alle periodes vanaf 2018 corrigeert het CBS bij deze kantoren de totale kosten en de bruto-omzet (winst en verliesrekening) (B6). De aanname is dat alle griffierechten, die gerechtsdeurwaarders niet in de kosten opnemen, zijn doorbelast. De correctie heeft daardoor geen gevolg voor het EBITDA (B10) en het resultaat voor belasting (B12).

2.3.1 Bruto-omzet

De bruto-omzet voor de gehele sector is ten opzichte van 2019 gedaald met bijna 15 procent tot 319,7 miljoen euro in 2020. De bruto-omzet daalde bij de grote kantoren met meer dan 11 procent (-20,5 miljoen euro), middelgrote kantoren met ongeveer 20 procent (-31,3 miljoen euro) en kleine kantoren met 9 procent (-3,3 miljoen euro). Figuur 2.3 toont de bruto-omzet voor het totaal en de verschillende kantoorgroottes in 2019 en 2020.

2.3 Bruto-omzet (x miljoen euro), 2019 en 2020
GK_publicatie20192020
Kleine kantoren36,333
Middelgrote kantoren155,7124,4
Grote kantoren182,8162,3
Totaal374,8319,7

De bruto-omzet is opgebouwd uit de kosten (inclusief griffierechten) en de EBITDA. Figuur 2.4 toont de opbouw van de bruto-omzet voor het totaal aantal kantoren in 2019 en 2020. Meer dan de helft van de bruto-omzet in 2020 bestaat uit personele lasten (56,0 procent). Meer dan een vijfde deel van de bruto-omzet bestaat uit de overige kosten (22,0 procent), zoals huisvestings- en automatiseringskosten. Bijna 15 procent van de bruto-omzet bestaat uit griffierechten en 7 procent betreft EBITDA.

2.4 Opbouw bruto-omzet, 2019 en 2020
PeriodeEBITDA (B6-B7)GriffierechtenOverige kostenPersonele lasten
201948,152,774,4199,6
202023,546,770,5179,1
 

2.3.2 Resultaat voor belasting

Het resultaat voor belasting is het verschil tussen de afschrijvingen plus financiële lasten en de EBITDA. In 2020 bedragen de afschrijvingen en financiële lasten (B11) bijna 3 procent van de bruto-omzet en ruim 34 procent van de EBITDA. Het resultaat voor belasting bedraagt 15,4 miljoen euro in de huidige verslagperiode, dat is iets minder dan de helft van het resultaat voor belasting in 2019. Toen bedroeg het resultaat voor belasting nog 39 miljoen euro.

Figuur 2.5 toont de verdeling van het totale resultaat voor belasting voor de kleine, middelgrote en grote kantoren. Het grootste aandeel (55,6 procent) van het resultaat voor belastingen komt voor rekening van de middelgrote kantoren, gevolgd door de grote kantoren (34,6 procent). De verdeling bruto-omzet laat een ander beeld zien daar zijn de grote kantoren verantwoordelijk voor meer dan de helft van de bruto-omzet en de middelgrote kantoren voor bijna 40 procent.

2.5 Verdeling resultaat voor belasting, 2020
 Resultaat voor belasting (x miljoen euro)
Kleine kantoren1,5
Middelgrote kantoren8,5
Grote kantoren5,3

1) De tussen haakjes genoemde codes in de titels van de paragrafen verwijzen naar de vragen in de enquête.

3. Blok C: Ambtsuitoefening

3.1 Uitgevoerde ambtshandelingen (C1)

De gerechtsdeurwaarders voerden 1.770,4 duizend ambtshandelingen uit in 2020. Ten opzichte van vorig jaar nam het totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen met 206,4 duizend (-10,4 procent) af. Het aantal uitgevoerde ambtshandelingen nam het sterkst af bij de middelgrote kantoren (-16,7 procent). Maar ook de grote kantoren (-6,4 procent) voerden minder ambtshandelingen uit dan in 2019. Daarentegen voerden de kleine kantoren juist meer ambtshandelingen uit, namelijk 225,8 duizend in 2020. Dat is bijna 2 procent meer dan in 2019.

De middelgrote kantoren waren verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van het totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen. In 2020 voerden de middelgrote kantoren 794,6 duizend ambtshandelingen uit, ongeveer 45 procent van het totaal. De grote kantoren rondden 750 duizend ambtshandelingen af. De kleine kantoren waren verantwoordelijk voor bijna 13 procent van het totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen. De verdeling van het aantal ambtshandelingen naar kantoorgrootte wordt getoond in Figuur 3.1.

3.1 Uitgevoerde ambtshandelingen naar kantoorgrootte, 2020
 Totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen (x duizend)
Kleine kantoren225,8
Middelgrote kantoren794,6
Grote kantoren750

3.1.1 Verdeling uitgevoerde ambtshandelingen

Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van ambtshandelingen. Dit zijn achtereenvolgend procesinleiding, betekeningen, beslagen en ontruimingen. In 2020 bestonden de meeste ambtshandelingen uit betekeningen van een titel zoals bedoeld in artikel 2 onder b Btag (C4.1), gevolgd door betekeningen van een proces-verbaal van (derden)beslag zoals bedoeld in artikel 2 onder d Btag (C4.2) en oproepingen voor de burgerlijke rechter (C2). Zie Figuur 3.2 voor de verdeling van de ambtshandelingen naar vorm.

3.2 Aantal ambtshandelingen (x 1000) per vorm, 2020
ToelichtingWaarde
Betekeningen van een titel555,1
Betekeningen van proces-verbaal van (derden)beslag367
Oproepingen voor de burgerlijke rechter347,7
Beslagen onder derden periodieke betaling art. 2 onder j Btag224,6
Beslagen onder derden art. 2 onder i Btag137,8
Beslagen op roerende zaken13,2
Betekeningen van titel waarbij bevel is gedaan tot ontruiming onroerende zaak9,3
Beslagen op onroerende zaken5,7

In 2020 vonden er 13,2 duizend beslagen op roerende zaken en 5,7 duizend beslagen op onroerende zaken plaats. In vergelijking met 2019 daalde het aantal beslagen op roerende zaken met bijna 55 procent. Ook het aantal beslagen op onroerende zaken is afgenomen, namelijk met bijna 20 procent. Het aantal betekeningen van een titel waarbij bevel is gedaan tot de ontruiming van een onroerende zaak bedroeg 9,3 duizend in de huidige verslagperiode, dat is 29 procent minder dan dezelfde periode vorig jaar. Er vonden 3,1 duizend gedwongen ontruimingen van onroerende zaken plaats, 38 procent minder dan in 2019.

3.2 Kantoorklachten en registratie agressie

In 2020 waren er bijna 3,4 duizend kantoorklachten, een toename van 3 procent vergeleken met 2019. Het grootste aantal kantoorklachten was afkomstig van de grote kantoren, het aantal klachten bedroeg daar meer dan 2,5 duizend. Binnen de kleine kantoren waren de minste kantoorklachten, namelijk 128 in 2020. Het aantal kantoorklachten binnen de kleine kantoren steeg wel met meer dan 16 procent ten opzichte van 2019. De middelgrote kantoren kregen 757 kantoorklachten, dat is 6 procent minder dan in 2019.

Er werden 554 registraties van agressie jegens ambtelijk bevoegden en medewerkers van kantoren gemeld in 2020. Dat zijn er 46 minder dan in 2019. In 18 gevallen werd er aangifte van agressie gedaan, dat zijn 23 aangiftes minder dan in 2019.

 

4. Blok D: Economische bijdrage en effectiviteit rechtshandhaving

4.1 Exploten (D1 en D2)

In 2020 werden door alle deurwaarders in totaal 15,8 duizend exploten openbaar betekend (D1). De middelgrote kantoren hadden het hoogste aantal exploten openbaar betekend (7,8 duizend) gevolgd door de grote kantoren (5,3 duizend) en de kleine kantoren (2,7 duizend). Het totaal aantal exploten betekend in gesloten envelop (D2) bedroeg 1.011,9 duizend. De middelgrote kantoren hadden het hoogste aantal exploten betekend in gesloten envelop (482,2 duizend) gevolgd door de grote kantoren (403,4 duizend) en de kleine kantoren (126,3 duizend).

De betekeningen in persoon/huisgenoot worden in de enquête niet uitgevraagd maar kunnen benaderd worden door de genoemde betekeningen (D1 en D2) af te trekken van het totaal aantal uitgevoerde ambtshandelingen (C1). Aldus berekend werden in 2020 door alle gerechtsdeurwaarders 742,7 duizend betekeningen in persoon/huisgenoot uitgevoerd.

4.2 Aantallen dossiers (D3 t/m D7, D12 en D13)

Op de laatste dag van het jaar 2020 hadden de gerechtsdeurwaarders in Nederland meer dan 3,3 miljoen lopende dossiers in beheer. Bijna 61 procent was in het beheer van de grote kantoren. De middelgrote kantoren beheerde ongeveer 32 procent van de lopende dossiers en de kleine kantoren meer dan 7 procent. Eind 2019 waren er nog bijna 3,6 miljoen lopende dossiers, dat zijn er 232,4 duizend meer dan eind 2020. Verder waren er aan het einde van 2020 nog 2,1 miljoen geopende incassodossiers en 473,7 duizend geopende executiedossiers. Figuur 4.1 toont de lopende, gesloten en geopende dossiers in 2020 en de verdeling over drie klassen van kantoorgrootte.

4.1 Lopende, gesloten en geopende dossiers (x 1000), 2020
ToelichtingKleine kantorenMiddelgrote kantorenGrote kantoren
Totaal aantal lopende dossiers op de laatste dag van de periode238,31065,82034
Aantal geopende incassodossiers87,5566,11462,3
Aantal geopende executiedossiers63,2241,9168,6
Aantal gesloten dossiers vanwege WSNP, schuldenregeling en faillissement-5,4-24,8-59,4
Aantal gesloten dossiers wegens adresseringsproblemen-7,6-55-63,9
Totaal aantal dossiers succesvol afgesloten-68,2-404,8-1013,4
Totaal aantal dossiers afgesloten-183,4-776,8-1722,1

In 2020 zijn bijna 2,7 miljoen dossiers afgesloten. Daarvan was meer dan de helft (55,4 procent) succesvol afgesloten. Het percentage succesvol afgesloten neemt af: zo was in 2018 nog meer dan 61 procent en in 2019 ongeveer 58 procent van de afgesloten dossiers succesvol afgesloten. In dit rapport wordt een dossier als succesvol afgesloten beschouwd wanneer de afrekening/kasstroom positief is, ongeacht het bedrag of percentage ten overstaande van de vordering en ongeacht waar de betaling wordt ontvangen. Zodoende kan ook een betaling aan de opdrachtgever leiden tot een succesvol afgesloten dossier.

Het percentage succesvol afgesloten was het hoogst voor de grote kantoren, met bijna 59 procent. Het percentage succesvol afgesloten bedroeg 50 procent voor de middelgrote kantoren en 37 procent voor de kleine kantoren. Vooral bij de kleine kantoren is het percentage succesvol in vergelijking met eerdere jaren sterk afgenomen. Zo bedroeg in 2018 het percentage succesvol voor de kleine kantoren 42 procent en in 2019 nog 48 procent.

4.3 Aantal en de waarde van de vorderingen (D8 en D8.1)

Op de laatste dag van de huidige verslagperiode waren er bijna 8,1 miljard vorderingen voor opdrachtgevers in behandeling. Het grootste gedeelte van de vorderingen waren in behandeling bij de middelgrote kantoren. De overige vorderingen waren in behandeling bij kleine kantoren (13,7 procent) of grote kantoren (41,2 procent).

De totale hoofdsom van alle afgesloten dossiers (D8) in 2020 bedroeg meer dan 7,9 miljard euro. Dit is een stijging ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, toen bedroeg de totale hoofdsom nog 5,3 miljard euro. Deze stijging is geheel toe te schrijven aan de middelgrote kantoren. Zo nam de hoofdsom bij de middelgrote kantoren met 3,5 miljard toe. Daarentegen daalde de hoofdsom bij de grote kantoren (-587,2 miljoen) en kleine kantoren (-320,5 miljoen). De middelgrote kantoren waren verantwoordelijk voor maar liefst 71 procent van de totale hoofdsom. Niet eerder was dit aandeel zo hoog. In eerdere jaren was het aandeel voor de middelgrote kantoren ruim 39 procent in 2019 en bijna 33 procent in 2018.

4.4 Effectiviteit (D9 t/m D11)

De recuperatiegraad is de verhouding tussen de totale ontvangsten (D9) en de hoofdsommen (D8) van de afgesloten dossiers. De ontvangsten omvatten het totaalbedrag dat in de gesloten dossiers op de hoofdsom is voldaan, zowel bij de gerechtsdeurwaarder als bij overige partijen. Onder de overige partijen vallen ook opdrachtgevers. De recuperatiegraad van alle afgesloten dossiers bedroeg 16 procent in de huidige verslagperiode, een daling ten opzichte van een jaar eerder. Toen bedroeg de recuperatiegraad nog 25 procent.

Het percentage minnelijke ontvangsten is de afzetting van totale betalingen door debiteuren in de zaken zonder titel (D10) tegen het totaal van alle ontvangsten (D9). Het percentage minnelijke ontvangsten was voor het totaal aantal gerechtsdeurwaarders 39 procent in 2020. Het percentage ambtelijke kosten is de verhouding ambtelijke kosten (D11) en de overgedragen hoofdsom (D8). Het percentage ambtelijke kosten voor het totaal was 2 procent in 2020. Figuur 4.3 toont de effectiviteitspercentages naar kantoorgrootte.

4.2 Effectiviteit naar kantoorgrootte, 2020
RatioKleine kantoren (Percentage %)Middelgrote kantoren (Percentage %)Grote kantoren (Percentage %)Totaal (Percentage %)
Percentage ambtelijke kosten3152
Percentage Minnelijke Ontvangst33384239
Recuperatiegraad20113316

4.5 Doorlooptijd afgesloten dossiers (D14)

De gemiddelde doorlooptijd van de afgesloten dossiers (D14) is gewogen met het aantal afgesloten dossiers en bedroeg 703 dagen in 2020. Dat is meer dan in 2019, toen stond de doorlooptijd nog op 548 dagen. Bij kleine kantoren was de doorlooptijd het laagst (465 dagen in 2020), gevolgd door de middelgrote kantoren (480 dagen). De grote kantoren hadden gemiddeld een doorlooptijd van 822 dagen.

5. Samenvatting

In 2020 is het aantal personeelsleden werkzaam bij gerechtsdeurwaarders met 9 procent gekrompen tot 3.292,3 voltijdsequivalenten (vte). Het aantal werkzame personen uitgedrukt in vte is het sterkst gedaald bij de middelgrote kantoren. Ook de bruto-omzet voor de gehele sector is in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar gedaald met maar liefst 15 procent. De bruto-omzet voor de huidige verslagperiode bedraagt in totaal 319,7 miljoen euro. De gerechtsdeurwaarders voerden bijna 1,8 miljoen ambtshandelingen uit in 2020, dat zijn 206,4 duizend ambtshandelingen minder dan in 2019.

Deze rapportage die in samenwerking tussen de KBvG en het CBS tot stand is gekomen, biedt tegen de achtergrond van voornoemde taak van gerechtsdeurwaarders, inzicht in o.a. de financiële positie van de gerechtsdeurwaarders, het aantal ambtelijk bevoegde en niet-ambtelijk bevoegde medewerkers en het aantal uitgevoerde ambtshandelingen. Na evaluatie van de 2018 uitkomsten zijn de invulinstructies verduidelijkt. Hoewel dit geresulteerd heeft in een hogere kwaliteit van o.a. de totale omzet volgens BLOS (B3) en de griffierechten (B9.1), zijn de gegevens in het financiële blok B tussen 2018 en de 2019 minder volgtijdig vergelijkbaar.