Voldoet flexwerk aan de behoefte van werkenden?

In 2020 gaf ruim 40 procent van de werknemers met een flexibele arbeidsrelatie aan behoefte te hebben aan flexibiliteit of geen behoefte te hebben aan zekerheid. De meesten hebben echter een flexibele arbeidsrelatie uit noodzaak: ze zijn nieuw bij hun huidige werkgever (43 procent) of het lukte hun niet om een vaste baan te bemachtigen (17 procent). Het laatste is voor relatief veel uitzendkrachten de belangrijkste reden om flexibel te werken. Flexwerken uit behoefte komt vooral voor onder oproep- en invalkrachten en tijdelijke werknemers zonder vaste uren.

Belangrijkste reden om te flexwerken, werknemers (15 tot 75 jaar) met een flexibele arbeidsrelatie1, 2020
 Ik heb behoefte aan flexibiliteit (%)Ik heb geen behoefte aan zekerheid (%)Ik ben nieuw bij mijn huidige werkgever (%)Het lukt niet om een vaste baan te krijgen (%)
Totaal34,85,842,716,7
Oproepkracht of invalkracht68,7813,210,2
Tijdelijk dienstverband
zonder vaste uren
54,210,623,811,4
Uitzendkracht264,329,240,6
Overig tijdelijk dienstverband,
vaste uren
21,96,253,618,3
Tijdelijk dienstverband,
vaste uren
15,34,953,726
Uitzicht op vast dienstverband,
vaste uren
3,31,189,95,7
Bron: CBS, TNO
1) excl. vaste werknemers zonder vaste uren
  

Flexwerken uit behoefte is met name iets van de jongste en de oudste leeftijdsgroepen. Bij de werknemers tot 25 jaar gaat het om 65 procent en bij de (kleine) groep werknemers van 65 tot 75 jaar om 87 procent. Beide groepen werken relatief vaak in een kleine deeltijdbaan, als oproep- of invalkracht of als tijdelijke werknemer zonder vaste uren. De horeca, landbouw en handel zijn de drie bedrijfstakken waarin werknemers met een flexibele arbeidsrelatie het vaakst behoefte hebben aan flexibiliteit en niet aan zekerheid.

Van de zelfstandig ondernemers zonder personeel – de grootste groep zzp’ers – is bekend om welke redenen zij een eigen bedrijf of praktijk zijn begonnen. Bijna 7 op de 10 hadden overwegend positieve startmotieven. Zij zochten bijvoorbeeld een nieuwe uitdaging of wilden zelf kunnen bepalen hoeveel en wanneer ze werken. In 2019 hadden bij iets minder dan 1 op de 10 negatieve redenen de overhand. Deze zzp’ers konden bijvoorbeeld geen geschikte baan als werknemer vinden, waren ontslagen of kregen geen contractverlenging. Bij de rest speelden andere redenen een rol, bijvoorbeeld het instappen in een familiebedrijf.

Van de zelfstandig ondernemers zonder personeel was 81 procent tevreden met het werk dat ze deden. Van werknemers met een vaste arbeidsrelatie was dat 80 procent. Binnen de groep flexibele werknemers gold dit voor ruim drie kwart, waarbij de uitzendkrachten het minst tevreden zijn. Maar werknemers die flexibel werken omdat ze behoefte hebben aan flexibiliteit, zijn vrijwel net zo tevreden met het werk als vaste werknemers.