Hoeveel flexwerkers zijn er?

Het antwoord op deze vraag hangt af van de manier waarop flexwerkers worden afgebakend. Bij flexwerkers gaat het om twee groepen: werknemers met een flexibele arbeidsrelatie en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Hier is uitgegaan van werkenden van 15 tot 75 jaar, ongeacht het aantal uren dat zij werken. En als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.

In 2023 waren er 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Zij hebben een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd óf een flexibel aantal uren per week. In de periode 2013-2023 zijn er 259 duizend flexwerknemers bij gekomen. Wel was dit aantal in 2020 ten opzichte van 2019 fors gedaald, namelijk met 220 duizend. Vanaf 2021 is dit aantal echter weer aan het toenemen.

Oproep- en invalkrachten zijn de grootste groep flexwerknemers, 962 duizend in 2023. Dit is 35 procent van alle werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Omvangrijke groepen onder de flexwerkers zijn verder:

  • tijdelijke werknemers met uitzicht op een vaste aanstelling (643 duizend);
  • uitzendkrachten (379 duizend).

Deze laatste twee groepen vormen bij elkaar opgeteld 37 procent van alle werknemers met een flexibel contract.

Naast werknemers met een flexibele arbeidsrelatie waren er 1,2 miljoen zzp’ers in 2023. Sinds 2013 is hun aantal met 336 duizend toegenomen. Dit betreft vooral zelfstandigen die eigen arbeid of diensten aanbieden. Zij maken ruim 84 procent uit van alle zzp’ers.

Werknemers met een flexibele arbeidsrelatie en zzp’ers vormen samen bijna 4,0 miljoen flexwerkers. Dat is 41 procent van alle werkenden. In 2013 waren er 3,4 miljoen flexwerkers, dat was toen 40 procent van alle werkenden.