Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning

Bekijk volledige tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Huishoudenskenmerken Woningkenmerken Regiokenmerken Aantal huishoudens (x 1 000) Gemiddelde woonlasten en woonquote Totale woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Netto woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Bijkomende woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Woonquote (%)
Inkomen: eerste kwintiel Totaal Zeer sterk stedelijk 448,8 562 425 136 33,6
Sterk stedelijk 333,7 554 416 138 32,2
Matig stedelijk 183,1 584 437 146 32,8
Weinig stedelijk 137,4 605 447 158 33,5
Niet stedelijk 117,2 691 495 196 37,5
Eengezinswoning Zeer sterk stedelijk 85,9 624 453 171 33,5
Sterk stedelijk 144,8 618 447 171 32,7
Matig stedelijk 109,4 627 456 171 32,9
Weinig stedelijk 96,0 632 454 179 33,4
Niet stedelijk 98,2 704 496 208 37,5
Meergezinswoning Zeer sterk stedelijk 362,9 547 419 128 33,6
Sterk stedelijk 188,8 505 391 114 31,8
Matig stedelijk 73,7 520 410 110 32,6
Weinig stedelijk 41,3 542 432 110 33,8
Niet stedelijk 18,9 622 489 133 37,5
Bouwjaar: voor 1945 Zeer sterk stedelijk 123,0 635 481 154 37,4
Sterk stedelijk 22,7 668 484 185 37,5
Matig stedelijk 10,4 738 532 206 40,4
Weinig stedelijk 9,1 801 565 236 42,9
Niet stedelijk 21,3 875 605 270 46,4
Bouwjaar: 1945 tot 1970 Zeer sterk stedelijk 127,2 510 372 138 30,3
Sterk stedelijk 111,7 510 367 143 29,5
Matig stedelijk 47,9 535 379 156 30,1
Weinig stedelijk 35,0 571 399 172 31,2
Niet stedelijk 31,4 634 436 199 34,6
Bouwjaar: 1970 tot 1990 Zeer sterk stedelijk 116,5 502 375 127 31,3
Sterk stedelijk 124,1 526 392 134 31,2
Matig stedelijk 74,1 546 401 144 31,2
Weinig stedelijk 53,0 555 401 153 31,4
Niet stedelijk 37,9 599 426 173 33,5
Bouwjaar: 1990 tot 2010 Zeer sterk stedelijk 55,5 602 475 127 35,9
Sterk stedelijk 53,8 632 498 133 36,1
Matig stedelijk 35,4 654 515 139 36,2
Weinig stedelijk 27,5 643 499 144 36,2
Niet stedelijk 17,8 726 548 178 39,6
Bouwjaar: 2010 of later Zeer sterk stedelijk 26,5 642 538 105 37,3
Sterk stedelijk 21,2 628 527 101 35,9
Matig stedelijk 15,2 656 553 103 35,9
Weinig stedelijk 12,9 684 572 112 36,4
Niet stedelijk 8,8 770 627 143 38,9
WOZ: tot en met NHG-grens Zeer sterk stedelijk 379,7 516 388 128 31,7
Sterk stedelijk 310,9 523 391 132 30,9
Matig stedelijk 167,1 541 403 137 31,1
Weinig stedelijk 123,5 553 408 145 31,5
Niet stedelijk 95,7 594 422 172 33,7
WOZ: boven NHG-grens Zeer sterk stedelijk 67,8 811 627 184 43,6
Sterk stedelijk 21,8 985 750 235 48,1
Matig stedelijk 15,5 1.038 791 246 49,7
Weinig stedelijk 13,4 1.072 798 274 51,5
Niet stedelijk . . . . .
Woonoppervlakte: minder dan 75 m² Zeer sterk stedelijk 246,6 488 375 114 31,9
Sterk stedelijk 121,2 454 353 101 30,0
Matig stedelijk 49,9 460 361 99 30,1
Weinig stedelijk 31,6 473 371 102 30,6
Niet stedelijk 17,3 504 385 119 32,1
Woonoppervlakte: 75 tot 100 m² Zeer sterk stedelijk 139,7 578 430 147 33,1
Sterk stedelijk 121,8 532 396 136 30,9
Matig stedelijk 64,0 532 398 134 30,7
Weinig stedelijk 45,9 535 397 138 30,6
Niet stedelijk 35,5 533 387 146 30,7
Woonoppervlakte: 100 tot 150 m² Zeer sterk stedelijk 54,3 744 559 186 38,9
Sterk stedelijk 80,1 662 484 178 34,6
Matig stedelijk 58,5 653 478 175 34,0
Weinig stedelijk 47,1 635 458 177 33,5
Niet stedelijk 35,9 650 459 191 35,1
Woonoppervlakte: 150 m² of meer Zeer sterk stedelijk 8,0 1.294 993 301 59,6
Sterk stedelijk 10,6 1.137 844 293 53,5
Matig stedelijk 10,6 1.102 816 286 51,7
Weinig stedelijk 12,9 1.067 774 293 51,2
Niet stedelijk . . . . .
Inkomen: tweede kwintiel Totaal Zeer sterk stedelijk 394,3 745 544 200 29,1
Sterk stedelijk 412,8 719 516 204 27,7
Matig stedelijk 267,7 711 503 209 27,2
Weinig stedelijk 217,2 705 488 217 26,8
Niet stedelijk 193,8 722 475 247 27,3
Eengezinswoning Zeer sterk stedelijk 99,5 757 524 233 27,2
Sterk stedelijk 213,3 750 520 230 26,6
Matig stedelijk 180,2 727 499 227 26,3
Weinig stedelijk 166,5 716 484 232 26,1
Niet stedelijk 171,3 721 467 254 26,9
Meergezinswoning Zeer sterk stedelijk 294,8 741 551 189 29,7
Sterk stedelijk 199,4 687 511 176 28,9
Matig stedelijk 87,4 679 509 170 29,0
Weinig stedelijk 50,6 669 502 167 28,9
Niet stedelijk 22,4 730 538 192 30,3
Bouwjaar: voor 1945 Zeer sterk stedelijk 105,4 793 573 220 30,4
Sterk stedelijk 31,7 747 498 249 28,5
Matig stedelijk 17,5 742 483 260 28,6
Weinig stedelijk 17,6 756 481 275 28,7
Niet stedelijk 39,6 791 495 296 29,3
Bouwjaar: 1945 tot 1970 Zeer sterk stedelijk 101,8 704 498 206 27,4
Sterk stedelijk 113,1 682 469 212 26,3
Matig stedelijk 59,8 677 455 222 26,0
Weinig stedelijk 49,3 674 442 232 25,9
Niet stedelijk 49,2 693 438 255 26,4
Bouwjaar: 1970 tot 1990 Zeer sterk stedelijk 101,8 707 510 196 28,4
Sterk stedelijk 154,7 708 503 205 27,5
Matig stedelijk 106,6 700 486 213 26,5
Weinig stedelijk 81,2 686 466 220 26,1
Niet stedelijk 60,3 682 446 236 26,2
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in een woonruimte met een woonfunctie in voorraad (exclusief studentenhuishoudens en andere huishoudens die een adres delen). De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als voor huurders van een woningcorporatie en huurders van een niet-woningcorporatie en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2018

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaren 2018, 2019, 2020, 2021 en 2022 zijn definitief, de cijfers over verslagjaar 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 5 juni 2025:
De definitieve cijfers 2022 en de voorlopige cijfers 2023 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 19 september 2024:
Verschillende COROP labels zijn per abuis verwisseld waardoor de cijfers niet op de juiste plek stonden. Dit is gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2024 komen beschikbaar in Q1 van 2026.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Gemiddelde woonlasten en woonquote
Totale woonlasten
Totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen. Naast de netto woonlasten van huurders en eigenaren zijn ook de bijkomende woonlasten meegenomen. Deze variabele is een aggregatie van de verschillende woonlasten bestanddelen.
Netto woonlasten
Bij huurders betreft dit de kale huur verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht, verminderd met het belastingvoordeel vanwege de eigen woning.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Het percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan de totale woonlasten. Het gehanteerde inkomen bij de Woonbase betreft het betaalbudget. Het betaalbudget is het netto inkomen uit tegenwoordige of verleden arbeid, uit kapitaal en uitkeringen, dus na aftrek van belastingen en premies. In afwijking van het besteedbare inkomen worden hier geen uitgaven in verrekend (zoals betaalde hypotheekrente en premie zorgverzekering) en ook geen compensaties voor uitgaven (zoals toeslagen en belastingteruggave voor de eigen woning). De totale woonlasten van huishoudens bevat de netto woonlasten plus de bijkomende woonlasten.